Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

m3b

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1036 woorden
  • 28 juni 2016
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
   
Verslag Praktische Opdracht
Ordening    
Naam: Bregje Coremans
Klas: M3b
docent: Mr. Vissenberg
datum:               Voorwoord
De samenwerking in mijn groepje is goed gegaan. We hebben goed samengewerkt en elkaar goed geholpen met de opdrachten. Alleen één minpunt. De opdracht met de
agar-agar hadden we wat voorzichtiger moeten doen.       Het rijk van de bacteriën
Opdracht agar-agar

voorwerp Verwachte
aantal kolonies Vorm
kolonies Kleur
kolonies Geschatte
aantal kolonies
telefoon 10 Rond Geel/wit 6
deurklink 30 Rond Geel 4
Muis 20 Rond Geel 4 
oorbel 5 Rond geel 4   Conclusie: We hadden meer kolonies verwacht.   Samevatting
Bacteriën zijn eencellig: bestaan uit een cel. Bacillen: bepaalde soort bacteriën. Je hebt een elektronenmicroscoop nodig om bacteriën goed te kunnen bekijken. Bacteriën planten zich voort door zich te delen. Er ontstaan twee kleine bacteriën en die groeien dan tot ze even groot zijn als de oude bacterie.  Sommigen bacteriën vormen bij slechte omstandigheden een stevig kapsel om zich heen om zich te beschermen. Bacteriën voeden zich meestal met dode resten van organismen. In de natuur ruimen de bacteriën resten van organismen op. Hierbij komen er voedingsstoffen vrij die door planten weer gebruikt kunnen worden. Wij eten ook dode resten van organismen. Dat trekt bacteriën aan en die komen ook op ons voedsel af. Door de bacteriën kan het voedsel bederven. Dat kun je tegengaan door het voedsel te conserveren. Als er toch bepaalde soorten bacteriën in je lichaam komen kunnen die je ziek maken. Dat heet een bacteriële infectieziekte. Een infectie kan worden opgelost met antibiotica. Je kunt een infectieziekte voorkomen door een goede hygiëne.   Opdrachten
Opdracht 8

1. Elektronen microscoop, want met een gewone      microscoop kun je geen bacteriën bekijken en je kunt geen onderdelen onderscheiden.
2. De bacterie kan bewegen
3. Door zich te delen
4. Dan weten ze zeker dat er geen bacteriën meer op zitten en ze hygiënisch kunnen werken
5. Omdat sommige bacteriën tegen temperaturen hoger dan 100°C kunnen
6. Door de bacteriën komen er voedingsstoffen vrij die goed zijn voor de planten.
7. Door sommige bacteriën kunnen mensen ziek worden.
8. Diagram 1
9. Je ademt bacteriën in
10. Door antibiotica te gebruiken
11. - groenten en fruit wassen voor je het eet
       - vlees en vis moet gaar zijn voor je het eet
       - klaargemaakt voedsel niet te lang bewaren           Opdracht 10
Tijd  Aantal cholerabacteriën
Na 30 min 2
Na 1 uur 4
Na 1,5 uur 8
Na 2 uur 16
Na 2,5 uur 32
Na 3 uur 64
Na 3,5 uur 128
Na 4 uur 256

Na 4,5 uur 512
Na 5 uur 1024
Na 5,5 uur 2048
Na 6 uur 4096
Na 6,5 uur 8192
Na 7 uur 16384
Na 7,5 uur 32768
Na 8 uur 65536
Na 8,5 uur 131072
Na 9 uur 262144
Na 9,5 uur 524288
Na 10 uur 1048576   Opdracht 11
1. De besmetting met cholerabacillen wordt meestal overgebracht doordat uitwerpselen van besmette personen het drinkwater verontreinigen
2. Daar komt het riool in terecht
3. De autoriteiten gaven de bevolking de raad de vis en zeefruit eerst te koken bij minimaal 50°C
4. De groente werd besproeid met afvalwater waar de bacterie in zat
5. Geen groenten besproeien met afvalwater  

 
Het rijk van de schimmels
Samevatting
Schimmels kunnen eencellig  (een cel) on veelcellig (meerdere cellen) zijn. Gisten zijn eencellige schimmels. Veel schimmels bestaan uit schimmeldraden: lange dunne draden. Gisten ( eencellige schimmels) planten zich voort door te delen. Bij gistcellen die delen ontstaat een blaasje.  Veelcellige schimmels planten voort door middel van sporen: cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan. Bij sommige schimmelsoorten ontstaan de sporen in speciale organen, paddenstoelen. De meesten schimmels voeden zich met dode resten van organismen. Deze schimmels zijn reducenten.  Schimmels kunnen voedsel ook bederven. Bij mensen kan er door een schimmel infectie zwemmers eczeem voorkomen. Bij zwemmers eczeem is de huid tussen de tenen ontstoken. Schimmels kunnen worden bestreden met geneesmiddelen of bij sommige schimmelinfecties antibiotica. Sommige schimmels worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen b.v. brood, bier, wijn of schimmelkaas. De paddenstoelen van bepaalde soorten schimmels kun je ook eten zoals de champignon.    
Opdrachten 
Opdracht  12
1. Eencellig
2. Ja
3. Ja
4. Veelcellig
5. Van penceelschimmels word het antibioticum penicilline gemaakt
6. Sporen
7. In een paddenstoel
8. Sommige schimmels zijn giftig voor mensen en als je die binnen krijgt word je ziek.
9. Het is schimmel op je voet
10. Bij het maken van bier en wijn zorgt gist ervoor dat     er alcohol ontstaat  

Het rijk van de planten
Samevatting
Het plantenrijk heeft drie afdelingen: wieren (algen), sporenplanten en zaadplanten. Wieren onderscheiden zich omdat ze geen wortels, stengels, bladeren en bloemen hebben. Wieren kunnen veelcellig (kranswier en blaaswier) of eencellig (boomalg) zijn.  Sporeplanten (mossen, paardenstaarten en varens) hebben wortels, stengels en bladeren, maar geen bloemen. Ze planten zich voort door sporen. Zaadplanten hebben wortels,  stengels, bladeren en bloemen. Je kunt zaadplanten verdelen in twee soorten. Naaktzadigen (kegels van een spar), je kunt de zaden niet zien, en bedektzadigen (appels, kersen en bessen). Alle loofbomen en struiken behoren tot de bedektzadigen.   Opdrachten
Opdracht 16          

 

Opdracht 17
1. Wieren
2. eencellig
3. ja, het heeft bladgroenkorrels
4. paardenstaarten en varens
5. in sporendoosjes die op steeltjes boven de mosplantjes uitsteken
6. sporenplanten   Opdracht 19
Indeling plantenrijk wieren Sporenplanten zaadplanten
Hebben ze wortels? Nee Ja Ja
Hebben ze stengels? Nee Ja Ja
Hebben ze bladeren? Nee Ja Ja
Hebben ze bloemen? Nee Nee Ja
voorbeelden Boomalg Mossen Naaldbomen
 Kranswier Peerdenstaarten Appels
 blaaswier varens Gras   Opdracht 20    

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.