Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Bouwsteen 2.1

Beoordeling 4.9
Foto van F.
  • Opdracht door F.
  • 3e klas vwo | 173 woorden
  • 4 juni 2012
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
38 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Opgave 1

Totaal aantal aandelen =1.000.000

Opbrengst aandelenverkoop 2005/totaal aantal aandelen = 8.000.000/200.000 = €40 per aandeel in 2005

20% van 1.000.000 = 200.000

Prijs per aandeel in 2006 = 8% van 4€ = €36,80

30% van 800.000 = 240.000 aandelen

Opbrengst aandelenverkoop 2005 en 2006= 40x200.000+36,80x240.000 = €16.832.000

Opgave 2

Totaal aantal aandelen in 2006 = 138.000/50 = 2760

2760x100 = 276.000

Totaal aantal aandelen in 2005 = 276.000/30 = 9200

9200x100 = 920.000

Prijs per aandeel in 2006 = €58,50

Prijs per aandeel in 2005 = 58,50/130 = 0,45

0,45x100 = €45

58,50x138.000 = 80.730.000

45x276.000 = 12.420.000

Opbrengst = 80.730.000+12.420.000 = 93.150.000

Opgave 3

a. Bij de mannen is het meer dan bij de vrouwen

b. Dat kan je niet weten, omdat er alleen het percentage staat

c. Aantal werkende vrouwen in 1995 = 4332

4332/38 = 114

Totaal aantal vrouwen in 1995 = 114x100 = 11.400

Aantal werkende vrouwen in 2005 = 7540

7540/52 = 145

Totaal aantal vrouwen in 2005 = 145x100 = 14.500

Toename aantal vrouwen = 14.500-11.400 = 3100

Opgave 4

a. Groep 1, die geeft meer geld uit dan dat ze kunnen

b. Groep 1, die koopt er 4% van

c. Consumptieve uitgaven van groep 1 = €12.700

12.700/100 = 127

127x37,2 = 4724,4

Consumptieve uitgaven van groep 2 = €36.900

36.900/100 = 369

369x30,6 = 11.291,4

Aantal euro’s dat groep 2 meer uitgeeft = 11.291,4-4724,2 = €6567,2

d. Stijging van de consumptieve uitgaven van groep 2= 36.900/100 = 369

369x8,5 = 3136,5

36.900+3136,5 = €40.036,5

40.036,5/100 = 400,365

400,365x29,4 = €11.770,731

Consumptieve uitgaven van groep 1 = 12.700

12.700/100 = 127

127x22,5 = 2857,5

11.770,731-2857,5 = €8913,231

Groep 2 geeft €8913,231 meer uit dan groep1 aan ontwikkeling, ontspanning en verkeer

REACTIES

A.

A.

Er klopt niks van, bij 1 wordt 240000 berekend, en er wordt met daling ipv stijging gewerkt. Just said it

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door F.