Opdracht verlichting, Nederlands
Onderdeel 1
1. De vader die in deze tekst beschreven wordt is een vader die vindt dat zijn kinderen niets te vertellen hebben. Hij vindt dat je kinderen ‘strak’ moet houden. Kinderen moeten zelf niet nadenken en tegen de vader ingaan, vaders wil is wet. De vader wordt omschreven als een ‘tiran’. De kinderen zijn bang voor de vader, ze durven niet tegen hem in te gaan. Door deze opvoeding worden de kinderen later of heel losbandig, of ze hebben geen zelfvertrouwen en blijven kinds.
2. Het woord dat bedoeld wordt is “grond” (alinea 2, regel 4)
3. a. De kinderen die op deze wijze worden behandeld, houden niet echt van hun vader, ze zien hem als een tiran. In hun latere leven kun je zien dat ze op deze manier opgevoed zijn, ze worden namelijk heel losbandig, of ze hebben geen zelfvertrouwen en blijven kinds.
b. Van Effen vindt deze reactie wel begrijpelijk. In de tekst staat dat het feit dat de kinderenniet echt van hun vader kunnen houden, hen niet als een ondeugd aangerekend kan worden.
4. De kinderen die deze opvoeding gehad hebben, worden, als ze volwassen zijn, of heel losbandig, of ze hebben geen zelfvertrouwen en blijven kinds.
5. Van Effen gaat in tegen de ‘traditionele’ opvoeding, hij heeft er over nagedacht en geeft er zijn eigen mening over. De tekst is ook rationalistisch, omdat van Effen laat zien dat het niet echt goed afloopt met kinderen als ze zelf niet mogen denken, maar gewoon moeten gehoorzamen aan hun vader.
6. Wat ontbreekt in onze ogen is de invloed van de moeder op de opvoeding en op de vader en het feit dat de kinderen zich niet afzetten tegen hun vader.
Onderdeel 2
Algemene vragen
1. Het doel van van Alphen was kleine kinderen normen en waarden leren op een manier die voor kinderen begrijpelijk is. Hij wilde het niet doen op een saaie manier, maar door middel van zijn gedichtjes wilde hij de kinderen op een leuke manier iets laten leren.
2. Zijn doelgroep is kinderen vanaf 4 en 5 jaar.
3. Van Alphen had praktische ervaring met opvoeding. Hij had zelf ook kinderen.
4. De normen en waarden die worden gepropageerd zijn: eerbied hebben voor God, leer vlijtig, heb berouw over je zonden, vraag God om vergiffenis, heb je zus/broer lief, geld is niet van belang, heiligheid en deugd zijn belangrijk, leer je lessen met plezier, toon medeleven, besteed de tijd goed, wees niet ijdel, heb je ouders lief, lieg niet, wees tevreden, gehoorzaam je vader, een goede daad wordt beloond, geld maakt niet gelukkig, geduld is een schone zaak.
Ik denk dat wij de meeste normen en waarden nog steeds belangrijk vinden, misschien zijn een aantal wat verouderd, maar ze gelden toch nog steeds.
5. De kinderen leven niet in een eigen kinderwereld. De kinderen moeten zich aan dezelfde regels houden als volwassenen.
Vragen over de vier opgegeven gedichten
Titel: De perzik, pagina 5
1. Personages: Een kind en zijn vader.
2. Het onderwerp is een perzik.
3. Uit dit gedicht kan geleerd worden dat wanneer je hard werkt, j eer ook voor beloond zal worden.
4. De opvoedkundige middelen die in het gedicht gebruikt worden zijn beloningen.
5. De kritiek die voor de hand ligt is dat dit niet altijd zo door kan blijven gaan.
Titel: Het vrolijk leren, pagina 9
1. Personages: Een kind.
2. Het onderwerp is spelen en leren.
3. Uit dit gedicht kan geleerd worden dat spelen leuk is, maar dat leren dat ook is, soms is leren zelfs leuker dan spelen.
4. Er zijn geen opvoedkundige middelen die in het gedicht gebruikt worden.
5. De kritiek die voor de hand ligt is dat de meeste kinderen zo niet denken.
Titel: Het geschenk, pagina 14
1. Personages: Coosje en zijn moeder.
2. Het onderwerp is een cadeau van een kind voor zijn moeder.
3. Uit dit gedicht kan men leren dat je niet overal goed in hoeft te zijn om iemand te plezieren.
4. Er worden geen opvoedkundige middelen in het gedicht gebruikt.
5. De kritiek die voor de hand ligt is er niet.
Titel: De pruimenboom
1. Personages: Jantje en zijn vader.
2. Het onderwerp is het verlangen naar een paar pruimen.
3. Uit dit gedicht kan men leren dat je beter kan gehoorzamen, je houdt er een goed gevoel aan over en je kan ook nog beloond worden.
4. De opvoedkundige middelen die in het gedicht gebruikt worden zijn beloningen.
5. De kritiek die voor de hand ligt is dat dit niet altijd zo door kan blijven gaan.
Onderdeel 3>B
Vier vosjes Lodewijk
Toen vader Tom naar huis toe kwam, op twee en twintig Maart,
Toen vond hij daar vier kindertjes met pluimpjes aan hun staart.
En Moeder Mam zat al te roepen: Kijk eens, vader, kijk!
Dat had je zeker niet gedacht! Vier kindertjes tegelijk!
Wat moeten die kindertjes drinken,
Vader Tom, Vader Tom?
Wat moeten die kindertjes drinken?
Melk uit een kom,
Wat moeten die kindertjes eten,
Moeder Mam, Moeder Mam,
Wat moeten die kindertjes eten?
’n Dubbele boterham!
Hoe moeten die kindertjes heten,
Vader Tom, Vader Tom?
Hoe kan ik dat nou weten?
Wat geef ik daar nou om?
Wel, weet je wat? Zei Moeder Mam, dan doen we dat wel samen:
Ik geef de dubbele boterham, en jij bedenkt de namen!
En Vader Tom ging zitten en hij dacht en dacht en dacht
En dacht en dacht en dacht en dacht, de hele lange nacht.
Ik weet het! Zei hij eindelijk. Ik ben de koning te rijk!
’t Was moeilijk, maar nou weet ik het. Ze heten Lodewijk.
Maar ’t zijn er vier, zei Moeder Mam, hoe heten de anderen dan?
Ook Lodewijk, zei Vader Tom, wat vind je daar wel van?
Wat knap, wat knap, zei Moeder Mam, en zo is het gebleven:
De vosjes heten Lodewijk voor heel hun verder leven.
Als Vader Tom en Moeder Mam nu roepen: Lodewijk!
Dan komen alle vier de kleine kindertjes tegelijk.
Gedicht van Annie M.G Schmidt, uit ‘De toren van Bemmelekom’
Overeenkomsten en verschillen
Dit gedicht heeft als overeenkomst met de gedichten van Van Alphen dat het gedichten voor kinderen zijn. De gedichten van Van Alphen zijn opvoedkundig en leuk om te lezen, dit gedicht is niet echt opvoedkundig, maar wel leuk om te lezen.
Afbeelding
De afbeelding die hieronder te zien is, past goed bij het gedicht. Het gedicht gaat over vader en moeder vos, die vier ‘kinderen’ krijgen. Je ziet hier een moeder vos, met twee jongen erbij.
http://clipart-gallery.de/tiere/tiere1/f 1
Onderdeel 4
a. Het probleem is dat kinderen regelmatig niet willen eten. Kinderen zeggen dat ze bepaalde dingen niet lusten.
b. Mijn oplossing is dat je kinderen al op jonge leeftijd moet leren verschillende dingen te proeven. Gevarieerd eten is erg belangrijk, vooral voor jongen kinderen. Als je klein bent, ontwikkel je je eigen smaak, het is daarom belangrijk dat je van alles leert eten. Als een kind iets niet wil eten, is het belangrijk dat hij/zij ziet dat de ouders het wel eten. Andere mensen die in de buurt zijn kunnen ook een rol spelen. Als oma bijvoorbeeld zegt dat iets erg lekker is, neemt het kind dat misschien eerder aan, dan wanneer moeder of vader hetzelfde zegt. Bij kleine kinderen kan het soms ook helpen om een spelletje van het eten te maken, of om de kinderen te belonen als ze goed gegeten hebben.
c. Ik heb op internet (http://www.opvoedadvies.nl) een artikel gevonden over dit probleem. Het artikel is geschreven door drs. T. de Vos- van der Hoeven.
REACTIES
1 seconde geleden