Gedichtenanalyse

Beoordeling 8.6
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 2e klas vwo | 1040 woorden
  • 27 mei 2013
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Voor een dag van morgen

Wanneer ik morgen doodga,

vertel dan aan de bomen

hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan de wind,

die in de bomen klimt

of uit de takken valt,

hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan een kind,

dat jong genoeg is om het te begrijpen.

Vertel het aan een dier,

misschien alleen door het aan te kijken.

Vertel het aan de huizen van steen.

  

Maar zeg het aan geen mens.

Ze zouden je niet geloven.

Ze zouden niet willen geloven

dat alleen maar een man alleen maar een vrouw

dat een mens een mens zo liefhad

als ik jou.

  

Hans Andreus

 

Vertel het aan de stad,

hoe lief ik je had.

 

Uitleg

De schrijver van dit gedicht wil laten merken dat de liefde, die hij voelt voor degene aan wie hij dit gedicht schrijft, niet te begrijpen is door andere mensen! Als je het leest, praat je in gedachten met de bomen, een jong kind, het dier, de stenen huizen en de stad. Je vind daarin het hele persoonlijke dat om je heen is. Dat niemand anders zou snappen, wat je niet zou kunnen delen met een ander mens.

De sfeer en de

ruimte

De ruimte is de wereld waarin deze persoon leeft. Je krijgt daarom het beeld van de hele natuur en door de mens gemaakte dingen daarin en de wezens die daarin leven.  Een bepaalde sfeer door de ruimte zit niet in dit gedicht! De spanning wordt hierdoor niet bepaald verhoogd! Over weersomstandigheden wordt niet gesproken. Het gaat meer om dat laatste couplet, die duidelijk maakt dat niemand hem zal snappen. De ruimte speelt hierin geen rol.

Algemene kenmerken in dit gedicht

Het gedicht rijmt twee keer. Voor de rest niet. Het heeft een bepaald ritme, telkens zeggen ze weer: ‘Vertel het aan..’ Het heeft twee coupletten, eerst aan wie je het wel moet zeggen, en dan aan wie niet.


Toen jij er nog was

Kon ik maar terug

naar toen je er nog was


Heb ik je wel gezegd

hoeveel ik van je hou,

toen je er nog was

 

Wist je wel

hoe belangrijk je voor me bent,

toen je er nog was

 

Het is net gisteren dat je me belde,

toen je er nog was

  

Dat je zei hoe waardevol ik voor je ben,

toen je er nog was

 

Jouw liefde voor mij

besefte ik onvoldoende,

toen je er nog was

 

Weet je wel

hoe bijzonder je bent,

toen je er nog was

 

Jouw liefde ademt in ons door,

nu jij er niet meer bent

 

Lucinda van de Ven

 

Uitleg

Je voelt in dit gedicht het sterke verlangen naar het verleden. Het afvragen of de schrijver van dit gedicht wel duidelijk heeft laten merken hoeveel ze van degene, voor wie dit gedicht bedoeld is, houdt en hoe belangrijk diegene voor haar was! Ook haalt ze herinneringen op, dat diegene ook van haar hield, maar dat ze dat niet voldoende besefte. Ze laat merken dat ze het nu pas beseft, nu diegene er niet meer is.

De sfeer en de ruimte

Er is geen bepaalde ruimte in dit gedicht! Je gaat alleen terug in de tijd, herinneringen ophalen, en gevoelens uiten! De sfeer komt niet door de ruimte en weersomstandigheden worden niet aangegeven. De ruimte speelt ook hierin geen rol. Dat betekent niet dat er geen sfeer in zit, want je voelt duidelijk het gemis die de schrijver uit, ook al komt dit niet door de ruimte.

Algemene kenmerken in dit gedicht

Er zijn witregels en coupletten in dit gedicht. Het heeft een bepaald ritme, er staat telkens: ‘toen jij er nog was’ en aan het eind: ‘nu jij er niet meer bent’, ik vind het erg mooi gedaan!

 

De spiegel

Die

telkens in de spiegel ziet,

En zig met schoonheid vleit;

Beseft de waare schoonheid niet,

Maar jaagt naar ijdelheid.

 

Dit glas

maakt trots, of geeft ons pijn;

Wil 'k weeten, wie ik ben,

Dan moet Gods woord de spiegel zijn,

Waar ik mijn hart uit ken.

  

Zou ik

mijn tijd besteden

Aan duizend nietigheden?

  

'k Heb daar geen voordeel van.

Mijn lessen wil ik leeren,

Mijn meesters zal ik eeren,

Dan word ik haast een man.

 

Hiëronymus van Alphen 

 Uitleg

De schrijver van dit gedicht doelt op de ware schoonheid van de mens, die van binnen zit! Hij zegt dat je jaagt naar ijdelheid als je telkens in de spiegel kijkt. Daar bedoelt hij mee, dat als je vaak in de spiegel kijkt, je ijdel wordt! IJdel worden, dat is als je jezelf heel goed en mooi vindt! Maar het kan ook pijn doen, als je jezelf lelijk vind. Je moet je tijd niet besteden aan zulke nutteloze dingen, Gods woord moet je spiegel zijn waaruit je je eigen hart herkent!

De gedichtbespreking gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De schrijver van dit gedicht doelt op de ware schoonheid van de mens, die van binnen zit! Hij zegt dat je jaagt naar ijdelheid als je telkens in de spiegel kijkt. Daar bedoelt hij mee, dat als je vaak in de spiegel kijkt, je ijdel wordt! IJdel worden, dat is als je jezelf heel goed en mooi vindt! Maar het kan ook pijn doen, als je jezelf lelijk vind. Je moet je tijd niet besteden aan zulke nutteloze dingen, Gods woord moet je spiegel zijn waaruit je je eigen hart herkent!

De sfeer en de ruimte

De ruimte in dit gedicht wordt niet aangegeven, maar zelf zie ik een kamer voor me met een spiegel of een winkelruit of het raam van je auto waar je telkens in kijkt! Dat geeft een soort van telkens herhalende gebeurtenis in verschillende ruimtes, op straat, bij de auto, in je kamer, kortom overal. Dat geeft een soort sfeer, maar voor de rest is er geen bepaalde ruimte en ook geen weersomstandigheden in dit gedicht.

Algemene kenmerken in dit gedicht

Er zit veel rijm in,bij de eerste twee coupletten zijn regel 1 en 3 gerijmd en regel 2 en 4 gerijmd. En bij het derde couplet is gewoon gerijmd, bij het laatste couplet is regel 1 en 4 gerijmd en regel 2 en 3 gerijmd. Er is ook sprake van witregels en er zijn coupletten.

‘Toen jij er nog was’ van Lucinda van de Ven, dit gedicht is geschreven om bepaalde redenen. Een gedichtenbundel vol met gedichten over een zoektocht in het donker. Naar aanleiding van haar eigen leven! Een periode van 10 jaar rouw; Nadia van de Ven, de zus van Lucinda (1979) werd op 1 oktober 2002 vermoord. Een jaar later stierf William van de Ven, de vader van Lucinda, aan kanker. Om haar intense gevoelens van verlies, eenzaamheid en woede te verwerken schreef zij gedichten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.