Tennis

Wat is tennis?
Tennis is een balsport. Je speelt tennis met zijn tweeën (enkelspel) of met zijn vieren (dubbelspel) waarbij de bal over een net gespeeld moet worden. Het veld is ingedeeld in twee helften en bestaat uit vakken. De eerste serve moet in het tegenovergestelde kleine vak terechtkomen.

Tennisracket
De eerste tennisrackets waren gemaakt van hout en waren kleiner dan 550cm². In de jaren 70 werden de rackets gemaakt van aluminium, waardoor er grotere oppervlaktes konden worden gemaakt. Hierdoor kun je hardere ballen spelen.
Er zijn verschillende soorten snaren, maar de meest gebruikte zijn de nylonsnaren. Hoe strakker de snaren hoe harder de bal weerkaatst naar de tegenstander.

De bal
De tennisbal is van rubber, hol van binnen en bekleed met vilt. De kleuren variëren van groen, geel of oranje. Met wedstrijden worden de gele ballen gebruikt. Deze felle kleur zorgt ervoor dat je de bal goed kunt zien op het veld. Er zijn 2 soorten ballen:
- gasgevulde ballen, deze worden vooral op gravel gebruikt.
- drukloze ballen, deze ballen worden vooral op kunstgras gebruikt.

Het veld
Het veld wordt in 2 helften verdeeld door een net. Elk helft van het veld is verdeeld in 3 vakken: een achtervak en 2 voorvakken (servicevakken). De lijn in het midden van een half vak heet de middenlijn en de achterste lijn heet de basislijn. Een bal die buiten deze lijnen wordt geslagen levert de tegenstander punten op.

Wat heeft tennis met nask te maken?
Deze sport heeft met nask te maken omdat kracht en weerstand veel voorkomt. Je hebt bijvoorbeeld kracht nodig om de bal te slaan en de bal die tegen de snaren komt heeft met weerstand te maken. Ook zijn kinetische energie en snelheid veel voorkomende natuurkundige onderwerpen. Kinetische energie wordt ook wel bewegingsenergie genoemd. Je kunt bijvoorbeeld berekenen hoe hard je de bal slaat tijdens een serve. Dit wordt ook wel versnelling genoemd. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden die met natuurkunde te maken hebben.