Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Effecten op het millieu

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • Klas onbekend | 1729 woorden
  • 15 maart 2010
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Effecten op het millieu

Inleiding

In dit werkstuk ga ik proberen antwoorden de vinden op de volgende vragen:
Ten eerste : Wat zijn de effecten op het milieu van ons moderne energie gebruik en ten tweede : hoe gaan we met ons afval om en ten laatste: hoe kan dat beter?
Daarom geeft H1 een overzicht van de belangrijkste energievormen –en bronnen die vroeger en nu gebruikt worden.
Ook zet ik hun voor en nadelen op een rijtje.

In een grafiek laat ik zien hoe het verbruik is gestegen in de afgelopen 30 jaar.(heel veel ) van deze fossiele energievormen, waaronder aardolie, steenkool en aardgas.


Daarna laat ik zien wat de vormen van alternatieve energie zijn, waaronder: Biogas , Windkracht, en Zonne-energie
m.a.w. hoe het beter kan!
In het laatste hoofdstuk geef ik ook mijn mening over wat er in de toekomst het beste kan worden gebruikt (H4).
En ik hoofdstuk 5 ga ik het over afval hebben en dat de manier waarop we daarmee omgaan: en wat heel vervuilend is voor ons milieu ( beginnend met veel te veel verspilling van grondstoffen tot onnodig veel verpakkingsmateriaal in de supermarkt)

Daarna in hoofdstuk vijf vertel ik hoe ook dat weer anders en beter kan: minder gebruiken, zuiniger aan doen en recycling.
Door het geven van voorbeelden, laat ik zien dat iedereen er iets aan kan doen te beginnen in je eigen huis!

Ook als je met vakantie gaat (Zoals het betalen van Ecotax en verpakkingen die biologisch afbreekbaar zijn kopen in de supermarkt.)

In hoofdstuk 6 volgt de conclusie en de afsluiting en in Hoofdstuk 7 staan al mijn bronnen vermeld.

Hoofdstuk 1

Energie is hetzelfde als arbeidsvermogen

Belangrijkste energievormen Voorbeeld
• chemische energie • Benzine , voedsel
• warmte energie • Zonnelicht
• bewegingsenergie • vallend water
• elektrische energie • batterij

Energie bronnen.

Energie bronnen die in Nederland worden gebruikt:
Vroeger werd er al gebruik gemaakt van energie bronnen zoals:


• Alternatieve energiebronnen:
Vroeger
• De zon
• Hout
• Aardwarmte
• Voedsel
• Wind en Waterkracht

Maar er zijn er nog meer bijgekomen energie bronnen zoals:

• Fossiele brandstoffen:
Nu
• Aardgas
• Aardolie
• Steenkool
• Biogas
• Uranium
• Alcohol

H2 Alternatieve energiebronnen:

• Windenergie

Windturbines drijven generator aan, zo word de bewegingsenergie omgezet in elektrische energie.
Een waterkrachtcentrale zet zwaarte-energie om in elektrische energie. De windenergie is ook al zo'n 30 000 jaar geleden ontstaan. Een vorm daarvan is bijvoorbeeld een zeilboot. Maar de eerste windmolens ontstonden al zo'n 2000 jaar geleden in Perzië. In de 12 eeuw verspreidde de windmolen zich verder over de wereld. De windmolens hebben veel verschillende taken gehad, van wegpompen van het water bij inpolderingprocessen tot het malen van graan. Men is nu al erg ver met het gebruiken van windmolens voor de opwekking van elektriciteit. De opwekking via windmolens is nu al bijna net zo goedkoop als fossiele brandstoffen.

• Waterkracht

Energie halen uit water is een methode die al zo'n 30 000 jaar geleden ontstond. Eerst met hele simpele dingen, maar later met watermolens voor het vermalen van graan, ook in de kleinere industrie werd het steeds meer gebruikt. Nu gebruiken we het nog steeds volgens zo. Een stromende of vallende waterkracht, wordt met behulp van een schroef omgezet in een draaiende beweging. Die draaiende beweging draait weer een generator aan, die elektriciteit opwekt. Die generator kan vergelijken met een hele grote fietsdynamo. Hoeveel een waterkrachtcentrale opwekt ligt aan de hoeveelheid en de kracht van het water. Het water zal altijd blijven stromen en is dus onuitputtelijk en duurzaam.
Vallend water is waarschijnlijk de grootste steeds opnieuw te gebruiken energiebron ter wereld. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van vallend water door een natuurlijke rivier of uit een reservoir dat door een kunstmatig aangelegde dam wordt verkregen.

• Zonne-energie
Zonnecellen zetten stralingsenergie om in elektrische energie
Zonne-energie is nog niet zo oud als de vorige twee. Het is een best ingewikkeld systeem, ze noemen de fotovoltaïsche omzetting of de omzetting van licht naar elektriciteit. De meeste zonnecellen zijn gemaakt van silicium. De zonnecel bestaat uit twee lagen, een positieve en een negatieve laag. Door licht, wordt er een brug gemaakt tussen beide lagen, waardoor er een stroom gaat lopen tussen de twee lagen. Het gebruik van zonne-energie staat nog in de kinderschoenen, en is te duur voor de grote energie bedrijven om tot een grootschalige productie te komen.

• Bio-energie is energie die opgewekt wordt door het verbranden van biomassa. Behalve fossiele brandstoffen, vallen alle organische stoffen onder biomassa. Ook afval wordt vaak gebruikt. Hout is de oudste vorm van bio-energie, denk maar aan het houtvuur van de oermensen. Organische stoffen bestaan voor het grootste deel uit koolstof (C), nu zul je denken, dat wordt toch CO2 als je het verbrandt. Dat is ook zo, maar die CO2 heeft de plant of boom tijdens zijn leven uit de atmosfeer gehaald, en niet miljoenen jaren geleden zoals bij fossiele brandstoffen het geval is.
van biogas veel langer dan bijvoorbeeld bij planten. Daarom wordt bij de vaste biomassa een andere techniek toegepast: vergassing. Hier wordt het organisch materiaal (bijvoorbeeld hout) zo hoog verhit dat er biogas vrij komt.
Verbranding: Door de warmte die vrij komt bij de verbranding van biomassa kan met behulp van een stoomturbine elektriciteit worden opgewekt. Die rechtstreeks het elektriciteitsnet in kan.

• Aardwarmte:

Energie van diep uit de aarde komt via vulkanen en geisers aan het aardoppervlak. Deze energie bestaat uit warmte. Hoe verder je dichter bij het middelpunt van de aarde komt, hoe hoger de temperatuur is. Aardwarmte is dus energie die onttrokken wordt uit de aardkorst. Deze energie ontstaat door radioactiviteit in de kern van de aarde. Door geleiding wordt deze energie naar de aardkorst gebracht. Normaal is dit een geleidelijk proces, maar soms komt het met geweld naar het aardoppervlak

H3 Fossiele brandstoffen:

• Aardolie


Aardolie is op het moment de belangrijkste energiebron.
Vliegtuigen en auto’s en veel elektriciteitscentrale gebruiken het als brandstof. Aardolie is niet alleen een brandstof aan ook een grondstof. Medicijnen, cosmetica , plastics, verf en nog veel meer producten worden ervan gemaakt.

• Aardgas
Steenkool en aardolie zijn omstaan uit resten van planten en dieren. Deze planten en dieren hebben miljoenen jaren geleden geleefd. Diep in de bossen is de temperatuur erg hoog, Hierdoor kwam uit steenkool en aardolie gas vrij dat heet aardgas.

• Steenkool:
Steenkool ontstond in de prehistorie. Toen groeiden er schubbomen, zegelbomen, paardenstaarten en varens. De resten van die planten waar energie van de zon in zat veranderden langzaam in turf. De turflagen werden in de loop van miljoenen jaren bedolven onder andere lagen en samengeperst. De turflagen veranderden door de druk en hitte langzaam in harde, zwarte steenkool. De steenkool wordt als energiebron gebruikt voor de productie van elektriciteit. Naar schatting kunnen we nog 300 jaar steenkool delven. Het delven van steenkool gebeurde vroeger door mijnwerkers met een houweel en een schop, maar tegenwoordig snijden grote machines in de steenkoollagen en leveren zo tonnen steenkool af op de transportband. Ook word er tegenwoordig gebruik gemaakt van kolenvergassing, hierbij laten ze de steenkool reageren met andere stoffen waarbij gasvormige producten ontstaan, deze zijn gemakkelijk via pijpleidingen naar boven te brengen.

• Olie en gas:
Olie en gas ontstonden ook al in de prehistorie. Kleine dieren en planten waar energie van de zon inzat leefde in moerassen en ondiepe zeeën, als ze stierven zakte ze naar de bodem. Door de hitte en druk ontstonden gas en olie. Het gas en de olie werden naar boven geperst en raakten opgesloten tussen lagen gesteenten. Olie en gas worden als energiebron gebruikt voor de productie van elektriciteit . Naar schatting kunnen we nog 50 jaar gas en olie delven. Dat delven gebeurd door pijpleidingen in de olie en gas lagen te boren .Het olie en gas komt dan door de pijpleidingen omhoog zetten omdat er een hele grote druk op staat.

H4 Kernenergie:

In kerncentrales gebruikt men kernenergie.

Kernenergie komt uit uranium. Door Kernsplijting verandert uranium in andere stoffen
Kernafval bestaat uit gevaarlijke overgebleven stoffen uit
uranium.
Kernenergie is de enige op grote schaal toegepaste vorm van energie die niet direct afhankelijk is van de zon. Het gaat om de splitsing van atomen uranium en plutonium. Daarbij komt heel veel energie vrij die kan worden gebruikt voor het opwekken van elektriciteit. Bijna een derde van de elektriciteit van Engeland en meer dan 80% van de stroom in Frankrijk is afkomstig van kerncentrales.

Energiebronnen: voordelen en nadelen

Je moet letten op:
1 Hoeveel kost energie?
2 Kan de energie opraken? (zoals brandstoffen)
3 Is de energiebron altijd of af en toe bruikbaar? (wind energie kun je alleen gebruiken als het waait.
4 Wat zijn gevolgen voor milieu? (schadelijke stoffen bijvoorbeeld)

Koolstofdioxide zuurstof + stikstof zitten in de atmosfeer.
Koolstofdioxide zorgt voor broeikaseffect.
Zonder broeikaseffect, geen leven op aarde.

Wat zijn de gevolgen van het opraken van fossiele brandstoffen

Er wordt al sinds vele jaren onderzoeken gedaan naar alternatieven voor de fossiele brandstoffen die we nu gebruiken. Deze brandstoffen worden zoveel gebruikt, dat ze binnen korte tijd zullen opraken. De laatste schattingen zijn dat binnen 50 jaar alle gebruikte bronnen van nu op zullen zijn.

Als fossiele brandstoffen opraken heeft dat tot gevolg dat er veel mensen zijn die hun baan verliezen en dan ander werk moeten gaan zoeken. Er is nog genoeg gas en olie in de wereld voor 50 jaar en nog genoeg steenkool in de wereld voor 300 jaar. Een andere vorm van en energie is kernenergie wat zeer gevaarlijk is en ook nog eens duur is. Kernenergie is afhankelijk van uranium wat over 60 jaar ook op zal zijn.

Kernenergie

Nadeel: Een groot nadeel hiervan is dat het kernafval produceert: heel gevaarlijk (uitzenden schadelijke straling.
Kernafval moet goed beveiligd worden.
Windturbines + waterkrachtversterkers produceren geen afvalstoffen maar wel horizonvervuiling

Fossiele brandstoffen

Nadeel: Condensor koelwater gebruikt om een stoom te laten condenseren.
Afvalwarmte= warmte waar je geen elektrische energie uit kan halen
energie soorten uit.

Elektrische energie

Voordeel:
Zuinig elektrische energie:
• Bespaart geld
• Aardgas, steenkool minder snel op
• Milieu problemen minder

H 5. isolatie.

• Geleiding: warmte gaat door muren en ramen heen.
• Stroming: stromende lucht neemt warmte mee naar buiten.
• Straling: warme muren en ruiten stralen warmte uit

Warmte verlies tegen gaan:

Isoleren: muren, daken, vloeren.

Baksteen: goede warmte geleider.

Hoeveel warmte er per seconde naar buiten gaat hangt af van:
• De temperatuur verschil tussen binnen en buiten.
• Het materiaal van de muur.
• De dikte van de muur.

Isolatie materiaal: vol met kleine gaatjes om warmte verlies tegen te gaan.

Lucht geleidt warmte slechter dan andere vaste stoffen.

§5. Isolatie.

42. De warmte gaat mee naar buiten

43. a. Dubbelglas (voorzetramen, gordijnen, vensterbank)
b. Dubbele muren met daartussen isolatie materiaal.
c. Isolatie materiaal tegen het dak aan.

Uit het boek Natuur- en scheikunde Actief
Van de site www.scholieren.nl
Van de site www.google.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.