Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Imternetopdrachten

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 947 woorden
  • 23 mei 2003
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
De positie van illegalen. Internetopdracht bladzijde 61: Vraag 1: Het Autonoom Centrum wil inbreken op heersende machtsverhoudingen, inhaken op actuele ontwikkelingen en alternatieven ontwikkelen tegenover de grootschalige vrije markt economie. Ze willen iets veranderen aan de samenleving en voeren hier actie voor. Vraag 2: Een man uit Soedan vlucht naar Europa. Daarvoor heeft hij een half jaar gevangen gezeten omdat hij lid was van de CDM, een christelijke groep. Hij komt aan op Schiphol en na een afgewezen asielverzoek wordt hij overgebracht naar het Grenshospitum. Hij wordt er ondervraagd door consulaten. Als hij weer wordt gepresenteerd aan vertegenwoordigers van Ghana in Europa op de Ghanese ambassade in Brussel, wordt hij opnieuw afgewezen. Ook in de zaak voor de rechter verliest hij. Na 3 maanden wordt hij opnieuw afgewezen bij de Ghanese ambassade in Brussel. Met onduidelijke redenen wordt hij dan overgeplaatst naar Nieuwersluis, waar hij moet werken als inpakker. Omdat hij een keer rookt tijdens het werken, en niet vrijwillig wilde vertrekken, werd hij met geweld van de werkvloer verwijderd en in zijn cel gezet. Een tijdje later biedt de directeur daar zijn excuses over aan. Nog later wordt de man uit Soedan echter op straat gedumpt. Vraag 3: - In een gewoon asielzoekerscentrum wachten asielzoekers op antwoord of ze mogen blijven of niet, ze zijn nog niet uitgeprocedeerd. - In het verwijdercentrum zitten mensen die al uitgeprocedeerd zijn, en afwachten of hun uitzetting echt gaat gebeuren. Vraag 4: Het vreemdelingenbeleid is steeds meer een Europese zaak omdat veel asielzoekers naar Europa komen. Europa is welvarend, dus mensen uit Afrika en Azië zoeken hier een beter leven. Bijna heel Europa heeft hier dus wel mee te maken. Vraag 5: De overheid wil dat niet veel asielzoekers het land binnenkomen, dus ze willen ze weer het land uitzetten. Vraag 6: Omdat je die mensen zo slecht behandeld, het zijn een soort concentratiekampen. En dat terwijl die mensen toch weer het land uit moeten. Vraag 7: Nee, dat is niet juist. Deze mensen willen alleen een beter leven dan in hun eigen land, en proberen dat hier te vinden. In een gevangenis mishandel je die mensen eigenlijk. Je kunt mensen niet zomaar in een gevangenis zetten, zonder dat ze iets verkeerd hebben gedaan. Normen en discriminatie
Internetopdracht bladzijde 88:
Vraag 1: De doelstelling van het MDI is discriminatie te voorkomen en te bestrijden op het Nederlandse gedeelte van het internet. Vraag 2: We moeten samenleven zonder te discrimineren. Dus elkaar respecteren om welk ras, afkomst, huidskleur, enz. dan ook. Vraag 3: Je kunt een e-mail sturen. Vraag 4: Moppen over ‘domme blondjes’. Vraag 5: Het MDI vind dat dat ook racistische uitingen zijn en dat die ten koste van anderen gaan. Vraag 6: Ja, het is nooit leuk voor diegenen die gediscrimineerd worden. Maar het is niet echt strafbaar, vinden we. Want in de meeste situaties is er niemand die een discriminerend persoon daarvoor kan straffen. Het is ook niet goed te meten hoe zeer iemand het meent. Vraag 7: Holocaust revisionisme is ontkenning van de Holocaust, de

Auschwitz-Lüge. Vraag 8: Het gaat om beledigende uitlatingen tegen Joden wegens hun ras. “Verhalen over de Tweede Wereldoorlog zoals de vergassingen zijn verzonnen door de Joden en de Duitsers zijn vals beschuldigd”. Internetopdrachten bladzijde 91: Vraag 1. a: De werkgroep Arme Kant van Nederland voert campagne tegen de verarming en verrijking in Nederland. Ze zet zich in tegen de kloof tussen arm en rijk. Vanuit invalshoek EVA wil ze een bijdrage leveren aan de positieverbetering van vrouwen. b: De Arme Kant van Nederland ontstond in september 1987 en EVA in
juni 1984. De 2 werkgroepen zijn in 1997 gefuseerd tot Arme Kant van Nederland/EVA. c: -Bijstand -Werkloos - Onderbetaalde banen. d: De standpunten van de politieke partijen staan niet op de site, dus kunnen wij deze vraag niet beantwoorden. Vraag 2. a: In het jaar 2000 trouwden er 88074 mannen en vrouwen in Nederland. b: In het jaar 2000 vonden er 2922 partnerregistraties plaats. c: Er zijn niet evenveel mannen als vrouwen. Vraag 3. a: Per wegvervoer vindt het grootste gedeelte van het goederenvervoer plaats. b: Er wordt veel vervoerd per vrachtwagen, trein, vliegtuig of pijpleiding, wat in het binnenland beter kan, dan over het water. c: De verkeersintensiteit buiten de bebouwde kom is tussen 2001 en 2002 met 8% toegenomen. d: Het internationale verkeer is vooral over zee. Het nationale verkeer is groter over de weg dan internationaal. Vraag 4. a: Harddrugs zijn strafbaar, softdrugs zijn niet strafbaar. b: Er wordt onderscheid gemaakt tussen drugs met een onaanvaardbaar risico; harddrugs, en hennepproducten; softdrugs. Harddrugs staan op lijst 1 en softdrugs op lijst 2 van de Opiumwet. PMA staat op lijst 1. Productie, handel, invoer/uitvoer en bezit van PMA zijn strafbaar. Het middel PMMA valt er (nog) niet onder. c: Deze krijgen goede gezondheidszorg, ook geestelijke gezondheids- zorg. d: Een gemiddelde leeftijd waarop iemand met drugs begint is moeilijk te zeggen, ook jongeren beginnen met drugs. Ze zijn van alle leeftijden. e: Afkicken onder narcose, waarbij de zeer hevige onthoudingsverschijn- selen optrede tijdens de narcose, zodat de persoon daar niets van merkt. Daarna volgt een behandeling van een jaar. Vraag 5. a: Vroeger werd de stof barbital gebruikt, nu is dat benzo-diapines. Het verschil daarin is dat het vroeger een gevaarlijk en snel verslavend middel was, waarvan de ontwenningsverschijnselen heftig waren. En nu zijn de middelen veel minder gevaarlijk. b: Benzodiapines zijn opgenomen op lijst 2 van de Opiumwet; waar het risico van stoffen als aanvaardbaar wordt gezien. c: Snelwerkende slaapmiddelen zijn alleen om in te slapen, dus voor mensen die daar moeite mee hebben. Langwerkende slaapmiddelen zijn voor mensen met zorgen of stress die hen de hele dag bezig houdt. e: 1 miljoen mensen gebruiken er slaap- en kalmeringsmiddelen in Nederland. f: De aanbevolen gebruiksperiode wordt vaak overschreden omdat het een verslavend middel is. Mensen gaan er dus langer mee door omdat ze niet meer zonder kunnen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.