Telecommunicatie

1. Geschiedenis van de Telefoon De telefoon is een uitvinding waar haast niemand meer zonder kan, het is een uitvinding die niet meer weg te denken is in de hele wereld. Jammer is het dat de meeste mensen dachten dat iemand anders de telefoon had uitgevonden namelijk Alexander Graham Bell , maar hij heeft de telefoon helemaal niet uitgevonden
Telefoon bestaat uit twee griekse woorden: tele (=ver) en phone (=geluid). De telefoon betekend dus eigenlijk vergeluid. De telefoon is uitgevonden door Antonio Meucci. Hij is geboren in San Frediano, vlakbij Florence in Italië. Zijn geboortedatum is 13 april 1808. In Florence groeide hij op. Eerst ging hij studeren, hij studeerde Vormgeving en werktuigbouwkunde bij de universiteit in Florence. Later werkte hij in verschillende theaters als toneel technicus. Op 17 oktober 1835 ging hij naar Cuba, toen was hij ongeveer 27. In Cuba ging hij werken als ontwerper en toneeltechnicus. Antonio Meucci was helemaal gek van alles wat met wetenschappelijk onderzoek te maken had en las alles wat hij maar over dat onderwerp kon vinden. Later toen hij een manier ontdekte om ziekten te behandelen met elektronische schokken, deed hij een ontdekking. Toen hij bezig was met het voorbereiden van een behandeling van een vriend, hoorde hij in de kamer naast hem zijn vriend iets zeggen door het koper draadje dat tussen de hen in lag. Zijn vriend had hij eerst nooit kunnen horen als hij in de andere kamer was, maar nu dat koper draadje daar lag hoorde hij hem wel! Gelijk wist Meucci dat deze ontdekking belangrijker was dan alle ontdekkingen die hij al een keer had gevonden. . In 1850 verhuisde Meucci naar Staten Island, een plaatsje vlakbij New York. In Staten Island wilde hij zijn uitvinding beter maken. Maar het ging niet goed want hij had erg weinig geld en hij sprak haast geen engels. Toen zijn vrouw in 1855 voor een deel verlamd raakte, maakte hij een telefoonsysteem door het hele huis zodat hij haar bijna elke keer kon helpen als er iets was. Zo’n telefoonsysteem maakte hij ook in zijn werkplaats. Hij probeerde later steeds geld te krijgen voor zijn uitvinding, maar het lukte niet om zijn uitvinding te verbeteren. Later raakte Meucci door een zware explosie gewond en kwam hij in het ziekenhuis te liggen. Om geld te krijgen verkocht zijn vrouw de alle prototypes van Meucci’s uitvindingen, dus ook die van zijn telefoon. Toen Meucci eindelijk uit het ziekenhuis kwam probeerde hij zijn prototypes terug te kopen, maar dat lukte niet helemaal omdat zijn vrouw niet meer wist aan wie ze ze had verkocht. Omdat Meucci zijn uitvindingen niet terug kon krijgen ging hij heel hard aan de slag om een nieuw prototype van de telefoon te maken. Dat deed hij om zo eerder patent op zijn uitvinding te krijgen dan degene die zijn eerdere prototype had gekocht. Toen hij zijn prototype eindelijk klaar had, was hij in 1817 niet rijk genoeg om geld neer te leggen voor het patent (patent kost $250,-) Maar het mocht maar niet lukken om het te betalen en in 1873 was zijn inschrijving voor patent ook nog eens afgelopen. Het zat Meucci dus allemaal niet mee. Later stuurde hij een model naar en een technische beschrijving naar de firma: Western Union. Hij vroeg aan de onderdirecteur Edward B. Grant om toestemming om de “sprekende telegraaf” te demonstreren. Maar iedere keer als Meucci in contact wilde komen zei de onderdirecteur dat hij geen tijd had. Na 2 jaar vroeg Meucci of hij zijn documenten en apparatuur terug, maar toen zei Western Union dat de apparatuur en de documenten kwijt waren geraakt. Dit gebeurde allemaal in 1874. In 1876 vroeg Alexander Grahem Bell patent aan op een apparaat dat niet op een telefoon leek maar het wel was. Toen Meucci erachter kwam diende hij een klacht in bij “United States Patent Office”in Washington. Zoiets had nog nooit iemand eerder gedaan. Hij kwam erachter dat de beschrijving van “De sprekende telegraaf”ook kwijt was geraakt bij het Patent Office. Uiteindelijk kwam hij er ook achter dat de werknemers van Patent Office de informatie van de telefoon aan Bell had gegeven of zelfs verkocht had. Ook was het zo dat 20% van de winst van de telefoon aan Western Union was beloofd. Vanaf 1886 tot de dood van Meucci in 1896 liep de rechtzaak. De regering wist in die jaren dat Bell de boel had opgelicht, maar deed er niets aan. Na de dood van Meucci stopte men met de rechtzaak. Eigenlijk heeft Meucci nooit echt een beloning voor zijn uitvinding gekregen. Het is zelfs zo dat op de dag van vandaag mensen nog denken dat Bell de telefoon heeft uitgevonden. Hoe werkte de telefoon eigenlijk? De telefoon van Bell mag niemand namaken er is dus ook maar één exemplaar die er echt zo uitziet. De telefoon zet elektrische trillingen om in mechanische trillingen. De telefoon heeft een doosje en in dat doosje zit een U-Vormige magneet waar twee spoeltjes gemonteerd zijn. Daarbovenop zit een dun metalen plaatje. Als er elektrische stroom door de spoeltjes gaat word het metalen plaatje aangetrokken. Als onze stem in de telefoon komt en het metalen plaatje gaat trillen komen er trillingen in de lucht. Die trillingen worden geluid en zo horen we het uiteindelijk.
De telefoon van vroeger en nu Vroeger waren er telefoons die niet echt een hoorn hadden. Een microfoon en een los oorstuk waren de hoorn. De microfoon was om in te praten en met het oorstuk kon je de persoon aan de andere kant van de lijn horen. Aan de microfoon zat dan nog een haak voor het oorstuk. Later werd het losse oorstuk en de microfoon samen gevoegd en werd het één hoorn. De bovenkant voor het oorstuk en het onderste deel voor de microfoon. Vroeger had je hele grote telefoon, maar tegenwoordig worden telefoons veel kleiner (bijv: mobieltjes) Met de telefoon heb je dus veel keuzes. Je kunt kiezen zoals telefoons met draad, telefoons zonder draad, mobiele telefoons, telefoons met voicemail, een telefoon beantwoorden. De grote van telefoons is niet alleen veranderd ook is het materiaal veranderd bijv de draden van de telefoon. Vroeger was het draad van koper, koper is zwaar, dik en duur. De draden waren dik omdat in die tijd door dunnere kabels minder stroom kon. Als ze dunner waren geweest hadden de mensen dus minder gesprekken kunnen voeren. Tegenwoordig zijn de draden van glasvezelkabels gemaakt. Die zijn een stuk dunner dan koperen. Glasvezels zijn haardunne buigzame vezeltjes van glas. Door de glasvezels gaan heel snel lichtflitsen die niet kunnen verzwakken. Nu kan je zelfs bellen zonder kabel, de kabel is dan vervangen door soort lasertje die een signaal stuurt naar een satelliet. Die satelliet vangt de signalen op, versterkt ze en stuurt ze naar de ontvanger. Veel telefoontjes naar het buitenland gaan dan ook per satelliet. Een satelliet weerkaatst niet alleen telefoonsignalen maar weerkaatsen ook: televisiesignalen en radiosignalen. 2. De Geschiedenis van de spoedberichten Vuursignalen Vuursignalen werden als eerste gebruikt door de Amerikaanse indianen. ’S Nachts vuur en ’s middags rook signalen. Zo werden er eenvoudig boodschappen verstuurd. De indianen hadden ingewikkelde rooksignalen omdat de vijand de signalen ook kon zien spraken ze van tevoren een bepaalde code met elkaar af. Renbode In de geschiedenis werden rond de tijd van de geboorte van Chr. Spoedberichten doorgegeven per voet (2000 jaar terug). Degene die zo’n spoedbericht moest doorgeven heette een renbode. Een renbode moest een goede conditie hebben omdat hij al snel tientallen kilometers moest lopen om zijn bestemming te halen. Een renbode deed er alleen al wel snel twee weken over om op zijn bestemming aan te komen. De tijd om op een bestemming aan te komen hing heel erg af van: •Het weer •De afstand •Het landschap Pony express In de 18de en 19de eeuw werd de meeste post te paard en per koets vervoerd. In 1960 werd in de V.S. de Pony Express gestart. Teams van ruiters trokken in estafette door het hele land. In 240 uur legden ze 3165 km af. De ruiters reden afstanden van 160 km, waarbij ze om de 25 km van paard wisselden. Daarna kwamen de lichtseinen doormiddel van stops van het licht werden er letters en zelfs zinnen gevormd. Dit ging al een stuk efficiënter. Er werden nu minder fouten gemaakt met de woorden. Maritieme berichten In de 18de eeuw bedacht een Franse zeeman De la Bourdannais genaamd om felgekleurde vlaggen te gebruiken op zee als communicatiemiddel. De felgekleurde vlaggen kon je gebruiken voor de cijfers 0 t/m 9, met die vlaggen kon je wel honderden combinaties maken. In 1856 vond een Amerikaanse legerarts, Albert Myer, de seinvlaggen voor op het land uit. Hij gebruikte maar één vlag, die afwisselend van links naar rechts werd gezwaaid.
Trommels In het West-Afrikaanse Niger gebruikte ze vroeger trommels om berichten te versturen. Het geluid van de trommel leek op gesproken woorden omdat in de taal van de Joruba’s de betekenis van een woord afhankelijk was van de toonhoogte. De drummers veranderden de toonhoogte door aan de touwen te trekken die het vel van de trommels strak hielden. Telecommunicatie
De telegraaf werd rond 1800 uitgevonden. Later kwamen de morseseinen die werden uitgevonden door Samuel Morse. Morseseinen werden rond 1837 uitgevonden. Samuel morse maakte moreseinen doormiddel van een schakelaar en een elektromagneet over grote afstanden signalen over te brengen. Met een morsesleutel maakte je letters met punten en strepen. Rond 1876 werd er patent gevraagd op de telefoon. Dit was een nog sneller middel om spoedberichten te verzenden! Dit was natuurlijk de ideale manier, en het ging ook nog eens heel snel. Nu zijn er zelfs mobiele telefoons gekomen die draadloos zijn en per satelliet contact maken. Nu ben je overal bereikbaar als je je mobiel maar mee hebt! Berichten tussen schepen Lichtmorse communicatie Lichtmorse communicatie is in Nederland en België nog de enige manier waarop morse code nog veel wordt gebruikt. Dit wordt vooral gebruikt in de scheepvaart. Ze gebruiken een soort seinlamp. Deze seinlamp is een soort zoeklicht, waarop aan de voorkant een aantal lamellen zijn gemaakt die normaal gesproken het licht van de lamp tegenhoudt. Door op een knopje te drukken worden de lamellen in een stand gezet waarbij je het licht wel kan zien. Met dat knopje kan je dus korte en lange lichtflitsen laten zien. Lichtmorse is nog steeds in gebruik bij de Marine, omdat het nog steeds een goed middel is om tussen twee schepen op zichtafstand (tot ongeveer 10 a 15 zeemijl) korte berichten en orders door te geven. Voordeel van de gerichte seinlamp is, dat bijna niemand mee kan lezen met het bericht, want het is een smalle bundel. Bovendien is het handig om toch tijdens tijdstippen dat ze de radio niet willen gebruiken (radio stilte) handig om toch een bericht door te geven. Hoe er tegenwoordig wordt gecommuniceerd op zee Tegenwoordig word er gewoon gecommuniceerd via de radio, mail of fax. Mat radio spreken ze met elkaar door middel van: •VHF (alleen korte afstanden) •Satelliet (overal) •Middengolf kortgolf radio. (Dat wordt steeds minder) Met mail is gewoon het zelfde als dat wij met onze computers mailen. Dat is dus gewoon via Internet. En fax is eigenlijk ook hetzelfde als op het land. Samuel Morse Samuel Morse was een Amerikaanse kunstenaar. Hij leefde van 1791 tot 1872. Hij werd geboren in Charlestown in de staat Massachusetts. Samuel Morse studeerde aan het Yale-college en deed daarna een opleiding tot schilder in Londen. Hij werd een succesvolle schilder en beeldhouwer. Morse was betrokken bij de oprichting van de National Academy of Design in New York. Samuel Morse werd later directeur van de National Academy of Design in New York. In 1932 werd hij Professor aan de Beeldende Kunsten op de universiteit van New York. Na 1832 raakte Samuel geïnteresseerd in chemie en elektriciteit. Hij voerde veel proefnemingen uit. Deze proeven resulteerden in de uitvinding en realisering van de telegraaf, die in 1836 gebruiksklaar was. Vervolgens ontwikkelde Morse de code, waarmee letters en cijfers konden worden weergegeven door elektronische pulsen. In 1843 kreeg Morse van de Amerikaanse regering opdracht een verbinding tussen Washington en Baltimore tot stand te brengen. Op 24 Mei 1844 verzond Morse de eerste boodschap: "What hath God wrought" (Wat heeft God Gemaakt) 3. Het communicatiesysteem van het leger De heliograaf

De heliograaf is een veel gebruikt communicatiesysteem bij oorlogen. Het apparaat brengt boodschappen over, over grote afstanden. Vooral tijdens de 2e Afghaanse oorlog in 1880 gebruikte het Britse leger in India de heliograaf veel. Met de heliograaf brachten ze verslag van wat er allemaal gebeurde op het slagveld. Naast India is de heliograaf ook in gebruik bij het Britse leger in Afrika tijdens de Zulu- en Boerenoorlog (1879 en 1899-1902). Niet alleen de Engelsen gebruiken de heliograaf, ook bij het Amerikaanse leger is de heliograaf ingevoerd als mobiel communicatiemiddel en om berichten door te seinen daar waar geen vaste elektrische telegraaflijnen lopen. De heliograaf kan wel 563 kilometer ver seinen. In de 20e eeuw neemt met de opkomst van telegraaf-, telefoon- en radioverbindingen in het leger, het gebruik van de heliograaf snel af. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zet het Britse leger de heliograaf voor het laatst in tegen de Duitsers in de Noord-Afrikaanse woestijn (1941). Toch is er nog één toepassing waarbij een eenvoudige heliograaf tot de dag van vandaag wordt gebruikt. In de nooduitrusting van elke vlieger van de Koninklijke Luchtmacht zit een signaalspiegel met een doorzichtig richtkruis. Zo komt de oudste vorm van telecommunicatie in gebruik als de modernste techniek het af laat weten. De heliograaf Telefoongasmasker In de tweede wereldoorlog werd het telefoongasmasker gebruikt. Dit masker zorgde ervoor dat je gifgas buiten hield en je kon ook nog bellen. Als er een gifwolk kwam kon je dan makkelijk de andere geallieerden waarschuwen. Als je ging bellen met zo’n masker moest je in het mondstuk praten, dan hoorde een telefonist of een geallieerde je bericht en die konden dan nog meer mensen waarschuwen. 4. Het nieuwe communicatiesysteem C2000 voor hulpdiensten Systeem C2000 Wat is de C2000? C2000 is het nieuwe communicatie netwerk van de Brandweer, Politie, GGD en Marechaussee. C2000 is niets meer dan een naam voor het nieuwe systeem. C2000 is een digitaal systeem. Als er dus een bericht wordt ingesproken wordt deze gedigitaliseerd door de portofoon, digitaal verzonden, in digitale kwaliteit ontvangen en vervolgens weer omgezet in spraak. Het is ook mogelijk om tekstberichten te versturen naar bijvoorbeeld computers in politieauto’s. Nieuwe roepnummers
Voor het C2000 systeem krijgt elk hulpverleningsvoertuig in Nederland een eigen code. De opbouw van de code is erg logisch. Alle voertuigen krijgen een indeling van vier nummers 00-00
Bij bijvoorbeeld voertuigen van brandweer Hoogeveen zijn de 1e 2 cijfers 61-.. Bij de voertuigen van de regio zijn de 1e 2 cijfers dan 60-.. Elke aanhanger heeft een letter A in het midden: Dus voor aanhangers van brandweer Hoogeveen geld: 61A.. Dus voor regionale aanhangers geld: 60A.. Elke container heeft een letter H in het midden: Voor containers van brandweer Hoogeveen geld: 61H.. Voor containers van de regio geld: 60H.. De laatste 2 cijfers geven het soort voertuig aan: Tankautospuiten 30 serie
Redvoeruigen 50 serie

Speciale voertuigen 60 serie
Hulpverleningsvoertuigen 70 serie
Commandovoertuigen 90 serie
Voorbeeld: het nummer van de oude 742 van Hoogeveen wordt 61.12 = cluster 2, kazerne 1, betreft een tankautospuit, 2e tankautospuit in deze kazerne. Voordelen van de C2000
De grote voordelen van het nieuwe systeem: •Landelijke mobilofoon- en portofoondekking •Zowel afzonderlijke als interdisciplinaire communicatie door politie, brandweer, ambulancezorg en de Koninklijke Marechaussee. •Alle denkbare combinaties van mobiele verbindingen op het land, in het water en in de lucht. •Koppeling aan openbare telefoonnetten, regionale bedrijfstelefooncentrales en het Nationale Noodnet. •Tegelijk spraak- en datacommunicatie kunnen. •Communicatie rechtstreeks tussen twee randapparaten buiten de meldkamer om. •Communicatie in een gespreksgroep of meerdere gespreksgroepen tegelijk. •Eigen uniek oproepnummer voor iedere mobilofoon/portofoon. •Prioriteitsbepaling bij noodoproepen en alarmering. •Open verbinding na noodoproep. •Spraak- en databeveiliging sterk verbetert. •Mogelijkheid tot snelle uitbreiding van netwerkcapaciteit door middel van mobiele commandoposten. •Zelf opvragen van informatie door middel van mobiele datacommunicatie vanuit ambulance (bijvoorbeeld basisgegevens), brandweervoertuig (bijvoorbeeld chemische stoffen bij brand) en surveillancevoertuig (bijvoorbeeld kentekenregistratie). 5. Het landelijke waarschuwingssysteem voor… Luchtaanvallen Als er luchtaanvallen kwamen ging er vroeger in de oorlog meestal een groot alarm af zodat iedereen dekking ging zoeken. Als er luchtaanvallen kwamen gingen de geallieerden meestal zelf ook in hun vliegtuigen en gingen ze terug vechten. Maar meestal was zo’n luchtaanval te onverwachts en maakte het toch snel veel slachtoffers. Gifwolken In de eerste wereldoorlog werden er gifwolken gebruikt om mensen te doden. In Duitsland werd er als eerste gifgas ontdekt door de scheikundige Haber dat was in 1908. In januari 1915 gebruikte de Duitsers traangas tegen de tegenstanders. Kort daarna kwamen de dodelijke gassen. In april 1915 kwam chloorgas, in december van datzelfde jaar kwam fosgeengas. Mosterdgas werd in juli 1917 voor het eerst gebruikt. De aanval met chloorgas bij de Belgische stad Ieper was een hele verrassing er vielen wel duizenden slachtoffers. Chloorgas zorgde ervoor dat de ademhalingswegen en de ogen van de mensen verbrande. Toch was chloorgas niet het ergste gifgas dat er was, je zag het chloorgas al van ver aankomen door de stank en de geelgroene kleur. Doordat de mensen de geelgroene kleur zagen konden ze al snel op de vlucht gaan. Ook werden er gasmaskers uitgevonden, die er tegen bestand waren. In 1917 kwamen de Duitsers met een nieuw soort gas mosterdgas. Mosterdgas ziet eruit als olie met een lichtbruine kleur. Een minuscuul druppeltje op de huid leidde al tot een vreselijke brandwond en gigantische met vocht gevulde blaren. Als je heel veel van het mosterdgas binnenkreeg of op je huid kreeg verbrande je gewoon. Het gifgas kon wel maanden actief blijven in een gebied en kon dan ook nog steeds slachtoffers maken. Echt een waarschuwingssysteem was niet te bedenken voor gifwolken. Behalve als het chloorgas was. Want chloorgas kun je al van ver aan zien komen. Maar de meeste gifwolken waren onzichtbaar. 6. De ontwikkelingen in de toekomst + bereikbaarheid met mobiel Ontwikkelingen in de toekomst op gebied van communicatie. Ik verwacht dat in de toekomst heel veel met draadloze dingen gewerkt zal worden. Bijvoorbeeld de mobiele telefoon, die kan nu al foto’s, films, internet en natuurlijk de gewone dingen zoals bellen SMSen en spelletjes doen. Het zou dus kunnen dat ze er ook net zoiets van maken als de computer. Maar de computer zal ook verbeterd worden. Alles zal waarschijnlijk heel erg worden veranderd in de toekomst. In de toekomst willen ze chippen gaan gebruiken die in ons lichaam worden aangebracht. Zo’n microchip word onder je huid geplaatst. Die microchip zorgt ervoor dat als je een winkel uitloopt gewoon vanzelf betaald. Ik geloof zelf dat dit geen goed idee is omdat het ook in de bijbel staat aangegeven. In de bijbel staat dat het gebruikt gaat worden in de eindtijd maar dat de Christenen dit apparaat vooral niet moeten plaatsen.
Bereikbaar zijn via mobiel. Als je bereikbaar bent is dat heel handig omdat als er iets ergs gebeurd je altijd contact kunt opnemen met iemand die je kent. Het is dus heel erg veilig. Het geeft een veiliger gevoel dat er altijd wel iemand is die je zelf kunt bellen. Maar dat is niet het enige, het is ook leuk voor als je je verveeld en je wilt even met een vriend of vriendin praten. Dan kan je gewoon altijd contact met iemand opnemen als je dat wilt. Dat je via je mobiel kan opgespoord worden is wel heel apart. Maar dat is op zich ook handig als je criminelen moet opsporen. Wel is het zo dat je een stuk privacy kwijt bent. Je hoopt dan ook dat je alleen opgespoord word als je iets ergs hebt gedaan. Want je kunt ook heel makkelijk gestalkt worden met een mobiel. Tijdbalk van communicatie door de eeuwen heen Na christus
1040 De Chinezen drukken met losse letters
1438 Uitvinding van de drukpers in Europa
1627 Eerste postkantoren in Frankrijk
Na 1790 Uitvinding van de telegraaf
Na 1830 De fotografie wordt toepasbaar
1840 Uitgave van de eerste postzegels
1843 Eerste openbare telegraafdienst in Engeland
1844 Ontwikkeling van de morsecode
1860 Start van de Pony Express in de V.S. 1876 Eerste telefoongesprek van Alexander Graham Bell
1878 Eerste telefoondienst in de V.S. 1887 Het Esperanto (een kunsttaal) wordt bedacht
1896 Guglielmo Marconi vindt de radio uit
1906 De eerste radio-uitzending

1919 De eerste geregelde luchtpostdienst gaat van start
1926 De eerste tv-demonstratie van John Logie Baird
1936 De eerste tv-uitzendingen in Engeland
1939 De eerste tv-uitzendingen in de V.S. 1948 Uitvinding van de Transistor
1953 Kleuren-tv gaat van start in de V.S. 1960 Lancering van de eerste communicatie-satelliet
na 1960 Uitvinding van de optische vezelkabel
1965 De Earlybird-satelliet regelt telefoon- gesprekken over de Atlantische Oceaan
na 1970 De video word populair
na 1980 De fax word populair
na 1980 De mobiele telefoon word populair
1984 In de V.S. gaat het internet van start
Na 1990 Uitvinding van de Opwind-radio