Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Alternatieve straffen

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • Klas onbekend | 1021 woorden
  • 4 november 1999
  • 104 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
104 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Iedereen wijkt wel eens van het rechte pad af, de ene maakt al een grotere omweg dan de andere. De vraag is of elke fout op dezelfde manier bestraft moet worden. Moet men kwaad met kwaad vergelden of kan men geloof hechten aan 'het herstelrecht'? In de Romeinse Tijd stond 'Oog om oog, tand om tand' in het wetboek genoteerd. Wij kennen nu een systeem van vergelding. Dit houdt in dat men het verstoorde evenwicht herstelt door de wetsovertreder op te sluiten. Volwassenen worden opgesloten in de gevangenis en minderjarigen worden in speciale instellingen opgesloten voor een periode van 'rehabilitatie'. Maar sinds enkele jaren is er, vooral voor de minderjarigen, ook een andere uitweg mogelijk en dat is die van de alternatieve straffen. In plaats van de klassieke geldboete of opsluiting moet de veroordeelde gemeenschapsdienst vervullen of een educatieve opleiding volgen. Hiermee probeert men niet enkel de dader te rehabiliteren, maar het is ook de bedoeling er het slachtoffer, indien er spraken is van een slachtoffer, de nodige aandacht geven, want vaak wordt het herstel beperkt tot de materiële schade. Een jongere kan enerzijds tot gemeenschapsdienst veroordeeld worden, dan moet hij voor een bepaalde duur een groot deel van zijn vrije tijd opofferen aan dienstverlening. Deze diensverlening kan ten goede van de maatschappij zijn, zoals vb. bejaardenhulp, schilderen van openbare gebouwen, afwassen in een ziekenhuiskeuken,..., maar het kan ook ten goede van het betrokken slachtoffer zijn, indien hij of zij akkoord is met deze maatregel. Men kan bijvoorbeeld een vandaal zijn eigen daden laten rechtzetten of de jongere laten werken in de omgeving van het slachtoffer. Zo wordt de delinquent geconfronteerd met het eigenlijke lijden van zijn tegenpartij en kan vervolgens zijn fout inzien. Bovendien is deze maatregel ook bevorderend voor de tegenpartij, want zo krijgt hij erkenning van zijn slachtofferschap van de maatschappij en van de dader en krijgt hij meer zekerheid dat de dader niet meer zal herbeginnen, vermits hij er zelf enige inbreng in had. Anderzijds bestaan er ook organisaties die via cursussen proberen om de houding van de delinquenten te veranderen zodat ze geen misdaden meer begaan. In deze cursus staat het bewust maken van de jongeren centraal. De begeleiders wijzen hen op hun misdaden, maar vooral op de schadelijke gevolgen en de slachtoffers ervan, die ze aanvankelijk stelselmatig negeerden. Ze leggen de verantwoordelijkheid terug bij de daders en geven hun inzicht in wat een slachtoffer allemaal meemaakt, waar ze geen rekening mee hielden. Deze vrij nieuwe vorm van straffen roept bij veel mensen natuurlijk heel wat vragen en bemerkingen op: Vermits de daders van hun vrijheid kunnen blijven genieten, worden ze niet uit het criminele milieu gehaald waar ze voordien in vertoefden, waardoor er van echte rehabilitatie toch niet echt spraken kan zijn. Zo kan men ook stellen dat hoewel ze periodes moeten werken, ze andere momenten kunnen blijven opvullen met heel plezierige activiteiten en kunnen we dat toelaten voor een misdadiger? Maar een ander belangrijke vraag die we ons kunnen stellen is: 'Beschouwen zijzelf zo een alternatieve straf wel als een echte straf?'. Want als ze de gemeenschapsdienst met plezier vervullen, kan dat hen toch onmogelijk verhinderen een volgende misdaad te plegen. Men kan tot slot ook niet over het hoofd zien dat ze eigenlijk een gevaar voor de maatschappij vormen en misdadigers worden toch opgesloten omdat we bang van hen zijn en niet omdat we willen dat ze behandeld worden. Bovendien ze kunnen ook vanuit zo een instelling gemeenschapsdienst vervullen die kan bijdragen tot de rehabilitatie van de delinquent. Toch is er een groot deel van de bevolking van mening dat de alternatieve straffen wel toegepast mogen worden in België en zelfs veel frequenter. Het 'herstelrecht' is immers al veel langer toegepast in andere landen en voor hen is dit al een reden om er heil in te zien. Vooral wanneer de alternatieve straffen op gebied van jongeren gebruikt wordt, geloven ze in de pedagogische functie ervan. Hoewel men bij de jongeren al een grote verantwoordelijkheid kan en moet plaatsen, is het toch te betwijfelen of ze de scheidingslijn tussen goed en kwaad altijd haarfijn kunnen onderscheiden. Er ontbreekt bij hen vaak een besef van wat ze doen en gedaan hebben en indien er toch van enige wroeging spraken is, proberen ze hun daden op alle mogelijke manieren voor zichzelf te verantwoorden en negeren ze stelselmatig de gevolgen en slachtoffers van hun daden. In zo'n gevallen zijn de alternatieve straffen aan te raden, vermits ze met behulp van werk of cursussen geconfronteerd worden met de slachtoffers en hun lijden en deze confrontatie geeft hun vaak het nodige besef en verhinderd hen hun criminele activiteiten voort te zetten. Om te vermijden dat ze hervallen, is een instelling allesbehalve geschikt, behalve voor grote delinquenten zoals moordenaars en meedogenloze drugdealers, die maar al te goed beseffen dat er een slachtoffer in het spel is. Bij een plaatsing worden ze immers uit hun alledaagse ontrukt en heeft de vaak positieve invloed van de ouders geen werking meer. Bovendien komen ze daar in contact met zwaardere delinquenten die hen juist het criminele milieu in helpen. Men mag ook niet uit het oog verliezen dat de alternatieve straffen ook een groot deel van de vrijheid van jongeren ontneemt: ze kunnen niet meer meedoen met groepsactiviteiten, ze hebben niet meer de vrijheid om te beslissen wat ze doen en wanneer, want ze moeten elke dag opnieuw gaan werken. Bovendien is dit werk altijd buiten de schooluren en moeten ze daarna nog hun huistaken maken en dit alles samen bezorgt hun een enorm zware en vermoeiende dag. Vaak zeggen ze achteraf dat ze liever in een instelling hadden gezeten. Hoewel het systeem van de alternatieve straffen niet de enig zaligmakende oplossing is voor het probleem van de kleinere delinquenten, moet men de toepassing ervan toch sterk overwegen, want het is toch in het belang van de veiligheid van de maatschappij waar we allen in leven, bovendien is kwaad met kwaad vergelden een slechte basis voor een beschaafde en leefbare maatschappij. Jongerengevangenis, Bart Vandormael, Knack 98/17, 22 april 1998
Straffen helpt niet, Knack 97/22, 28 mei 1997

Herstelrecht als derde weg: jongeren doen gemeenschap, Alert 96/40, p29-33

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.