Archeon

Het Archeon brengt de geschiedenis weer tot leven.

Het Archeon.
Het Archeon is een geschiedenis thema park het bestaat uit 3 verschillende delen; de prehistorie, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. In Archeon staan 43 gebouwen, boerderijen en hutten. Die zijn allemaal herbouwd van hoe ze er vroeger in het echt uit zagen. Die gebouwen hebben dus ooit ergens in Nederland gestaan. Het oudste stadje is een jachtkamp uit de Prehistorie. Dit stadje werd in Friesland opgegraven. In het Archeon zijn in elk tijdperk verschillende dingen te doen. Overal in het Archeon lopen mensen in klederdracht van die tijd rond (archeontolken) ze zien er bijv. uit als gladiatoren, bakkers, boeren, muzikanten enz. In het Archeon ligt ook een herberg en een grote speeltuin. Ook kun je een doe-route nemen dan kun je aan verschillende activiteiten meedelen en komt er een archeontolk in klederdracht mee diegene vertelt veel informatie. Er is dus veel te zien en te doen. En elk weekend zijn er verschillende evenementen. In het Archeon kun je ook feestjes en bruiloften geven.

De voorbereidingen op school.
Op school werden er natuurlijk voorbereidingen getroffen voor het uitje. Bij de geschiedenis lessen hadden we het natuurlijk al vaker over de prehistorie, Romeinse tijd en Middeleeuwen gehad. Maar nu kon je ook echt zien hoe het toen was. En bij de muzieklessen gingen we het hebben over de muziek in die tijd hebben. Ook kwam er iemand van het Archeon naar onze school die nam allerlei spullen mee en vertelden veel over het Archeon. Dat was erg leuk.


De prehistorie.
In het Archeon is er ook een deel de prehistorie. Die loopt van 6000 v. Chr. Tot 12 v. Chr. Er staan hutten, boerderijen en hunebedden uit de prehistorie die ze hebben nagebouwd. In de prehistorie zijn er verschillende activiteiten zoals; hunebedsteen trekken, schminken, vuur, buideltjes en armbandjes maken. In de prehistorie konden de mensen nog niet lezen of schrijven. Ze maakten alles zelf huizen, kleding en gereedschappen van materialen uit de natuur. Aan het eind van de prehistorie leerden de mensen pas metaal kennen.

De Romeinse tijd.
Het 2de deel van het Archeon is de Romeinse tijd. Die loopt van 12 v. Chr. Tot 406 na Chr. Er staan huizen tempels, arena’s en een herberg uit de Romeinse tijd. Ook in de Romeinse tijd zijn er verschillende activiteiten te doen zoals; zwaardlopen, exerceren, Romeinse massage, speerwerpen en fibula’s maken. In het amfitheater kun je naar een gladiatorengevecht kijken. De Romeinen bouwden op een heel andere manier dan de mensen die al in NL woonden. De Romeinen gebruikten dakpannen, beton en vensterglas. Ook hadden de Romeinen een goed getraind leger.

De middeleeuwen.
Het laatste deel in het Archeon zijn de Middeleeuwen. Die loopt van 406 na Chr tot ca. 1350 na Chr. Er staan boerderijen, werkplaatsen en een klooster uit die tijd. En ook in de Middeleeuwen zijn er verschillende activiteiten te doen zoals; handboogschieten, middeleeuws schrijven, het vikingspel en een armband en kaars maken. Je kunt de Middeleeuwen heel grof in 2 stukken verdelen; de vroege en de late Middeleeuwen. Daartussen zitten grote verschillen zoals de geloven. Sommige van onze dagen zijn genoemd naar goden uit de vroege Middeleeuwen. Bijv donderdag (donars’ dag). In de laten Middeleeuwen waren de meeste christen.

Het badhuis (thermae).
Het badhuis in het Archeon behoort tot de Romeinse tijd en is gebaseerd op de opgravingen in Heerlen. het badhuis is erg populair in de Romeinse tijd. Thuis hadden de mensen geen bad dus gingen ze naar het badhuis. In het badhuis ware verschillende baden. Een badgast begon in het tepidarium (= het warme bad), ging dan naar het cadarium (= het hete bad) en vervolgens naar het frigidarium (= het koude bad). Veel badhuizen hadden ook een laconicum (= een extra heet bad voor invaliden). Maar gingen niet alleen om goed schoon te worden, maar ook om anderen mensen te ontmoeten en zaken te doen, te sporten of om gemasseerd te worden dat lieten ze doen door slaven. Grote badhuizen hadden aparte baden voor vrouwen. Andere badhuizen waren ’s morgens open voor vrouwen en daarna voor mannen. De Romeinen gebruikten zand en olie om hun huid schoon te maken. Op de binnenplaats kun je sporten en er was een zwembad. In de zuilengalerij zijn de latrinae (toiletten) daar gingen de mensen niet allen naartoe om hun behoeften te doen maar ook om gezellig te kletsen. Ze hadden geen wc-papier dus gebruikte ze een stok met een natte spons. Voor de meeste badhuizen moest je betalen. Een enkel badhuis was gratis. Je snapt dat de rijken daar niet kwamen. Dat was ‘beneden hun stand’.