Georg Friedrich Händel (Messiah)
Inleiding
Ik ben zelf een keer met mijn moeder en zussen naar het Concertgebouw in Amsterdam geweest om de voorstelling “Messiah” bij te wonen. Ik vond het erg indrukwekkend zoals: het gebouw, het aantal mensen, het orkest, het koor, de dirigent etc. Vervolgens bedacht ik dat ik dit uitje wel kon gebruiken voor CKV1. Ik vroeg toestemming aan u en daarna ben ik met het verslag begonnen.
Medewerkers
Anne Grimm : sopraan
Sylvia Schluter : alt
Ludwig van Gijsegem : tenor
Maarten Koningsberger : bas
Jan Jansen : klavecimbel
Wybe Kooijmans : orgel
Randstedelijk Begeleidings Orkest
Koor van de Nederlandse Händelvereniging
Algehele leiding : Thijs Kramer
Messiah
Messiah, zo noemde Georg Friedrich Händel (1685-1759) dit werk, een van zijn mooiste oratoria. Messiah is de Engelse vertaling van het Hebreeuwse Masjiach: Gezalfde, de Verlosser die door het volk Israël werd verwacht. Händel componeerde zijn Messiah in 1741 en had voor het belangrijkste werk daaraan niet meer dan 24 dagen nodig. In de loop der jaren maakte hij aan vullingen en varianten. waaronder aria’s voor verschillende stemsoorten. Hierdoor kan dit oratorium (oratorium d.w.z. muzikaal werk voor solisten, koren, orkest) in tientallen verschillende versies worden uitgevoerd. De teksten voor dit werk zijn afkomstig uit de Bijbel: ze zijn uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament gehaald. De Messiah kent geen handeling en geen held, wat bij andere oratoria wel het geval was. Centraal staan leven en zending van Christus en zijn relatie met de gemeenschap. De teksten zijn samengebracht en geordend door Charles Jennens (1700-1773), dat kan je opmaken uit bewaard gebleven correspondentie tussen Händel en Jennens. Op 13 april 1742 vond de première plaats in de Music Hall te Dublin. De opbrengst besteedde Händel aan een liefdadig doel. Händels Messiah bestaat uit drie delen. In het eerste deel staan centraal de verwachting van de Messias en zijn komst op aarde, met thema’s als duisternis, belofte, de mens tegenover God, Gods boosheid over de zondigheid en de verwijzing naar de komende Verlosser. De “sinfonia pastorale” is een muzikaal schilderij van de kerstnacht. In deel twee vinden lijden en sterven, opstanding en hemelvaart van Christus hun plaats, net als het uitdragen van zijn evangelie in de wereld. Eerst zijn Jezus’ ellende en verwerping het onderwerp. Vervolgens dat wat zich afspeelde op de Golgotha: bespotting, eenzaamheid, dood. Maar ook het openen van de hemelpoorten om Jezus -the-King of Glory- de heerlijkheid binnen te laten gaan; de verbreiding van de evangelie, en dat wat dat oproept bij voor-en tegenstanders. En tot slot van dit deel het meesterlijke Halleluja. Het verhaal gaat dat Koning George II bij de eerste uitvoering in Londen zo onder de indruk was dat hij ging staan toen dit koor werd ingezet: het begin van de traditie dit lied staande te horen. Het derde deel vertelt van Christus’ verlossingswerk, het Laatste Oordeel, de eeuwige zaligheid en de dank voor de verlossing. Een hoogtepunt is de bekende aria I know that my Redeemer liveth. Dit derde deel is opvallend korter dan de eerste twee delen en heeft nog iets verrassend: de solo-trompet in de basaria The trumpet shall sound. Het slot van de Messiah wordt gevormd door het koor Worthy is the Lamb, gevolgd door de fuga Blessing and honour en een tweede fuga op Amen volgens Casper Höweler een “wonderwerk van muzikale architectuur.” In dit hele oratorium valt op dat bepaalde onderwerpen worden uitgewerkt in een trits: drie thematisch bij elkaar horende nummers: recitatief-aria-koor (recitatief d.w.z. het zingend spreken). Het werk volgt in grote lijnen de volgorde van het kerkelijk jaar: Advent, Kerstmis, Epifanie, Lijdenstijd, Pasen, Hemelvaart, de tijd van de voleinding (alleen Pinksteren ontbreekt in de Messiah.) Er zijn dus verschillende momenten in het jaar waarop dit oratorium uitgevoerd kan worden. De Nederlandse Händelvereniging blijft de uitvoering toch elk jaar op Kerstmis organiseren.
Beschrijving van zanger(es) en dirigent
Anne Grimm Anne Grimm is een sopraan. Ze begon haar zangstudie aan het Sweelinck Conservatorium bij Erna Spoorenberg. Daarnaast studeerde zij viool bij Jan Henrichs en Peter Brunt. Op dit moment studeert zij bij Magreet Honig. Zij volgde Masterclassen bij onder andere Kurt Equiluz, Elly Ameling, Daniel Ferro en Jard van Nes. Anne Grimm maakt deel uit van het Amsterdam Baroque Choir onder leiding van Ton Koopman en zong in oratoria met het Concertgebouw Kamerorkest, het Radio Kamerorkest en het Amsterdam Baroque Choir. In 1992 maakte zij haar opera-debuut als soliste in de Spiegel van Venetië van Hendrik Andriessen. In 1993 zong zij Belinda uit Dido en Aeneas in het Concertgebouw in Amsterdam. Verder zong zij het Requiem van Mozart onder leiding van Fred Smalbrugge. Eind 1944 heeft Anne Grimm haar diploma als Uitvoerend Musicus behaald.
Sylvia Schluter Sylvia Schluter is geboren in Rotterdam en maakte haar debuut in 1973 met een televisie optreden in Budapest. Sindsdien heeft ze veel concerten, radio- en televisie optredens in binnen-en buitenland gedaan. Zij heeft ook aan veel festivals en concerten in België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Oostenrijk, Polen, Hongarije, Denemarken, Canada en de VS. Sylvia werkt vaak met bekende dirigenten zoals: Roberto Benzi, Edo de Waart, Hans Vonk, Arnold Ostman, Nikolaus Harnoncourt, David Zinman, Ricardo Muti en Antoni Ros-Marba en was soliste bij toporkesten zoals het Concertgebouw Orkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Residentie Orkest, Radio Philharmonisch Orkest, Nederlands Kamer Orkest en het San Francisco Symphony Orchestra. In 1993 zong zij de rol van Geneviève in Peter Brook sproductie van “Pelléas et Méas et Mélisande” van Debussy in Parijs, Madrid, Lissabon, Wenen en Glasgow. In 1994 maakte zij weer een tournee door de USA en Canada. Sinds september 1990 is Sylvia Schluter hoofdvakdocente van zang aan het Rotterdams Conservatorium.
Ludwig van Gijsegem Ludwig van Gijsegem is een tenor en is geboren in Aalst in België. Toen hij koorzanger in de Schola Cantorum Cantate Domino in Aalst was raakte hij geïnteresseerd door muziek, en na zijn humaniorastudies ging hij ook muziek studeren. Aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent leerde hij de theorie van blokfuit en kamermuziek bij Oswald van Olmen en Johan Huys. Vervolgens studeerde Ludwig van Gijsegem zang bij Louis Devos aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Brussel. Op dat moment gaf hij concerten door heel Europa. Na zijn eindexamen te hebben gehaald begon hij lessen te volgen bij Professor Rudolf Bautz in Aken en een Masterclass Liedinterpretatie bij Hans Hotter aan de Musikhochschule in Wenen. Bij Marius van Altena en Anthony Balies leerde hij luitliederen. In 1980 werd hij laureaat van het “Concours international de Musique Ancienne” in Hubertise. Ludwig van Gijsegem behaalde een hoger diploma solozang aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. Ludwig van Gijsegem is een begrip in de concertwereld. De vakpers vond zijn presentatie en verstaanbaarheid zeer goed. Ludwig van Gijsegem heeft veel opnames gemaakt voor radio en televisie.
Het concertverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
scan de kaartjes er de volgende keer bij
21 jaar geleden
Antwoorden