Koperkringloop

*Als koper wordt overgoten met salpeterzuur verdwijnt de stof koper volledig, maar na een aantal reacties ontstaat het koper weer. Een stof bestaat uit molekulen(zuivere stof) en molekulen bestaan uit nog kleinere deeltjes: de atomen. Zo bestaat koper uit molekulen koper en uit atomen koper. Dus als de koper bij een proef eerst verdwijnt maar dan weer terugkomt, betekent dat, dat de molekulen tijdens de reacties verdwijnen maar de atoomsoorten behouden blijven. De molekulen van bremerblauw, tenoriet, blauw vitriool bevatten de atoomsoort koper, uit deze stoffen kan dus koper weer ontstaan. Koperkringloop= Als bij een serie proeven de atoomsoort koper behouden blijft.( zie koperkringloop)Bij een reactie verdwijnen de molekulen van de beginstoffen en er ontstaan nieuwe molekulen, maar de atomen van de beginstoffen behouden tijdens de reactie. *Er zijn ongeveer 100 atoomsoorten, in de tabel in het boek vind je de belangrijkste atoomsoorten, ook wel elementen genoemd, elk is aangegeven met een symbool. * Als je het reactieschema in symbolen weergeeft moet je ook de toestandaanduidingen aangeven: voor de vaste fase: s, voor de gasfase: g, voor de vloeibare fase: l, voor de stoffen opgelost in water: aq. Niet-ontleedbare stoffen bevatten maar 1 atoomsoort: Zuurstof is een niet-ontleedbare stof, dus bestaat uit zuurstof molekulen en die bestaan uit zuurstof atomen, in symbolen is dit: O(g) Ontleedbare stoffen bevatten meer dan 1 atoomsoort: Tenoriet bestaat uit de stoffen en atoomsoorten koper en zuurstof, in symbolen is dit: Cu,O(s) Voor deze stoffen die uit 2 atoomsoorten bestaat, geldt het schema die op bladzijde 117 staat. * Wet van massabehoud: De massa van de stoffen voor de reactie is gelijk aan de massa van de stoffen na de reactie. Stoffen reageren met elkaar in bepaalde massaverhoudingen, zoals 7 gram ijzer reageert met 2 gram zuurstof en 14 gram ijzer reageert met 4 gram zuurstof. Mengsel-scheiden- molekulen(zuivere stoffen)-ontleden-atomen.