Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Insuline

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Keuzeopdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1275 woorden
  • 11 november 2002
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
34 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Insuline: Insuline is nodig om de bloedsuikerspiegel op een niveau te houden waarbij het lichaam het beste werkt. Eigenlijk werkt het als een soort sleutel die in een receptor past op de celwand. Als de insulinesleutel op het receptorslot past, gaat er een deurtje in de cel open en kan er suiker naar binnen. Als er niet genoeg insuline is blijft de celdeur dicht en kan de cel geen suiker gebruiken. Bij een gezond persoon maakt het lichaam automatisch op het juiste tijdstip de juiste hoeveelheid insuline aan. Bij diabetes (suikerziekte) wordt de insuline niet automatisch gemaakt, jij moet dan actief ingrijpen, door te doen wat je lichaam voorheen automatisch deed. Je moet elke dag insuline-injecties nemen. Tot 1921 stierven veel mensen aan diabetes. Er was toen nog geen medicijn uitgevonden. In 1921 lukte het meneer Banting en meneer Best om een bloedglucoseverlagend preparaat te winnen uit het perssap van de alvleesklier van runderen. Eerst werd het getest op een hond met diabetes. Dat had goede resultaten en toen hebben ze het getest op een 14-jarige jongen. De toestand van de jongen verbeterde snel en een nieuw medicijn was uitgevonden. In 1922 werd het medicijn pas op de markt gebracht en vanaf toen werd diabetes behandeld met insuline. Tot in de jaren tachtig werd alle insuline geproduceerd door de alvleesklier van runderen en varkens. Dierlijke insuline is veel werk om te maken en veel bijwerkingen, zoals: allergische reacties en insulineresistentie (je hebt steeds meer insuline per dag nodig). Deze bijwerkingen werden veroorzaakt door verontreiniging. Door de jaren heen werden daar nieuwe technieken voor gevonden, zodat de bijwerkingen veel minder werden. Dierlijke insuline was een kortwerkende insuline, het werkt na een paar minuten en is het meest actief na één tot drie uur na de injectie en is ongeveer 8 uur actief. Bij kortwerkende insuline moet je binnen 30 minuten na de injectie eten. In 1946 wordt de Isophane insuline uitgevonden, dit wordt ook wel NPH genoemd. Het is een lang werkende insuline. Het duurt wel iets langer voordat het werkt, maar mensen hoeven niet meer heel vaak per dag een injectie te nemen. Deze insuline werkt na ongeveer anderhalf uur en is het meest actief tussen vier en twaalf uur na de injectie. Je moet evengoed voor de drie hoofdmaaltijden een injectie nemen, want als je eet stijgt je bloedsuikerspiegel. De kortwerkende insuline voorkomt dat. In 1964 worden de kant-en-klare insulinemengsels geïntroduceerd. Het is een mengsel van kortwerkende en langwerkende insuline. Dankzij dit mengsel hoeven diabetes patiënten nog maar twee keer per dag een injectie te nemen. ⅔ voor het ontbijt en ⅓ voor het avondeten. Door het mengsel werkt de insuline snel en lang en het zorgt ervoor dat tijdens het eten je bloedsuikerspiegel op een goed niveau blijft. In 1976 slagen onderzoekers erin om varkensinsuline om te zetten in menselijke insuline. Dat is mogelijk doordat bij varkensinsuline slechts 1 van de 51 aminozuren afwijkt van de menselijke insuline. Ze zetten de afwijkende varkensaminozuur alanine via biochemisch proces om in mensenaminozuur threonine. Dat gebeurd met behulp van het enzym trypsine. Trypsine doet zijn werking op de grens van een waterige oplossing en organisch oplosmiddel. Drie jaar daarna werd een grote sprong gemaakt, want door middel van recombinant DNA techniek wordt menselijke insuline gemaakt, hierbij zijn de alvleesklier van runderen en varkens niet meer nodig. Recombinant DNA techniek maakt het mogelijk genetische informatie om een bepaalde stof aan te maken, in te brengen in micro-organismen. Hierdoor gaan de micro-organismen de specifieke stof aanmaken, in dit geval insuline. Het inbrengen van genetische informatie gebeurt door een stukje ‘vreemd DNA’ in te bouwen in een DNA molecuul van het micro-organisme. De DNA moleculen bevatten de codes om allerlei stoffen aan te maken. Hoe verloopt de recombinant DNA techniek? 1. Een ringvormig DNA-stukje wordt uit het micro-organisme geïsoleerd. Dit ringetje heen een plasmide. 2. Met behulp van een speciaal enzym wordt de plasmide geopend. 3. Het vreemde stukje DNA , dat zorgt dat er insuline gemaakt wordt, wordt inde geopende plasmide gebracht. Daarna wordt de plasmide gesloten door een ander enzym. Deze stap heet enzymatische recombinatie. Vandaar recombinant DNA molecuul. 4. Het recombinant DNA molecuul wordt vervolgens weer in de cel ingebracht. 5. Deze ‘gastheercel’ deelt zich snel en produceert na verloop van tijd genoeg insuline. Het grote voordeel van menselijke insuline is dat het geen bijwerkingen heeft. De insuline die wordt geïnjecteerd door diabetes patiënten bevat ook conserveermiddelen die zorgen dat de insuline niet bederft. Niet alleen de ontwikkeling van insuline is beter geworden, maar ook de manier waarop het toegediend wordt is sterk verbeterd. Vroeger werd insuline geïnjecteerd met behulp van een naald en een spuit, nu zijn er veel makkelijkere methodes. Mensen konden de injecties vanaf het begin zelf toedienen, zodat ze niet steeds naar het ziekenhuis hoefden. Tegenwoordig zijn er vier methodes die veel gebruikt worden. Als diabetespatiënt mag je zelf aangeven wat je het prettigst vind. De insulinedoseerder: De insulinedoseerder is een nieuw compact insulinehulpmiddel. Het is nauwkeurig en gemakkelijk te gebruiken en heeft een geheugen voor tijd en dosis van je vorige insuline-injectie. Het wordt gebruikt met een cartridge waarin insuline zit voor verschillende injecties. De cartridge is makkelijk te vervangen als hij leeg is. Voor elke injectie wordt er een nieuwe naald geplaatst die na gebruik weer verwijderd wordt. De cartridges zijn er in alle standaard types van insuline. De insulinepen: Een insulinepen is een duurzaam hulpmiddel dat

jarenlang gebruikt kan worden voor het injecteren van insuline. Het lijkt een beetje op een vulpen, het is makkelijk te gebruiken en is nauwkeurig. De pen wordt gevuld met cartridges die insuline bevatten voor
verschillende injecties. Voor elke injectie wordt er een
nieuwe naald bevestigd, die na gebruik verwijderd wordt. De cartridge wordt vervangen als ze leeg zijn. De voorgevulde injectiespuiten: Een voorgevulde injectiespuit is een simpel injectiehulpmiddel. De insuline zit in een wegwerpspuit die voor een aantal dagen met insuline gevuld is. Daarom is het makkelijker een injectie toe te dienen dan met een normale spuit. Voor elke injectie wordt op de voorgevulde injectiespuit een nieuwe naald gezet. De insuline pomp: Een insulinepomp levert een continue stroom kortwerkend insuline; 24 uur per dag. De pomp heeft de afmeting van een pakje speelkaarten of een pieper en kan aan een riem of in een zak gedragen worden. Een dun plastic buisje voert de insuline van de pomp naar een flexibel naaldje in het vetweefsel vlak onder de huid van de onderbuik. De pomp is zo aangepast dat hij extra insuline levert voor een maaltijd. Hij verandert het tempo waarin insuline gegeven wordt automatisch. De insulinepomp maakt het mogelijk het insulinepatroon van gezonde mensen zo goed mogelijk na te bootsen. De insulinepomp wordt niet heel erg vaak gebruikt. Conclusie: Insuline is nodig om de bloedsuikerspiegel op een niveau te houden waarbij het lichaam het beste werkt. Zo voorkom je problemen op lange termijn zoals: slechte bloedvaten, oog problemen en nierproblemen. Bij diabetes (suikerziekte) wordt de insuline niet automatisch gemaakt, er moet dan actief ingegrepen worden, door te doen wat je lichaam voorheen automatisch deed. Je moet elke dag insuline-injecties nemen. Insuline is uitgevonden in 1921 en werd voor het eerst toegediend aan patiënten in 1922. Het was een geweldige uitvinding, omdat tot 1921 veel mensen stierven aan diabetes. Je hebt verschillende soorten insuline, langwerkende en kortwerkende. In 1976 werd varkensinsuline omgezet in menselijke insuline. Drie jaar daarna wordt met behulp van DNA een menselijke insuline gemaakt. Dat is grote vooruitgang, want dan zijn er geen alvleesklieren van dieren meer nodig. De biotechnologie wordt toegepast bij het maken van menselijke insuline. Genetisch veranderde bacteriën produceren menselijke insuline. Ook zijn er tegenwoordig vier moderne middelen waarmee insuline wordt toegediend; de insulinedoseerder, de insulinepen, de voorgevulde injectie spuiten en de insulinepomp.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.