Wonderkinderen door Thea Beckman

Tom en Wijntje zijn twee `wonderkinderen´. Ze hebben samen op de lagere school eerst de eerste klas overgeslagen omdat ze allang konden lezen en schrijven. In de tweede klas hadden ze binnen een jaar de boekjes van de tweede én de derde klas doorgewerkt en sloegen ze de derde klas ook over. Toen ze in de zesde klas de cito-toets gingen maken, had Tom de hoogste score die je kan halen en Wijntje de op een na hoogste. Tom en Wijntje hebben allebei enorm veel zin om naar de middelbare school te gaan en veel te leren. Maar er is één groot probleem: hoewel Wijntje naar het gymnasium gaat, moet Tom van zijn ouders elektrotechniek gaan doen, net als Tom zijn vader en broer. Tom weet niet wat hij moet doen om zijn ouders over te halen. Ook Wijntje is wanhopig en verzint allerlei plannen om Tom toch op het gymnasium te krijgen. Ze schrijven met de hele klas een brief aan de ouders van Tom om te vragen of hij ook naar het gymnasium mag, maar daar wordt niet op gereageerd. Het enige wat er gebeurt, is dat Tom´s ouders kwaad op hem worden. Wijntje vraagt aan haar vader, die striptekenaar is van een strip die door Tom is verzonnen, om de naam van Tom op de voorkant van het stripalbum te zetten. Maar ook dat haalt niets uit, want de ouders van Tom zeggen alleen dat Tom recht heeft op een gedeelte van het geld dat met dat stripalbum is verdiend, en over zijn school wordt niet meer gesproken. Tom gooit zelfs een nijptang door een raam van de school om naar het gymnasium te mogen. Zijn ouders worden boos, maar hij mag niet van het vbo af. Tom is wanhopig, maar toch bedenkt hij een laatste mogelijkheid om naar het gymnasium te mogen: hij gaat in hongerstaking. Eerst gelooft zijn familie niet dat hij écht in hongerstaking is en denken ze dat hij wel weer bijtrekt. Maar als Tom alsmaar niet eet en steeds dunner wordt, gaat zijn moeder toch met hem naar de dokter. Tijdens zijn gesprek met de dokter valt Tom flauw van de honger en wordt hij opgenomen in het ziekenhuis. Zijn ouders beginnen te twijfelen of ze toch niet beter naar hem hadden moeten luisteren. Tom gaat met een psycholoog praten, die hem begrijpt en belooft met zijn ouders te gaan praten. De psycholoog heeft al snel Tom´s moeder omgepraat en daarna ook zijn vader: Tom mag naar het gymnasium. Wijntje en Tom zitten weer samen op school en ze zijn allebei heel blij.