Inleiding
Ik doe mijn werkstuk over Thailand omdat ik er 2 jaar geleden ben geweest en het een heel leuk land vind. Dit jaar ga ik weer op vakantie naar Thailand. Hert is echt mijn favoriete land. Daarom wil ik er iets over vertellen.
Algemene informatie
Thailand heet officieel Koninkrijk Thailand. Het ligt in het oosten van Azië. Het grenst aan Laos, Cambodja, Myanmar en Maleisië. De hoofd stad is Bangkok. De totale oppervlakte is 513.115 vierkante kilometer. Het is 25x zo groot als Nederland. En het heeft ongeveer 65,9 miljoen inwoners. 95% is boeddhistisch, daar vertel ik later nog meer over. Ze betalen in Thailand met bath. 1 euro is ongeveer 40 bath. Thailand heeft ook een volkslied, dat heet Pheng Chat. De officiële taal in Thailand is Thai. 31% van de inwoners zijn onder de 15. Dat komt omdat de mensen veel kinderen willen zodat als ze oud zijn er tenminste iemand is die er voor hen kan zorgen. Een gemiddelde Thai wordt 65 jaar. Dus lang hoeven ze niet voor hun ouders te zorgen.
Geschiedenis
Thailand was vroeger in veel koninkrijken verdeeld, dat kwam doordat de Thais oorspronkelijk uit China komen. Ze kwamen hier naartoe in de 9e maar vooral in de 13e eeuw. Eerst was er een heel groot koninkrijk het Khmer –Rijk. Dat moest zich een beetje terugtrekken. Het belangrijkste Thaise rijk was toen het Sukhothai rijk. Het had ook een ontwikkelde cultuur dat op de cultuur van het khmer- Rijk leek. De rijken werkte wel samen om andere vijanden te verslaan bijv. de Mongolen en Biramezen. Thailand had al vroeg een ontwikkelde cultuur. Want toen wij als oermensen leefden in berenvellen hadden zij al bijv. tempels, paleizen, geneeskunde, sieraden en kleding. In de 16e eeuw kwamen er Portugezen in Thailand om handel te drijven. In de 17e eeuw kwamen de Nederlanders om handel te drijven (de VOC) . In de 19e eeuw wilden de Franse en Engelse van Thailand een kolonie maken. De Franse en Engelse hebben veel gesprekken daarover gevoerd met de koning maar de koning wilde het niet. Wel bleven ze handel drijven. Thailand heeft heel erg lang Siam geheten maar in 1949 kwam daar verandering in. Ze hebben zichzelf de Thais genoemd, dat betekend “de vrije mensen”. Thailand is nog steeds een koninkrijk en hun koning heet Bhumibol. De mensen in Thailand vereren hem heel veel, je ziet in Thailand dan ook veel posters en plaatjes van hem. Als je hem beledigt en de politie hoort dat, wordt je opgepakt.
Landschap
De landschappen in Thailand bestaan vooral uit bergen en laagvlaktes. Er zijn 5 natuurlijke landschappen: het Thaise Bergland (ook wel genoemd de Gouden Driehoek), Het Centrale Laagland, Khorat-Plateau, Thaise Landtong en Zuidoost-Thailand. Het Thaise Bergland is bekend doordat het een soort van kind is van de Himalaya. Hij is 2500 meter hoog.
In de berg zitten stenen zoals kalksteen, leisteen, zandsteen en graniet. De grond rondom de berg is goed vruchtbaar en daarom noemen ze het de gouden driehoek. Vroeger plantten de mensen daar vooral papavers. Dat zijn paarse en rode bloemen met daarin poeder waarmee je drugs kan maken. Het was de grootste papavers plantage van de wereld .
Nu planten ze daar geen papavers meer. Er staan daar nu vooral veel hotels. Het centrale laagland heet zo omdat het laag is met hier en daar heuvels. Het ligt een beetje in het zuiden van Thailand. Het land daar is ook erg vruchtbaar.
In het noordoosten ligt het Khorat Plateau De hoogte ervan is van 100 meter tot 250 meter. De grond daar is onvruchtbaar. De belangrijkste rivieren in dat gebied zijn de Chi en de Mun. Een deel van Thailand ligt is een schiereiland. Dat schiereiland heet ook wel de Thaise Landtong. Aan de westkant van de Thaise langtong ligt de Andamanse Zee en de Indische Zee. Aan de oostelijke kant ligt de Golf van Thailand en de Zuid-Chinese Zee.
In dit gebied zijn niet veel bergen. Het heeft langs de kust heel veel kleine eilandjes en mangrovobossen en oerwoud.
Het laatste belangrijke landschap is Zuid-Thailand. Dat gebied is bekend doordat er een erg hoge berg staat. De berg heet het Cardamomgebergte en is 1633 meter lang. Het aller hoogste puntje heet Khao Soidao Tai. In dit gebied zijn ook nog veel rivieren en kusten.
Nu ga ik iets over de planten en dieren vertellen, oftewel de flora en fauna. In Thailand is veel natuur. Er zijn veel regenwouden en ook veel rubberbomen. Thailand is dan ook de grootste rubber industrie van de wereld. Honderd jaar geleden was de helft van Thailand begroeit met planten en bomen. Nu is dat jammer genoeg nog maar één vijfde. Thailand heeft ook grote rijst plantage, landbouwgebieden en palmbossen. Het is erg gevarieerd. Er zijn ook hier veel wilde beesten zoals de tijger, de olifant, neushoorns, luipaarden, beren, herten en erg veel apen. Er zijn ook veel giftige slangen in de regenwouden. en als laatste van dieren zijn er ook er veel vogels in Thailand, ongeveer 400. Om de natuur te beschermen en te behouden zijn er grote natuurparken gebouwd waar je als toerist naar toe kan gaan. Iets wat ook erg mooi is om te bekijken in Thailand van natuur zijn de watervallen. Daar zitten dan kleine visjes in het water die aan je gaan zuigen. Uit ervaring vertel ik je dit :,,dat kriebelt!!”
Geloof
In Thailand zijn de meeste mensen Boeddhist, wel 95%. Eigenlijk is het geen geloof maar een levenswijze. Je ziet het op straat erg veel terug. In stenen, beton, in hout, is Boeddha afgebeeld met een glimlach en vaak met steentjes. Er is volgens mij geen plek in Thailand zonder dat je iets terug ziet van het geloof. Zo zie je op straat ook veel monikken lopen. Monniken zijn mensen die helemaal voor hun geloof gaan en net zoals boeddha in verlichting te komen. Monniken leven bij elkaar in een klooster.je ziet heel erg weinig vrouwelijke monniken, die zijn er bijna niet. Jongens vanaf 12 jaar gaan vaak voor paar weken naar het klooster om er te wonen en kennis mee te maken. Monniken zijn altijd kaal omdat dan de negatieve energie in je haren zit en daarom scheren ze dat af. Later kunnen ze er voor heel hun leven blijven wonen. Dat moet dan wel zonder vrouw en kinderen. Er is niks dat dan echt van hun zelf is. Er zijn mensen die dat worden om dat ze te arm zijn. In het klooster kunnen ze normaal eten. De mensen geven ze eten en de Monniken nemen het aan. Vrouwen mogen absoluut geen eten geven. Ze geven eten omdat ze denken dat hun geest dan verrijkt wordt. Ze doen het ook omdat ze geloven dat als je een goede daad doet, dat je dan in het volgende leven een goed leven zal hebben, dus hoe meer goede daden, hoe beter het volgende leven. De mensen gaan ook vaak naar de tempel om te bidden. Om een tempel te maken wordt heel veel gespaard, soms wel tien jaar! Ook in kleine dorpjes zie je hele mooie tempels. Ook met school. Je ziet daar vaak monniken lopen. Er is ook een Boeddhistische feestdag. Dat vieren ze aan het einde van de regentijd door drijfkaarsjes op een blad door de rivier te laten stromen. Ze geloven dat ze dan in het land van de waarheid kunnen komen. Verder zijn er niet echt feesten van de Boeddhisten. Boeddhisten geloven ook dat de voeten het minst spiritueel zijn van je lichaam. Daarom is het onbeleefd als je daar met je voeten naar een ander wijst. Dus als je op de grond zit moet je in kleermakerszit zitten. het hoofd is het spiritueelste gedeelde van je lichaam. Daarom moet je eerst aan iemand toestemming daar vragen om aan iemands hoofd te zitten. Ze geloven ook er in geesten. In elk huis vindt je een soort van altaar voor de geesten met bloemetjes, fruit, wierook en kaarsjes. Het 2e geloof in Thailand is de islam. Dat zie je niet zo terug in het straatbeeld. Het is wel bekender geworden maar niet op een goede manier.
De opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
Y.
Y.
het kan iets beter.... ik zou zelf een 5.5 geven. geen haat!!!
7 jaar geleden
Antwoorden