Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Marx

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • 5e klas vwo | 3608 woorden
  • 11 februari 2009
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Marx en de nieuwe mens
Tim van de Vendel & Marc Vollebregt
Marx en de nieuwe mens.

Hoofdvraag
Op welke fundamenten baseerde Marx zijn Communisme?

Deelvragen:
1. Op welk mensbeeld baseerde Marx zijn communisme?

2. Wat was het idee van de heilstaat?

3. Wat voor kritiek had Marx op het mensbeeld van Hegel en anderen?

4. Wat voor kritiek had Marx op de maatschappij?

5. Wat is de aard van de samenleving?

6. Hoe was Marx zijn materialistische visie?

Marx FASE 2
De vorm van Marx zijn materialisme heet het historisch dialectisch materialisme.

Het materialisme van Marx wordt historisch genoemd, omdat Marx arbeid als de drijfkracht van de geschiedenis ziet. Arbeid is een proces, waardoor de mens zichzelf en de samenleving verandert.
Het materialisme van Marx wordt dialectisch genoemd omdat de sociaal economische geschiedenis er een is van tegenstellingen. De hele geschiedenis bestaat uit tegenstellingen. De geschiedenis van klassenstrijd bijvoorbeeld.
Marx dacht dat de mens van nature producten wil voortbrengen. De mens brengt dingen voor uit noodzaak, dacht hij. Hierom noemde Marx de mens ook liever Homo Faber (de makende mens) in plaats van Homo Sapiens (de denkende mens). Dit was omdat Marx dacht dat ons denken afhankelijk was van wat wij doen. Marx zei dat wat we zijn is wat we maken. Wij scheppen onze producten en de producten herscheppen ons.
Maar wat nou als in de samenleving waarin Marx leefde niemand meer aan huisnijverheid doet. Als niemand meer een kleed in zijn eentje maakt maar alleen de garen recht zet met behulp van een machine. En dit doet hij in een grote fabriek samen met 200 andere mensen? Dan is vervreemdende arbeid het gevolg. Dit kan op een paar manieren gebeuren. Als mensen hun werk doen uit economische oorzaken, of uit hebzucht. Als de winst voor een ander is. Of als een onbruikbare vreemde kracht terugkeert naar hemzelf (bijvoorbeeld als een man zijn hele leven lang wodka maakt, en door die wodka krijgt hij een alcohol vergiftiging).
Hoe kon men dan zijn eigen kwijtgeraakte wezen als Homo Faber weer terug vinden? Marx zei dat dit door middel van het communistische systeem kon. Dit was Marx zijn heilstaat. De samenleving zou zo gemaakt moeten worden dat elke vervreemding overwonnen kon worden. Die heilstaat zou een klassenloze maatschappij worden. In die heilstaat zou privé-bezit niet meer bestaan. De arbeid zou verdeeld worden (niet dat iemand zijn hele leven kunstenaar is, maar dat iedereen kunstenaar is, en iedereen leraar is).
Marx had als kritieken op de mens dat te veel dingen in die tijd kapitalistisch waren (in die tijd bestonden het communisme en het socialisme nog niet). Er waren constant tegenstellingen tussen de proletariaat en de bourgeoisie. En Marx zei dat kapitalisme de krachtigst vervreemdende vorm van arbeid voortbrengt. En vervreemdende arbeid brengt natuurlijk weer vervreemding voort. En dan blijf je het probleem houden van de vervreemding van de mens.
Marx had ook vooral veel kritiek op de bourgeoisie omdat zei de proletariaat heel erg uitbuitten.
De enige manier om die vervreemding dan weer te laten stoppen was het invoeren van het communistische systeem in een staat.

Planning
Week 5 les 1 Nadenken over onderwerp. Wij samen gaan denken welk onderwerp we nou interessant vinden. Als we een onderwerp hebben kijken wij of wij er goede vragen bij kunnen maken. Zo niet? Dan proberen wij een ander onderwerp te zoeken.

Les 2 Nadenken over onderwerp. Wij samen gaan denken welk onderwerp we nou interessant vinden. Als we een onderwerp hebben kijken wij of wij er goede vragen bij kunnen maken. Zo niet? Dan proberen wij een ander onderwerp te zoeken.
Proberen om het onderwerp in deze les te bepalen.


Week 6 les 1 Bij het onderwerp een tekst zoeken en daarna hoofd en deelvragen maken. En laten controleren.

Les 2 Bij het onderwerp een tekst zoeken en daarna hoofd en deelvragen maken. Deze laten controleren.

Week 7 les 1 Inleveren tussenproduct 1. Proberen om deze week 2 uur aan lezen te besteden.

Les 2 Als wij nog geen tekst hebben dan zoeken voor een tekst. Dit doen wij via de KB, de bibliotheek op school en internet. Proberen om deze week 2 uur aan lezen te besteden.

Week 8 les 1 Werken aan vragen. Proberen om deze week 2 uur aan lezen te besteden.

Week 9 les 1 Werken aan vragen. Proberen om deze week 2 uur aan lezen te besteden.

Week 10 les 1 Inleveren tussenproduct 2.

Week 11 les 1 PO afronden. Dit doen wij door alles nog te controleren. Dingen waar wij nog vragen over hebben zullen wij vragen.

Les 2 PO afronden. Dit doen wij door alles nog te controleren. Dingen waar wij nog vragen over hebben zullen wij vragen.

Week 12 les 1 Dinsdag 18 maart Inleveren eindproduct


Op welke fundamenten baseerde Marx zijn communisme?

‘De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen.’ Dit is een heel bekend citaat van Marx. En laat deze PO nou over Karl Marx gaan.
Marx was iemand die heel erg beïnvloed was door Feuerbach. ‘Men kan geen filosofie bedrijven zonder door een beek van vuur te gaan.’ zei Marx als student. Feuerbach is Duits voor vuurbeek. Hiermee zie je al goed dat Marx dus goed beïnvloed was door Feuerbach. Maar op latere leeftijd raakte hij een beetje teleurgesteld in Feuerbach, en schreef hierdoor de ‘Stellingen over Feuerbach’ waarin hij kritiek geeft op Feuerbach. (Wat hebben filosofen met hun vroegere leraren? Ze worden er altijd door teleurgesteld en schrijven er dan een boek over). Marx creëerde uiteindelijk zijn eigen speciale vorm van het materialisme, het historisch dialectisch materialisme. Wij kijken wat dit inhield. Door deze materialistische bril kijkt Marx dan naar de wereld. En ziet hij dingen die hem niet bevallen. Hierop heeft Marx uiteindelijk zijn communisme gebaseerd. Maar op welke fundamenten is dit communisme gebaseerd? Dat is wij gaan uitleggen in deze uiteenzetting.

Waarom is dit onderwerp filosofisch? Dit is omdat het onderwerp van deze PO, de nieuwe mens is. Marx creëert door zijn communisme eigenlijk een nieuw soort mens.

Hoe was Marx zijn materialistische visie?
Het materialisme van Marx wordt het historisch dialectisch materialisme genoemd. Dit materialisme is een reactie op het idealisme van Hegel. Marx streeft niet naar een ideeënconstructie waarin allerlei tegenstellingen begrippelijk worden overbrugd. Marx zegt dan er inde werkelijkheid onverzoende tegenstellingen zijn en sociale problemen zijn, die het gevolg van heersende economische verhoudingen zijn. Hierom wil Marx in de werkelijkheid de idee zoeken.
Feuerbach zegt dat de mens zijn godsbeeld schept als projectie van eigen verlangens. Maar Marx brengt deze projectie in verband met de maatschappelijke ellende van de mens en wordt versterkt in zijn opvatting dat de werkelijkheid de idee bepaalt. En dus niet dat de idee de werkelijkheid bepaalt (zoals Hegel dat zei).
De religieuze, politieke en sociale vervreemding van de mens vindt haar oorsprong in de economische tegenstellingen binnen de samenleving. Deze wordt gedreven door arbeidsproces. De basis van elke samenleving wordt gevormd door een specifieke productiewijze. Het materialisme van Marx is economisch materialisme, dat wil zeggen een leer die de maatschappelijke instellingen en de heersende denkbeelden bepaald acht door de economische onderbouw van de samenleving.
Het materialisme van Marx wordt historisch genoemd, omdat Marx arbeid als de drijfkracht van de geschiedenis ziet. Arbeid is een proces, waardoor de mens zichzelf en de samenleving verandert. Deze opvatting leidt bij Marx tot de gedachte van stadia in de ontwikkeling van arbeid en productie (Het communistisch manifest, met de stappen). De verschillende historische perioden laten elk een bepaalde productiewijze zien en daar mee corresponderende maatschappelijke verhoudingen. Zo krijgt de tegenstelling tussen arbeidsplanning en uitvoerende arbeid uiteindelijk vorm in de tegengestelde maatschappelijke positie van meesters en knechten, bezitters en niet bezitters. Oftewel de Bourgeoisie en de proletariaat.
Door de arbeidsverdeling raakt de samenleving in deze twee klassen verdeelt.
Het materialisme van Marx wordt dialectisch genoemd omdat de sociaal economische geschiedenis er een is van tegenstellingen. De hele geschiedenis bestaat uit tegenstellingen. Bijvoorbeeld de geschiedenis van de klassenstrijd. Maar in de burgerlijke samenleving heeft deze tegenstelling een trap bereikt, waarop de uitgebuite en onderdrukte klasse van arbeiders zich niet meer van haar uitbuitende klasse bevrijden kan. Dit kan op één manier wel. Door de hele maatschappij voor altijd van elke onderdrukking te bevrijden (Communisme). De geschiedenis wordt vooruit gedreven door een onstuitbare logica en zal onvermijdelijk eindigen in een klassenloze maatschappij (de Heilstaat) waarin alle tegenstellingen zullen zijn opgeheven en de mens weer zichzelf kan zijn.

Wat voor kritiek had Marx op het mensbeeld van Hegel?
‘De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen’. Hiermee zegt Marx al dat hij diegene is die de wereld gaat veranderen. Waarom zei Marx dit? Laten wij eerst kijken naar Hegel, en dan overgaan tot Marx.

Allereerst, Hegel zei over de mens dat het doen afhankelijk is van wat we denken. ‘Bewustzijn bepaalt het zijn’ Marx vond dit geen goed mensbeeld. Want Marx zei dat het denken wordt beïnvloedt door wat wij doen. Het mensbeeld van Marx was dan dus ook het omgedraaide mensbeeld van dat van Hegel. ‘Het zijn bepaalt het bewustzijn’
Het denken wordt dus beïnvloedt Marx zet Hegel op zijn kop.
door factoren als de productie, wat je
maakt, hoeveel je ergens van maakt. Als ik een rijke man ben (Bourgeoisie). En ik ben de baas van een textielfabriek. Dan denk ik heel anders dan als ik een arme man ben (Proletariaat). Als arme man doe ik iedere dag hetzelfde op mijn werk. Iedere dag doe ik weer dezelfde bewegingen, zie ik telkens weer eenzelfde stuk textiel dat ik moet bewerken. Net zoals de vorige dag.

Wat voor kritiek had Marx op de maatschappij?
Marx zag in de maatschappij dat er constant tegenstellingen waren. De hele maatschappij bestond uit tegenstellingen. ‘De spanning van tegengestelden’. Zoals Marx het ook wel zei.
Marx zag dat er in de loop van de geschiedenis constant een heersende klasse (Bourgeoisie) en een niet-heersende klasse (Proletariaat) was. De Bourgeoisie had alle macht. En de Proletariaat had helemaal geen macht. De Proletariaat werd de Proletariaat genoemd omdat het enige wat de mensen hadden, hun eigen kinderen waren. De heersende klasse buitte de niet-heersende klasse uit. En hier had Marx veel kritiek op. De maatschappij was ook gebaseerd op een kapitalistisch idee. En juist door dit kapitalisme kwam er een dialect (verschil) tussen rijk en arm. Tussen heerser en onderdaan. Tussen Bourgeoisie en Proletariaat.

De aard van de samenleving.
Volgens Marx was de aard van de samenleving, van de werkelijkheid, de economie.
De economie was fundament van de samenleving, de natuurlijke hulpbronnen, de productiemiddelen en de distributiemiddelen zijn de fundamenten van de samenleving.
Anders gezegd: het produceren van de mens is de aard van de samenleving.
Bovenop deze fundamenten komen de wetten en de politiek, dat zijn de sociale verbanden en daarboven komen dan weer de “ hogere cultuur” zoals kunst, religie, moraal en filosofie. Marx schreef hierover: ‘Tijdens hun sociale leven gaan mensen deel uitmaken van bepaalde productieverbanden die onmisbaar en onafhankelijk zijn van hun wil. Deze productie verbanden komen overeen met een bepaalde fase in de ontwikkeling van hun materiële productieve krachten. Al deze productieverbanden bij elkaar vormen de economische structuur van een samenleving (dus de aard van de samenleving). Ze vormen het echte fundament dat op zijn beurt een wettelijke en politieke superstructuur in het leven roept. Ook komt het overeen met een bepaalde vorm van sociaal bewustzijn. De productiewijze van een materieel leven stelt het sociale, politieke en intellectuele leven in het algemeen vast. Het is niet het bewustzijn dat het sociale bestaan van mensen bepaalt, maar het is hun sociale bestaan dat hun bewustzijn bepaalt.

De aard van de samenleving.
Hiermee beschreef Marx de verbanden tussen het fundament en de supercultuur, dat de aard van de samenleving dus in de productiewijze van het materieel leven ligt.


Het fundament is wel het belangrijkste, want de ideële kanten van samenleving blijven een ideologie.
Een ideologie een begrip dat Marx veel gebruikt, het is een aanduiding van de toestand van de culturele gebeurtenissen (de dingen in de supercultuur)
Deze dingen steunen de socio-economische systemen van de heersende klasse.

Volgens Marx is de supercultuur propaganda voor de heersende klasse.
“De heersende ideeën zijn tot nu toe altijd de ideeën geweest van de heersende klasse”.
De aard van de samenleving ligt dus bij de heersende mensen die de fundamenten in handen hebben. Zij die de productiemiddelen de grondstoffen enz in handen hebben.
Volgends Marx was de hele geschiedenis een strijd geweest tussen de heersende mensen de zogenaamde “haves” de mensen die allen materiële welvaart bezitten en de “have-nots” die door de heersende klasse woord overheerst. Deze twee klassen zijn altijd met elkaar in conflict geweest en Marx geloofde dat dat conflict in zijn tijd opgelost zou worden met zijn communisme in de door hem bedachte heilstaat.

De heilstaat.
De heilstaat was de ideale staat, de ideale samenleving volgens Marx. In de heilstaat was alles goed geregeld en iedereen gelukkig, de tegenstellingen waren verdwenen.
Het grote punt van de heilstaat was volgens Marx dat er geen vervreemding meer zou zijn. Over die vervreemding zal ik wat meer uitleggen.
Vervreemding.
“De fundamentele levensvoorwaarde voor de mens is de noodzaak om de ruwe grondstof van de natuur om te zetten die nodig zijn om te overleven”.
Volgens Marx was de mens een “homo faber”, een makende mens, de mens is wat hij maakt en hij maakt die dingen uit noodzaak.

De primaire bepalende factor van het menselijke leven is volgens Marx productie, en wel productie van de dingen die jij wilt produceren omdat ze nodig zijn voor jou overleven.
In de kapitalistische Je bent wat je maakt.
samenleving is volgens Marx
de mens, na slavernij, het
verst verwijderd van dat principe en dus in de grootste mate vervreemd van zijn werk. Dat komt doordat de mens volgens Marx is wat hij maakt, dus zoals Marx zei: ´Als we stukjes en beetjes van versplinterde brokjes produceren worden we zelf stukjes en beetjes van versplinterde brokjes´.
De mens is dan dus in grote mate vervreemd van zijn werk. Hij maakt geen dingen die voldoen aan zijn eigen behoeften tot scheppen, hij maakt dingen waar hij zich niet mee kan identificeren. Deze dingen zijn bijvoorbeeld de dingen waarvan hij maar een klein stukje maakt van het uiteindelijke product, bijvoorbeeld het lopende band werk.
De vervreemding wordt nog groter als je een product maakt dat voor de winst van een ander is, dan voel je compleet natuurlijk geen nut meer van de productie van dat goed, het komt niet voort uit je natuurlijke behoefte en het is niet direct om je behoeften weer mee te bevredigen.
De vervreemding van arbeid heeft een paar nare gevolgen. Ik zal ze hier proberen uit te leggen.
Doordat de mens vervreemd is van zijn product is hij tegelijkertijd ook als het waren vervreemd van zichzelf, dat komt omdat ‘Het zijn bepaalt het bewustzijn’. Hij produceert iets waarvan hij vervreemd is en hij is dus daardoor vervreemd van zichzelf, hierdoor ziet diegene zich als een vreemdeling en als een vreemdeling van de maatschappij, hij heeft dus een grote identiteitscrises.
Een mens met zo’n De arbeider is vervreemd.

identiteitscrises zit spreekt het
voor zich dat de mens natuurlijk niet gelukkig is en zich er tegen zal gaan verzetten.
Als er maar genoeg mensen genoeg vervreemd zijn van hun arbeid en er maar genoeg onvrede is onder de arbeiders, oftewel het proletariaat, dan zal er volgens Marx vanzelf een revolutie uitbreken en er zal een dictatuur van het proletariaat gevestigd worden, oftewel de communistische heilstaat.
In deze helistaat heeft de arbeidersklasse de absolute macht, dat duurt slechts een korte tijd want de macht zal steeds meer worden afgezwakt.
Volgens Marx is elke staat per definitie een werktuig voor de onderwerping van de ene klasse door de andere, en de dictatuur van het proletariaat is dus in eerste instantie het werktuig van het proletariaat ter onderwerping van de burgerij. Doel van deze onderwerping is het opheffen van de klassenverschillen, door ieder te laten produceren naar vermogen en consumeren naar behoefte. De technische middelen zouden overvloedig kunnen produceren, verwachtte Marx, en de arbeidersstaat zou deze overvloed slechts hoeven te verdelen.
Door de herverdeling van inkomen en goederen worden de klassenverschillen opgeheven. Hiermee wordt ook de staat opgeheven, tenminste de staat is niet meer politiek, alleen nog maar een administratie van de economie dus is het eigenlijk geen staat meer.
Deze staat, voor het gemak noemen we het toch nog een staat, wordt de communistische heilstaat genoemd.
In deze staat kan iedereen in principe doen wat die wil, hij produceert naar vermogen en consumeert naar behoeften.
Er was geen privé-bezit en geen arbeidsverdeling, deze 2 dingen waren essentieel begrippen in de communistische heilstaat.
Doordat er geen privé-bezit was, was er ook geen materiele ongelijkheid tussen de mensen en de klassen. Ook is er als je geen privé-bezit hebt, geen druk om bepaalde dingen te produceren, je “moet” niet produceren zoals in het kapitalisme, maar je moet produceren naar vermogen. Daardoor gaat diegene natuurlijk nog wel dingen produceren want dat ligt nou eenmaal in de aard van de mens.
“hij is herder,visser, jager of kritische criticus en moet dit blijven als hij zijn middelen van bestaan niet wil kwijtraken”.

Je hoeft dus niet bang te zijn dat er niet meer geproduceerd wordt er zal juist precies genoeg geproduceerd worden. Misschien een klein beetje teveel doordat de technieken zo goed ontwikkeld zijn, maar niet door de druk van buitenaf zoals in het kapitalisme.
In het kapitalisme was het een groot probleem dat er geproduceerd moest worden en dat er daardoor ook meer geproduceerd werd dan eigenlijk nodig zou zijn, daardoor ontstonden veel problemen.
Onder andere dat er daardoor ook teveel geconsumeerd moest worden, want er was nou eenmaal teveel geproduceerd en dat moest allemaal ergens heen, dus werden er landen gekoloniseerd om maar afzet terrein te hebben. Ook moesten er steeds nieuwe goedkope arbeidskrachten gerekruteerd worden en grondstoffen gehaald worden. Daardoor ontstonden weer oorlogen tussen kapitalistische landen. Maar nu weer terug naar de heilstaat voordat ik teveel afdrijf.

In de communistische heilstaat komt deze arbeidsdeling dus niet meer voor, er is dus geen specialisatie meer in één beroep, je hoeft dus niet meer je hele leven lang slechts één beroep uit te oefenen.
“Terwijl in de communistische maatschappij, waar niemand een exclusieve sfeer van werkzaamheid heeft, maar iedereen zich in welke richting hij maar wil kan bekwamen, de maatschappij de algemeen productie regelt en mij juist de mogelijkheid geeft, vandaag dit en morgen dat te doen, ‘s morgens te jagen, ‘s middags te vissen, ’s avonds veeteelt te bedrijven en na het eten de kritiek te beoefenen, al naar gelang ik verkies zonder ooit jager, visser, herder of criticus te worden”.
Als je wil mag je ‘s morgens jager zijn en fijn jagen, ‘s middags visser en lekker vissen en dan ‘s avonds filosoof en lekker filosoferen, maar als je dat op een ander tijdstip wil doen, of in zijn geheel wat anders wil doen kan dat.
Je hoeft dus nooit of jager of visser of filosoof te worden maar kan altijd alles of niks blijven net zoals je het zelf wil noemen. Je kan dus altijd doen waar je zin in hebt, wat je op dat moment vanuit je natuurlijke behoeften zou willen en niet wat iemand anders je oplegt.
Er zijn helaas wel wat kanttekeningen te plaatsen bij dit proces.
Eén daarvan, en dat is eigenlijk ook meteen de belangrijkste, is dat niks ons zegt dat de als er eenmaal een revolutie van het proletariaat is geweest dat die dan niet in de dictatuur blijft steken.
Een ander probleem is dat de mens van nature toch tamelijke lui is (een perfect voorbeeld hiervan is onze eigen Tim). Als iedereen even veel verdient in een communistische staat. Dan kan je net zo goed uit je neus gaan zitten eten, in plaats van heel hard werken. Want je krijgt dan alsnog even veel betaald. Als een hardwerkende arts evenveel betaald krijgt als iemand die helemaal niets doet. Dan gaat de arts ook niet meer hard werken, omdat hij toch wel betaald krijgt.
Maar het grootste probleem is toch dat de mens niet zonder leiders kan, het mond dan zeer waarschijnlijk toch uit in een grote puinhoop end an zullen er toch weer leiders opstaan die de macht grijpen en blijven er dus klasse verschillen.


Marx zelf was er heilig van overtuigd dat al deze dingen niet zouden gebeuren, maar er is nog nooit een land geweest waar een echte communistische heilstaat is geweest, en dat komt niet doordat niemand het wilde. De oorzaak was dat het altijd fout ging bij één van de bovenstaande dingen.

De ideale heilstaat?

Conclusie
Kort samengevat baseerde Marx zijn communisme op de volgende fundamenten. Het belangrijkste was dat het in de natuur van de mens ligt om te produceren, het is zijn eerste natuurlijke levensbehoefte.
Op dit punt kan hij dan zijn communisme verder uitbouwen, doordat de mens wil produceren kan hij vrijgelaten worden wat hij doet, hij produceert toch wel want dat is wat hij graag wil doen. Je moet die persoon wel vrijlaten in wat hij doet want de mens is wat hij maakt dus moet hij wel iets maken waar hij zich goed bij voelt anders krijgt hij een slecht beeld van zichzelf want hij vervreemd van zichzelf. Vervreemding is als je niet produceert wat je zelf wil, in het kapitalisme is deze vervreemding het sterkst en in het communisme is deze vervreemding helemaal weg omdat men mag doen wat hij zelf graag wil.
Of het communisme echt werkt, dat weten we nog niet, aangezien het altijd ergens in de voorfase is fout gegaan en er nog nooit echt een ware communistische staat geweest is zoals Marx die voor ogen had.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.