HANDELEN IN ONVERWACHTE SITUATIES
Opdracht 1: “er is altijd wat”
1. Een kind weg en we konden hem nergens meer vinden.
We hebben toen naar zijn huis gebeld om te vragen of hij daar was.
Zijn vader vertelde dat hij nog niet thuis was en hij zou zijn vrouw mobiel bellen om te vragen of zij hem opgehaald heeft.
Na een paar minuten belde hij ons en zij dat het kind bij zijn vrouw was.
Toen we dat hoorde was dat een hele geruststelling.
We hebben meteen de volgende dag gezegd of ze het even wilde melden als ze het kind meenemen, want we waren ons rot geschrokken.
De situatie had voorkomen kunnen worden door beter op ze te letten dat ze niet zomaar naar beneden lopen.
Je kan ook duidelijke afspraken met ze maken.
Door te vragen of ze je gedag willen zeggen als ze weg gaan of als de ouders zich aan jou laten zien.
2. Situatie 1:
De stroom valt uit:
Hou de kinderen bij elkaar en zorg dat ze niet in paniek raken.
Vervolgens ga je naar stoppen kast om te kijken of er een stop is gesprongen en stopt er een nieuwe in.
Is dat niet het geval bel dan het energie bedrijf op en vraag of er een stroomstoring is en vraag of ze dat willen oplossen.
Als een stop gesprongen is kan je die vervangen.
Zorg wel dat je die er zijn en op een vaste plaats leggen.
Valt de stroom uit dan kan je daar niks aan doen.
Bel wel zo snel mogelijk met het energie bedrijf en laat het zo snel mogelijk oplossen.
Situatie 2:
Er wordt een ruit ingegooid:
Als er een ruit wordt ingegooid haal de kinderen dan zo ver mogelijk van het glas vandaan.
Kijk dan of er geen kinderen gewond zijn en neem ze dan mee naar een ander lokaal.
Je kan het raam afplakken met plastic of met houd betimmeren.
Ruim daarna het glas op en ga voor de zekerheid er even met de stofzuiger door heen om er zeker van te zijn dat het glas allemaal weg is.
Is er geen ander lokaal over laat ze er dan weer lekker spelen.
Voor even is het niet zo gevaarlijk.
Als laatst bel je een ruitenzetter om er een nieuw raam in te laten maken.
Je kan dit niet voorkomen maar je kan er wel maatregelen tegen nemen.
Je kan er bijv. een tralies tegen laten plaatsen of veiligheid glas gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt jezelf ingesloten:
Als je merkt dat je ingesloten bent kijk dan of er nog andere mogelijkheden zijn om er uit te komen.
Is dat er niet kijk dan of er een telefoon in de buurt is.
Is er geen telefoon en heb je geen mobiel bij je bons dan heel hard op de deur en roep zo hard als je kan.
Hoort niemand je dan moet je wachten tot er iemand komt of je trapt de deur stuk.
Je kan dit voorkomen door een mobiel bij je te hebben of een eigen sleutel bij je te hebben.
Waarschuw je collega’s dat je er nog bent, zodat ze op je kunnen wachten.
Ga je ergens naar toe waar ze je niet zo gemakkelijk kunt vinden zeg dat dan tegen je collega’s, want dan weten ze waar ze je moeten zoeken als het te lang duurt.
Opdracht 2: “EHBO in theorie”
1) De 5 richtlijnen bij eerste hulp zijn:
Ø let op gevaar
Ø ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
Ø stel het slachtoffer gerust
Ø zorg voor deskundige hulp en geef de nodige informatie door aan de hulpverleners
Ø help het slachtoffer op de plek waar hij licht en/of zit
2) Ademhalen
Bewustzijn
Circulatie
3) de volgorde van de a b c is niet juist, omdat je altijd als eerste kijkt of het slachtoffer bij bewust zijn is en daarna bepaal je de ademhaling en/of de circulatie gestoord is.
4) Een bewusteloos slachtoffer reageert niet op aanspreken.
Wanneer hij ook niet reageert op pijnprikkels dan is er sprake van bewusteloosheid.
5) Het verschil tussen bewusteloosheid en bewust zijn is dat je bij bewustzijn wel reageert op aanspreken en pijnprikkels en bij bewusteloosheid niet.
6) Als iemand diep bewusteloos is dan kan je dat controleren door te knijpen in de spier aan de bovenzijde van de schoudergordel naast de hals.
7) 6 oorzaken waardoor bewusteloosheid kan optreden:
Ø schedel en/of hersenletsel
Ø stoornissen in de ademhaling
Ø stoornissen in de bloedsomloop
Ø verslikking of verstikkingziektes(bijv. diabetes of epilepsie)
Ø vergiftigingen(bijv. als gevolg van een overdosis drugs of het inademen van giftige gassen)
8) je moet de ademhaling controleren en veiligstellen, omdat bij bewusteloosheid kans is op een hartstilstand.
9) Je controleert de hartactie bij bewusteloosheid door te kijken of de halsslagader nog klopt.
10) Onmiddellijk reanimatie is noodzakelijk als een bewusteloos slachtoffer een hartstilstand heeft.
11) Reanimatie bestaat uit hartmassage en mond – op - mond – beademing.
12) Een flauwte is een kortdurend zuurstoftekort in de hersenen.
13) Bij een dreinende flauwte kun je het beste het slachtoffer voorover laten buigen met het hoofd tussen de knieën.
Leg je hand op het achterhoofd en moedig het slachtoffer aan de hand weg te drukken.
Geef ondertussen wat tegendruk.
Is de dreinende flauwte verdwenen, zorg dan voor wat frisse lucht en eventueel wat drinken.
14) Wanneer iemand werkelijk flauwgevallen is, moet de hersencirculatie bevorderd worden.
Dit kan bereikt worden door het slachtoffer op de rug te leggen met het
Hoofd opzij.
Zorg ervoor dat de ademweg vrij blijft.
15) Je geeft iemand een glaasje water als de dreinende flauwte verdwenen is.
16) De bloedsomloop controleer je door bij het slachtoffer te voelen naar het kloppen van de halsslagader.
Je legt je wijs en middelvinger op het strottenhoofd en laat deze
Afglijden recht naar beneden.
17) Een shock wil zeggen dat er onvoldoende bloed circuleert in de bloedbaan, waardoor organen(ook hersenen, hart en longen)onvoldoende zuurstof aangeleverd krijgen.
18) Een shock is een levensbedreigende situatie, omdat er dan een ernstige stoornis in de bloedsomloop is.
19) Een shock herken je aan de volgende verschijnselen:
Ø een weke, snelle hartslag
Ø een bleke, grauwe gelaatskleur en diepliggende ogen
Ø de huid voelt klam en koud aan
Ø een snelle, oppervlakkige ademhaling
Ø het slachtoffer is onrustig en heeft dorst
Ø het slachtoffer kan slaperig worden en geleidelijk het
Bewustzijn verliezen
20) Een shock kan worden veroorzaakt door:
Ø ernstige uitwendige wonden als gevolg van een (slag)aderlijke
Bloeding
Ø ernstige inwendige wonden
Ø verlies van lichaams vocht, bijv. als gevolg van brandwonden,
extreem braken of zeer hevige diaree en een zonnesteek
Ø stoornissen in de werking van het hart
Ø grote botbreuken
Ø vergiftigingen en zeer ernstige allergische reacties
Ø zeer heftige emoties
21) Als je kunt zien wat de oorzaak is(bijv. een slagaderlijke bloeding)dan moet deze eerst gestopt worden door de bloedtoevoerende slagader dicht te drukken.
22) Als je de oorzaak niet kunt zien handel je als volgt:
Ø laat het slachtoffer liggen met het hoofd opzij
Ø laat zo snel mogelijk een ambulance waarschuwen en vermeld dat
het om een shock gaat
Ø stel het slachtoffer gerust en laat hem/haar niet alleen
Ø laat het slachtoffer niet drinken of roken
Ø bescherm het slachtoffer tegen afkoelen maar warm hem/haar niet
op
23) Je herkent een slagaderlijke bloeding aan een kapotte huid, er is veel bloed te zien dat stroomgewijs uit de wond stroomt en het slachtoffer heeft pijn
24) Bij een slagaderlijke bloeding leg je een zogeheten wonddrukverband aan.
25) Je legt een wonddrukverband aan als het bij de hand licht en om druk uit te oefenen op de plaats waar de bloeding moet worden gestopt.
Je legt geen wonddrukverband aan als de methode geen succes heeft of wanneer er zich een “vreemd voorwerp” in de wond bevind( bijv. glas), dan moet de bloeding worden gestopt door de bloedstoevoerende slagader dicht te drukken.
26) Als je een slagader wilt dichtdrukken dan handel je als volgt:
Ø laat het slachtoffer liggen
Ø kniel naast het slachtoffer aan de kant van de bloeding
Ø druk de slagader dicht of laat het slachtoffer deze zelf
dichtdrukken, op de aangewezen drukplek.
27) Welke drukpunten gebruik je bij:
Een slagaderlijke bloeding in het hoofd –hals gebied rechts:
Ø leg je linkerhand op de rechterschouder van het slachtoffer
Ø plaats je linkerduim achter het sleutelbeen
Ø buig met je rechterhand het hoofd van het slachtoffer naar rechts:
er verschijnt nu naast de hals een kuiltje waarin de duim glijd
Ø druk nu met je duim in de richting van de voeten, nadat je hem hebt voelen kloppen.
druk de slagader dicht tegen de bovenste rib
Links:
Ø leg je rechterhand op de linkerschouder van het slachtoffer
Ø plaats je rechterduim achter het sleutelbeen
Ø buig met je linkerhand het hoofd van het slachtoffer naar links:
er verschijnt nu naast de hals een kuiltje waarin de duim glijd
Ø druk nu met je duim in de richting van de voeten, nadat je hem hebt
voelen kloppen
druk de slagader dicht tegen de bovenste rib
Een slagaderlijke bloeding aan het been rechts:
Ø til het rechterbeen in de knieholte iets op
Ø plaats beide duimen op elkaar in de liesplooi, iets aan de binnenzijde
van het midden
Ø houd de overige vingers van beide handen aan weerszijden van het
gewonde been
Ø leun voorover en druk met gestrekte armen de liesslagader dicht
tegen het schaambeen
Links:
Ø til het linkerbeen in de knieholte iets op
Ø plaats beide duimen op elkaar in de liesplooi, iets aan de binnenzijde
van het midden
Ø houd de overige vingers van beide handen aan weerszijden van het
gewonde been
Ø leun voorover en druk met gestrekte armen de liesslagader dicht
tegen het schaambeen
Een slagaderlijke bloeding aan de onderarm rechts:
Ø til de linkerarm op en houd het slachtoffer bij de hand vast
Ø buig de elleboog en leg de elleboog in je rechter handpalm
Ø plaats je rechterduim aan de binnenzijde van de onderarm, precies
onder de triceps
Ø druk nu met je duim de onderarmslagader tegen het opperarmbeen
dicht
Links:
Ø til de rechterarm op en houd het slachtoffer bij de hand vast
Ø buig de elleboog en leg de elleboog in je linker handpalm
Ø plaats je linkerduim aan de binnenzijde van de onderarm, precies
onder de triceps
Ø druk nu met je duim de onderarmslagader tegen het opperarmbeen
dicht
28) Een slachtoffer kan problemen hebben met de ademhaling als je:
Ø bewusteloos bent
Ø letsel hebt in het gezicht, in de buurt van de mond en/of neus
Ø een benauwde indruk maakt, bijv. naar de hals grijpt
Ø naar adem snakt
Ø een blauwe kleur krijgt
Ø gierende, zagende, piepende, snorkelende of rochelende geluiden
maakt
29) Je kan controleren of iemand nog ademhaalt door je hand met gespreide vingers (gezicht naar het hoofd van het slachtoffer) op de overgang van de borst/buik te leggen.
30) De ademweg vrijmaken doe je als volgt:
Ø maak knellende kleding los rondom hals en middel
Ø draai het hoofd opzij
Ø open de mond
31) Je legt iemand als volgt in de stabiele zijligging:
Ø maak de ademweg vrij
Ø kniel aan de linkerkant van het slachtoffer
Ø leg zijn linkerarm in het verlengde van de schouders met de rug van
de hand op de grond
Ø leg zijn rechterbeen van het slachtoffer in de knie en plaats zijn
voet onder de linker knieholte
Ø leg je linkerhand op de gebogen knie en ondersteun tegelijkertijd
met de rechterhand het hoofd
Ø keer hem op je linkerzij naar je toe
Ø leg het hoofd in de juiste stand, namelijk achterovergestrekt
Ø leg het achterhoofd op een kleine verhoging, bijv. een opgevouwen
jas
Ø houd zijn mond schuin naar de grond zodat eventueel bloed en slijm
Kunnen wegvloeien
32) Methode slaan:
Het slachtoffer word bij verslikking met de vlakke hand een of meer flinke klappen tussen de schouderbladen te geven.
Methode heinlich:
Neem plaats achter het slachtoffer.
Je legt beide armen om de buik van deze persoon en je slaat je handen over en in elkaar.
Met een krachtige beweging trek je, je handen schuin omhoog naar je toe.
33) Zand kan je het beste verwijderen met een schone zakdoek, gaasje of wattenstokje.
Je maakt het uiteinde vochtig en tracht het vuil te verwijderen.
Ga voorzichtig te werk en ga niet over de iris.
Probeer het vuil te transporteren naar de dichtstbijzijnde ooghoek.
34) Als er een glas – of metaalsplinter vastzit in het oog dan is een dokters behandeling noodzakelijk.
Het is verstandig om het oog af te dekken met gazen en kleefpleisters.
35) Bij aanwezigheid van bijtende stoffen in het oog dan moet het oog met veel water gespoeld worden.
Houd hierbij het hoofd zo dat er geen spoelwater in het gezonde oog kan lopen.
Als een oogbadje beschikbaar is, kan dit gebruikt worden.
Daarna is doktersbehandeling noodzakelijk.
36) Wat doe je als het kind:
Een kraal in zijn neus heeft gestopt?
De enige poging is de neus krachtig te snuiten waarbij het niet aangedane neusgat afgesloten wordt.
Een kraal in zijn oor heeft gestopt?
Als je het er zelf eruit kan halen let er dan wel op dat je het er niet verder in duwt.
Als het niet lukt ga dan naar een arts om de kraal te verwijderen.
Een open veiligheidsspeld heeft ingeslikt?
Roep ten alle tijden de hulp van een arts in.
Er kunnen namelijk beschadigingen optreden.
Een knikker heeft doorgeslikt?
Je geeft het kind wat water of een laxeermiddel om het eruit te laten komen.
Je kan ook wachten tot het er vanzelf uitkomt(doe dit alleen als het een heel klein glad voorwerp is).
Komt het er niet uit ga dan naar de huisarts.
37) Wat doe je als een kind(of volwassene):
Bijtende of etsende producten heeft ingeslikt?
Laat het slachtoffer water drinken om het gif te verdunnen.
Ga daarna snel naar het ziekenhuis.
Slaapmiddelen, pillen, sigaretten enz. heeft gegeten?
Laat het slachtoffer braken en ga daarna snel naar een arts of het ziekenhuis.
Aardolie producten heeft ingeslikt?
Laat het slachtoffer niet drinken of braken, maar ga zo snel mogelijk naar een arts of het ziekenhuis.
38) Voorbeelden van bijtende en etsende stoffen zijn:
Ø vloeibare plantenmest
Ø wasverzachter
Ø bleekmiddel
Voorbeelden van niet – bijtende producten zijn:
Ø anticonceptiepil
Ø een overdosis fluortabletjes
Ø tabak
Voorbeelden van aardolie producten zijn:
Ø petroleum
Ø benzine
Ø terpentine
39) Het is belangrijk om de volgende dingen altijd in huis te hebben:
Ø noritpoeder
Ø latexmiddelen, zoals natriumsulfaat
40) Op een insectenbeet doe je wat natuurazijn of tafelazijn(circa 5% oplossing)
41) Het verschil tussen een wonddrukverband en een drukverband is dat je een wonddrukverband gebruikt om een wond mee dicht te drukken en een drukverband is om een kneuzing te ondersteunen en te verzachten.
42) Zie vraag 41
43) De 8 belangrijke punten bij verbinden zijn:
Ø lat het slachtoffer tijdens het verbinden zitten of liggen
zeker wanneer er kans is op bewustzijnsverlies of flauwte
Ø werk zo hygiënisch mogelijk
Ø ga voor het slachtoffer staan en houd lichaamscontact
Ø kijk goed naar de wond of er geen dingen in zitten
Ø maak het te verbinden lichaamsdeel vrij van kleding enz.
Ø verwijder sieraden van het gewonde lichaamsdeel
Ø houd of leg het gewonde lichaamsdeel hoog: dit verminderd het bloeden
Ø houd het lichaamsdeel tijdens het verbinden in de goede stand elleboog en knie worden bijv. altijd licht gebogen
Ø kies het juiste verbandmiddel
44) Een snelverband gebruik je voor een niet al te grote wond(bijv. op je arm).
45) Een mitella word gebruikt voor een gebroken, gekneusde of verdraaide arm.
46) Een hoge mitella:
Dit wordt gebruikt als je een kneuzing of een verdraaide arm hebt.
Een lage mitella:
Dit gebruik je als je een gebroken arm hebt.
47) Enkele methoden van een wondschoonmaken zijn:
Ø de wond even door laten bloeden(zelfreiniging)
Ø door gebruik van schoon leidingwater en daarna desinfecterende middelen
48) Het raadplegen van een arts is noodzakelijk bij:
Ø aanwezigheid van vuil in de wond
Ø diepe en/of grote wonden
Ø niet goed sluitende en/of rafelige wonden
Ø brandwonden groter dan een rijksdaalder
49) Je moet nooit zalf, poeder of jodium op brandwonden doen om infecties te voorkomen.
50) Hoe behandel je een:
Brandblaar?
Ga meteen naar de dokter toe en doe er niks zelf aan.
Een blaar op je hiel?
Deze kan doorgeprikt en verbonden worden.
51) Je maakt de schaafwond goed schoon en vervolgens word de wond gedesinfecteerd.
52) Een splinter verwijder je altijd in de lengterichting met behulp van een pincet of steriele naald.
53) Cactus haartjes verwijder je met een schone vochtige doek of papier.
54) De belangrijkste eerste hulp – maatregel bij brandwonden is zo snel mogelijk koelen met, bijvoorkeur, leidingwater.
55) Wat zijn 1e, 2e en 3e brandwonden:
1e graads brandwonden zijn:
hier zie je eer rode geïrriteerde huid die branderig aanvoelt.
2e graads brandwonden zijn:
hier zie je een rode geïrriteerde huid met kleine blaartjes op de huid.
3e graads brandwonden zijn:
hier is de huid heel erg verschroeid en er zitten vieze gele blaren op de wond.
56) Wat doe je bij:
Een neusbloeding:
Je laat het slachtoffer het hoofd licht voorover(de schrijfhouding) buigen.
Uitgeslagen tanden:
Ø laat het slachtoffer de mond spoelen
Ø laat een tandarts bellen en zorg dat het slachtoffer snel kan komen
Ø spoel de uitgeslagen tanden(of tandgedeeltes) vluchtig schoon onder de kraan
Ø bewaar de tanden in speeksel(onder de tong) of in(half) vollemelk.
Gebruik nooit een andere vloeistof.
57) Hoe herken je een:
Verstuiking en kneuzing?
Aan pijn en een zwelling van het gewicht.
Ontwrichting?
Ø een abnormale stand van het gewricht
Ø verminderde bewegelijkheid
Ø flinke pijn
Botbreuk?
Ø soms heeft men het horen”kraken”
Ø onvermogen tot bewegen van het getroffen lichaamsdeel
Ø hevige pijn
Ø soms ontstaat er een zwelling door een onderhuidse bloeding
Ø soms een abnormale stand
58) Wat doe je bij een:
Ontwrichting?
De eerste hulp is het niet bewegen van het gewricht.
Dit kan bijv. gedaan worden in een brede das.
Daarna is medische hulp direct noodzakelijk.
Verstuiking en kneuzing?
De eerste hulp bestaat uit het koelen van het gewricht met koud water of ijs gedurende ten minste10 minuten.
Daarna moet een drukverband aangelegd worden.
Vervolgens word het lichaamsdeel hoog gelegd.
Bij ernstige kneuzingen of verstuikingen moet de arts geraadpleegd worden.
Botbreuk?
Ø vermijd onnodig bewegen
Ø verander de afwijkende stand nooit
Ø laat het slachtoffer indien mogelijk ter plaatse liggen en schakel deskundige hulp in
Ø leg bij een gebroken onderarm of polsen mitella aan alvorens het slachtoffer de dokter bezoekt
Ø leg een brede das aan bij een breuk van elleboog, sleutelbeen en schouderblad
Ø dek de wond van een open botbreuk steriel af
2
Opdracht 4: eigen veiligheid en gezondheid
Opdracht a:
Deel1+2
Op mijn stage werd er wel gelet op de arbeidsomstandigheden maar niet goed genoeg.
Er waren goede komodes, aanrecht en bureau maar de tafels waar de kinderen aan zitten is voor de leidsters veel te laag.
Er waren veel collega’s die klaagden over last van hun rug.
Een collega heeft een maand thuis gezeten omdat ze zo’n last van haar rug had.
De leiding gevende is toen komen kijken om het te kijken hoe we het op kunnen lossen.
Er is over het geval gesproken en er komt nu een tafel op hoogte zodat we minder last krijgen van onze rug.
Ook het ziekteverzuim en al die andere dingen die er onder vallen is daar goed geregeld.
Natuurlijk doen ze niet moeilijk als je is te laat komt of iets anders vergeet.
Ik vind dat er goed is gelet op de omstandigheden voor de werknemers om zo goed mogelijk, zonder klachten, te kunnen werken.
Ik vind wel dat er meer gelet moet worden op de verbandtrommel.
In mijn stage periode heb ik gemerkt dat er nauwelijks iets aanwezig is en er is onvoldoende voorraad of niks aanwezig.
Tot nu toe konden we de problemen oplossen met wat we hadden of vervangers die we konden vinden.
Er moet echt op gelet worden dat de verbandtrommel op tijd bijgevuld word en dat alles wat er nodig is aanwezig is en op een vaste plek staat.
Opdracht b
1. Ja, ik herken een paar van de bovenstaande situaties.
als iemand mij zou vragen of ik een dienst kan ruilen, om wat voor reden dan ook, dan zou ik dat niet erg vinden(als ik kan tenminste).
Je kan aan mij alles vragen of zeggen als het maar op een normale manier gebeurd.
Het moet natuurlijk niet alleen maar rotklussen zijn, want dan doen ze het zelf maar.
Ik verwacht dan wel dat ze ook eens voor mij in willen springen als ik hun dat vraag.
Doen ze het heel vaak niet dan hoeven ze bij mij ook niet meer aan te komen.
2. stress:
stress is een vorm van negatieve energie.
Je zit niet lekker in je vel en kan erg overspannen of vermoeid overkomen.
Zowel geestelijk als lichamelijk heb je veel obstakels te verwerken.
Burn out:
Een burn out kan je vergelijken met stress.
Je kan daarbij zomaar een black out krijgen die een paar minuten duurt en je voelt dit niet opkomen.
3. ik zou dit kunnen voorkomen door rustig aan te doe en niet te veel hooi op mijn vork te nemen.
Je moet ook genoeg ontspannen door bijv. naar de sportschool te gaan, dagje winkelen en op tijd een vakantie nemen.
Goed eten is ook heel belangrijk en natuurlijk moet dat niet te vet zijn.
Heb je geen tijd of zin om een keer gezond te koken dan is dat helemaal niet erg.
Je moet alleen niet te vaak te vet eten.
4. de werkgever is verantwoordelijk voor jouw welzijn op de volgende wijze:
Ø er moet een goede werkhoogte zijn, zodat je minder snel last van je rug krijgt
Ø je mag maar een bepaald aantal uren per dag werken
Ø ze moeten zorgen dat het er veilig is
Ø er moet genoeg personeel aanwezig zijn
REACTIES
1 seconde geleden