Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Liefde

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 3e klas vwo | 3547 woorden
  • 27 november 2003
  • 43 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
43 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding : Het beschrijven van de liefde is zo oud als de dichtkunst zelf. Volgens velen is liefde de zin van het leven, de motor die ons laat leven. Veel beroemde dichters hebben daarom geprobeerd de liefde in woorden te vangen en het op papier te zetten. Mij lijkt “Liefde” ook belangrijk en een heel fijn onderwerp om te gebruiken voor een gedichtenbundel. Ik las, voordat ik deze opdracht kreeg, al graag liefdesgedichten of gedichten over liefde. Het onderwerp “liefde” is in de poëzie heel veelzijdig. In deze gedichtenbundel heb ik liefdesgedichten uitgekozen die mij raken, op niveau zijn en waar ik het gevoel bij heb, dat de dichter niet ver naast de betekenis van liefde zit. Daarom heb ik “liefde” als het onderwerp van mijn gedichtenbundel gekozen. Hans Lodeizen In de bedding

van je heupen wil ik slapen
door de hemel van je
ogen bedekt
je voeten zijn ver
en toch behoren ze bij je als een
vlieger zijn ze opgelaten
in een zomerdag
ik woon
in een ander huis; soms
komen we elkander tegen
ik slaap altijd zonder jou
en wij zijn altijd samen Analyse: Het gedicht heeft geen rijm en is opgebouwd uit drie strofen, twee kwatrijnen en één kwintet. Het eerste kwatrijn bevat twee metaforen. “In de bedding van je heupen wil ik slapen” is een metafoor, waarbij met “bedding” verwezen wordt naar de bedding van een rivier. De tweede metafoor is “door de hemel van je ogen bedekt”. Hij kijkt op hem/haar neer met haar ogen, net als de hemel op de aarde neerkijkt. Het tweede kwatrijn (r.5-8) is in zijn geheel een vergelijking met als, waarbij haar voeten worden vergeleken met een vlieger. Het kwatrijn bevat ook nog een enjambement: (r.6-7) “en toch… ze opgelaten”. De eerste en tweede regel van het derde kwintet vormen een enjambement. Het derde kwatrijn heeft in zijn geheel een symbolische betekenis; De man en vrouw in het gedicht zijn niet lichamelijk bij elkaar. Ze wonen ieder in een ander huis, maar in hun hart zijn ze wel samen. Interpretatie: Johannes August Frederik (Hans) Lodeizen is op 20 juli 1924 in Naarden-Bussum geboren en hij debuteerde in de jaren veertig en vijftig. Lodeizen schrijft geen direct geëngageerde poëzie, maar toch heeft hij eigen opvattingen en een eigen karakteristiek. Hij beschouwt vooral de ervaring van de werkelijkheid belangrijker dan de weergave ervan, wat inhoudt dat hij meer romanticus dan realist is. Hij beschikt daarom niet over minder realiteitszin. Daarnaast vinden we een groot aantal stijlmiddelen, die ervoor moeten zorgen dat niets eenduidig is of verstarrend werkt. Hij maakt vaak veel gebruik van beeldspraak en stijlfiguren. Het gedicht komt uit de bundel Zinnestrelen. De bundel zal dus waarschijnlijk gaan over liefde en/of erotiek. Het gedicht gaat deels over het lichaam van een partner en komt uit de bundel Zinnestrelen. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeldspraak (bijna in elke zin) ; er is weinig rijm. De ik-persoon verlangt naar de vrouw in het gedicht: ““In de bedding van je heupen wil ik slapen” is een metafoor, waarbij met “bedding” verwezen wordt naar de bedding van een rivier. “door de hemel van je ogen bedekt” (r.3-4) is ook een metafoor. Zij kijkt op hem neer met haar ogen, net als de hemel op de aarde neerkijkt. Ogen hebben soms ook een dubbele betekenis als poorten van de ziel. Het tweede kwatrijn (r.5-8) is in zijn geheel een vergelijking met als, waarbij haar voeten worden vergeleken met een vlieger. Zoals je een vlieger in de lucht ziet, ziet de ik-persoon nu vanuit zijn gezichtsveld/ooghoek haar voeten. Het 3e kwatrijn heeft in zijn geheel een symbolische betekenis; De man en vrouw in het gedicht zijn niet lichamelijk bij elkaar. Ze wonen ieder in een ander huis, maar in hun hart zijn ze wel samen. Het gedicht van Hans Lodeizen vind ik erg mooi omdat z’n gedicht over het menselijk lichaam gaat. De schrijver is intiem met haar, maar verwoordt dat op een andere manier, d.m.v. beeldspraak. Het slot, de derde strofe, is ook speciaal omdat je het een gevoel weergeeft van saamhorigheid ondanks dat er een afstand is. Je moet de derde strofe meerdere keren lezen om die intentie aan te voelen. W.H. Auden (oorspronkelijk engels)
Begrafenisblues Zet stil die klokken. Telefoon eruit. Verbied de honden hun banaal geluid. Sluit de piano’s, roep met stille trom
de laatste tocht van deze dode om. Laat een klein vliegtuig boven ’t avondrood
de witte boodschap krassen: Hij Is Dood. Doe crêpepapier om elke duivekraag
en hul de luchtmacht in het zwart, vandaag. Hij was mijn Noord, mijn Zuid, mijn West en Oost, hij was al mijn verdriet en al mijn troost, mijn nacht, mijn middag, mijn gesprek, mijn lied, voor altijd, dacht ik. Maar zo was het niet. Laat in de sterren kortsluiting ontstaan, maak ook de zon onklaar. Begraaf de maan. Giet leeg die oceaan en kap het woud: niets deugt meer, nu hij niet meer van me houdt. Funeral Blues Stop all the clocks, cut off the telephone, Prevent the dog from barking with a juicy bone, Silence the piano’s and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come. Let aeroplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message: he Is Dead, Put crêpe bows round the white necks of the public doves, Let the traffic policemen wear black cotton gloves. He was my North, my South, my East and West, My working week and my Sunday rest, My noon, my midnight, my talk, my song; I thought that love would last for ever: I was wrong. The stars are not wanted now: put out every one; Pack up the moon and dismantle the sun; Pour away the ocean and sweep up the wood; For nothing now can ever come to any good. Analyse: Het gedicht is opgebouwd uit vier kwatrijnen. Alle strofen in het gedicht hebben een gepaard eindrijm. In het eerste kwatrijn hebben regel één en twee een glijdend eindrijm en regel drie en vier een vrouwelijk eindrijm. Regel drie en vier bevatten een versregel; “Sluit de….. dode om.” In het tweede kwartrijn hebben regel vijf en zes een glijdend eindrijm en bevatten ze een metafoor; met avondrood wordt hier een zonsondergang bedoeld. Regel zeven en acht hebben een glijdend eindrijm en bevatten een metafoor: “Laat een klein vliegtuig boven ’t avondrood de witte boodschap krassen”, waarmee wordt bedoeld; met een vliegtuig strepen nalaten aan de horizon. Het derde kwatrijn is in zijn geheel een opsomming. Regel negen en tien hebben een vrouwelijk eindrijm en regel elf en twaalf een mannelijk eindrijm. Het vierde kwatrijn bevat een symboliek en geeft daarmee ook de intentie van het gedicht mee aan; laat alles maar fout gaan, stop alles maar, niets deugt meer nou hij niet meer van haar houdt. Interpretatie: Wystan Hugh Auden (W.H Auden) was geboren in York, North Yorkshire. Hij was een engelse dichter en debuteerde voornamelijk in de jaren dertig en veertig. In zijn werk gebruikte hij veel moderne dingen en tradities. Het gedicht “Begrafenisblues” is oorspronkelijk engels en komt uit de bundel Zinnestrelen. De bundel zal dus waarschijnlijk gaan over liefde en/of erotiek. De titel van het gedicht is Begrafenisblues, omdat er een begrafenis is als iemand overleden is. In het gedicht is de relatie tussen twee mensen over. De liefde is “dood” gegaan. Vandaar de titel Begrafenisblues/Funeral blues. Het gedicht is opgebouwd uit vier kwatrijnen. Er wordt weinig gebruik gemaakt van beeldspraak en het gedicht heeft bijna geen rijm op het eindrijm na. In r.7 en 8 is bijvoorbeeld spraken van een glijdend eindrijm: duivekraag – vandaag. Dit is een uitzondering om de twee zinnen toch nog te laten rijmen is er bij de tweede zin “vandaag” bij gezet dat rijmt op duivekraag. In r. 3-4 “roep met… dode om” staat een enjambement. Er wordt spanning gecreëerd met “roep met stille trom” en als vervolg “de laatste… dode om”, ter verduidelijking dat “hij” dood is. Zin zeven: “Doe crêpepapier… elke duivekraag” heeft een diepere betekenis; Duiven hebben een duivekraag wanneer het paartijd is, door crêpepapier om elke duivekraag te doen verberg je die duivekraag. Die intentie is er in het gedicht omdat niets meer deugt nou hij niet meer van haar houdt. De hele derde strofe staat voor wat hij allemaal voor haar betekende. De vierde en laatste strofe wordt de intentie van het gedicht weergegeven; Niets deugt meer nu hij niet meer van haar houdt. Het gedicht is apart omdat het oorspronkelijk engels is en het een aparte opbouw heeft; naarmate je aan het lezen bent krijg je de indruk dat de hij-persoon in het gedicht overleden is. Maar in de derde strofe geeft de laatste zin je weer een andere indruk. In de vierde strofe staat de slotzin van het gedicht, waarbij je erachter komt dat de laatste indruk de juiste was. Doordat Auden je hierdoor een beetje misleid vind ik het een nog beter gedicht. Adriaan Morriën Lectuur Ik kan niet genoeg krijgen van je huid. Als een blinde lees ik je met mijn vingers
het stille verhaal van je oppervlak. In je ogen dreig ik te verzinken. Op je huid bewandel ik alle wegen
zonder mij van jou te verwijderen. Soms keer je je behulpzaam op je buik. Je rug is een lang hoofdstuk uit een boek. Ik spel je tepels, herlees je oren. Ik laat je tenen op elkander rijmen. Ik lees tussen de regels van je benen
en blader in de atlas van je hals. Het is mij of mijn eigen vingers
je lichaam hebben uitgeschreven. Eerst viel het mij als een klank te binnen, toen lag het als een beeldspraak op mijn tong
en nu herhaal ik wat ik heb gestameld
in vloeiende bewoordingen. Analyse : Het gedicht heeft geen rijm en bestaat uit drie sextetten. Het eerste sextet bevat drie metaforen en één vergelijking met als. “Als een blinde…” is een vergelijking met als. “Als een blinde….je oppervlak” is een metafoor, waarbij met “lezen” het aanraken of strelen van haar lichaam wordt bedoeld. “In je ogen dreig ik te verzinken” is een metafoor, waarbij met “te verzinken” bedoeld wordt “het gefascineerd staren” van de schrijver in de mooie ogen van de vrouw. “Op je…..alle wegen” is een metafoor, waarbij met “bewandel” wordt bedoeld, het strelen van haar lichaam en wellicht ook de manier waarop hij dat doet. ( door middel van twee vingers over haar lichaam “lopen” ) Het tweede sextet bevat vijf metaforen en één vergelijking zonder als. “Je rug is een lang hoofdstuk uit een boek” is een vergelijking zonder als, waarbij met “een lang hoofdstuk uit een boek” haar rug wordt bedoeld. “Ik spel je tepels” is een metafoor, waarbij met “spel” het strelen van haar tepels in plaats van het spellen van een woord bedoeld wordt.. “herlees je oren” is ook een metafoor, waarbij met “herlees” het voelen of strelen van haar oren bedoeld wordt. “Ik laat je tenen op elkander rijmen” is een metafoor, waarbij met “op elkander rijmen” verwezen wordt naar het laten rijmen van zinnen of woorden. “Ik lees….je benen” is ook een metafoor, waarbij met “lees tussen de regels” het aanraken of een ander lichamelijk contact tussen de schrijver en de vrouw in het gebied tussen haar benen bedoeld wordt.. “en blader in de atlas van je hals” is een metafoor, waarbij met “het bladeren in de atlas van je hals” het stukje voor stukje bekijken, onderzoeken of “bewerken” van haar hals bedoeld wordt. Het derde sextet bevat één metafoor en nog een symbolische betekenis. “Het is mij……hebben uitgeschreven” is een metafoor, waarbij met “uitgeschreven” wordt bedoeld, het aanraken of het langsgaan van zijn handen over haar lichaam. De rest van de strofe heeft een symbolische betekenis; Eerst had hij een vermoeden toen wist hij het al bijna zeker en lag het op het puntje van zijn tong
en nu weet hij het zeker en kan hij het hardop zeggen: “Ik houd van jou”. Interpretatie: Dichter, schrijver, vertaler en recensent, Adriaan Morriën, ook wel ‘De literaire duizendpoot’ werd op 5 juni 1912 geboren in Velsen (NH). Hij studeerde Frans en werkte tot 1941 als leraar. In 1939 debuteerde hij met de dichtbundel Hartslag, met als thema de verhouding tussen man, vrouw en kind. Adriaan was erg veelzijdig. Vanaf 1945 wijdde Morriën zich volledig aan zijn literaire carrière. Hij werd recensent van het Parool en redacteur bij een aantal literaire tijdschriften. Morriën staat te boek als ontdekker van Gerard Reve, Harry Mulisch en W.F. Hermans. Met de laatste was hij in zijn jonge jaren bevriend, maar ‘karakterverschillen' zorgden voor een levenslange brouille. Ook adviseerde Morriën uitgeverijen De Bezige Bij en Van Oorschot en vertaalde onder andere de roman ‘Les liaisons dangereuses' van Choderlos de Laclos. Belangrijke thema's in Morriën’s eigen proza en gedichten zijn erotiek en seksualiteit; dat is ook op dit gedicht van toepassing, maar ook moederschap en de dood. Hij hield van vrouwen en bewonderde hen zeer. Het gedicht “Lectuur” komt uit de gedichtenbundel Zinnestrelen. De bundel gaat dus over liefde en/of erotiek. “Lectuur” is een ander woord voor “het lezen” dat blijkt ook als je kijkt naar de
letterkundige termen in het gedicht. Het gedicht is opgebouwd uit drie sextetten. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeldspraak; er is geen rijm. In het hele gedicht komen de belangrijkste lichaamsdelen van een vrouw naar voren. Daaruit blijkt Adriaan’s ambitie voor vrouwen. Strofe één t/m drie beschrijven een gebeurtenis, waarbij hij (= het lyrisch ik) intiem met haar is en hij haar genegenheid toont. Bijvoorbeeld r. 1 “ik lees je” oftewel ik onderzoek je of ik streel je”. Hetgeen gaat zo door t/m de derde strofe. De laatste strofe is anders; “Het is mij of mijn eigen vingers je lichaam hebben uitgeschreven”. Hij ‘kent’ haar zo goed, het is net alsof hij haar ‘geschreven’ heeft. Eerst viel het hem als een klank te binnen, alsof het niks was, iets onbenulligs. Daarna
werd alles duidelijker; toen lag het als een beeldspraak op zijn tong. (vergelijking val met als) En ‘nu’ is alles duidelijk, eerst stamelt hij het, daarna kan hij het echt zeggen: Hij houdt van haar. De ik-persoon realiseert zich in de laatste strofe dat hij van haar houdt, wat hij eigenlijk niet goed kon uitdrukken toen hij bij haar was. Ook deze gebeurtenis beschrijft hij in letterkundige termen. Ik vind dit een mooi en krachtig gedicht omdat het mooi doorloopt tot een slot; dat hij zich realiseert dat hij van haar houdt. Het lyrisch ik heeft haar lief maar beseft uiteindelijk dat dat niet het enige is, hij voelt meer voor haar. Daarom vind ik dit een emotioneel en mooi gedicht. De schrijver (Adriaan) heeft er ook nog een erotisch gedicht van weten te maken door haar lichaamsdelen “af te gaan”. Waardoor het gedicht voor mij alleen nog maar emotioneler en krachtiger wordt. Harmen Wind Paar De mens is in zijn taal alleen. Al roep ik jou, al fluister jij
mij liefde toe, wij leven bij
de gratie gods wat voor ons heen. Ik las, leerde je van buiten, als een gedicht, een lied; ik zing
je, maar mijn gaven zijn gering: mijn passie laat jouw oren tuiten, want nooit zal ik van jou een zin
zuiver over mijn lippen krijgen. Stem jij voorzichtig met mij in, dan kom ik hulpeloos tot zwijgen: waar ik bij jouw bestaan begin
gaat ieder woord over mijn eigen. Analyse: Het gedicht is opgebouwd uit drie strofe, achtereenvolgens twee kwatrijnen en één sextet. De eerste strofe is een kwatrijn met een omarmend rijm. (r.1-4) glijdend eindrijm. (r.2-3) mannelijk eindrijm. (r.1) “De mens is in zijn taal alleen” is een symboliek, waarmee wordt bedoeld, dat de mens de enige “diersoort” is, waarbij de communicatie zo ver ontwikkeld is. Maar in dit geval wordt er ook iets anders mee bedoeld ; ieder heeft zijn eigen gevoel
en de manier van uitdrukken hiervan. (r.2-3) bevatten een enjambement. (r.3-4) “wij leven…ons heen” ; heeft een symbolische betekenis.We leven bij Zijn gunst en we doen maar wat ons goed dunkt --- wat we denken voelen en zeggen. De tweede strofe is een kwatrijn met een omarmend rijm. (r.5-8) mannelijk eindrijm. (r.6-7) glijdend eindrijm. “Ik las…….een lied” is een metafoor, waarbij “las” en “leerde” slaan op een gedicht of een lied. “Als een gedicht, een lied” is een vergelijking met als. De strofe heeft in zijn geheel ook nog een symbolische betekenis: Hij probeert haar op allerlei manieren te zeggen wat hij bedoelt, hij probeert haar te begrijpen, maar het lukt hem niet. De derde strofe is een sextet met een gekruist rijm. (r.9-11) mannelijk eindrijm. (r.11-13) glijdend eindrijm. (r.10-12) mannelijk eindrijm. (r.12-14) vrouwelijk eindrijm. De derde strofe heeft ook nog een symbolische betekenis: Nooit kan hij verwoorden wat hij precies voelt. Ook als de ander zegt het te begrijpen blijft de man de onzekerheid houden.(stilte) Je verwoordt alles altijd vanuit jezelf. Interpretatie: De dichter Harmen Wind is op 24 december 1945 geboren in Friesland. Wind is een Friese schrijver die voornamelijk gedichten heeft geschreven in het Fries. Hij debuteerde in de jaren tachtig en negentig. Hij schrijft vaak over de thema’s: Waar hij zelf vandaan komt, liefde en de zin van het leven. Het gedicht “Paar” komt uit de bundel “Liefdeswerk”. De bundel gaat vanzelfsprekend over liefde. De titel van het gedicht is “Paar” omdat het gedicht de relatie van een vrouw en een man beschrijft. Het gedicht is opgebouwd uit drie strofe, achtereenvolgens twee kwatrijnen en één sextet. Er wordt niet veel gebruik gemaakt van beeldspraak en het gedicht heeft bijna geen rijm op het eindrijm na. Het gedicht is opgebouwd uit drie strofe, achtereenvolgens twee kwatrijnen en één sextet. In dit gedicht heeft elke strofe een symbolische betekenis. “De mens is in zijn taal alleen”, in regel 1, is een symboliek, waarmee wordt bedoeld, dat de mens de enige “diersoort” is, waarbij de communicatie zo ver ontwikkeld is. Maar in dit geval wordt er ook iets anders mee bedoeld; ieder heeft zijn eigen gevoel
en de manier van uitdrukken hiervan. “wij leven…ons heen”, in regel drie en vier, is een symbolische betekenis, waarmee wordt bedoeld; “We leven bij Zijn gunst en we doen maar wat ons goed dunkt, wat we denken voelen en zeggen.” In de tweede strofe is “Ik las…….een lied” is een metafoor, waarbij “las” en “leerde” slaan op een gedicht of een lied. “Als een gedicht, een lied” is een vergelijking met als. De strofe heeft in zijn geheel ook nog een symbolische betekenis: Hij probeert haar op allerlei manieren te zeggen wat hij bedoelt, hij probeert haar te begrijpen, maar het lukt hem niet. De derde strofe heeft ook nog een symbolische betekenis: Nooit kan hij verwoorden wat hij precies voelt. Ook als de ander zegt het te begrijpen blijft de ik-persoon zijn onzekerheid houden. Dat blijkt doordat hij stil wordt. Je verwoordt alles altijd vanuit jezelf. Dit gedicht is een heel speciaal gedicht omdat het belangrijkste gedeelte van het gedicht (de intentie) allemaal in de symbolische laag zit van het gedicht. De oppervlakte laag heeft in dit gedicht niet zoveel betekenis. Daarom is dit een gevoelig gedicht. Als je het gedicht gaat interpreteren dan wordt het gedicht opeens een stuk leuker en mooier dan dat het er in het eerste oogopslag uitziet. Ellen Warmond Wat anders? Wat is liefde anders dan
elkaar vertalen
in een sprakeloze taal? woordeloos zeggen: luister
waterval van gefluister
hoor mij ik hoor je uit
en het ademloos antwoord: je huid
juichend
zonder geluid. Analyse en Interpretatie: Ellen Warmond, pseudoniem van Pieternella Cornelia van Yperen, is geboren in 1930 en ze debuteerde in de jaren vijftig. Ze maakt overdadig veel gebruik van metaforen. Ze schreef eerst gedichten die zeer introvert (=in zichzelf gekeerd) waren. Thema daarvan was eenzaamheid. Daarna werden haar gedichten extroverter (=meer naar buiten gekeerd). De gedichten zijn pessimistisch van toon. Het begrip tijd speelt er een belangrijke rol in. Het gedicht is opgebouwd uit drie strofe, achtereenvolgens twee terzinen en één kwatrijn. Het hele gedicht heeft een symbolische betekenis. De eerste strofe is een terzine zonder rijm. “Wat is… sprakeloze taal”, is een enjambement. De hele eerste strofe heeft een symbolische betekenis; Elkaar begrijpen zonder een woord te zeggen. “hoor mij ik hoor je uit” betekent dat ze naar elkaar luisteren en in elkaar opgaan. De tweede strofe heeft een apart soort rijm, namelijk: d-d-e oftewel a-a-b. Zo ver ik weet is voor zo’n rijmschema geen naam. “Waterval” staat symbool voor rust. Met rust fluisteren ze. “hoor mij ik hoor je uit” betekent dat ze naar elkaar luisteren en in elkaar opgaan. De derde strofe is een kwatrijn met een gebroken rijm. Regel acht en tien hebben een glijdend eindrijm. De derde strofe heeft in zijn geheel ook een symbolische betekenis; Het tegen elkaar aan liggen en voelen dat je van elkaar houdt. Ook al is dit het kleinste gedicht wat ik uitgekozen heb, vind ik het ook het mooiste gedicht, omdat er met heel weinig woorden het gevoel van liefde word weergeven. Voor mij is het in dit gedicht het beste gelukt om de liefde te vangen en op papier te zetten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.