Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Heksen

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 1758 woorden
  • 19 februari 2006
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 5
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
PO geschiedenis: De brandstapel op
boek memo Opdracht 1: Deelvraag 1: Hoe ontstond het beeld van de hekserij dat tot de heksenvervolging leidde? Godsdienst en magie leken erg veel op elkaar, maar de elite vond dat de mensen die aan magie deden de duivel aanbeden. Eerst werden heksen slechts licht of helemaal niet gestraft, dat kwam doordat ze in een maatschappelijke behoefte voorzagen. Inquisitie was de kerkelijke rechtbank voor het berechten van heksen en ketters. Door de activiteiten van de inquisiteurs veranderde de heksenvervolging. Er kwamen boeken voor het vervolgen van heksen en alle verhalen over de heksensabbat werden over 1 lijn getrokken. Met die boeken beschuldigde de elite al snel mensen van hekserij. Door die zelfde boeken wist al snel heel Europa hoe je een heks moest vervolgen. Maar het volk deed dat pas als ze een tegenslag te verduren hadden. Tot de 13e eeuw werd er gebruik gemaakt van het accusatiore proces, een proces tussen 2 partijen waarbij de één de ander beschuldigde. Maar omdat de volkscultuur (de cultuur van boeren en ambachtslieden) en de elitecultuur (rijke en geleerde mensen) een verschillende inbreng hadden, kregen de heksenprocessen een raar verloop. De kerk speelde een belangrijke rol bij de heksenvervolging. In de 15e eeuw verloor de kerk het gezag en in de tijd van de hervorming nam de invloed van de kerk nog meer af. Vanaf 1550 namen de wereldlijke rechtbanken de vervolging van de heksen over van de kerk. Deze rechtbanken traden veel harder op dan de kerk dat deed, pas toen is de echte heksenjacht begonnen. Deelvraag 2: Waarom waren er in de 16e en 17e eeuw zoveel heksenprocessen en hoe verliepen die? Deze 2 eeuwen waren geen makkelijke tijden. Er waren veel problemen zoals veel ziekten en rampen. Mensen zoeken altijd een zondebok om te beschuldigen van alle problemen en hun woede op te uiten. Mensen dachten dat ze zo de duivel op een reële mannier bestreden, zo dachten ze ook dat God hen zou vergeven. De godsdienstige conflicten vormden een belangrijke oorzaak voor de toename van de heksenvervolging. De katholieken noemden hun tegenstanders dienaren van de duivel en de protestanten beschuldigden de katholieken van het zelfde. Van 1618 tot 1648 was de ergste godsdienstoorlog, de dertigjarige oorlog. Ook waren er economische oorzaken. Arme mensen werden arme, nieuwe groepen rijker. Er heerste een sociale spanning. Bij de heksenjacht waren een aantal belangrijke dingen: de oorzaken, voorwaarden, de aanleiding en het verloop van het proces en het straffen. De voorwaarden waren de beelden die de mensen hadden bij de activiteiten. Vaak was de oorzaak ziekte of problemen (mensen reageerden hun woede af op de zondebok, in dit geval de heksen) De aanleiding was dat er iets vreselijks gebeurd was, waarvan de heksen de schuld kregen. Het verloop van de processen werd voor het volk geheim gehouden. De elite vertelde het volk dat de heksen vrijwillig schuld bekenden, maar in werkelijkheid werden ze gemarteld. Dat hielden ze verborgen zodat het volk er niet tegen in opstand kwam. Ook zorgden ze er voor dat de veroordeelden andere heksen aangaven. De straf zelf was meestal de brandstapel, zo kon de veroordeelde niet meer uit de dood opstaan.
Deelvraag 3: Waardoor namen de heksenvervolgingen af en wat bleef er van het heksengeloof bestaan? Steeds meer mensen gingen inzien dat veel rampen en ziekten een natuurlijke oorzaak hadden en niet door heksen veroorzaakt werden. Maar toch bleef de interesse voor het bovennatuurlijke bestaan. Mensen gingen steeds meer kritisch nadenken. Ze gebruikten hun verstand om achter de waarheid te komen. Deze stroming die berust is op het gebruiken van het verstand werd ook wel rationalisme genoemd. In de 18e eeuw noemden mensen deze stroming ook verlichting. In deze tijd kwam men tot de conclusie dat alles op een geordende en logische mannier in elkaar zat, dus heksen en bovennatuurlijke verschijnselen waren er niet. Het rationalisme had een grote invloed op de rechtspraak. Rechters hechtten een zeer grote waarden aan bewijzen. De overheid kwam met regels tegen het folteren en in sommige landen werd pijnigen afgeschaft. Men zag in dat heksenjachten veel schade aanrichtten. Men kreeg ook meer begrip voor mensen met andere ideeën en een andere mening dan zij zelf. Ook omdat de dertienjarige oorlog voorbij was, het economische beter ging en men daardoor beter bestand was tegen misoogsten en rampen, namen de heksenvervolgingen af. Maar het heksengeloof was niet voorbij. Mensen verlangden naar bovennatuurlijke verschijnselen en geheimzinnige avonturen. Daardoor ontstonden het occultisme, het spiritisme en het nabootsen van hekserij. Het risico van heksenwaan blijft bestaan zolang mensen naar zondebokken zoeken. Opdracht 2 Hekserij in Salem Welke groepen speelden een rol in de heksenvervolging in Salem en hoe beïnvloeden deze groepen elkaar? In het zeventiende-eeuwse stadje Salem kunnen we zes duidelijke groepen onderscheiden: de gouverneur, de aangeefsters, de getuigen, de vervolgden, de rechters en de geestelijken. Alle groepen hebben hun eigen mening, ze beïnvloeden elkaar op verschillende mannieren, kiezen voor een partij en kunnen net zo snel weer van standpunt veranderen. Salem was een stadje waarin iedereen iedereen kende, een minisamenleving. Langzamerhand veranderde de mentaliteit van de mensen, het gemeenschapsgevoel verdween op de achtergrond. Hekserij werd steeds bekender en ook in Salem werden er steeds meer mensen beschuldigt van hekserij en in de gevangenis gegooid, wachtend op een proces. Op 27 mei 1692 stelde gouverneur Phips, daarin aan gespoord door de geestelijken, een speciale Rechtbank van Onderzoek samen. De rechters waren: William Stoughton, John Richards, Nathaniel Salonstall, Wait Winthrop, Bartholomew Gedney, Samuel Sewall, John Hathorne, Jonathan Corwin en Peter Sergeant. Het was namelijk zo dat de gevangenissen al over vol zaten terwijl er tot dan toe nog geen rechtbanken waren. (bron 2) In het begin van dat zelfde jaar waren er meisjes in Salem die ziek waren en last hadden van stuiptrekkingen. Later zagen zij ook geesten die hen kwelden. Ze zeiden dat ze voelden dat gebeten en geknepen werden. En er werden inderdaad indrukken op hun huid gezien. (bron 8) Geestelijken zagen de meisjes en waren er van overtuigd dat de duivel in Salem was. De meisjes moesten de heksen aanwijzen die hun kwelden. Doordat de geestelijken zo over hekserij praatten dachten de meisjes zelf dat ze behekst waren, zeker als ze ook nog eens de verhalen van Tituba, de slavin van de dominee, er bij betrokken. Onder druk gezet door de geestelijken wezen de meisjes drie heksen aan. De meisjes kregen staates en i.p.v. zieke kinderen waren ze nu waarzegsters of orakels die konden helpen bij de heksenvervolging. Door die aandacht voelden ze een nog grotere druk en gingen ze door met het aanwijzen van schuldige heksen. Toen één van de meisjes een aanklacht terug wilde trekken luisterde niemand naar haar. Mensen dachten dat ze gezwicht was voor de duivel. (bron 9) De meisjes gingen door en beschuldigden erg veel mensen. Ze beschuldigden zelfs Lady Phils, de vrouw van de gouverneur. Tot dat er plots een eind aan kwam. De dominee van de First Church of Boston en de voorzitter van Harvard College, Samuel Willard, werden door de meisjes beschuldigd. Toen geloofden de rechters hen niet meer en zeiden dat de meisjes het fout hadden. (bron 21) Mensen uit het stadje legden getuigenverklaringen af. O.a. William Batten, William shaw en zijn vrouw Deborah Shaw. Volgens hen had Susanna Sheldon een week geleden in het huis van William Shaw een aanval gehad. Toen dat voorbij was zei ze dat het Goody Dustin was die haar geteisterd had. Het gebeurde vaker en die 2 keer daarop gaf ze Sarah Good aan als schuldige. Volgens de getuigen zijn er toen 2 bezems uit het huis verdwenen en één keer werd een hemd terug gevonden in de appelboom. (bron 11) Sarah Good werd ook genoemd door getuigen Sarah Vibber. Ze zei dat ze geestverschijnselen zag van Good en dat Good haar en haar kind pijn deed. (bron 6) De vervolgende kregen het vaak zwaar te verduren tijdens de rechtzaak. Wanneer de mensen niet wilden bekennen werden ze gemarteld. Zo dwongen de rechters de “heksen” om te bekennen en andere heksen aan te wijzen. Toen Wiliam Proctor ondervraagd werd bleef hij zijn onschuld volhouden. Zijn nek werd met een touw aan zijn huilen gebonden. In deze vreselijke houding zou hij 24 uur moeten staan, maar hij had geluk. Één van de rechters kreeg medelijden met hem en liet hem loslaten. (bron 17) Giles Corey kwam er slechter vanaf als Wiliam Proctor. Tijdens zijn ondervraging hield hij zijn mond. Hij wilde geen antwoord geven op de vraag of hij schuldig was. De wet van die tijd verklaarde dat hij niet berecht mocht worden, wel mocht hij worden gefolterd tot dat hij antwoord gaf of sterven zou. Bij Giles Corey werd de pers gebruikt, hij lag op de grond en er werden steeds zwaardere gewichten op hem geplaatst. Ook werd zijn tong uit zijn mond gerukt, toen hij stierf, 2 dagen later, werd die met een stok weer terug gedrukt in zijn mond. (bron 18) Veel van de beschuldigden zullen onschuldig geweest zijn. Om de gekste redenen werden mensen beschuldigd van hekserij. Zo werd Rebecca Nurse een dove oude vrouw beschuldigd. Haar familie had jarenlang ruzie gehad over een stuk grond met de familie Putnam. Ook Sarah Good werd beschuldigd van hekserij. Ze was de vrouw van een arme boer. Erg populair was ze niet omdat ze arm was, een zuur karakter had en omdat ze lui was. Kort voor dat ze beschuldigd werd was ze gaan bedelen, de puriteinen hadden daar een hekel aan. (bron 14) De rechters, onder leiding van voorzitter William Stoughton, lieten allerlei verschillende soorten getuigenverklaringen toe, al zeiden ze wel dat ze niet uitsluiten vertrouwden op ‘bewijs door geesten’. De verschillende geestelijk waarschuwden hen daarvoor op 15 juni. Maar hun advies was onduidelijk en de rechters gingen gewoon door. (bron 19) Toen Bridget Bishop berecht werd, zijn de rechters gewaarschuwd door Cotton Mather tegen bewijs door geesten. Dat is de getuigenis dat een geest in vorm van de verdachte de beschuldiger had gekweld of had geëist dat deze het boek van de duivel tekende. Eerst hielden de rechters daar dan ook rekening mee maar toch wilden ze dat bewijs in andere processen vaker gebruiken. De geestelijken waren het duidelijk niet eens met de rechters die allemaal het bewijs door geesten gebruikten. (bron 20) De dominee Cotton Mather stond openlijk achter de processen. Hij stuurde een aantal brieven aan de rechters, waarin hij hen bemoedigde maar ook met bezwaren. Een groep dominees uit Boston schreven een adviserende brief naar de gouverneur en de raad. In deze brief stond dat zeker door moesten gaan met het krachtig vervolgen van heksen maar dat ze vooral heel erg voorzichtig moesten als het om bewijzen ging. (bron 23)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.