Spanning, dieren

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • 1e klas aso | 1115 woorden
  • 24 december 2004
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 5
4 keer beoordeeld

Zen: 05 juli 2011
Dag 1
Onze eerste dag op de Noordpool. De mensen hier zijn erg gastvrij. De eskimo’s bieden ons een slaapplaats en vullen onze voedselvoorraden aan. Dat zal nodig zijn, want de tweedaagse tocht naar de zeehonden wordt hard en koud. Dag 3
Mijn voeten w aren verkleumd. ‘Hoever nog?’ riep ik naar Pauline, die de sneeuwscooter bestuurde.’Nog een halfuurtje!’ antwoordde ze over het lawaai heen. Ik nestelde me nog wat dieper tussen de dekens. Onze huiden waren helemaal kapot door de vrieskoude en Pauline moest haar huid elke dag insmeren met vet, omdat ze alle opspattende sneeuw, waardoor de sneeuwscooter zich een weg baande, in haar gezicht kreeg. Na een halfuur, dat wel een eeuwigheid leek te duren, bereikten we eindelijk de Noordzee, waar we de zeehonden zouden gaan bestuderen. Een tweehonderd meter van onze eindbestemming, minderde Pauline vaart.’Wat nu?’ vroeg ik stomverbaasd. Pauline draaide zich om en trok diepe rimpels in haar droge voorhoofd. ‘Zie je die rook in de verte?’ vroeg ze. ‘Dat betekent dat er nog mensen zijn.’ ‘Maar hoe…’ begon ik.’We gaan gewoon kijken’ besloot ze opeens. Pauline startte de scooter en reed op de rook af. Een groepje mensen probeerde tevergeefs een vuurtje te stoken.’Vuur maken kan alleen in grotten.’ begroette Pauline de mannen op haar eigen manier. Ze staakten hun pogingen en keken ons wantrouwig aan. In plaats van kennis te maken begonnen ze te schreeuwen: ‘Ga weg, jullie hebben hier niks te zoeken!’ Één van hen was er toch in geslaagd vuur te maken en zwaaide met een brandende tak. We reden naar de andere kant van de berg en verstopten ons daar in een grot. Dag 5
De eerste dag zijn we aan land gebleven. Intussen zijn de zeehondjes al een beetje aan ons gewend, in tegenstelling tot de andere groep, die we een beetje in het oog houden en die heel brutaal te werk gaan. Zo jagen ze enkel de zeehonden weg en we vermoeden dat ze kwade bedoelingen hebben. Één zeehondje, dat we Zen hebben genoemd omdat ze zo rustig en zachtaardig is, heeft zich zelfs laten aaien. De ‘anderen’ hebben ons en Zen al samen gezien, maar hebben niks gezegd, hoewel je de afgunstige blikken in hun ogen zag. Dag 6 ‘Bo, Bo!’ ‘Ja, wat is er?’ vroeg ik slaperig. ‘Ze hebben Zen meegenomen, Bo!’ riep Pauline uit, helemaal in paniek. ‘Wat!’ Ik was meteen klaarwakker en nu pas hoorde ik het angstige geschreeuw van de zeehonden. Ik glipte in m’n kleren en liep naar buiten, langs de zee naar de andere groep. Maar die was er niet meer. Pauline kwam achter me aangestormd met een papier in haar handen. ‘Hier, lees.’ wist ze hijgend uit te brengen. Opeens voelde ik hoe koud het wel was. Mijn oren tuiten en ik rilde maar kon niet wachten om te lezen wat er op het papiertje stond. Ik las onwillekeurig luidop: Veel plezier nog in de kou bij jullie lieve beestjes. Maak je maar niet ongerust, onze lieve “Zen” zal zeker geen kou lijden… Ik zakte moedeloos door mijn knieën. “Wat nu…” ‘Nee, geef de moed niet op! Kijk eens goed waarop die boodschap geschreven is.’ Ik draaide het blad om en er blonken hoopvolle lichtjes in m’n ogen. ‘Juist ja, een bestelling voor zeven vliegtickets naar het Amazonewoud!’ Toen schoot mij opeens iets te binnen. ‘Maar… Maar… Het is daar vreselijk warm! Een zeehond kan daar nooit overleven! Dan is dat waarschijnlijk hun hele bedoeling, om te zien of zeehonden daar kunnen overleven!’ Ik draaide mij om naar Pauline maar zij was al weg, alles aan het inpakken. Dag 7

De tocht met het vliegtuig ging tergend langzaam vooruit. We moesten eerst nog naar huis om onze spullen te verwisselen, want met een bontjas en sneeuwlaarzen begin je niet veel in de jungle. We hadden ook nog allerlei papieren moeten invullen om in het Amazonewoud binnen te mogen. Het is er snikheet, een groot verschil in vergelijking met de vrieskou aan de Noordpool. Dag 8 ‘Auw, verdorie die termieten!’ vloekte Pauline. ‘Pauline, ik heb het ook niet gemakkelijk en ik zaag niet. Kijk, hier eindigen de voetsporen aan een riviertje met een vlot.’ We waren al flink chagrijnig door de vermoeiende en hete tocht. Met een beetje geld kon je al heel wat Amerikanen omkopen. We wisten al snel dat er zeven mannen met een groot aquarium de jungle waren ingetrokken. Nu alleen nog de voetsporen volgen. ‘Sst, luister.’ fluisterde Pauline. Opeens kwamen er uit het niets mannen met speren tevoorschijn die ons omsingelden. ‘Wat…’ begon ik. ‘Bukalabambu! Wintsa tjsan!’ riep één van de mannen. Ze dreven ons mee naar hun dorp. Eenmaal daar aangekomen, bekeek iedereen ons wantrouwig en na een tijdje besnuffelden ze ons. We probeerden uit te leggen wat we kwamen doen, maar ze begrepen er geen woord van. Ik probeerde me om te draaien naar Pauline en las een pijnlijke blik in haar ogen. ‘Wat is er?’ fluisterde ik zo onopvallend mogelijk, wat niet simpel was als een hele stam je in het oog hield. ‘Je knijpt mijn hand er bijna af.’ Geschrokken liet ik Pauline’s hand los. Toen begonnen de Indianen te gebaren en stapte er een blanke man naar voren. Verbaasd keek ik Pauline aan. ‘Ik leef hier, en wat komen jullie doen?’ vroeg de blanke man. ‘Wij achtervolgen enkele mannen die een groot aquarium meezeulen met een zeehondje daarin. En wij willen dat zeehondje bevrijden, ze zijn er vreselijke dingen mee van plan.’ viel Pauline met de deur in huis. ‘Dat zijn slechte mannen, wij gaan jullie helpen.’ De blanke man vertaalde wat hij zei tegen de stamgenoten. Als bij toverslag snelden ze weer naar hun hutten en kwamen tevoorschijn met allerlei vechtmateriaal. Toen zetten we onze tocht door de jungle verder. Na een tijdje hielden de voorste Indianen halt. We slopen dichterbij en wat we ontdekten was een klein meertje. Langs de kant stonden inderdaad de mannen met Zen. De stam besprak iets en na enkele gebaren vielen ze onder wild geroep aan. Eenmaal de mannen waren gevangen, waren wij niet meer te houden. We snelden naar het arme zeehondje toe, dat uitgeput in het aquarium lag, klaar om in het meertje te worden gedropt. ‘We moeten hier zo snel mogelijk weg, anders haalt ze het niet!’ zei Pauline. De Indianen leidden ons langs een veel kortere weg naar het einde van de jungle. We bedankten uitgebreid de Indianen, en namen afscheid vooraleer we de politie belden. De mannen werden ingerekend en bleken te werken voor E M Z, experimenten met zeehonden. Zen werd overgebracht in een nieuw aquarium, gelukkig een veel kouder. En wij keerden uitgeput maar blij terug naar huis.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.