Globalisering

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas havo | 3488 woorden
  • 19 januari 2004
  • 83 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
83 keer beoordeeld

ONZE ONDERZOEKSRESULTATEN OP PAPIER 1. Een weergave van het globaliseringsdenken, inclusief economische argumenten die aan dit denken ten grondslag liggen: Om een goede weergaven te geven van het globaliseringsdenken, moeten we eerst bekijken wat globalisering nu eigenlijk is. Hieronder staat dat beschreven. Globalisering heeft te maken met de economie, namelijk de internationalisering van de economie. De regionale en nationale grenzen vervagen steeds meer, onder invloed van de “liberalisering” en “deregulering”. De grenzen worden nu vervangen door een mondiale eenheidsmarkt, waarbij multinationals de boel domineren. Deze vorm van de economie heeft als kenmerken grootschaligheid, centralisering en privatisering. De globalisering is echter veel ingewikkelder en gecompliceerder dan alleen het toenemen van de internationale handel en de buitenlandse investeringen. Als we kijken naar de bedrijven, dan zien we een sterke mobiliteit van het kapitaal, wat tot gevolg een toename van fusies (tussen ondernemingen), en het verkrijgen van deelnemingen in andere bedrijven heeft. Ook op technologisch gebied vinden we globalisering. De industriële revolutie, en dan met name de vooruitgang in de informatica, heeft er voor gezorgd dat economische activiteiten zich op veel grotere schaal zijn gaan afspelen. Nog tal van andere zaken heeft te maken met globalisering. Naast de bovengenoemde, bedrijven en technologie, is globalisering te vinden op het financiële, sociale, ecologische (negatieve effecten op het milieu), het politieke en het culturele vlak. Wat nu precies de inhoud is van het globaliseringsdenken, is nu wel duidelijk, maar nu nog een weergave van de economische argumenten die aan dit denken ten grondslag liggen. Dit volgt hieronder. Het belangrijkste argument is wel de kloof tussen arm en rijk in de wereld. Om deze kloof kleiner te maken, dus om het verschil minder groot te laten worden, is globalisering nodig. Internationale samenwerking, het ‘verkleinen’ van de (handels)wereld is noodzakelijk. Alleen dan kunnen grote multinationals zorgen voor meer werkgelegenheid, en op die manier dus voor meer welvaart. Het veranderen van de financiële voorschriften is eveneens noodzakelijk, zodat er makkelijker geld in of uit een land kan worden gehaald. Geld is uiteraard de belangrijkste factor, wanneer je denkt aan de kloof tussen arm en rijk. Globalisering heeft dus als doel de (enorme) kloof te dichten. 2. Een weergave van de geschiedenis, de taken en de activiteiten van de organisaties die als vertegenwoordigers van het globaliseringsdenken worden beschouwd. Het gaat hierbij om de WTO, het IMF en de Wereldbank: WTO Kerntaken: De World Trade Organisation (WTO) is het enige internationale orgaan dat zich bezighoudt met de regelgeving voor de handel tussen landen. De WTO heeft drie kerndoelstellingen: · Het zoveel mogelijk bevorderen van vrije handelsstromen; · Het in stappen bewerkstelligen van verdere liberalisatie door middel van onderhandelingen; · Het komen tot onpartijdige compromissen bij conflicten met betrekking op investeringen. De Nederlandse benaming voor de World Trade Organisation is Wereldhandelsorganisatie (WHO). Wij gebruiken alleen de Engelse benaming, maar laat geen verwarring ontstaan over de betekenis. Geschiedenis: Inmiddels 56 jaar geleden begon de WTO, toen nog bekend als het GATT, met haar taken als een wereldhandelssysteem. Eerst ging het nog alleen om het verlagen van de douanetarieven en het afschaffen van quota. Inmiddels zijn er ook afspraken gemaakt over handel in diensten, goederen en landbouwproducten. Deze organisatie is kortom een belangrijke drijvende kracht achter het proces van economische globalisering. Nu staat de WTO vooral nog voor het afschaffen van regels en beperkingen die een volledig vrije wereldhandel in de weg staan. Op dit moment zijn ongeveer 132 landen lid van de WTO. Activiteiten: De WTO staat boven de nationale en regionale eenheden. Wanneer de wetten van een land niet kloppen met de regels van de WTO, dan moeten die worden aangepast. De Wereldhandelsorganisatie houdt zich bezig met het vrij houden van handel en investeringen. Ze controleren om wat voor producten het gaat, hoe en door wie ze zijn geproduceerd en wat het effect ervan is op het milieu. Dat laatste is trouwens van ondergeschikt belang. Milieubepalingen, belastingbeleid, mensenrechtenbeleid, arbeidswetgeving en gezondheidsregels: daar houdt de WTO zich mee bezig.
IMF Kerntaken: De voornaamste doelstellingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zijn: · Het bevorderen van internationale samenwerking op monetair gebied; · Uitbreiding van de wereldhandel; · Wisselkoersstabiliteit. Geschiedenis: Het IMF werd 60 jaar geleden opgericht, in 1944, met als voornaamste doelstellingen de hierboven genoemde punten. Het IMF is een soort fonds, waarin, heel globaal uitgelegd, geld wordt gestort door de eigen leden. Hieronder geven we een nadere uitleg over hoe het IMF werkt. Meer geschiedenis van het IMF is trouwens in de paragraaf over de geschiedenis van de Wereldbank te vinden. Activiteiten: Het IMF gaat te werk doormiddel van vreemde valuta uit te lenen aan landen met betalingsbalansproblemen. Het IMF komt aan geld doordat de leden een bepaald bedrag aan het IMF heeft overgedragen, dat noemen ze het quotum. Hoe groten het aandeel in de wereldhandel, hoe groter het quotum. Hoe hoger het quotum, hoe groter de kredietruimte waar de leden een beroep op kunnen doen. De kredieten bij het IMF heten ‘trekkingsrechten’. WERELDBANK Kerntaken: Wereldbank is te vergelijken met het IMF, het is trouwens ook een zakenpartner van het IMF, alleen fungeert de Wereldbank als een échte bank. De Wereldbank verstrekt langlopende leningen aan ontwikkelingslanden tegen de geldende marktrente. Zij verkrijgt haar middelen uit kredieten van industrielanden. Een dochterinstelling van de Wereldbank, de International Development Association (IDA) richt zich met zijn renteloze leningen vooral op de minst ontwikkelende landen. De Wereldbank ondersteunt veel projecten als milieuvervuiling, corruptie, aids en onvoldoende compensatie voor de lokale bevolking. Nog niet zo lang geleden werd bekend dat de Wereldbank zich meer wil gaan richten op de toekomst, met een grotere visie op het gebied van olie. Geschiedenis: De Wereldbank werd gelijktijdig met het IMF opgericht tijdens de Bretton Woods Conferentie van 1944 en kregen als opdracht de problemen van de westerse landen binnen de economische wanorde na de oorlog op te lossen. Het IMF moest de goudreserves en de betalingsbalans van landen in de gaten houden terwijl de Wereldbank moest assisteren in het "reanimeren" van economieën uit de naoorlogse crisis. Activiteiten: Vlak na de oprichting richtte de Wereldbank zich op specifieke herstelprojecten van de wereld, die na de oorlog behoorlijk aangeslagen was. Na verloop van tijd ging zij zich meer richten op de integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie. De ‘missies’, of ook wel ‘ontwikkelingsmissies’ genoemd, hebben de relatie tussen arme en rijke landen sinds 1944 volledig gedomineerd. Naast de Wereldbank zijn er nog andere financiers voor ontwikkelingslanden: · International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) · International Development Agency (IDA) · International Finance Corporation (IFC) · Multilateral Insurance Guarantee Agency (MIGA) Een leuk feit is dat onder de tien grootste partners van het IFC, zich vier Nederlandse partners bevinden: - ING Group; - Rabobank Group; - FMO (Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden); - ABN AMRO Bank. 3. Een weergave van het denken van de ‘anti-globalisten’: De meeste anti-globalisten zijn voorstanders van het kapitalisme. Het is volgens velen het ‘beste wat de wereld, met name de derde wereld, kan overkomen’. Ze geloven in een wereld met alles vrijheid, van mensen, handel en kapitaal. Vaak zijn het de anti-globalisten die aanwezig zijn bij een grote demonstratie. Ze vinden dat multinationals de ontwikkelingslanden uitbuiten. Er wordt wel eens beweerd dat juist het kapitalisme het milieu vernietigt. Volgens anti-globalisten is dit niet waar, als voorbeeld gebruiken zij vaak ‘dat de arbeiders in de sweatshops van Nike zouden willen dat hun familie op het platteland ook in die mooie fabriek kon werken.’ Is het nu nodig om zo fel tegen globalisering te zijn, en het kapitalisme in bescherming te nemen? Ja, want volgens de anti-globalisten ligt het kapitalisme onder vuur. ‘Omdat het zo makkelijk is om er kritisch over te zijn’. Juist op de lange termijn heeft het kapitalisme zijn sporen na gelaten. En dat is wat mensen niet zien. Kijk naar de wereld van honderdvijftig jaar geleden: de mensen in Zweden waren toen net zo arm als de Ethiopiërs nu. Kijk twintig jaar terug en je ziet het al: de meeste landen ter wereld zijn nu een stuk beter af dan toen. En niet omdat we computers en mobiele telefoons gestolen hebben van mensen in Ethiopië. Door het kapitalisme introduceren we nieuwe technieken die onze levensstandaard verhogen. De armste mensen worden door dit kapitalistische systeem de middenklasse in getrokken. We hebben gezien dat anti-globalisten vooral voorstander zijn van het kapitalisme, maar niet echt tégen globalisering. Waaruit blijkt dit dan? Dit zagen we op www.intermediair.nl, waar een aantal interviews met anti-globalisten te vinden zijn, die duidelijk zeggen waar anti-globalisten nu precies voor staan. Hieronder een weergave van hun argumenten. Multinationals helpen arme mensen om dichter in buurt te komen van onze welvaart. Anti-globalisten hebben de lonen van werknemers daar vergeleken met de onze, en vinden ze schandalig laag. Ze zetten hun bestaan tegenover hun eigen comfortabele leventje in een van de rijke, westerse landen. Maar dat doen de mensen dáár niet. Die vergelijken zichzelf met hun neef die nog in de rijstbouw werkt, of in een fabriek van een lokale ondernemer waar het smerig en luidruchtig is en ze veel meer uren moeten werken. Nog een voorbeeld: in Vietnam, waar Nike zijn fabrieken heeft en waar veel mensen werken, hoopt iedereen daar dat Nike meer fabrieken gaat bouwen, zodat ook de rest van hun familie daar kan werken. Misschien betaalt Nike juist teveel, zodat iedereen daar wil werken, en niet kiest voor een goede baan of opleiding. Eentje die goed is voor het land, wat de welvaart weer bevordert, zoals arts of ingenieur. Dit zijn de feiten, maar de theorie is anders. Nergens zijn er overheden die een minder strenge milieuwetgeving handhaven om de economie te bevorderen. Een strengere milieuwetgeving zorgt voor hogere lonen, waardoor de grote multinationals wegtrekken. Hierdoor wordt de economie beter. Dit klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar doordat die multinationals weg trekken, heeft de bevolking een grotere kans op een betere baan. Wat betekent hogere opleidingen die ervoor zorgen dat het bedrijfsleven toe is aan een volgend stadium, namelijk van minder arbeidsintensieve productie. Dit is een proces wat in steeds meer landen een wereldwijde economie integreert. Deze vorm van economie dwingt landen na te denken over beter onderwijs en een betere infrastructuur. Ook wordt veel beweerd dat door globalisering het milieu de grote verliezer is. Wat zeggen anti-globalisten daarover? Er zijn drie dingen die het tegendeel bewijzen, of in ieder geval die het tegenspreken. Ten eerste dat mensen een veel te statische opvatting hebben van natuurlijke hulpbronnen. Dat er een bepaalde hoeveelheid olie is en als die op is, dan is het op. Als je dat argument zou verplaatsen naar het stenen tijdperk, zou iedereen bang moeten zijn dat de stenen opraken. Maar de waarheid is dat we voortdurend andere bronnen vinden. Vijftien jaar geleden dachten veel mensen: het wordt een puinhoop als alle Chinezen gaan telefoneren, de vraag naar koper zal exploderen. Welnu, China hééft inmiddels de snelste groei in telefonie. En er komt geen koper aan te pas. Maar fundamenteel verkeerd aan die redenering is dat we een veel te enge opvatting hebben van 'het milieu'. Een van de ergste milieuproblemen is dat er dagelijks zesduizend mensen overlijden omdat ze mest en hout in huis verbranden om zich te verwarmen, en nog eens twee keer zo veel vanwege vervuild water. Al deze problemen zijn op te lossen met technologie en met méér welvaart. Veel anti-globalisten zeggen dat we eerst deze problemen moeten oplossen en dan pas moeten kijken naar grote milieuproblemen, zoals het gat in de ozonlaag. We hebben dus nu de belangrijkste economische argumenten van anti-globalisten onderzocht. We hebben nu een stuk over de multinationals in arme landen, met de voor- en nadelen. Ook hebben we bij de beantwoording van de deelvraag gezocht naar een antwoord op de vraag of het ecologisch effect van globalisering nu erg negatief is. Wat bleek: zo groot zijn die nadelige effecten niet. Anti-globalisten zijn juist pro-kapitalistisch, en vinden dat al die grote multinationals juist een nadelig effect hebben op de kloof tussen arm er rijk, en dat is juist de opzet van globalisering: het dichten van die kloof. Kortom, het anti-globaliseringsdenken hebben we nu uitgelegd, en is ons nu duidelijk. 4. Een cijfermatige weergave van de economische ontwikkeling van ‘rijke’ en ‘arme’ landen in de afgelopen halve eeuw. Hoe zit de verdeling in elkaar van de economische welvaart in de wereld, in die periode? Elk jaar presenteert de Verenigde Naties een tussenstand in de strijd tegen armoede en onderontwikkeling. Dit is het Human Development Report, en het toont aan dat de wereldwijde strijd tegen armoede nuttig is en vruchten afwerpt. Er zijn alleen wel extra inspanningen nodig, hier bij ons, en in het Zuiden. Om precies te zijn 21 landen in de wereld gleden in de jaren negentig achteruit: de bevolking leeft er minder lang, men verdient minder geld (gemiddeld), en ook de gezondheidszorg en het onderwijs zijn er slechter aan toe. Het rapport bevat een lijst waarop 175 landen worden gerangschikt volgens een Index, een cijfer dat de kwaliteit van het leven aangeeft. Deze index heet de Human Development Index, en is een mix van levensverwachting, onderwijspijl en inkomen per inwoner. Vaak staan landen als Sierra Leone, Niger, Burkina Faso, Mali, Burundi, Mozambique en Ethiopië onderaan de lijst. Het rapport is het meest gezaghebbende jaarrapport wat betreft onderontwikkeling. Je zou ook kunnen zeggen dat het het belangrijkst rapport is. Sinds 1990 wordt het rapport uitgegeven door de VN, die daar een speciaal ontwikkelingsprogramma voor heeft: het UNDP. Verderop in deze PO staat een tabel met alle index-cijfers uit de periode 1975 – 2001. Dit moet ruim voldoende zijn om een goed beeld te krijgen van de verdeling van de economisch welvaart in de wereld. Deze editie van het rapport, en dat zal bij voorgaande rapporten niet veel anders zijn, geeft een ontluisterend beeld van de ongelijkheid in de wereld. Er wordt al enkele keren vastgesteld dat meer dan een miljard mensen vandaag overleven met minder dan een dollar, iedere dag opnieuw. Toch is ook te zien dat er duidelijk vooruitgang wordt geboekt in de strijd tegen de mondiale ongelijkheid. De afgelopen dertig jaar is de levensverwachting in de arme landen met acht jaar verhoogd, en het alfabetisme werd gehalveerd in die periode. Maar als je dan toch heel kritisch gaat kijken, is die vooruitgang heel regionaal geconcentreerd. Landen die vroeger Derde Wereld waren, ontwikkelen op drie gebieden: de levensverwachting stijgt, de kwaliteit van het onderwijs en het welvaartspeil. MAAR: de allerarmste landen, die gaan achter uit wat dit betreft. Zoals gezegd: in de meeste ontwikkelingslanden is er sprake van een positieve trend. Het aandeel van de extreem armen in de wereldbevolking is gedaald van 30 in 1990 tot 23 procent nu. Dit komt vooral de dichtstbevolkte landen China en India. In die landen is er zo’n sterke economisch groei geweest, dat er in tien jaar 150 miljoen mensen uit de armoede zijn gekomen. Dit is natuurlijk goed nieuws, maar hier achter schuilt ook weer een ‘ontwikkelingscrisis’. De afgelopen tien jaar daalt het ontwikkelingspeil in steeds meer arme landen. In de jaren tachtig ging hooguit een viertal landen achteruit, maar in de jaren negentig kwamen er liefst 21 landen in de neerwaartse spiraal terecht. Het zijn Armenië, Belarus, Botswana, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de beide Congo's, Ivoorkust, Kameroen, Kazachstan, Kenia, Lesotho, Moldavië, Oekraïne, Rusland, Swaziland, Tadjikistan, Tanzania, Zambia, Zimbabwe en Zuid-Afrika. De vruchten van de ontwikkelingsinspanningen zijn regionaal erg slecht verdeeld. Azië deed het dankzij onder meer India en China vrij goed. Latijns-Amerika zakte ter plaatse: in ongeveer de helft van de landen in Latijns-Amerika en de Cariben daalde of stagneerde het gemiddelde inkomen. In delen van het voormalige Oostblok, en met name in sommige landen van 'ex-Sovjetistan', was er sprake van dalende inkomens en een afnemende

levensverwachting. In Afrika is de toestand dramatisch: het aantal armen is daar de afgelopen tien jaar toegenomen van 48 procent van de bevolking naar 52. Bijna alle landen die onder aan de index bengelen zijn Afrikaans. Nu nog een mooie cijfermatige weergave van de kloof tussen arm en rijk. Hieronder een tabel, met de bovenste regionen en de onderste regionen van de Human Development- index. Om dan een goed beeld te krijgen moeten we de ontwikkeling van rijke landen met die van arme landen vergelijken, de bovenste regio met de onderste regio van de tabel. (bron: http://www.undp.org/hdr2003/indicator/indic_15_1_1.html) BOVENSTE REGIO
Positie Land Human Development Index ( per jaar) 1975 1980 1985 1990 1995 2001
1 Norway 0.858 0.876 0.887 0.900 0.924 0.944
2 Iceland 0.862 0.884 0.893 0.912 0.918 0.942
3 Sweden 0.862 0.871 0.882 0.893 0.924 0.941
4 Australia 0.843 0.859 0.872 0.886 0.926 0.939
5 Netherlands 0.863 0.876 0.890 0.904 0.925 0.938
6 Belgium 0.840 0.857 0.871 0.892 0.923 0.937
7 United States 0.864 0.883 0.896 0.911 0.923 0.937
8 Canada 0.866 0.881 0.904 0.924 0.929 0.937
9 Japan 0.851 0.875 0.890 0.906 0.920 0.932
10 Switzerland 0.872 0.884 0.891 0.904 0.912 0.932
11 Denmark 0.871 0.879 0.886 0.893 0.910 0.930
12 Ireland 0.819 0.832 0.847 0.871 0.895 0.930

13 United Kingdom 0.840 0.847 0.857 0.877 0.916 0.930
14 Finland 0.835 0.854 0.872 0.894 0.907 0.930
15 Luxembourg 0.835 0.849 0.864 0.886 0.913 0.930
16 Austria 0.839 0.853 0.867 0.890 0.908 0.929
17 France 0.846 0.862 0.874 0.896 0.912 0.925
18 Germany .. 0.859 0.868 0.885 0.908 0.921
19 Spain 0.834 0.851 0.865 0.883 0.901 0.918
20 New Zealand 0.844 0.850 0.861 0.870 0.898 0.917
21 Italy 0.838 0.854 0.862 0.884 0.900 0.916
22 Israel 0.794 0.818 0.838 0.857 0.879 0.905
23 Portugal 0.785 0.799 0.821 0.847 0.876 0.896
24 Greece 0.831 0.847 0.859 0.869 0.875 0.892
25 Cyprus .. 0.800 0.820 0.844 0.864 0.891
Op de pagina hierna zijn de gegevens uit de onderste regionen van de tabel te vinden. De gegevens zijn afkomstig uit dezelfde bron van het UNDP. ONDERSTE REGIO
DEZE TABEL HEEFT DEZELFE VERDELING ALS DE TABEL OP DE VORIGE PAGINA

151 Gambia 0.291 .. .. .. 0.426 0.463
152 Nigeria 0.324 0.384 0.400 0.426 0.452 0.463
153 Djibouti .. .. .. 0.459 0.457 0.462
154 Mauritania 0.346 0.369 0.387 0.399 0.427 0.454
155 Eritrea .. .. .. .. 0.419 0.446
156 Senegal 0.311 0.328 0.354 0.378 0.394 0.430
157 Guinea .. .. .. .. .. 0.425
158 Rwanda 0.349 0.394 0.405 0.359 0.343 0.422
159 Benin 0.286 0.322 0.348 0.352 0.378 0.411
160 Tanzania, U. Rep. of .. .. .. 0.408 0.401 0.400
161 Côte d'Ivoire 0.380 0.413 0.422 0.420 0.405 0.396
162 Malawi 0.314 0.341 0.355 0.365 0.404 0.387
163 Zambia 0.462 0.470 0.478 0.461 0.414 0.386
164 Angola .. .. .. .. .. 0.377
165 Chad 0.265 0.265 0.305 0.330 0.342 0.376
166 Guinea-Bissau 0.263 0.267 0.297 0.319 0.347 0.373

167 Congo, Dem. Rep. of the 0.419 0.426 0.429 0.417 0.380 0.363
168 Central African Republic 0.339 0.356 0.378 0.379 0.370 0.363
169 Ethiopia .. .. 0.281 0.305 0.322 0.359
170 Mozambique .. 0.309 0.295 0.317 0.325 0.356
171 Burundi 0.287 0.312 0.338 0.343 0.317 0.337
172 Mali 0.231 0.261 0.268 0.287 0.308 0.337
173 Burkina Faso 0.237 0.260 0.286 0.301 0.313 0.330
174 Niger 0.243 0.262 0.254 0.264 0.270 0.292
175 Sierra Leone .. .. .. .. .. 0.275
Hier is dus duidelijk te zien dat de landen uit de onderste helft van de tabel een behoorlijke achterstand hebben ten opzichte van de landen aan de bovenkant van de tabel. Opvallend vonden we de 5e plaats van Nederland, dat bevestigd nog maar eens hoe goed we het hier in Nederland hebben. Er is dan wel in de landen die aan de onderkant van de tabel te vinden zijn (in dit geval de nummers 151 t/m 175) een verbetering van de index zichtbaar, maar ook in de bovenkant van de tabel laten de landen een verbetering zien: · Burundi: van 0.287 in 1975 naar 0.337 in 2001: een verbetering van 0.050; · Mali: van 0.231 in 1975 naar 0.337 in 2001: een verbetering van 0.106; · Burkina Faso: van 0.237 in 1975 naar 0.330 in 2001: een verbetering van 0.093; · Niger: van 0.243 in 1975 naar 0.292 in 2001: een verbetering van 0.049; · Noorwegen: van 0.858 in 1975 naar 0.944 in 2001: een verbetering van 0.086; · IJsland: van 0.862 in 1975 naar 0.942 in 2001: een verbetering van 0.116; · Zweden: van 0.862 in 1975 naar 0.941 in 2001: een verbetering van 0.115; · Australië: van 0.843 in 1975 naar 0.939 in 2001: een verbetering van 0.096; · Nederland: van 0.863 in 1975 naar 0.938 in 2001: een verbetering van 0.075; Uit deze gegevens blijkt dus inderdaad dat de economische situatie in de arme landen niet sneller verbetert dan de situatie in rijke landen, wat wel nodig is om de kloof te laten dichten. Je zou nu dus zeggen dat in deze periode van ruim 25 jaar niets is gedaan aan het dichten van de kloof, ofwel het verkleinen van de verschillen in welvaart tussen de landen. Natuurlijk is dat niet zo. Er zijn genoeg organisaties, mensen, bedrijven die zich inzetten voor dit punt, meer hierover in de voorgaande hoofdstukken. 5. Een eigen, beargumenteerde weging van de weergegeven argumenten pro en contra globalisering: Nu we zo het einde naderen van deze Praktische Opdracht, moeten we toch concluderen dat wij een beetje naar de kant van de anti-globalisten trekken. Maar waarom dan? Dat leggen we hieronder uit. Wij denken dat je de kloof, want daar draait het in feite allemaal om, alleen maar kunt dichten door de economie niet zo vrij te laten (vrijhandel), maar toch wat meer protectionistische maatregelen te nemen, omdat dat nodig is om de binnenlandse handel te beschermen. Met vrijhandel komt de export op de eerste plaats en niet de binnenlandse markt. Dat kan grote gevolgen hebben voor de werknemers in het land, de binnenlandse productie, en daarmee ook de buitenlandse markt. Als je arme landen ook een kans wilt geven op de wereldmarkt, moet je juist niet de grenzen open stellen. Arme landen hebben geen moderne productiemiddelen, en dus ook geen producten die kunnen concurreren met de ‘groten’. Ze moeten de producten een superlage prijs geven, wat meestal verlies betekent. Wanneer dan protectionisme wordt toegepast, dan kan de binnenlandse markt worden bevorderd. Het prijspijl zal stijgen, het (besteedbaar) inkomen stijgt, en daarmee ook de promotie en afzet van hun producten. Dit komt door de toegenomen investeringen. Globalisering lijkt ons dus niet de beste manier om de kloof tussen arm en rijk te dichten. Hiermee bestempelen we onszelf dus als ‘anti-globalist’, wat we wel een beetje een zware benaming vinden, aangezien wij niet met grote demonstraties meelopen, en heftig actievoeren. Wij zeggen liever: kies voor protectionisme, met meer aandacht voor de eigen, binnenlandse markt. En dit zeggen we gewoon vanuit onze luie stoel…tja.
BRONNENLIJST Al onze informatie hebben we van ‘the world wide web’, er is werkelijk geen boek aan te pas gekomen. Het is daarom ook niet vreemd dat onze bronnenlijst alleen maar uit internetpagina’s bestaat. - http://users.pandora.be/wost/de%20drie%20steunpilaren.htm - http://www.multinationalmonitor.org/mm2003/03july-aug/july-aug03corp1.html - http://squat.net/caravan/ICC-nl/globalisation-nl/wto-nl.htm - http://www.nrc.nl/W2/Evj/Begrip/I/imf.html - http://www.nrc.nl/W2/Evj/ - http://www.nrc.nl/W2/Evj/Begrip/W/wereldbank.html - http://eurodusnie.nl/2003/08/665.shtml - http://www.antenna.nl/ravage/archief2000/0011a4.htm - http://www.intermediair.nl/? - http://www.ipsnews.be/nieuwsbrief/focus/2003_7_nr2.htm - http://www.undp.org/dpa/publications/ - http://hdr.undp.org/hdr4co/presentations/HDR2003_slides.ppt -
http://www.undp.org/hdr2003/indicator/index.html

REACTIES

K.

K.

He toffe Po

20 jaar geleden

A.

A.

Hey,
thanks voor deze PO, ik kon hem echt heel goed gebruiken. Ik heb gelijk ff gestemd. (5 natuurlijk)
mzzl Arend

20 jaar geleden

Y.

Y.

hallow
ik moet voor economie een werkstuk schrijven over
globalisering, daarin moet ik ook de verandering in de economie verwerken tussen arme en rijke landen.
ik zou graag willen weten waar jullie, jullie cijfers vandaan hebben
ik hoop zo snel mogelijk wat tehoren
groetjes yorick

19 jaar geleden

-.

-.

Deze had ik even nodig...

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.