Zomerhitte door Jan Wolkers

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Zomerhitte
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • havo | 5076 woorden
  • 28 maart 2009
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
15 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Jan Wolkers
Genre
Liefdesroman
Novelle
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2005
Pagina's
92
Geschikt voor
vmbo/havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Dood,
Liefdesrelatie: problemen,
Moord
Verfilmd als

Boekcover Zomerhitte
Shadow

De verteller die fotograaf is, ontmoet op het naaktstrand op een van de Waddeneilanden een mooie studente. Deze Kathleen laat graag naar zich kijken door oudere mannen. De verteller wordt verliefd op haar, maar merkt dat ze betrokken is bij een drugshandeltje. Hij gaat zelf op zoek naar de oplossing van de misdaad en maakt daarbij slachtoffers, maar hij krijgt ook een…

De verteller die fotograaf is, ontmoet op het naaktstrand op een van de Waddeneilanden een mooie studente. Deze Kathleen laat graag naar zich kijken door oudere mannen. De vertelle…

Zomerhitte door Jan Wolkers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Biografische gegevens

Titel: Zomerhitte
Auteur: Jan Wolkers
Uitgever: Uitgeverij De Bezige Bij
Eerst druk: 2005
Aantal bladzijde: 92
Genre: roman

Titelverklaring

De gebeurtenissen spelen zich tijdens een broeierige, hete zomer: het ideale klimaat om op het naaktstrand te liggen en verliefd te worden op een mooie, jonge vrouw als Kathleen. Er gebeuren ook nogal wat hete dingen in een kort tijdsbestek: heftige vrijpartijen, een drugsdeal en twee doden, die er het gevolg van zijn. Als bijkomstige verhaalelement verliest een vogelwachter zijn oog aan een velduil. Het is met recht een hete zomer.

Motto

Het boek is opgedragen aan Karina, dit is de vrouw van Jan Wolkers
“beauty is a shell
from the sea
where she rules triumphant
till love has had its way with her (William Carlos Williams) "

Vrij vertaald: schoonheid is een schelp uit de zee, waar ze zegevierend de scepter zwaait totdat de liefde het met haar heeft gehad. De schoonheid in het verhaal is Kathleen die de verteller op het naaktstrand ontmoet en die een prettig getraind lichaam heeft. Hij wordt op haar verliefd. Ze neemt de touwtjes in handen. Het motto suggereert dat hij genoeg van haar zou kunnen krijgen als hij haar eenmaal bezeten heeft, maar niets is minder waar. Na de spannende belevenissen op het eiland, verlaten ze samen het eiland op weg naar een mooie en liefdevolle toekomst.

Samenvatting van de inhoud

De ik-verteller is een fotograaf die twintig jaar geleden voor het eerst op het eiland was. Daarna komt hij er regelmatig terug en huurt hij een zomerwoning van een eilandbewoner. Wanneer hij met zijn camera op pad is, ziet hij op het naaktstrand een mooie, jonge vrouw. Hij gaat naast haar liggen, hij moet zich van haar uitkleden, omdat hij op het naaktstrand ligt. Ze komen met elkaar in gesprek. Ze werkt in een disco op het eiland. Ze heet Kathleen. Ze beloven elkaar weer te zien.
Die avond gaat de fotograaf naar de disco waar Kathleen werkt. Hij vindt het binnen maar niets, want het zit er vol met veelzuipende boerenpummels waarmee hij zo ruzie kan krjigen. Hij wacht op haar, maar als de disco sluit, stapt ze in een auto bij een oudere man. Buiten ontmoet hij Federici, een oudere man die jarenlang met een rich old lady door Europa heeft getoerd en menig museum aan de binnenkant heeft gezien.
De volgende dag ontmoet de ik-persoon Federici weer. Nadat hij weer wat foto's genomen heeft, gaat de fotograaf naar het naaktstrand waar hij Kathleen weer ontmoet. Ze vertelt hem een smoes om mee naar zijn kamer te gaan. Daar vertelt ze van de oude man: ze wordt door hem betaald als ze zich voor zijn aangezicht bevredigt. De fotograaf vraagt of ze dat ook voor hem wil doen. En dat wil ze wel.
Wanneer hij de volgende dag op een terrasje zit, komt de oudere man bij wie Kathleen na de disco in de auto stapte daar ook zitten, even later gevolgd door een jonge man die er een beetje crimineel uitziet. Ze vinden het niet leuk als hij een foto van hen maakt.
Even later gaat hij weer fotograferen. Hij ontmoet een vogelwacht van het eiland, die hem vertelt dat er ergens een nest met velduilen zit, waarvan hij een foto kan maken. Ze gaan er naartoe, en er wordt een oog uitgepikt bij de vogelwachter. Hij laat een ambulance komen. Het speelt erg door zijn hoofd en hij wil het allemaal vertellen aan Kathleen, maar ze is niet in de disco. Wel ontmoet hij opnieuw Federici. Ze hebben het over Kathleen en drinken heel wat wijn.
De volgende dag gaat hij weer naar het strand en ziet Kathleen en de jongeman. De man brengt een zware rugzak afkomstig van een zeilboot aan wal. Waarschijnlijk gaat het om een drugssmokkel. Als de politie eraankomt, houdt Kathleen die aan de praat en de jonge man verstopt de rugzak in de duinen. De fotograaf heeft die rugzak snel gevonden en verstopt hem nog beter. Dan gaat de fotograaf weer naar huis. Hier zit Federici op hem te wachten. Hij vertelt wat hij gezien heeft op het strand. Federici zegt dat hij maar beter de politie had kunnen waarschuwen. De ikfiguur zegt dan dat hij in dat geval ook Kathleen verraden zou hebben. De ik-persoon krijgt ook nog een pistool van Federici, voor het geval dat.
Hij gaat weer fotograferen, maar daar verrast de jonge crimineel hem, die hem dwingt de rugzak met drugs weer op te sporen. Ze gaan het duingebied in. De ik-persoon vermoordt de man dor een zwaren wilgentak op zijn hals neer te laten komen. Hij bindt de zware rugzak aan hem vast. Hij laat hem met rugzak en al onder water verdwijnen.
Bij zijn huisje zit Federici op hem te wachten. Hij vertelt van de jongeman, maar eindigt ermee dat die in een sportwagen is gestapt en verdwenen is. Die avond verschijnt Kathleen in zijn woning: ook zij komt namens haar baas (de oude man) verhaal halen. De ikfiguur vertelt opnieuw het verhaal. In ruil daarvoor krijgt hij een adembenemende portie seks. Het pistool dat hij van Federici heeft gekregen is de volgende morgen verdwenen, net als Kathleen. Wordt hij toch door haar bedrogen? De ikfiguur gaat naar het hotel waar Federici verblijft en vertelt hem nu de ware toedracht van de dood van de jonge man. Daarna gaat de fotograaf naar de woning van Kathleen, die vertelt dat de oude man zelfmoord gepleegd heeft. Ze lucht haar hart bij hem, en opnieuw beleven ze een seksueel pleziertje met elkaar. De fotograaf nodigt haar uit bij hem te komen wonen. Ze stmt toe.
Federici komt hem nog een keer bezoeken. Ze praten nog wat over de zelfmoord van de oude drugsbaas. Kathleen wil echt mee, want als de ik-persoon naar huis gsst, staat ze al op hem te wachten met haar spullen. Op de boot naar het vasteland ontdoet ze zich van het pistool. Ze zegt tegen de fotograaf, dat hij ook nog een geheim voor haar heeft. Dat zal hij later ooit wel eens vertellen.

Personages

De fotograaf
Dit is de hoofdpersoon en de ik figuur, je komt het meeste over hem te weten. Hij wordt niet met naam genoemd in het boek. De man is een natuurfotograaf die voor een opdracht op het eiland is. Hij wordt daar verliefd op Kathleen door haar uiterlijk en haargroei op bepaalde plaatsen. Doordat hij zo gek is van haar, raakt hij verwikkeld in een heroine smokkel. Voor hem loopt dit gelukkig goed af. Hij krijgt uiteindelijk wel een happy-end wanneer hij met zijn droomvrouw het eiland verlaat. De fotograaf verandert niet veel in het verhaal, behalve dat hij verliefd wordt op Kathleen.

Kathleen
Zij is de vrouw waar de fotograaf zo gek op is. De eerste indruk die je van haar krijgt is niet slecht. Ze komt niet over als een vrouw die in het criminele circuit zou kunnen zitten. Naarmate het verhaal zich vordert, kom je erachter dat ze toch een beetje excentriek is. Zo krijgt ze geld om zich te bevredigen voor een oude man, die later haar baas blijkt, en ze schaamt zich ook niet om dit voor anderen te doen. Kathleen verandert wel, ze wordt verstadiger en gaat meer nadenken over de dingen die ze doet, en de gevolgen daar van.

Federici
Hij is een vriend van de fotograaf. De fotograaf leert hem in het begin van het boek kennen wanneer hij op Kathleen wacht. Hij is een wijze man, die al veel heeft meegemaakt. Hij vertelt veel over de tijden dat hij nog met de Old Lady door Europa reisde. Ook geeft hij de fotograaf adviezen, die hij vaak goed kan gebruiken. Hij is de steun en toeverlaat van de verteller. Federici verandert bijna niet, hij blijft een zielige man, die aan zijn herinneringen van vroeger blijft hangen. Hij komt niet veel verder in zijn leven.

De jonge crimineel
Hij werkt samen met Kathleen voor de oude man. Hij is een goed getrainde kerel, maar je krijgt de indruk van hem dat hij het IQ van een baksteen heeft. Hij knapt de vieze werkjes van de oude man op en dat moet hij met de dood bekopen, wanneer blijkt dat de fotograaf hem toch duidelijk te slim af is.

De oude man
Hij is de baas van Kathleen en de jonge crimineel. Hij is een man die handelt in drugs. Hij betaalt Kathleen om zich voor hem te bevredigen. Ook hij eindigt dood. Hij pleegt zelfmoord voor de ogen van Kathleen, wanneer hij te horen krijgt dat zijn jonge crimineel hem bedrogen heeft. De jonge crimineel was namelijk zijn oogappel en hij kon het niet aan, dat hij hem bedrogen zou hebben.

Opbouw

De roman wordt verteld door de fotograaf. Je komt te weten wat hij denkt en hoe hij zich voelt, alleen hij. Zijn naam en leeftijd blijft onbekend. Het verhaal is niet verdeeld in hoofdstukken en het taalgebruik is gemakkelijk. Soms worden stukjes herhaald (Jan Wolkers vertelt ze dan en later de ik-personage) om het verhaal makkelijker begrijpbaar te maken. Er worden niet/weinig moeilijke woorden gebruikt. Opvallend is dat er in het hele boek geen vraagteken te vinden is. Vragende zinnen eindigen met een punt.

Taalgebruik

Het taalgebruik in het boek is niet echt moeilijk. De zinsopbouw is ook niet echt moeilijk. Je leest vrij makkelijk door het boek heen. Af en toe zegt hij bepaalde dingen op een mooie poëtische manier en dat geeft dit boek wat extra’s, vind ik. Hij kan namelijk iets wat niet echt bijzonder is, bijzonder doen lijken. Zo beschrijft hij een bijna kaal hoofd als: “Een gebruinde schedel luchtig bedekt met witte haren.” Of zoals hij een vervelende gebeurtenis beschrijft: “Het is net of over alle frisse kleuren om ons heen de grauwsluier van de dood is komen hangen.” Dit vind ik echt mooi aan dit boek. Simpel, maar toch ook niet.

Eigen recensie

Ik vond het een leuk boek om te lezen. Ik vond het realistisch op een bepaalde manier, mooi geschreven, indrukwekkend en apart. Het is totaal anders dan de boeken die ik eerder heb gelezen voor mijn lijst. Hoe de schrijver de gebeurtenissen heeft kunnen combineren zonder het verhaal omzeep te helpen vind ik heel knap. De gebeurtenissen in het boek worden allemaal op een aparte manier geschreven. Sommige zijn heel spannend geschreven en andere weer heel poe-tisch. Hoe een bepaalde gebeurtenis is beschreven, past er ook echt uitstekend bij. Zo zijn de seksuele passages zo beschreven dat je het bijna voor je ziet en de avontuurlijkere passages ook, maar toch weer heel verschillend van elkaar. Het is een beetje moeilijk uit te leggen, maar alles klopt. De personages zijn goed uitgewerkt. Je kan je bij alle personages wel een bepaald beeld vormen van hoe ze zijn. Je komt ook van alle personages genoeg te weten en dat vind ik ook een pre. De personages zijn misschien in hun doen en laten niet zomaar ergens te vinden, maar zo worden ze wel beschreven. Ze worden namelijk heel realistisch neergezet vind ik.
De opbouw van het verhaal is niet echt ingewikkeld, maar wel logisch. Man ontmoet vrouw, wordt verliefd op haar. De vrouw blijkt niet te zijn wat hij denkt dat ze is, maar uiteindelijk komt alles goed. Het perfecte liefdesverhaal dus eigenlijk. De gebeurtenissen zijn ook precies in de goede volgorde, waardoor het boek spannend blijft tot het einde. Ook vind ik het wel mooi dat de fotograaf aan het einde nog steeds een geheim heeft voor Kathleen. Ik zou nu erg graag willen weten hoe het afloopt, dus misschien is een vervolg een goed idee voor Jan Wolkers

Uitgegeven recensie

Recensie nr. 1
Lekker misdaadverhaaltje

ARIE STORM

Zomerhitte, zo heet het Boekenweekgeschenk dit jaar. Het is een aangenaam weglezende korte roman van Jan Wolkers. Niets mis mee. Wolkers voert een fotograaf op die verknocht is geraakt aan een waddeneiland. Knusser kan bijna niet.

Elk voorjaar en elke herfst huurt de fotograaf er een huisje. In Zomerhitte zit hij er ook weer, en we beginnen het verhaal 'op een bijna zomerse meidag'. En het weer blijft meezitten, het wordt gedurende de dagen die volgen misschien zelfs wel iets té warm, maar dan zorgt een fris regenbuitje gelukkig voor enige verkwikking.

Voordeel van die hitte is bovendien dat op zo'n eiland dan de kans bestaat dat je een blote vrouw tegenkomt. Al op bladzijde zeven treffen we haar: 'Ze had haar schaamhaar afgeschoren maar in haar oksels zaten mooie duistere plukken haar, zodat ik aan een gedicht moest denken dat ik pas gelezen had over Artemis die haar boog spant. ''Geen ladyshave, Vleermuizen slapen in haar oksels.''' Kortom, de fotograaf is in zijn nopjes. Verderop heeft hij boeiende dialogen met deze vrouw: '''Kind, wat heb jij een mooie kut. Eerst die welving en dan dat roze kerfje. Ik heb nog nooit zo'n mooie kut gezien.'' ''Heb je dan zoveel kutten gezien,'' vroeg ze hijgend.' Vooral dat 'hijgend' vind ik erg goed.

Zonder dollen nu: tijdens het lezen vroeg ik me af of Wolkers altijd zo'n saaie schrijver is geweest. Ik werd helemaal daas van zijn duffe dialogen. 'Zou je je voor mij willen vingeren?' vraagt de fotograaf op een gegeven moment aan deze mevrouw. Zij antwoordt: 'Ik zit er net aan te denken. Misschien wel. De gedachte windt me op. Maar je moet er wel rustig bij gaan zitten. Je bent toeschouwer. Dat moet je niet vergeten.' Volgt een eindeloos gesteggel over waar hij dan moet gaan zitten. 'Nou moet jij daar gaan zitten.' En: 'Zit ik niet te dicht bij je?' En: 'Ga maar een stukje naar achteren.' En… nou ja, enzovoort en zo verder, als lezer krijg je de neiging deze personages de hersens in te slaan. Ga je nou maar lekker vingeren, dan hebben we dat weer gehad, denk je moedeloos. Maar voor die vrouw maakt het blijkbaar allemaal niet uit. Haar gezicht wordt op een gegeven moment toch 'een van pijn verwrongen masker' en haar ogen lijken vervolgens 'uit te puilen van vervoering' (let op: cliché stapelt zich op cliché), en uiteindelijk is het dan zo ver: '''Kijk, kijk naar me, ik kom klaar,'' riep ze hijgend en viel bijna om.' Dat omvallen vind ik wel weer grappig en gelukkig is er ook weer sprake van dat 'hijgend'.

Al deze heerlijke seks wordt afgewisseld met een flinterdun misdaadverhaaltje. De vrouw waarschuwt al aan het begin, tussen al dat hijgen door, wanneer de fotograaf de vredigheid van het eiland bezingt: 'Dat zou wel eens behoorlijk tegen kunnen vallen.' Ze voegt daar geheimzinnig aan toe: 'Je moet nooit te veel weten. Wat je niet weet bestaat niet.' Het is uitkijken geblazen, weet je dan, die vrouw draagt een geheim met zich mee. Maar, zoals bekend: liefde maakt blind. (Deze korte roman behandelt trouwens in zijn geheel, en dit voor de middelbare scholieren onder u voor wie deze Wolkers weer een aanrader is, het thema kijken en zien.)

Het misdaadverhaaltje blijkt te gaan over drugssmokkel en er vallen zelfs doden. De actiescènes zijn bijzonder koddig en de boeven praten zoals ze dat in slechte Nederlandse politieseries op tv doen: 'Hij gaf me een harde stoot met de loop van het pistool in mijn ribben, en siste, ''Doorstomen!''' Ook zegt zo'n schurk tegen de fotograaf: 'Als je nog een keer je mond opendoet stamp ik je bek in elkaar!' Ik moet zeggen: ik sympathiseer met de schurk, want hoewel die fotograaf zogenaamd voor zijn rust naar dat eiland is gegaan, kletst hij iedereen de oren van zijn hoofd. En niet alleen zegt hij veel, hij doet dat ook 'lachend' of zelfs 'spotlachend', zoals de vrouwen in dit boekje vanzelfsprekend 'bits' uit de hoek kunnen komen.

En de clichés gaan vrolijk verder, want natuurlijk is er ook weer iemand die 'met toegeknepen ogen' onze held 'wantrouwend' aankijkt.

Nou, dat was het wel weer zo'n beetje wat het Boekenweekgeschenk betreft dit jaar. Op vertoning ervan kunt u op 13 maart gratis met de trein door Nederland reizen. Ik zou als bestemming Den Helder of Harlingen kiezen, om vervolgens met de boot verder te gaan naar een waddeneiland. Want daar is sprake van een geweldige natuur. En 's nachts kun je er de sterren nog zien, zoals een bijpersonage uitlegt: 'In het hotel heb ik voor mijn kamer een heerlijk royaal balkon. Gehuld in een wollen deken kan ik daar uren naar dat verlichte uitspansel zitten kijken. En iedere keer denk ik, als ik weer naar Den Haag terug moet waar je door de luchtvervuiling alleen maar een grauwe deken boven je hebt hangen, ik zeg m'n appartement op en ga hier op zoek naar een onderkomen waar je 's nachts de sterren nog boven je hebt.'

Een topidee.
© Het Parool, 03-03-2005

Recensie nr. 2

De venus van Wolkers
In Zomerhitte logeert een natuurfotograaf enkele weken op een van de Waddeneilanden (welke kunnen we wel raden), waar hij fotorapportages voor verschillende tijdschriften maakt. Op een ochtend ontwaart hij door zijn lens op het strand een blonde stoot. Kathleen blijkt een kickboksende Venus die tijdelijk op het eiland werkt achter de bar in een discotheek. Vanaf het begin is de aantrekkingskracht tussen de fotograaf en Kathleen overduidelijk, maar hij is niet de enige die haar bewondert. ’s Avonds, wanneer hij op haar wacht op het parkeerterrein voor de disco, ontmoet hij een ex-chauffeur, Federici, die als een zeventiende-eeuwse toerist alle kleine en grote gebeurtenissen op het eiland noteert. Ook hem is de schoonheid van Kathleen niet ontgaan. Kathleen vertrekt die avond echter met een derde, oude man. De fotograaf laat zich evengoed niet ontmoedigen.
Langzaamaan ontwikkelt zich een intrige rondom hem en Kathleen, de oude man en zijn bodyguard, waarin een rugtas met brown sugar een cruciale rol speelt. En de woorden van Kathleen, uitgesproken bij hun eerste ontmoeting, krijgen voor de fotograaf een nieuwe betekenis: ‘Je moet nooit te veel weten. Wat je niet weet bestaat niet.’
Een aardig, luchtig verhaal, maar echt genieten is het pas met de precieze en tegelijkertijd vrije stijl en de spitse humor van Wolkers. Ook wordt al bij de eerste kennismaking met Kathleen de typisch Wolkeriaanse toon van geilheid gezet.
‘Heb je me lekker liggen fotograferen.’
‘Ik vergat gewoon af te drukken toen ik dat okselhaar van je zag. Dat zie je bijna niet meer.’
En van zijn sextalk met de blonde stoot zouden menige Hollandse mannen nog wat kunnen leren: 'Ik knielde bij haar neer, zoende haar navel en drukte mijn lippen tegen haar venusheuvel. ‘Kind, wat heb jij een mooie kut. Eerst die welving en dan dat roze kerfje. Ik heb nog nooit zo’n mooie kut gezien.’' Helemaal jaren 70. Soms wat ouderwets, maar toch: je krijgt het er wel warm van …
Dit zou overigens de indruk kunnen wekken dat Wolkers vooral een geil, oud baasje is (en te oordelen naar zijn wulpse, naakte echtgenote op de kaft is dat misschien niet ver van de waarheid), maar Wolkers’ achteloze opmerkingen over de natuur, religie en kunst, zijn van zo’n eenvoud en diepgang dat je je ineens herinnert met wie je te maken hebt: een oude man, met een schat aan ervaringen en observaties.
En al in de openingszin van Zomerhitte voel je die kracht: ‘Aan het strand vind je soms een door de vloed achtergelaten aantal voorwerpen dat zo perfect van compositie en kleur is dat je onwillekeurig opkijkt of je in de verte niet de schim van Kandinsky ziet wegschuifelen.’
Of deze: ‘Van God kan je je zo verlossen. Dat is maar een voorstelling. Maar voor je van de mensen verlost bent met hun hels kabaal, dan moet je een muur van stilte om je heen bouwen.’
Andere zinnen zijn zo scherp dat ze meteen tot oneliner gepromoveerd kunnen worden: ‘Als je niets meer over een vrouw te vertellen hebt, leef je in een sleur. Ze is een stofzuiger of een roos.’
Heeft Wolkers nu iets totaal nieuws toegevoegd aan zijn oeuvre? Niet echt. Al zijn bekende thema’s komen weer aan bod: seksualiteit, dood, geloof, natuur. En dit keer zal zijn werk ook niet meer leiden tot verontwaardigde reacties van het publiek; we zijn wel wat gewend inmiddels. Maar Wolkers toont dat hij nog steeds een schrijver ‘met ijs in z’n kop is,’ zoals hij zei in een interview in 1980: ‘Het schrijven heeft bij mij te maken met sterke emoties. Die moet zo koel en afstandelijk mogelijk op het papier komen.’ En zijn beeldspraak heeft door het schrijven van essays de afgelopen jaren alleen maar aan kracht en helderheid gewonnen.
Ik zou nog even door kunnen gaan met citeren, maar beter is: koop een boek tijdens die Boekenweek, want Zomerhitte is een heerlijk boekenweekgeschenk, waarin Jan Wolkers met elke zin die hij schrijft lijkt te willen uitroepen:
‘Kijk, mens, geniet!’
Tekst: Melissande Lips

Recensie nr. 3

Door Dirk van der Lingen
Het promotiecircus dat boekenweek heet lijkt met Jan Wolkers een ideale reclamezuil voor de Vaderlandse Letteren te hebben. Zijn romans worden nog altijd veel gelezen en zijn zelfs onder middelbare scholieren geliefd. Niet in het minst vanwege Turks fruit, onlosmakelijk verbonden met een van Nederlands best bekeken films ooit. Nu is Wolkers, met zijn bedaarde, wat hese stem en witte haren een lieve knuffelopa die zowel in praatprogramma’s als in een eigen kinderprogramma het uitstekend doet op televisie. En bij dat alles komt het boekenweekgeschenk zelf, Zomerhitte. Een lekker snel weglezend verhaaltje, met een niet al te bijzondere, maar enigszins spannende plot. Opgeluisterd door hier en daar een prachtig beeld of sfeertekening.

Bekoorlijke studente
In Zomerhitte heeft een fotograaf een huisje op een eiland gehuurd (qua sfeer is dat het eiland Texel), waar hij zich niet alleen zoveel mogelijk terugtrekt uit de bewoonde wereld, maar er ook op uitrekt in de natuur om al dat wonderschoon op de digitale plaat vast te leggen. Op een bijna zomerse meidag gaat hij voor een opdracht van een culinair maandblad Morieljes (paddestoelen) fotograferen. Met zijn telelens krijgt hij tijdens die tocht een mooie, jonge dame in het oog die op het strand ligt te zonnen. Een naaktstrand uiteraard, want dit is een verhaal van Jan Wolkers. 'Ik zag de korrels zand op haar billen en rug zitten, alsof ze van wellustig schuurpapier gevouwen was.' De fotograaf gaat kennismaken met het meisje, het wordt een ontmoeting die grote gevolgen gaat krijgen. Want deze mooie dame is niet alleen studente Geschiedenis, met een vakantiebaantje in een discotheek op het eiland. In haar vrije tijd masturbeert ze af en toe tegen betaling voor een oude, rimpelige en rijke man. Alsof dat niets bijzonders is, doet ze dat weldra ook een keertje voor de fotograaf. En er is nog meer: deze oude man smokkelt drugs het land binnen en de studente is daarbij behulpzaam. Met dit gegeven kan het niet anders of de fotograaf raakt niet alleen in de ban van het meisje, maar ook verstrikt in de illegale praktijken.

Middelmaat
Veel moeite heeft Wolkers niet gedaan het boek ook echt spannend te maken, de plot is merkbaar niet het belangrijkst. Of misschien is de uitvoering gewoon onzorgvuldig en ongeïnspireerd. Voor een boek in opdracht geschreven is dat geen gekke gedachte. Verder zijn de personages en de gesprekken die zij voeren ongecompliceerd en oppervlakkig. Zelfs de hoofdpersoon, de fotograaf, neemt routineus zijn foto’s, nergens lijkt hij echt bezield met zijn vak bezig.
Zelfs niet als beschreven wordt hoe hij met pijn en moeite een reigernest weet vast te leggen.
De middelmaat regeert, kortom. En dat is jammer voor een nieuwe roman (nu ja, novelle) van Wolkers na meer dan twintig jaar. Toch gaat het middelmatige niet voor alles op. Waar het boekenweekgeschenk wel in uitblinkt is de sfeer die Wolkers weet op te roepen. Het verhaal speelt zich af in een warme, wat dromerige lenteweek op een (wadden)eiland. Met bijbehorende koele, heldere nachten waarin de sterren schitteren. De natuur is altijd aanwezig.
Dat hoeft niet op een bepalende manier te zijn, maar het plaatst het eenvoudige verhaaltje wel in een schitterend decor. 'In de duistere verten wolkten spinnenwebben van nevel om het laag geboomte. (...) Ik rekte me uit, riep iets ondoorgrondelijks en liet me achterover op de grond vallen. Ik strekte mijn armen wijduit en snoof de geur op van de grassen en planten die ik met mijn lichaam geplet had. Munt en bittere geur van walstro. Toen viel ik in slaap.'
Hoewel op de stijl een en ander valt aan te merken (Ik rekte...Ik strekte, bijvoorbeeld), geven ze Zomerhitte wel de juiste sfeer. Het boek zou dan ook beter tot zijn recht zijn gekomen als promotiegeschenk voor het eiland Texel, sinds vele jaren de woonplaats van de auteur 

Biografie Jan Wolkers

Jan Wolkers was afkomstig uit een gereformeerd milieu waar hij in zijn tienerjaren afstand van heeft genomen. De ouders van Wolkers kwamen oorspronkelijk uit Amsterdam en hadden in totaal elf kinderen, van wie Jan het derde was. Vader Wolkers bezat voor de Tweede Wereldoorlog een slecht lopende kruidenierswinkel in Oegstgeest.
Wolkers bezocht de mulo, maar moest al snel van school om te helpen in de winkel. Hij was onder andere dierenverzorger in een laboratorium van de Universiteit Leiden, was tuinman en schilderde landschappen. In de oorlog dook Wolkers onder. Hij nam les aan de Leidse schilderacademie Ars Aemula Naturae en hij leerde typen - de enige vaardigheid waarin hij ooit een diploma zou behalen. Kort na de bevrijding woonde Wolkers in Parijs.
Jan Wolkers was driemaal getrouwd. In 1947 huwde hij Maria de Roo (1923-1993).[1] Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Eric (5 januari 1948), Eva (1949) en Jeroen (3 april 1953). Eva overleed in 1951 door een ongeluk in bad. Deze traumatische gebeurtenis zou Wolkers later verwerken in de roman Een roos van vlees uit 1963.
In 1958 trouwde Wolkers in Frankrijk met Annemarie Nauta. Het huwelijk zou niet lang duren. Deze periode vormde later de inspiratie voor de roman Turks Fruit. Olga, de hoofdpersoon uit dit boek, was gebaseerd op Nauta. Met Olga's kanker en haar overlijden in Turks Fruit symboliseerde Wolkers het rouwproces dat hij doorging na het verbreken van de relatie met haar.
In 1963 ontmoette Wolkers de op dat moment 17-jarige Karina Gnirrep (geboren 21 maart 1946). Zij woonde schuin tegenover zijn atelier in de Uiterwaardenstraat. Zij is een dochter van Piet Gnirrep, die tijdens de oorlog vanwege zijn bijdrage aan het organiseren van de Februaristaking tot 10 jaar gevangenisstraf was veroordeeld, waarvan hij er vier in een Duitse gevangenis heeft doorgebracht, en Johanna Harthoorn, die tijdens de oorlog aan het CPN-verzet had bijgedragen. Zij trok kort daarna bij hem in in het woonatelier in de Amsterdamse Rivierenbuurt, waar Wolkers sinds 1950 woonde. In 1980 is het paar verhuisd van Amsterdam naar de buurtschap Westermient op het eiland Texel. In 1981 trouwde Wolkers met Gnirrep. In hetzelfde jaar werden hun kinderen - de tweeling Bob en Tom - geboren.
Etalage van boekhandel Athenaeum aan Het Spui in Amsterdam na het overlijden van Jan Wolkers, oktober 2007.In 2002 en 2003 zond VPRO's Villa Achterwerk twee seizoenen lang de serie De Achtertuin van Jan Wolkers uit, over planten en dieren in de tuin die Wolkers en Karina bij hun huis op Texel hadden aangelegd.
Voor de Europese Parlementsverkiezingen 2004 en de Tweede Kamerverkiezingen 2006 stond Wolkers als lijstduwer op de lijst van de Partij voor de Dieren.
In 2006 werd Wolkers ereburger van Texel.
Jan Wolkers overleed in zijn slaap op 19 oktober 2007, een week voor zijn 82e verjaardag, in zijn huis op Texel. In de week ervoor was Wolkers met wondroos in het ziekenhuis opgenomen, waarbij levensbedreigend leverfalen werd geconstateerd.
Bij de crematieplechtigheid op 24 oktober op de begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam, op tv rechtstreeks te volgen, werd gesproken door De Bezige Bij-directeur Robbert Ammerlaan, Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Broertjes, historicus Maarten van Rossem, cultuurminister Ronald Plasterk, schrijver Remco Campert en Wolkers' weduwe Karina. Zoon Tom en Leonie Hulsman, de vriendin van zoon Bob, zongen een zelfgeschreven lied.
Enkele maanden voor zijn dood had Wolkers literair journalist Onno Blom toestemming gegeven voor het schrijven van zijn biografie. Blom denkt hiermee in 2012 klaar te zijn.[5]

Zijn schrijversdebuut vond plaats in 1961 toen de verhalenbundel Serpentina's Petticoat uitkwam. In 1962 verscheen de eerste roman van Wolkers: Kort Amerikaans. Daarna verscheen er geregeld een nieuw boek van zijn hand. In 1969 verscheen Turks Fruit, Wolkers' grootste literaire succes. Het boek werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd, met hoofdrolspelers Rutger Hauer en Monique van de Ven.
Wolkers' gereformeerde afkomst komt veelvuldig terug in zijn romans. Verder kenmerken zijn romans zich door een grote openheid over seksualiteit. Hij was een van de eerste literaire schrijvers die zo ver gingen. De eerste uitgever van Wolkers vond dat er te veel "vieze woorden" in zijn boeken stonden, en dat Wolkers deze door Latijnse termen moest vervangen. Wolkers stelde daar tegenover dat de dingen die hij beschreef nu eenmaal voorkomen in de maatschappij en het leven. Hij vond daarom de expliciete beschrijvingen in zijn verhalen verantwoord. Ook wees hij erop dat over al deze zaken in "grote boeken", zoals de Bijbel, evenzeer op niet mis te verstane wijze wordt verhaald.
De boeken van Wolkers hebben sterk autobiografische elementen en in sommige speelt de afgunst tegenover de (schoon)ouders een rol.
Andere thema's die veel voorkomen in het werk van Wolkers zijn (lichamelijk) verval en de dood. Op zijn eerste schilderijen gebruikte hij ook het thema dood, dat waren bijvoorbeeld stillevens met schedels. Wolkers kwam vroeg in aanraking met de dood. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, op 30 augustus 1944, overleed zijn oudste broer, Gerrit Johannes Wolkers, op 22-jarige leeftijd aan difterie.
In 2007 schreef Wolkers speciaal voor de postzegels van de Weken van de Kaart 2007[6] een gedicht, dat door grafisch ontwerper Lex Reitsma werd verwerkt. De zee, de ruimte en het licht van Texel, en 'De geboorte van Venus' van de Italiaanse schilder Botticelli inspireerden Wolkers tot het gedicht voor de postzegels.
In augustus 2007 sprak Jan Wolkers in zijn huis op Texel zelf het luisterboek Turks Fruit in, dat in oktober van dat jaar verscheen.
In 2007 was hij de auteur van de tekst voor het op 19 december uitgezonden Groot Dictee der Nederlandse Taal. Als Wolkers niet twee maanden voor het evenement was overleden, zou hij haar zelf, waarschijnlijk via een satellietverbinding tussen Texel en Den Haag, hebben voorgedragen. Nu was het evenwel zijn echtgenote en muze Karina die de eer te beurt viel. Wolkers had het dictee in augustus voltooid en daarmee werd het officieel zijn "laatst bekende tekst". Het was niet, zoals vaak bij het Groot Dictee, een willekeurige verzameling lastig te spellen woorden, bijeengehouden door een dun verhaaltje zonder plot, maar qua vorm en inhoud een 'echte Wolkers', compleet met bijbel, engelen, seks en 'geschilderde' taal.

Boekenquiz 15 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waardoor valt de verteller op het eerste gezicht op het meisje Kathleen?
Kathleen staat achter de bar van een disco op het eiland. De naam van die disco is...
Welke afbeelding staat op de voorkaft van het Boekenweekgeschenk?
Wat was vroeger de positie van Job Federici?
Kathleen gaat op de eerste avond met een oude man mee.
De volgende dag vraagt de ik-figuur wat ze gedaan heeft. Wat is het antwoord?
Welke drank wordt door de verteller en Federici het meest gedronken?
De verteller heeft direct te maken met de dood van de jonge crimineel. Op welke wijze?
Aan het einde van de novelle staat dat de verteller nog een geheim moet opbiechten aan Kathleen. Wat is dat geheim?
Stelling I : De jonge crimineel wordt door de verteller om het leven gebracht.
Stelling II: De oude crimineel wordt door de verteller om het leven gebracht.
Stelling I: De drugs worden door de jonge crimineel vanaf een zeiljacht aan land gebracht.
Stelling II: De drugs zijn verpakt in een stalen container.
Stelling III: De drugs worden door de verteller op een andere plek begraven.
Het werk van Wolkers wordt vaak gekenmerkt door telkens terugkerende motieven.
Welke drie motieven zijn in deze novelle het belangrijkst?
Wat is de vertelwijze van dit verhaal?
Hoe heet de verteller in deze roman?
Op welk Waddeneiland speelt het verhaal zich af?
Bewering I: De verteller dumpt het pistool van Federici in de Waddenzee.
Bewering II: De vogelopziener wordt aangevallen door een agressieve zeemeeuw.
Bewering III: De verteller heeft ongeveer dezelfde leeftijd als Kathleen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.