Papierchromatografie

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 3e klas vwo | 459 woorden
  • 18 december 2003
  • 107 keer beoordeeld
Cijfer 5
107 keer beoordeeld

Voor het practicum papierchromatografie waren er twee verschillende soorten loopvloeistoffen: 1. Loopvloeistof A (= aceton : petroleumether aangemaakt in de verhouding 8:32) 2. Loopvloeistof B (= wasbenzine : aceton : petroleumether aangemaakt in de verhouding 4:5:20) Je moet met je partner allebei één loopvloeistof nemen; Sander nam loopvloeistof B en ik loopvloeistof A. De loopvloeistof zat in een glas met een kartonnetje erop met een gat erin. Door het gat moest je een gekregen haakje steken met daaraan een papiertje. Op het papiertje moest je op 1 cm van de onderkant een lijn trekken met je potlood. Op die lijn moest je een druppel bladgroen opgelost in chlorofyl zetten. In de boven hoek moest e de letter van jouw loopvloeistof zetten. Het haakje zet je aan de bovenkant vast van het karton met een paperclip. Het potloodlijntje met de bladgroendruppel mag niet in de loopvloeistof hangen. Nu moet je wachten tot de loopvloeistof de bovenkant van het papiertje heeft bereikt. Dit duurt ± 5 minuten. Haal dan de chromatogram uit het glas en teken snel de frontlijn. Droog nu chromatogram met een föhn en teken de contouren van de vlekken/stippen over.Tegen een ruit zijn de vlekken makkelijker te zien. Zet een stip in het donkerste gedeelte van een vlek en bereken de Rf- waarde. De Rf-waarde is: afstand v/d vlek tot de startlijn
___________________________________________________________ afstand startlijn tot de frontlijn

De Rf-waarde van mijn chromatogram zijn: 1. a chlorofyl (groen) = 3,2 cm gedeeld door 7,7 cm ˜ 0,42
2. zanthofyl (geel) = 4,0 cm gedeeld door 7,7 cm ˜ 0,52
3. grijs = 4,6 cm gedeeld door 7,7 cm ˜ 0,60
4. caroteen (geel) = 7,4 cm gedeeld door 7,7 cm ˜ 0,96
De Rf-waarde van Sander´s chromatogram zijn: 1. a chlorofyl (groen) = 1,5 cm gedeeld door 7,0 cm ˜ 0,21
2. b chlorofyl (groen) = 2,2 cm gedeeld door 7,0 cm ˜ 0,31
3. grijs = 3,9 cm gedeeld door 7,0 cm ˜ 0,56
4. zanthofyl (geel) = 2,9 cm gedeeld door 7,0 cm ˜ 0,41
5. caroteen (geel) = 6,8 cm gedeeld door 7,0 cm ˜ 0,97 Conclusies en waarnemingen: · Het `lopen´ van de loopvloeistof gaat eerst veel sneller als op aan de bovenkant van het papier. De verklaring hiervoor staat bij `Antwoorden op gestelde vragen´. · De eerste drie vlekken liggen dichtbij elkaar behalve caroteen. Hieruit kun je concluderen dat caroteen slecht aan het papier adsorbeert en goed met de vloeistof meeloopt. De andere bestandsdelen adsorberen beter aan het papier en lopen minder goed met de vloeistof mee. · Op Sanders chromatogram staat wel een vlek van b chlorofyl. Bij mij niet. Het b chlorofyl is bij mij opgelost in de loopvloeistof. Antwoorden op gestelde vragen: · Er zit en deksel op het glas omdat er anders vloeistof verdampt en er dus minder vloeistof overblijft. Ook omdat het papiertje in de damp van de loopvloeistof moet hangen. Als de deksel er toch voortijdig wordt afgehaald veranderd dit de resultaten. · De vloeistof gaat steeds langzamer stijgen omdat de vloeistof steeds meer zwaartekracht te verduren krijgt. · Omdat het bladgroen dan in een grote hoeveelheid loopvloeistof komt. Daardoor wordt het resultaat veel vager.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.