Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tijd

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 2742 woorden
  • 25 mei 2010
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tijd

Inhoud

1. Geschiedenis van het uurwerk en de klok
2. Christiaan Huygens
3. De jaartelling
4. Hoe werkt het slingeruurwerk en het horloge
5. De zonnewijzer
6. De zon en de maan
7. Tijdmachines
8. Tijdzones en de datumgrens
9. Hulpmiddelen voor de tijd
10. Tips over uitstellen
11. Bronnen

1. Geschiedenis van het uurwerk en de klok
De eerste klok tot de elektrische klok
De eerste mechanische klok werd rond 1360 in Europa gebouwd die de waterklokken vervingen. De waterklok gaf alleen maar de uren aan. De nieuwe mechanische klok was nauwkeuriger en luide om het kwartier. Die uurwerken werden aangedreven door een vallend gewicht dat aan een groot tandrad hing. De val van dat gewicht werd afgeremd door andere tandraden in verschillende grootten. Die andere tandraden zorgden ervoor dat de wijzers bewogen. Pas veel later in 1841 vond de Schotse Alexander Bain het eerste elektrische uurwerk uit. Hiervoor waren er ook nog klokken die door de energie van een springveer werden aangedreven. Begin 20ste eeuw werd de elektrische klok gewoner omdat al veel mensen elektriciteit in huis hadden.

Andere soorten klokken
In Egypte 1400 voor Christus is de waterklok uitgevonden. De waterklok was veel handiger dan de zonnewijzer. De waterklok kon namelijk dag en nacht de tijd meten. De waterklok bestond uit twee vaten die boven elkaar stonden. In het bovenste vat zat water en ook onderin een gaatje. Met een constant ritme druppelde of stroomde het water van het ene vat naar het andere vat. Het onderste vat gaf de uren aan. Er zaten waarschijnlijk streepjes op ze zijkant waar aan je kon zien dat als er bijvoorbeeld een liter water in zit dat er dan 1 uur voorbij is. Later kwam er een waterklok waarbij tussen de twee vaten een wiel zat dus als en dan water op dat wiel druppelde of stroomde dat dat wiel dan ging draaien. En dan heb je ook de zandloper. Maar daar is niet zoveel over te vertellen. Met een zandloper stroomt zand van het ene glaasje naar het andere glaasje. Ook met een constant ritme.


2. Christiaan Huygens
Uitvinder slingeruurwerk
De Nederlandse wiskundige Christiaan Huygens vond in 1657 het eerste slingeruurwerk, de pendule, uit. De regelmatige slingerbeweging van de pendel regelde het mechanische van de klok. De pendule gaf minuten kwartieren en uren aan.

Uitvindingen en onderzoek van Christiaan Huygens
Christiaan Huygens leefde van 1629 – 1695. Er was een wetenschappelijke revolutie in de 17de eeuw. In deze eeuw werden er heel veel uitvindingen en ontdekkingen gedaan. Daarom gingen er heel veel mensen twijfelen of god de wereld wel geschapen had. Er werd namelijk steeds meer wetenschappelijk onderzoek gedaan. Huygens was de tweede zoon van Constatijn Huygens (1596 – 1687) en Suzanna van Baerle (1599 – 1637). Hij had drie broers en één zus: Constatijn (1628), Lodewijk (1631), Philips (1632) en Suzanna (1637). Christiaan was acht jaar toen zijn moeder stierf. Hij en zijn broers en zusjes werden verder opgevoet door een nicht. Christiaan’s vader was een beroemd en heel goede dichter. Hij was ook nog secretaris van de Oranjes. Christiaan was al snel bezig met de natuurwetenschap. Hij experimenteerde bestudeerde en legde ontdekkingen vast in rekensommen. Een belangrijke uitvinding was het slingeruurwerk. Het werd mogelijk tijd precies te meten. Door die uitvinding was er een manier gekomen om binnen de astronomie de snelheid van het licht te meten. Nog een belangrijke ontdekking van Huygens zijn de centrifugale krachten. Dat is dat als je bijvoorbeeld op een draaimolen in de speeltuin zit en hij gaat heel hard dat je er dan bijna af vliegt. Hij paste ook wiskundige rekensommen toe op natuurkunde. In sterrenkunde heeft hij de ringen en de maan Titan van Saturnus ontdekt.

3. De jaartelling
Verschillende culturen
Alle volken in de wereld gebruiken een jaartelling. Niet alle volken gebruiken dezelfde jaartelling. De meeste landen gebruiken de Christelijke jaartelling. Die begint in het jaar nul toen Jezus werd geboren.
Paus Gregorius bedacht de Christelijke jaartelling. Geleerde maakten een kalender voor hem: de Gregoriaanse kalender. Deze kalender is zo goed en zo handig dat hij nog steeds wordt gebruikt. Volgens de Christelijke jaartelling telt een jaar 365 dagen. In die tijd draait de aarde één keer om de zon. Maar eigenlijk duurt dat een paar uur langer. Als je die uren bij elkaar optelt heb je precies een dag over. Dat jaar heeft dan 366 dagen.
Daarom voerde paus Gregorius een schrikkeljaar in. In een schrikkeljaar heeft februari in plaats van 28 dagen, 29 dagen. Sommige volken hebben een andere godsdienstige jaartelling. Volgens de joodse jaartelling is het jaar 2000 eigenlijk het jaar 5760.Hun nieuwe jaar begint ergens in eind september of begin oktober. Voor de joden begint dan de periode van de tien heilige dagen. Dan bidden ze veel en lezen in hun heiligen boeken.

De jaartelling van de moslims is wéér anders. Het jaar 2000 is volgens de islamitische godsdienst het jaar 1420. Moslims geloven in de islamitische godsdienst. De profeet Mohammed vlucht va Mekka naar Medina. Een profeet is een soort van voorspeller. Mekka en Medina zij plaatsen in Saudi-Arabië. Het nieuwe jaar van de moslims begint in mei. Hindoes geloven in hindoeïsme. Dat is een oosterse godsdienst. Ook zij hebben een eigen jaartelling. Voor hen begint het nieuwe jaar in maart. De Chinezen hadden vierduizend jaar geleden nóg een nieuwe jaartelling bedacht. Chinese geleerden keken hoe vaak het volle maan was tussen twee oogsten in.
Ze telden twaalf volle manen. Voor Chinezen begint het nieuwe jaar tussen januari en half februari in. Dat is voor de stat van het nieuwe oogst seizoen.
Chinezen vieren da vijftien dagen feest. Ze bidden en brengen offers. Er zijn kleurrijke optochten en er wordt veel vuurwerk afgestoken. Keiharde knallen moeten de boze geesten verjagen. Het jaar 2000 is voor de Chinezen het jaar 2550. Welk nieuwjaar mensen ook vieren altijd wensen zij hun familie en vrienden het allerbeste voor het nieuwe jaar.

4. Hoe werkt het slingeruurwerk en het horloge?
Hoe werkt een slinger uurwerk?
Doordat de pendel slingert gebeurd er iets in de klok waardoor de wijzers gaan draaien. Een vallend gewicht zorgt ervoor dat de radertjes in de klok gaan draaien. De pendel slingert dus van links naar rechts en daardoor komt het anker in beweging. Het anker zorgt ervoor dat het schakelrad in beweging komt. En dat zorgt er weer voor dat verschillende tandwielen gaan draaien. Dus ook het hoofdtandwiel en die zorgt ervoor dat de wijzers van de klok gaan draaien. Het vallende gewicht heeft precies het goede gewicht zodat de tandraden blijven draaien.

Hoe werken een zakhorloge, een zelfopwindend horloge
en een digitaal horloge?

De eerste zakhorloges hadden een veer. Als de veer helemaal goed was opgewonden draaiden de wijzers met de juiste snelheid. Maar de wijzers vertraagde als de veer helemaal was afgewonden. In 1675 vond
Christiaan Huygens de balansveer uit, zodat de wijzers constant met dezelfde snelheid draaiden tot de veer weer werd opgewonden. Wat veel handiger was, was het zelfopwindende horloge. Dat werd in 1923 uitgevonden door de Brit John Harwood. Het zelfopwindende horloge heeft een veer die automatisch word opgewonden als de drager met zijn of haar armen slingert. De werking van het zelfopwindende horloge is een metalen gewichtje, de rotor, dat heen en weer gaat als het horloge beweegt.
De rotor zit vast aan radertjes die de veer langzaam opwinden. Een paar jaar later, in 1968, werd het digitale uurwerk uitgevonden. Dus ook het digitale horloge. Daarin zitten een microchip, een kwartskristal en een

lcd-display. Dat zijn allemaal vloeibare kristallen. Daar waar de kristallen geen stroom doorlaten is het schermpje lichtgroen. In de zwarte, donkere, cijfers op het schermpje, zitten geen kristallen. Dus daar kan stroom wel komen.

5. Zonnewijzer
De schaduwstok
Een schaduwstok is een loodrechte stok die loodrecht in de grond steekt. Doordat de zonop die stok schijnt krijgt de stok een schaduw die met de zon meedraait. De eerste schaduwstokken werden al in 3500 voor Christus gebruikt om de tijd aan te geven. Mensen wisten hoe laat het was door de richting waarheen de schaduw van de stok wees.

Wie vond de zonnewijzer uit?
In 1000 voor Christus vonden de oude Egyptenaren de zonnewijzer uit.
De manier waarop de zonnewijzer werkte heeft dezelfde basis als de schaduwstok. De hoekige arm in het middenwijst altijd naar het noorden. De schaduw die de zon maakte was de wijzer. De hoekige arm stond op een stenen plaat waar Romeinse cijfers in gegraveerd waren.
Elk cijfer betekende één uur. Dus als de schaduw van die arm op bijvoorbeeld de zes wees, was er zes uur voorbij.

6. De zon en de maan
De manier van draaien van de zon en de maan
Met de snelheid van 105.000 km per uur draait de aarde in een soort ingedeukte cirkel vorm rond de zon. Het duurt 365,242 dagen voor de aarde om één rondje om de zon te draaien. Voor één rondje om de zon legt de aarde 584.018.333 mijl af. Omdat de aarde niet helemaal in een mooie ronde cirkel om de zon draait, is op 3 januari de afstand tussen de aarde en de zon 91.402.335 mijl en op 4 juli 94.509.440 mijl. De maan draait in 27,3 dagen om de aarde. Maar omdat de aarde óók draait gaan er 29,53 dagen tussen twee volle manen voorbij. Als de maan helemaal verlicht is, is het volle maan. Als de maan helemaal donker is, is het nieuwe maan. De cyclus van de maan, dat is van wassende maan tot volle maan, bepaald de maandindeling. De aarde draait óók om z’n eigen as. Het duurt 24 uur voor de aarde van west naar oost om z’n as is gedraaid. Als de Als de aarde één keer om z’n as is gedraaid is er dus een dag voorbij. De bovenkant draait minder snel dan het midden van de aarde. Op de noord- en zuidpool draait het op sommige plekken bijna niet terwijl het op de evenaar 1600 km per uur draait.

7. Tijdmachines
Tijdmachines in films en boeken
Een tijdmachine is een apparaat die materie, dat zijn moleculen die ergens in zitten wat je vast kan pakken, verder of terug in de tijd en soms ook de ruimte te verplaatsen. Dat noem je tijdreizen. Tijdmachines zijn verzonnen apparaten en hij wordt bijvoorbeeld gebruikt in het boek ‘De tijdmachine’ (The Time Machine) geschreven door H.G. Wells. Een bekende soort is de teletijdmachine uit Suske en Wiske. Die tijdmachine kan mensen door de tijd en ruimte verplaatsen. De personen worden weer terug gebracht naar het heden door een bediener van de tijdmachine, meestal is dat net op het moment dat de helden van het verhaal in een moeilijke situatie zitten. Een andere soort zie je in de film Back to the Future. Die tijdmachine is in de vorm van een auto, een DeLorean, en verplaatst mensen en dingen terwijl de machine zelf ook mee reist. Er komt ook eeb tijdmachine in het bekende boek en film Kruistocht in Spijkerbroek van Thea Beckman. Daarin reist

Dolf Wega naar de dertiende eeuw. Het verschil tussen die twee tijdmachines is dat de Suske en Wiske tijdmachine mensen en spullen van plek en van tijd kan laten veranderen en dat hij niet me je meegaat in de tijd en dat is bij Back to the Future wel zo. De machine uit
Back to the Future kan alleen door de tijd reizen en niet van plek veranderen.

Waarom kunnen tijdmachines niet echt gemaakt worden?
Had je gisteren je mobieltje kwijtgeraakt? En was je voordat je hem verloor in het bos? Dan ben je hem kwijt. Je kan namelijk niet met een één of andere machine terug naar gisteren, je mobieltje oprapen en weer terug gaan naar de dag van vandaag. Dat kan niet omdat die tijd voorbij is. Alle tijd die voorbij is, kan je niet terug halen.

8. Tijdzones en de datumgrens
Wat is de datumgrens?
De datumgrens is een grens waar je van dag wisselt als je er overheen gaat.
Die grens is over de hele wereld samen bedacht. De datumgrens is niet één rechte lijn. Het is een lijn met deuken en kronkels. De datumgrens loopt tussen het oosterste puntje van Azië en het westerste puntje van Noord-Amerika. Toen de datumgrens nog recht was, liep hij dwars door het eiland Kribati. In 1995 had de regering van Kribati besloten om de datumgrens om de lijn-eilanden te trekken. Kribati word ook wel Christmas Island genoemd. Dat is zo omdat de jaarwisseling daar altijd als eerste plaats vind. Daarom kwamen daar toen het jaar 2000 eraan kwam heel veel mensen naartoe om als allereerste het nieuwe jaar te vieren.

Tijdzones
De aardbol is verdeeld in partjes. Maar dan denkbeeldige partjes. Als je naar een plastic wereldbol of een kaart van de wereld kijkt, zie je allemaal lijnen. Die lijnen zijn natuurlijk niet echt. Elk partje is een uur. Als de aardbol dus één keer de breedte van een partje is gedraaid, is er één uur voorbij. Als het bijvoorbeeld 12 uur ’s nachts is en je wilt weten hoe laat het nu in New York is, moe je op zo’n soort kaart als hiernaast kijken. Eerst zoek je Nederland op. Dan kijk je onderaan in de balk daar staat een nul in het midden omdat die op het partje van Nederland staat. Dan ga je

New York opzoeken. Dan kijk je weer naar de balk onderaan op welk partje New York staat en welk cijfer erbij staat. Daar staat -5. Dat betekent dat je van die twaalf uur die het nu is vijf uren af moet trekken. Dat is zeven uur en dat betekent dat het in New York op dat moment zeven uur is.

9. Hulpmiddelen voor de tijd
De agenda
Een agenda kan een boekje of digitaal zijn. In Suriname noemen ze een agenda madiwodo. Dat zijn de afkortingen voor de eerste vier dagen van de week. Je gebruikt een agenda om dingen te onthouden. Een agenda word meestal gebruikt om afspraken in op te schrijven. Tegenwoordig gebruikt men soms ook wel een digitale agenda op de computer. Er zijn ook speciale apparaatjes voor met bijvoorbeeld een touchscreen. Maar de papieren agenda’s worden het meeste verkocht. Het woord ‘agenda’ komt uit het Latijn. Het komt van het werkwoord agere wat ‘doen’ betekent en het betekent letterlijk “de dingen die gedaan moeten worden”.

De wekker
De wekker is onmisbaar geworden. Men heeft elke dag een wekker nodig. Hij wordt soms zelfs meegenomen op vakantie. De wekker zit tegenwoordig overal in: in je mobieltje, op je horloge, in je DS etc. etc. Onhandig was dat ze vroeger nog geen wekker hadden. Daar werd iets op bedacht: de klopper. Dat was iemand die je kon inhuren als je een dag vroeg op moest staan en die kwam je dan ’s ochtends wakker maken. Dat deed hij door te kloppen aan je deur tot je wakker was. Klopper zijn was gewoon een baantje. Dus je moest wel betalen als je een klopper in wilde huren.

10. Tips over uitstellen
Tip 1: Begin gewoon meteen met je werkstuk, spreekbeurt etc.

Tip 2: Werk aan één stuk door maar neem wel af en toe pauzes.

Tip 3: Heb je een agenda? Plan dan welke dag je wat gaat doen.
Heb je geen agenda? Schrijf je planning op de schoolkalender of pak een groot vel en schrijf daar alle dagen op die er nog zijn voordat je het moet inleveren. Bij de dagen dat je tijd hebt schrijf je op wat je gaat doen en waarneer je het gaat doen.
Hang dit vel met buddy of een punaise aan een muur die je vaak ziet.


Tip 4: Heb je echt geen zin om te beginnen? Maak dan iets te drinken klaar en pak er iets lekkers er bij.

Tip 5: Ga meteen naar de bieb of kijk in je boekenkast voor inspiratie voor een onderwerp of voor informatie. Als je daar meteen voor zorgt en een inhoud bedenkt en typt, kan je meteen beginnen zodra je er tijd voor hebt.

Tip 6: Ben je veel te laat begonnen? Zeg het dan tegen Marijke (ligt eraan bij welke juf/meester je in de klas zit) en vraag of je misschien iets langer kan krijgen om het af te maken. Je moet alleen niet wachten tot de laatste dag en het dan pas zeggen.

Tip 7: Maak je planning zo dat je nog genoeg dagen over hebt om bijvoorbeeld nog wat extra’s te maken of typen om je werkstuk leuker te maken. Zoals een interview met iemand of weetjes.
Of maak je voorkant of omslag nóg leuker.

Tip 8: Als je een of meerdere boeken van de bieb of uit je boekenkast hebt gehaald, kun je meteen al voordat je begint de informatie die je hebt gevonden even markeren met een papiertje tussen de bladzijden.

11. Bronnen
Boek:
Titel: Grote uitvindingen - ideeën die de wereld veranderen
Schrijfster: Louise Spilsbury
Uitgeverij: Parragon

Sites:
www.docukit.nl
wikikids.wiki.kennisnet.nl
educatie.beeldengeluid.nl
aladin.bibliotheek.nl
nl.wikipedia.org

Plaatjes:
Google
Boek


REACTIES

L.

L.

het heeft me eenorm geholpen met mijn huiswerk!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.