H3 par. Lezen

Nederlands

Opdracht 26, par. Lezen,H3

Mirjam Heikens, 2v3

Opdracht 26:

A.

1) Reclame(trucjes): Eet mij! Drink mij!

2) –Reclame is bedoeld voor mensen die, als ze een reclame zien, verleid worden om een product te                     kopen (dat je bijv. anders niet koopt).

3a) Consumentengids

3b) Ik denk het wel, want er staat een bron bij vermeld.

4) Reclametrucjes zijn slinkse verkooptechnieken, waardoor mensen snel verleid worden, bijv. dat er geen vet in de yoghurt zit.

5) Een advies

B.

6) ‘slinkse verkooptechnieken’

7) C

8) Mensen kopen lolly’s, denkend dat het nog best wel gezond is, want er zit fruit in. Meer op de verpakking zetten aan ingrediënten dan er in zit, mag niet volgens de ‘Wet etikettering levensmiddelen’.

9a) ‘maar’ (regel 22) en ‘daarentegen’ (regel 26)

9b) ‘Formeel mogen de beweringen waar zijn…’ – ‘…daarentegen vindt de Consumentenbond het misleidend om lolly’s te verkopen alsof ze goede eigenschappen van fruit hebben.

9c) ‘De fabrikant mag geen verband leggen tussen het snoepen van deze lolly’s en gezondheid.

10a) Er zit niet eens meer dan 0,5% frambozen- en aardbeiensap in verwerkt en ze noemen het al ‘Bosvruchtenhagel’

10b) Er wordt op pastapotten gezet ‘zonder conserveringsmiddelen’ , maar in pasta mogen sowieso geen conserveringsmiddelen zitten.

10c) De directeur o.i.d. van de winkel zet op de verpakking van bosvruchtenhagel ‘bereid met’ , maar dat kan van alles zijn. Er moet staan ‘bereid van’.

11a) Vooral uit feiten.

11b) -‘Maar in drop zit nooit vet!’ <- regel 13

         -‘Het hoofdbestanddeel van de bosvruchtenhagel is overigens suiker.’ <- regel 35,36

11c) -‘Ondanks de strenge regels van de Wet etikettering levensmiddelen kun je als consument dus     toch op het verkeerde been worden gezet. <- regel 39,40

         -‘Dat is behoorlijk veel, zeker als het om verzadigd (ongezond) vet gaat.

11d) Van de schrijver van de tekst, dus van de schrijver van deze tekst uit de Consumentengids.

12) Een subjectieve tekst, want er staan meningen in. Ook wel objectief, want er staan meer feiten dan meningen in.

13a) Overtuigend -> Eet mij! Drink mij!

         Activerend -> Lees de etiketten van producten!

         Informerend -> In pasta mág volgens de wet helemaal geen conserveringsmiddel zitten.

13b) Nee, want alle soorten teksten kunnen verzonnen zijn of echt gebeurd.

                                                                       THE END