Opdracht 11 en 13

Opdracht 11 (uit de introductiemodule van Laagland) 1) Mijn eerste persoonlijke reactie op dit fragment is dat ik het een nieuwsgierigmakend fragment vind. Ook werd ik aan het denken gezet door de tekst en dan vooral door het einde ervan, omdat het anders afloopt dan je zou verwachten. Ook vond ik het fragment heel geloofwaardig, dat komt door de manier van schrijven van Marga Minco en door het feit dat zij zelf de oorlog heeft meegemaakt. 2) Frieda Borgstein is een joodse vrouw en leeft in de tijd van de eerste en tweede wereldoorlog. Ze is getrouwd met Jacob en ze bouwen samen een gezin op. Tijdens de oorlog duiken ze onder. Maar wanneer het te gevaarlijk wordt op onder te duiken regelt Jacob bij een man, Hein, een plaats om naartoe te vluchten in Zwitserland. Op het moment dat ze opgehaald worden door Hein om weg te gaan, moet Frieda, als iedereen al beneden klaar staat, nog even snel iets pakken van boven. Ze zegt dat ze er zo zal zijn en dat ze even op haar moeten wachten. Toch hoort Frieda als ze boven is allerlei geluiden van beneden komen waaruit blijkt dat ze al vertrekken met een auto. Ze roept naar beneden maar ze is te laat, doordat ze struikelt door iets wat op de trap ligt. Beneden aangekomen ziet ze aan het einde van de straat nog net een grijze auto de hoek om rijden… (Het blijkt dus dat de Duitsers haar gezin heeft opgepakt) Na de oorlog volgt ze boekhoudcursussen en later wordt ze aangenomen bij een groot handelskantoor. 3) Zoals ik bij vraag 1 al zei: ik vond het een nieuwsgierigmakend fragment. Ik zou dus best het hele boek willen lezen. Ik ben er nieuwsgierig naar geworden door twee dingen, ten eerste door het onderwerp, namelijk de Tweede Wereldoorlog en ten tweede de manier van schrijven door de auteur Marga Minco. Opdracht 13 (uit module 1 van Laagland) 1) Mijn verwachtingen zijn dat het wel een leuk verhaal (of fragment) zal zijn, dat komt doordat ik al heel veel tv-afleveringen heb gezien van Baantjer en die vind ik leuk om te kijken. Maar ik heb nog nooit een boek gelezen van Baantjer, dus ik weet niet zeker of het leuk zal zijn. 2) Er zitten niet veel open plekken in de tekst, het is best wel duidelijk beschreven. Ook is er geen open plek op het einde, het is een gesloten einde. Er is alleen wel een duidelijk open plek wat betreft het ontbreken van bepaalde informatie. Dat is namelijk de informatie over wat er van tevoren is gebeurd, bijvoorbeeld met dat wat De Cock allemaal al meegemaakt heeft met De Vries. 3) Mijn verwachting dat het wel een leuk verhaal zou zijn omdat het op tv ook altijd wel leuk is, is uitgekomen. Ik vond het wel lijken op de tv-afleveringen van Baantjer, hoewel dat ook kan komen doordat je dat automatisch in je hoofd hebt, dat de personages er in het verhaal bijvoorbeeld net zo uitzien als ze er op tv uitzien. 4) Zoals ik ook al bij vraag 2 zei: er zijn niet veel open plekken in de tekst, tenminste niet die ik kon ontdekken. Er zijn dus wel een paar open plekken, maar die worden eigenlijk direct na het lezen alweer beantwoord dus die zijn niet zo erg. 5) Ja, ik vind het einde bevredigend en passend, doordat het echt aangeeft hoe het afloopt en het is bijvoorbeeld niet zo’n einde dat eigenlijk midden in het verhaal valt en dus heel onverwacht is. 6) Dit verhaal heeft een gesloten einde. Dat merk je aan het feit dat je weet hoe het afloopt en je het einde dus niet zelf hoeft te bedenken. Er blijven ook niet echt vragen onbeantwoord over. 7) Nee, ik had geen ander einde verwacht, doordat het op tv ook altijd een gesloten einde is. En de rest van het verhaal lijkt eigenlijk zo op een tv-aflevering, dat ik dus niet anders verwacht had dan een gesloten einde. 8) Ik kies voor de begrippen geloofwaardig en ook een beetje humoristisch. 9) Ja, ik vind de tekst op zich wel spannend, omdat je als lezer gedreven wordt verder te lezen, je wilt weten hoe het afloopt. 10) De belangrijkste spanningsboog is dat je te weten wilt komen hoe het afloopt met De Vries, dus of hij de portemonnee wel of niet gestolen heeft. 11) Deze tekst is fictie, want het is een bedacht verhaal. De schrijver heeft zich niet aan feiten gehouden tijdens het schrijven. 12) Een proces-verbaal is non-fictie, omdat het niet zelfbedacht is door een schrijver, maar waar gebeurd. Er staan alleen maar feiten in. 13) Deze tekst is proza, want de schrijver heeft de volle breedte van het papier gevuld. 14) Ik twijfel over waar ik deze tekst tot reken. Dat komt doordat ik denk dat het is begonnen als lectuur, namelijk gewoon als misdaadroman. Maar toen het verfilmd werd (als tv-serie) kreeg het misschien (literaire) erkenning. Maar ik denk dan toch dat het lectuur gebleven is.