Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Nederland

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 4634 woorden
  • 28 mei 2006
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Nederland is een West-Europees land, begrensd door de Noordzee, Duitsland en België (landsgrens van 1027 km). Nederland grenst in het westen en in het noorden aan de Noordzee en gedeeltelijk aan de Waddenzee, de totale kustlijn van Nederland bedraagt ongeveer 451 kilometer. Behalve het vasteland heeft Nederland ook eilanden, de Waddeneilanden; Texel, Vlieland, Terschelling , Ameland, Schiermonnikoog, Rottumeroog en Rottumerplaat. Nederland heeft over het algemeen een gematigd zeeklimaat met koele winters en milde zomers. De verschillen in temperatuur zijn aan zee kleiner dan landinwaarts. De warmste maanden zijn juni, juli, augustus en september. De neerslag is vrij regelmatig over het jaar verdeeld. Gemiddeld valt er ongeveer 780 mm neerslag per jaar. Nederland, ook wel Holland genoemd, is één van de dichtstbevolkte landen van Europa. Het heeft een oppervlakte van 41.525 km² en 16.305.526 (15 december 2005), miljoen inwoners. Nederland is onderverdeeld in twaalf provincies: Drenthe, Flevoland, Friesland, Gelderland. Groningen. Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland. Overijssel. Utrecht, Zeeland. Zuid-Holland. Nederland telt 467 gemeenten. De hoofdstad van het land is Amsterdam, de regeringszetel is Den Haag. Andere belangrijke steden zijn: Rotterdam, een van de grootste havens van de wereld, Utrecht, het verkeersknooppunt van het land en Eindhoven, de vijfde stad van het land. Nederland vormt samen met het Caribische eiland Aruba ("status aparte") en de Nederlandse Antillen het Koninkrijk der Nederlanden. De verhoudingen zijn bepaald in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 1954. Soms wordt ons land ook wel "de Lage Landen" genoemd, deze naam is afkomstig vanwege het feit dat het grootste deel van ons land onder zeeniveau ligt en er geen hoge bergen zijn. Eeuwenlang hebben Nederlandse inwoners dijken gebouwd om de zee buiten het land te houden. Achter de dijken is er land drooggelegd en zo zijn er polders ontstaan. Bekend om de strijd tegen het water zijn de "Deltawerken" in de provincie Zeeland. Ondanks de kleine oppervlakte van Nederland is er een grote verscheidenheid aan landschappen, deze zijn vaak ontstaan door menselijk ingrijpen. Dit wordt ook wel de cultuurhistorische opbouw van landschappen genoemd. Want vanaf het moment dat de mens zich op een bepaalde plaats vestigt, verandert het landschap. De mensen gebruiken het landschap en passen de inrichting steeds aan de eisen van de tijd. Veel landschappen in Nederland bestaan daarom uit een mengeling van nieuwe en oude landschappen. In Amsterdam, hoofdstad van Nederland staan prachtige grachtenhuizen uit de 18e en zelfs 17e eeuw, met verschillende soorten gevels. Nederland heeft nog een aantal oude tradities zoals het vieren van het Sinterklaasfeest (5 december), dorpen met vrouwen in klederdracht (Volendam, Marken en Staphorst). In de provincie Friesland zijn er zomers wedstrijden "Skûtsjesilen" (zeilwedstrijden) Ook kent Nederland vele specialiteiten, deze zijn onder andere; zoute haring, jenever, erwtensoep, Goudse kaas en drop. 1 Wat is toerisme? Toerisme is het reizen ter ontspanning *Volgens de Van Dale.
2 Welke 2 vormen toerisme bestaan er? Dagtoerisme
Toerisme voor langere tijd 3 Wat houden deze vormen in? Dagtoerisme is een vorm van toerisme waarbij dezelfde dag weer naar eigen woonplaats wordt gereisd. Alle toeristische overnachtingen langer dan één nacht vallen onder het toerisme voor een langere tijd, een vakantie. 4 Hoe vermaken deze toeristen zich in Nederland? Hierbij kan je denken aan een gebied met een pretpark of historische gebouwen. Hierbij kan je denken aan een gebied met een mooie natuur en landschappen om bijvoorbeeld in te wandelen of te fietsen. 5 Waar gaan ze naar toe? Dagtoeristen gaan vooral naar attracties in Nederland zoals: Een dagje Efteling, een dagje Slagharen, een strandbezoek of een dag zeilen. de Achterhoek, Drenthe of de Waddeneilanden vanwege hun mooie natuur en landschappen. 2000 1999 Attractie/evenementen Plaats 2000 1999
1 (1) Rondvaarten Amsterdam 3.000.000 3.200.000
2 (2) De Efteling Kaatsheuvel 2.927.000 3.054.000
3 (4) Burgers' Zoo Arnhem 1.828.00 1.500.000
4 (5) Diergaarde Blijdorp Rotterdam 1.660.000 1.357.883

5 (3) Noorder Dierendorp Emmen 1.500.300 1.900.300
6 (17) Rijksmuseum Vincent van Gogh Amsterdam 1.312.000 770.384* 7 (9) Attractiepark Duinrell Wassenaar 1.207.631 1.206.000
8 (11) Attractiepark Slagharen Slagharen 1.200.000 1.000.000
9 (7) Artis, Aquarium, Planetarium Amsterdam 1.189.000 1.270.324
10 (6) Rijksmuseum Amsterdam 1.116.400 1.309.927
Welke gebieden in Nederland hebben de meeste bezoekersaantallen? Onder gebieden met veel bezoekersaantallen verstaan wij gebieden met speciale attracties, voorzieningen of bezienswaardigheden die de reden zijn voor het grote aantal bezoekers. Mensen komen met verschillende redenen naar een gebied, dit is ook logisch, want elk mens heeft andere interesses. De attracties, voorzieningen en bezienswaardigheden kunnen om die reden ook uiteenlopen van pretparken tot historische gebouwen. Bron 3: De top tien van de attractiepunten. [persbericht van TRN van 3 augustus 2001)] Hierboven is een schema te zien van de 10 meest bezochte attractiepunten. Deze gegevens komen uit de lijst van de 20 meest bezochte attractiepunten in 1999/2000. De kleur groen voor dierenparken. Rood voor museum of historische bouwwerken. Geel voor attractiepark of pretpark. Paars voor overige attractieparken. (o.a. bezoekerscentra, casino’s, rondvaarten, tuinen.) Dezelfde kleuren zijn terug te vinden in bron 2. In bron 1 is te zien dat attractieparken op de 3e plek staan voor dagtoerisme. Bron 2: Attractieparken in Nederland. (bron: Atlas 52e Druk. Bladzijde 53, kaart B) Dit kaartje geeft de duidelijke ligging van de attractieparken in Nederland weer. Behalve gebieden met toeristische attracties zoals een attractiepark, zijn er ook nog recreatieve toeristische gebieden. Onder deze gebieden verstaan wij gebieden met een mooie natuur. Een paar voorbeelden van dit soort gebieden zijn: • Loonse en Drunense Duinen • Hoge Veluwe • Veluwezoom • Biesbosch • Gingelderveld • Grote Peel
Er zijn ook genoeg gebieden die beide factoren combineren, bijvoorbeeld de Achterhoek. In deze streek vind je een beeldschone natuur en bovendien een attractiepark; Hellendoorn en vele musea onder andere het Kröllermöller museum. Door een combinatie trekt een gebied van zelfsprekend nog meer toeristen, omdat het voor ieder wat wils biedt. Er komt per jaar dertien procent van het totale aantal dagrecreanten op het gebied af. Sommige gebieden zijn tijdelijk een toeristische trekpleister. Zoals in 2002 Varsseveld en Doetinchem. Na afloop van het WK-voetbal in 2002 hebben namelijk circa 30.000 Zuid-Koreanen Nederland bezocht dankzij de successen van voetbal trainer Guus Hiddink. Allen waren zij nieuwsgierig naar waar ‘hun held’ Guus Hiddink opgegroeid is en waar hij woont. Bron 1 Dagtochten naar kenmerken. [bron Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen 2006-02-25] In bovenstaande bron is te zien hoe dagtoeristen zich vermaken in Nederland. Totaal zijn er bijna 1000000 dagtochten in 2001/2002. Bijna 1/3 van de toeristen ging naar sport en sportieve recreatie. Op de tweede plek komen wandelen, overige binnensport en overige buitensport. Gevolgd door attractiepunten, fietsen, trimmen, hardlopen, fitnes e.d. Het minst populair zijn watersport, en bezoek aan dierentuin, vogelpark e.d. nummer gebied Aantal overnachtingen camping/bungalowpark Aantal overnachtingen hotels
1 Noordzeekust 6.500.000 2.100.000
2 Noord Limburg 6.250.0000 500.000
3 Groningse, Drentse en Friese zandgronden 4.500.000 500.000
4 Veluwe 4.300.000 1.005.000
5 Brabant 4.250.000 1.000.000
6 Overijssel 3.100.000 550.000
7 Waddeneilanden 3.005.000 550.000
8 Flevoland 3.000.000 300.000
9 Zeeland 2000.000 250.000
10 Zuid Limburg 1.500.000 1.500.000
11 Gelderland/Achterhoek 1.100.000 300.000
12 Den Haag en regio 900.000 4.250.000
13 Friesland 900.000 250.000

14 Noord Holland 600.000 1.500.000
15 Utrecht 700.000 250.000
In welke gebieden zijn de meeste toeristische overnachtingen? O
nder toeristische overnachtingen verstaan wij (korte) vakanties in Nederland, dit kan zijn door buitenlandse toeristen, maar ook door de Nederlandse bevolking zelf. Wat opvallend is, is dat het Nederlandse platteland een grote toeristentrekker is. Het landelijk gebied heeft met een aandeel van vierenzestig procent in het totale aantal toeristische overnachtingen duidelijk meer vakanties dan de kust, de stad en het merengebied samen. Wel is er sprake van verschuivingen in het bezoek aan toeristengebieden in vergelijking met afgelopen jaren. Het aantal vakanties naar de Veluwe is met eenvijfde deel afgenomen. De bos- en heidegebieden in Noord-Brabant en Drenthe zijn daarentegen iets meer bezocht. Een kwart van de binnenlandse vakanties is aan zee doorgebracht. In vergelijking met vorig jaar hebben de Noordzee badplaatsen en de Waddeneilanden iets meer vakantiegangers getrokken. De reden dat er toeristische overnachtingen plaatsvinden heeft te maken met één of meerdere gebiedskenmerken, bepaalde faciliteiten of andere zaken die de toerist aanspreekt. De belangrijkste typen voorzieningen zijn: water/strand, cultuur / grote stad, bos, natuur en speciale attracties. Hieronder staat een tabel met het aantal overnachtingen op campings/bungalowparken en in hotels: (De cijfers uit de onderstaande tabel worden al sinds 1992 gebruikt. Voor de toekomst voorspelt het CBI de zelfde getallen). Uit de tabel van de vorige bladzijde kunnen we dus concluderen dat de Noordzeekust de meeste toeristische overnachtingen kent, maar het Nederlandse platteland toch wel de grootste toeristentrekker is. Heeft de ligging van een gebied invloed op de mate waarin het gebied toerisme aantrekt? Toeristen centra’s
De belangrijkste typen toeristische voorzieningen in Nederland zijn: Water en strand
Cultuur, grote stad
Bos, natuur, speciale attracties. Hiernaast is te zien waar deze toeristische voorzieningen te vinden zijn: Bron 9: Belangrijkste typen toeristische voorzieningen in Nederland. [bron: Atlas 52e Druk. Bladzijde 53, kaart B.] Bij de kust vindt men vooral water en strand voorzieningen. De belangrijkste kustplaatsen zijn: Texel, Zeewolde en Westerschouwen. Deze hebben alledrie meer dan 1 miljoen overnachtingen. De gebieden die veel toeristen aantrekken die voor cultuur komen, gaan naar de grote steden. Amsterdam en Den Haag, hebben ieder voor zich meer dan 1 miljoen overnachtingen. (exclusief overnachtingen op vaste staanplaatsen) Op de derde plek komt Rotterdam. Rotterdam heeft tussen de 500000 en 1 miljoen overnachtingen. Daarna komen Haarlemmermeer, Utrecht, Eindhoven en Maastricht, met 200 000 – 500 000 overnachtingen. Bron 10: Bos en Natuur [bron: Atlas 52e Druk. Bladzijde 53, kaart G.]: Bos, natuur en speciale attracties zijn vooral te vinden bij de oostgrens van Nederland. Dat komt omdat daar het meeste bos en natuurterrein in m2 meter is per inwoner. Drente en Flevoland zijn de meest bosrijke gebieden. Daarna komen Gelderland en Friesland. (zie bron 9) De belangrijkste natuurlijke attracties in Nederland zijn: Dalen, Apeldoorn, Horst, Westerhoven en Maastricht. Noord-Holland voldoet aan bijna alle kenmerken: water en strand, cultuur / grote stad, natuur en speciale attracties zoals de rondvaarten op de Amsterdamse grachten, vele musea en Artis. Ook Limburg voldoet aan veel van de kenmerken: cultuur / grote stad, bos, natuur en speciale attracties zoals de Limburgse mergelgrotten, Autotron en de Efteling. Op de derde plaats vinden we Gelderland. Gelderland voldoet aan de kenmerken: Cultuur / grote stad, bos, natuur en speciale attracties zoals het openluchtmuseum, het dolfinarium en Burgers Zoo. Nu kan je zeggen dat bijna elk gebied in Nederland wel voldoet aan in ieder geval een paar van de gegeven eisen. Maar hier komen we het verschil in geografische ligging tegen. Belangrijke toeristische voorzieningen in Noord-Holland zijn: water en strand en een grote stad, Amsterdam. Echt grote en bekende recreatieve toeristische gebieden heeft Noord-Holland niet echt. Daar wordt echter wel aan gewerkt, er is namelijk sprake van natuurontwikkeling en bosaanleg. Daar staat tegenover dat in Noord-Holland wel de meeste ligplaatsen voor pleziervaartuigen zijn van Nederland. Dit betekent dus dat er een hoog gehalte van watersport toerisme is. Wat opvalt, is dat veel Duitse toeristen naar de watersportgebieden trekken. Drie van de vier buitenlandse toeristen in de watersportgebieden zijn Duitsers. Gelderland dat zo dicht bij Duitsland ligt, geeft waarschijnlijk veel Nederlanders meer het gevoel op vakantie te zijn dan in Brabant. De belangrijkste toeristische voorzieningen van Gelderland zijn: bos, natuur en speciale attracties. Er is een groot recreatieve toeristisch gebied, er zijn diverse waardevolle cultuurlandschappen en er zijn twee nationale parken. Gelderland bezit het prachtige natuurgebied de Veluwe en diverse speciale attracties (het dolfinarium, het openluchtmuseum, dierentuin Burgers Zoo). Nederland beschikt over een groot aantal watersportgebieden, onder andere het Gelders
rivierengebied. Watersport is één van de mogelijk toeristische bestemmingen van toeristen in Gelderland. In Limburg ben je multicultureel op vakantie, dicht bij België en Duitsland. De volgende typen toeristische voorzieningen zijn belangrijk voor Limburg: bos, natuur, speciale attractie, cultuur en grote steden. In Limburg is er ook recreatieve toeristische gebied, er is een waardevol cultuurlandschap en er is een nationaal park. Ook is er nog natuurontwikkeling en bosaanleg. Ook in Limburg is, net als in Noord-Holland en Gelderland water recreatiegebied te vinden. Met behulp van de gevonden gegevens uit de bosatlas kunnen we dus concluderen dat de geografische ligging van een gebied en andere gebiedskenmerken invloed hebben op de mate waarin het gebied toerisme aantrekt. Hoe is het toerisme door de jaren heen verlopen? Met o.a. : - Accommodaties in Nederland - Vakantieduur - Aantal overnachtingen - Aantal vakanties - buitenlandse toerisme
Accommodaties in Nederland Jaren 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000

Totaal Accommodaties absoluut 3.159 3.162 3.238 3.304 3.144 6.288 6.421 6.444 Slaapplaatsen x 1000 795 800 807 813 777 1.125 1.135 1.139
Hotels en pensions Accommodaties absoluut 1.698 1.726 1.749 1.732 1.725 2.786 2.826 2.835 Slaapplaatsen x 1000 133 138 143 143 144 169 170 173
Overige logiesvormen Accommodaties absoluut 1.461 1.437 1.488 1.529 1.419 3.502 3.595 3.609 Slaapplaatsen Totaal x 1000 662 662 664 671 633 956 965 966 Kamperen 486 488 474 481 439 719 722 726 Huisjes 129 129 143 142 147 179 185 183 Jeugd en groepen 47 45 47 49 46 58 58 57
Bron 4: Accommodaties in Nederland. [bron: CBS] Accommodaties in Nederland
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat Nederland in 2000 maar liefst 6.444 verblijfsaccommodaties telde. Samen goed voor 1.139.000 slaapplaatsen. In de tabel is te zien dat er in 1999 6.421 verblijfsaccommodaties in Nederland waren. Deze 6.421 verblijfsaccommodaties telde 1.135 slaapplaatsen. Dat betekent dat er een stijging in het aanbod is. Deze stijging is al vanaf 1993. Deze bron laat dus zien dat het toerisme in Nederland aan het toe nemen is. Gemiddelde vakantieduur Jaren dagen 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Soort vakantie Vakantieperiode Lange vakanties Totaal 10,4 10,3 10,6 10,4 10,7 11,1 Winter 7,5 7,4 7,2 7 7,5 7,6 Zomer 11,2 11,3 11,6 11,6 11,7 12,3
Korte vakanties Totaal 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1 Winter 3,1 3,1 3,1 3,2 3,2 3,2 Zomer 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1
Bron 5: Gemiddelde duur vakantie in dagen, in Nederland. [bron: CBS] Bron 6:Aantal vakantie overnachtingen in Nederland [bron: CBS] Aantal overnachtingen Jaren mln 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Soort vakantie Vakantieperiode Lange vakanties Totaal 73 77 73 72 74 76 Winter 12 13 10 13 11 12 Zomer 62 64 63 60 62 63
Korte vakanties Totaal 18 18 18 18 19 20 Winter 6 7 7 6 7 8 Zomer 11 12 11 11 12 11
Aantal overnachtingen, en vakantieduur

In bron 6 is te zien dat het aantal vakantie overnachtingen in Nederland is toegenomen. Het aantal overnachtingen in Nederland was in 2000 meer dan de jaren ervoor, zo blijkt uit het Continu Vakantie Onderzoek van het CBS. In totaal zijn er 76 miljoen overnachtingen tijdens de lange vakanties - 2 miljoen meer dan in 1999. (zie gele cijfers in bron 6) Ook bij de korte vakanties zijn er meer overnachtingen: 20 miljoen in plaats van 19 miljoen. Dit is een heel groot verschil. We weten niet precies hoe dit verschil tot stand is gekomen. Het kan zijn dat er meer overnachtingen zijn omdat de gemiddelde vakantieduur van de lange vakanties is toegenomen. Winter 7,5 7,4 7,2 7 7,5 7,6
De duur van de wintervakantie is toegenomen van 7,5 in 1995 naar 7,6 in 2000. (Dit is een kolom uit bron 5, voor het gehele overzicht, zie vorige bladzijde.) Zomer 11,2 11,3 11,6 11,6 11,7 12,3
De duur van de zomervakantie is ook toegenomen. Deze toename was van 11,2 in 1995 naar 12,3 in 2000 (Dit is een kolom uit bron 5, voor het gehele overzicht, zie vorige bladzijde.) Totaal is dit een stijging van 0,4 dag voor de lange vakanties. 11,1 dagen in plaats van 10,7 De korte vakanties zijn onveranderd gebleven. Dit is terug te vinden in bron 3. Aantal vakanties Jaren x 1000 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Soort vakantie Vakantieperiode Lange vakanties Totaal 7.800 8.250 7.600 7.730 7.590 7.490 Winter 1.790 2.090 1.640 2.100 1.730 1.890 Zomer 6.020 6.160 5.970 5.620 5.860 5.630
Korte vakanties Totaal 8.500 8.780 8.740 8.330 8.730 9.160 Winter 2.930 3.170 3.250 2.940 3.180 3.690 Zomer 5.570 5.610 5.490 5.390 5.560 5.470
Aantal vakanties
In bron 7 is een jaaroverzicht te zien van het aantal in Nederland geboekte vakanties. Je ziet dat het totaal aantal lange vakanties zijn afgenomen. In de voorafgaande 5 jaar, in het aantal nog nooit zo laag geweest! Dat komt omdat er in de zomer minder toeristen zijn geweest. Hier is het aantal in de afgelopen 5 jaar ook nog nooit zo laag geweest. In de winter is er wel een stijging waargenomen. Daar is 2000 het beste jaar, na 1998 en 1996. Het aantal korte vakanties is wel toegenomen. Hier is het weer de zomervakantie, die is afgenomen. Het aantal geboekte wintervakanties is erg toegenomen. Het aantal 3690 is Het hoogste sinds 5 jaar! Dit grote verschil heeft ervoor gezorgd dat het totaal aantal korte vakanties is toegenomen. Bron 7: Aantal vakanties per jaar in Nederland. [bron: CBS] Conclusie uit bron 4,5,6 en 7
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat Nederland in 2000 maar liefst 6.444 verblijfsaccommodaties telde. Samen goed voor 1.139.000 slaapplaatsen. Dat betekent dat er een stijging in het aanbod is. Deze stijging is al vanaf 1993. Deze bron laat dus zien dat het toerisme in Nederland aan het toe nemen is. Het aantal vakantie overnachtingen in Nederland is toegenomen. Het aantal overnachtingen in Nederland was in 2000 meer dan de jaren ervoor, zo blijkt uit het Continu Vakantie Onderzoek van het CBS. Ook bij de korte vakanties zijn er meer overnachtingen. Dat komt omdat de gemiddelde vakantieduur van de lange vakanties is toegenomen. Zowel de duur van de winter als de zomervakanties zijn toegenomen. Het totaal in Nederland geboekte vakanties is afgenomen. Dat komt omdat er in de zomer minder toeristen Nederland hebben bezocht. In de winter is er wel een stijging waargenomen. De bronnen die we hebben gebruikt hadden geen nieuwere gegevens als 2000. Ook reisbureaus en VVV kantoren konden ons geen nieuwere informatie geven. Als je deze cijfers met elkaar vergelijkt, zie je dat Nederland aantrekkelijker is geworden voor toeristen. De stijging in het aanbod kan hiervan de oorzaak zijn. Omdat de vakanties langer zijn geworden, hoeft men niet zo vaak op vakantie. Daarom is het aantal geboekte vakanties in Nederland afgenomen. Bron 8: Aantal overnachtingen door buitenlandse toeristen. [bron: CBS] Overnachtingen door buitenlandse toeristen
In bron 8 is de ontwikkeling te zien vanaf 1982. Hierin is te zien dat ’87 over het algemeen een slecht jaar was. Na 1988 stijgt de grafiek opeens. Deze stijging houd aan tot ongeveer 1990. Ver. Staten en Scandinavië dalen na 1990 snel. Duitsland België en Ver. Kon. blijven daarna nog in stijgende lijn. Maar tussen 1991 en 1992 beginnen deze lijnen ook een dalende richting te geven. In bron 8.2 is te zien om hoeveel toeristen het gaat. We zien hier dat Duitsland het grootste aandeel heeft. Daarna komen Verenigd Koninkrijk, en België. Welk beleid wordt er in Nederland gevoerd om het toerisme te behouden en te bevorderen? De rijksoverheid heeft diverse ministeries die betrokken zijn als het gaat over toerisme, waaronder het ministerie voor Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) en het ministerie van Economische Zaken. Het ministerie voor Landbouw, Natuur en Visserij is onder meer verantwoordelijk voor het beleid inzake landinrichting en recreatie. In het algemene beleid van het ministerie LNV is er een structuurschema opgesteld, de Groene Ruimte. Hierin worden een aantal gebieden aangewezen als waardevol cultuurlandschap. Dit zijn multifunctionele gebieden met onder andere uitzonderlijke grote recreatieve aantrekkelijkheid. Een van de doelstellingen is dan ook: versterken van de recreatieve aantrekkelijkheid in de aangewezen gebieden en het bieden van recreatieve toeristische ontwikkelingsmogelijkheden. Ook wordt er in het algemene beleid van het ministerie LNV een nota opgesteld, de nota Kiezen voor Recreatie. In de nota zijn een aantal recreatieve toeristische gebieden aangewezen die een nationale betekenis hebben. Bij de keuze van die gebieden spelen een aantal factoren een rol: natuur, bos, landschap, cultuurhistorie en belangwekkende dorpen of steden. In deze gebieden is het beleid onder andere gericht op het in stand houden en het behouden van het ‘toeristische product.’ Het ministerie van Economische Zaken heeft de beleidsverantwoordelijkheid voor toerisme. Het beleid voor toerisme is vastgelegd in: de nota Ondernemen in toerisme. Het ministerie ondersteunt toerisme in principe niet met subsidies maar via projecten. Twee projecten die zijn opgericht zijn: ‘de VOC, aanzien van een ondernemende natie’ en ‘Noorderkwartier: leven tussen water.’ Het ministerie vindt dat na een overheidsbijdrage een investering door het bedrijfsleven moet volgen. Dit gebeurt ook, het Nederlands Bureau voor Toerisme geeft jaarlijks 35 miljoen euro uit aan promotie. Het ministerie van Economische Zaken betaalt de helft, het bedrijfsleven de rest. Veelal bevinden toeristische elementen zich op terrein van natuurmonumenten, staatsbosbeheer, waterschappen en dergelijke organisaties. Een goede samenwerking tussen zulke organisaties en de overheid is dus nodig voor het behoud van toeristische aantrekkelijke plekken zoals hunebedden en oude dijkjes en sluizen. Toeristen zorgen voor bijna tien procent van de werkgelegenheid in Amsterdam. Landelijk ligt dit percentage wel lager, zo rond de vijf procent. Het is dus ook wel begrijpelijk dat er jaarlijks miljoenen euro’s worden uitgegeven aan toerisme en recreatie. De overheidsbijdrage levert de schatkist ook genoeg op, van alle toeristische bestedingen schuift namelijk ruim 40 procent door naar de overheid. Het Nederlands Bureau voor Toerisme (NBT), VVV's en ambassades moeten toeristen naar Nederland lokken. Honderden Nederlanders zijn dagelijks bezig met de promotie van Nederland. De vier belangrijkste attracties die bij de promotie van Nederland bijna altijd genoemd worden zijn: 1. Amsterdam

2. Bloemen (de tulp!!) 3. Actieve vakanties (fietsen en watersport) 4. De kust. Verder heeft Nederland een ‘goede sfeer’ en is de bevolking ‘vriendelijk, tolerant en open’, zo herhalen de marketingplannen van het Nederlands Bureau voor Toerisme. Vooral Duitsers, Engelsen, Amerikanen, Belgen en Fransen komen hierop af. Toerisme en recreatie hebben in 2002 extra geld gekregen om de klappen op te vangen die zij in 2001 hebben opgelopen dankzij de MKZ-crisis en de aanslagen in de VS. Het ging over een bedrag van bijna 1,5 miljoen euro dat de organisatie Toerisme Recreatie Nederland (TRN) heeft gekregen. Om het toerisme in Nederland te bevorderen, stimuleren de staatssecretarissen Berend Jan Odink (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) en Karien Gennip (Economische Zaken) onder andere cultuurhistorische projecten, zoals het herstel van de Hollandse waterlinie en evenementen rond de oprichting van de VOC. Om de recreatie en het toerisme op het platteland te bevorderen, wil het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij boeren vragen om hun grond open te stellen voor wandelaars. Ook worden wandel- en fietspaden uitgebreid en komt er een netwerk van roei- en kanoroutes. Om buitenlandse toeristen te trekken bestrijdt Nederland het imago van seks, drugs en euthanasie met campagnes over bloemen en molens. Het NBT en de VVV’s hebben allerlei specifieke campagnes ontwikkeld voor specifieke doelgroepen in specifieke landen. Buitenlandse Jongeren komen ook op Nederland af, en dan vooral op Amsterdam. Wat opvallends is, is dat de meerderheid van de buitenlandse toeristen onder de 35 jaar is en juist de 35-plussers de groep is die Nederland wil aantrekken. In hotels, bij reisorganisaties en VVV’s liggen affiches en folders om toeristen te wijzen op de talloze attracties in Nederland, buiten Amsterdam en de kust. Wie nu geen tijd heeft, moet ervoor terugkomen, zo is de redenering. Tweederde van de toeristen in Nederland is er dan ook niet voor de eerste keer. “Hypocriet is het buitenland wel: ongeveer de helft van alle Spaanse, Britse en Amerikaanse toeristen brengt een bezoek aan de Wallen. Een kwart van de jongeren komt in de coffeeshops. De VVV Amsterdam erkent dit en wil ook niet van die jongeren af, zegt VVV-voorlichter Herman ter Balkt. Wel wil Amsterdam af van het imago 'jongerenstad'. De meerderheid van de buitenlandse toeristen is onder de 35 jaar. ,,We willen de Europese markt van 35-plussers juist interesseren voor Amsterdam, alleen al omdat die groep gemiddeld twee keer zoveel uitgeeft als jongeren'', zegt Ter Balkt. Om die groep te bereiken en de aandacht van de buitenlandse pers te vangen, bundelt Amsterdam sinds vorig jaar alle culturele evenementen en festivals. Vorig jaar zomer adverteerde de stad met Amsterdam Arts Adventure, deze winter met Amsterdam Winter Adventure. Verder werkt de gemeente aan de bouw van een internationale passagiersterminal, opdat luxe cruiseschepen de stad beter kunnen bereiken. En aan de cosmetica van de stad: graffiti, fietswrakken, straatvuil en zakkenrollers worden tegenwoordig verwijderd. Want voor een negen moet de toerist zich veilig voelen.” *Deze laatste alinea komt letterlijk uit het NRC Handelsblad van 9 januari 2005
Hieronder staan een aantal toerist trekkende acties: o Vier jaar geleden is er een incentives-campagne opgezet in de Verenigde Staten. Deze campagne, had als doel: grote Amerikaanse bedrijven aan sporen hun goed presterende werknemers een reis naar Nederland aan te bieden. o In 1998 was Nederland gastheer voor de Gay Games. De organisatie windt er geen doekjes om: Nederland is gaaivriendelijk, er zijn veel homocafés en in 1998 is Nederland. Om de homo’s langer in Nederland te houden, heeft het NBT in het homoblad Out & About reclame gemaakt voor de Nederlandse kunsten, cultuur en geschiedenis. o Het NBT concentreerde zich in 1999 op Nederland als bloemenland. De groepen die het NBT wilde bereiken, waren jonge gezinnen en hoogopgeleiden. In Engeland kwamen er titels in de kranten zoals “Holland, flower of Europe.” “We wilden de negatieve beeldvorming over Nederland tegengaan”, zegt Theo Lingmont, directeur van het NBT. De campagne is volgens hem iets te goed geslaagd: de enorme aandacht voor tulpen, molens en klompen heeft ertoe geleid dat Engelsen nu denken dat het enige is wat Nederland te bieden heeft. o Het NBT wil, dat nog meer toeristen terugkeren naar Nederland. Dus worden er in hotels, bij reisorganisaties en VVV affiches en folders opgehangen, die toeristen wijzen op de talloze attracties in Nederland, buiten Amsterdam en de kust. Wie nu geen tijd heeft, moet ervoor terugkomen. Deze actie heeft positieve gevolgen gehad. Tweederde van de toeristen in Nederland is er niet voor de eerste keer. o Om de pers te beïnvloeden, nodigt het NBT jaarlijks 800 buitenlandse journalisten uit voor persreizen. Volgens het bureau bereiken hun publicaties telkens zo'n 100 miljoen lezers. o Ook is er extra aandacht besteed aan de Nederlandse toeristen. “Lekker weg in eigen land” Dit kunt u uitgebreid bekijken op de site: www2.holland.com. De slogan is: “Voor een heerlijk weekendje weg blijft u in eigen land. Onze Nederlandse steden bieden voor elk wat wils.” Conclusie: Nederland werkt wel degelijk veel aan marketing en promotie. Ondanks dat wij hier niet veel van merken, werpt het toch wel degelijk zijn vruchten af. Conclusie: In hoeverre is toerisme belangrijk voor Nederland? Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen, Koninklijk Horeca Nederland, RECRON, HISWA Vereniging, het Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR) en de Stichting Recreatie Kennis- & Innovatiecentrum hebben belangrijke cijfers over Toerisme & Recreatie in Nederland gevonden, door onderzoek. Deze cijfers hebben we met elkaar vergeleken. We zijn tot de conclusie gekomen dat Nederland als vakantieland nogal eens over het hoofd wordt gezien. Terwijl het zoveel te bieden heeft. Vooral als men op zoek is naar afwisseling. De keus aan waterwegen, meren en vennen maakt van Nederland een waterland bij uitstek. Een ongekend rijk gebied voor surfers, zeilers en andere watersporters. De schitterende kustlijn met haar uitgestrekte stranden en duingebieden is altijd weer een trekpleister voor jong en oud. Fietsend of wandelend de Nederlandse heiden, weiden, heuvels of bossen ontdekken, is één van de vele opties. Ook kent Nederland karakteristieke steden, knusse dorpen en historische monumenten. Om de culturele kennis te verbreden, om gezellig te winkelen of om uit te gaan! Een land waar de variatie groot is en de afstanden klein. Zoals we al eerder gemeld hebben is de officiële definitie van toerisme; het reizen ter ontspanning. Hieruit maken wij op dat toerisme altijd met reizen te maken heeft. Toerisme kan onderscheiden worden in dagtoerisme en toerisme voor langere tijd. Dagtoerisme is een vorm van toerisme waarbij dezelfde dag weer naar eigen woonplaats wordt gereisd. Dagtoeristen gaan vooral naar speciale attracties in Nederland bijvoorbeeld: een dagje Efteling, een dagje Slagharen, een strandbezoek of een dag zeilen. Alle toeristische overnachtingen langer dan één nacht vallen onder het toerisme voor een langere tijd, een vakantie. Toerisme is erg belangrijk voor Nederland. Toeristen hebben geld te besteden en dit is altijd ten gunste van een land. Toerisme zorgt voor een groot gedeelte van de totale inkomsten van een land. Het zorgt niet alleen voor een grote inkomstenbron, het levert ook werkgelegenheid op. Alleen in Amsterdam zorgt toerisme al voor een werkgelegenheid van 10%. Natuurlijk zijn er niet alleen positieve effecten aan toerisme, maar ook een heleboel negatieve. Positief aan toerisme is bijvoorbeeld; de welvaartsgroei en de werkgelegenheden. Welvaartsgroei houdt in dat er over de hele wereld steeds meer geld kan worden uitgeven aan toerisme. Vooral door toerisme uit de wat rijkere landen. Veel arme landen zien toerisme als een goede manier om aan geld te komen. Werkgelegenheid betekend dat mensen geheel hun werk te danken hebben aan het toerisme, bijvoorbeeld een verkoper van een souvenirs winkel of een medewerker van een reisbureau of attractiepark. De negatieve dingen aan toerisme zijn onder andere; de seizoenen werkeloosheid en de regionale ongelijkheid. Seizoen werkeloosheid houdt in dat er buiten de vakantie tijden geen werk is. Regionale ongelijkheid: vooral in armere landen komen toeristencentra tot welvaart, ten koste van andere streken. Toeristen streken lokken geld en jonge arbeidskrachten weg uit andere gebieden. Nederland werkt veel aan marketing en promotie. Wat zonder dat het erg opvalt, toch zijn vruchten afwerpt. Natuurlijk zijn er nog meer andere voor- en nadelen, maar de bovengenoemde voorbeelden zijn wel de belangrijkste. Het is overigens niet zo dat we geen Nederland zouden kennen zonder toerisme, maar het zorgt wel voor een betere ontwikkeling van Nederland. Die ontwikkeling komt weer tot stand doordat Nederland over meer geld kan beschikken.. Denk maar aan het promomotie geld, het geld dat economische zaken en het bedrijfleven aan toerisme uitgeeft. Dit komt samen op een bedrag van 75 miljoen euro. En aangezien een land ontwikkeling en nieuwe mensen (toeristen) nodig heeft is te concluderen dat toerisme toch wel in vrij grote mate belangrijk is voor Nederland. Wij denken dat toerisme ook helemaal niet voor werkeloosheid hoeft te zorgen buiten de vakanties. Want ook buiten de vakanties is er veel te doen. Zoals; voorbereiding en maatregelen treffen en werken aan promotie. Wij bekijken het juist van de zonnige kant; in de vakanties levert toerisme nog meer werkgelegenheid op dan normaal.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.