Woensdag gehaktdag door Richard Klinkhamer

Beoordeling 6.3
Foto van Cees
Boekcover Woensdag gehaktdag
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 8331 woorden
  • 6 oktober 2007
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
48 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Richard Klinkhamer
Genre
Biografie
Thriller & Detective
Avonturenroman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2007
Pagina's
192
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Alcohol,
Fantasie & Werkelijkheid,
Liefdesrelatie: problemen,
Moord,
Schuldgevoel,
Seksualiteit

Boekcover Woensdag gehaktdag
Shadow
Woensdag gehaktdag door Richard Klinkhamer
Shadow
Gebruikte editie
Eerste druk: 3 oktober 2007
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 179
Just Publishers
Uitgever
Gegevens voorkant

Op de voorkant staat een afbeelding (foto) van de schrijver Klinkhamer die met een dreigend gezicht naar de lezer staart.

Genre

De roman is een misdaadroman, maar ook een op autobiografische gegevens berustend verslag van een moord. Er is natuurlijk veel te doen geweest over deze roman. De schrijver is namelijk in de werkelijkheid veroordeeld vanwege de moord op zijn vrouw. Dat heeft er toe geleid dat enkele uitgeverijen zijn boek niet wilden drukken. Na de verschijning bij Just Publishers besloot Ako het boek niet te verkopen.
Het is ook geen echte misdaadroman in de originele betekenis van het woord. Zo ontbreekt natuurlijk het “whodunit”-motief , omdat vanaf het begin duidelijk is dat Klinkhamer de dader is. Dat neemt wel de eerste spanning weg, maar dan zou de tweede spanningsboog kunnen zijn of de dader wordt gegrepen. Maar omdat de lezer al weet dat Klinkhamer in de werkelijkheid veroordeeld is, werkt ook die spanningsboog niet. Het is dus eigenlijk meer een autobiografisch getint verhaal over de moord op je geliefde.

Tussen werkelijkheid en fictie

Met de verschijning van de autobiografische roman “Woensdag gehaktdag” kom je meteen bij het probleem van het verschil tussen fantasie en werkelijkheid. Het is bekend dat Klinkhamer zijn vrouw daadwerkelijk heeft vermoord, maar het is de vraag of alles zo gegaan is, als in het boek beschreven wordt. De schrijver heeft altijd de vrijheid om er fictie van te maken. In een recent interview heeft Klinkhamer aangegeven dat hij 95 % realiteit en 5 % fictie heeft geproduceerd. Toch lijkt het verstandig er (zoals met alle literatuur) vanuit te gaan dat de ik-figuur een vertellend personage is. Het is een roman en geen autobiografie.
Kijk wat dit betreft ook onder aan dit boekverslag naar de twee bijlagen uit het NRC uit het jaar 2000.

Is het uitgeven van een dergelijke roman immoreel ?

Je komt bij de uitgave van dit boek natuurlijk altijd voor de vraag te staan of het ethisch verantwoord is een schrijver ruimte te geven om een echt begane moord in een roman te beschrijven. Daarachter steekt natuurlijk de vraag of je geld mag verdienen aan een misdaad.
Om dat laatste aspect meteen te behandelen: Klinkhamer heeft in een bericht aan de pers laten weten dat hij de opbrengst van de roman aan een goed doel schenkt.
Rest de vraag of je zo’n boek mag uitgeven. Dat stelt je voor een nieuw dilemma. Wanneer je het boek niet gelezen hebt, kun je er geen oordeel over vellen. Het moet dus eerst gedrukt worden voordat je als lezer kunt zeggen of je het ethisch verantwoord vindt. Nu het gedrukt is, kan ik die vraag beantwoorden. Klinkhamer schrijft geen gruwelijk verhaal over de moord zelf. Hij geeft wel een vrij grof geschreven oordeel over zijn buren, de recherche, de gevangenis. Omdat hij dit doet met grappige anekdotes is er zeker sprake van zwarte humor. De moord zelf komt heel onderbelicht in de roman voor. Zelfs de aanleiding wordt niet hele uitvoerig uit de doeken gedaan. Ook wat hij met het lijk gedaan heeft wordt eigenlijk netjes beschreven. In dit opzicht vind ik het geen amoreel boek.
Heel grove scènes zijn er eigenlijk ook niet behalve dat het woordgebruik een enkele keer wat ruw is, zeker wanneer hij passages over zijn buren, de politie en de bajes vertelt.
Het is geen groot literair wek, maar zeker ook geen slecht boek. Het is interessant en spannend om te lezen en voor een op sensatie beluste lezer misschien zelfs wel een beetje teleurstellend.

De flaptekst

Op woensdag 30 januari 1991 verdwijnt Hannie Godfrinon, de vrouw van de schrijver Richard Klinkhamer, spoorloos. Al snel valt de verdenking op Klinkhamer zelf. Hij ontkent en de politie vindt onvoldoende bewijsmateriaal om Klinkhamer vast te houden. Drie maanden na het 'verdwijnen' van zijn vrouw begint Klinkhamer als een bezetene te schrijven aan een nieuw boek. De titel Woensdag Gehaktdag is een verwijzing naar de geruchten dat hij zijn vrouw door de gehaktmolen zou hebben gedraaid. In het boek beschrijft Klinkhamer wat er gebeurd zou kunnen zijn op die fatale woensdag in januari. Het is overduidelijk geen bekentenis.
Op donderdag 3 februari 2000 wordt het stoffelijk overschot van Hannie gevonden in de achtertuin van het huis waar Klinkhamer tot mei 1997 woonde. Klinkhamer wordt gearresteerd en bekent schuld. Hij wordt veroordeeld wegens doodslag en verdwijnt achter de tralies. In oktober 2003 komt hij vervroegd vrij en trekt zich terug in Amsterdam waar hij werkt aan diverse nieuwe manuscripten.

Motto en opdracht

Er is een motto
Als er werkelijk berouw in de weegschaal
wordt gelegd, verliest de zonde haar gewicht. “

Een spreuk van Michel de Montaigne (1533-1593).
Een goede spreuk om over na te denken als lezer van het boek.
Heeft Klinkhamer berouw van zijn daad of juist niet?

Structuur en verhaalopbouw

Er zijn 24 getitelde hoofdstukken in deze autobiografische roman. Er is een voorwoord van Martin Meijer de biograaf van Klinkhamer. Aan het eind volgt een nawoord en een chronologisch overzicht van Klinkhamer.
De hoofdstukken staan voor het grootste deel in chronologische volgorde. Van moord tot aan de vrijlating. Herhaaldelijk geeft Klinkhamer in een terugblik weer wat er in het verleden gebeurd is. Toch wekt de roman de indruk bij de lezer dat hij een chronologisch verhaal leest.

Perspectief

Hoewel er grote stukken in de o.v.t worden verteld, lijkt het erop alsof de ikfiguur (Klinkhamer) een verteller in het heden is. Hij beziet achteraf zijn gruwelijke misdaad en komt er steeds met commentaar op terug. Hij geeft vanuit het ik-perspectief commentaar op buren, de politie en de bajeswereld.

Titelverklaring

De titel is eigenlijk cynisch bedoeld. Omdat er na de moord op de vrouw in de buurt geruchten circuleerden waarin werd aangegeven dat Klinkhamer zijn vrouw door de gehaktmolen zou hebben gehaald, (hij was vroeger slager) begint Klinkhamer aan een boek met de gruwelijke titel . Hij wil daarmee wraak nemen op de verhalen van zijn buren.
De moord en de verdwijning vinden plaats op een woensdag. In Nederland is woensdag al sinds jaar en dag gehaktdag( het gehakt is in bijna alle slagerijen dan goedkoper.)

Uit het NRC van 1 oktober 2007 als illustratie van de term “Woensdag gehaktdag”. : “ Dit lijkt het geval te zijn sinds het begin van de jaren vijftig, zo blijkt uit een onderzoekje in de historische kranten op internet. In onder meer het Leidsch Dagblad en de Soester Courant zien we slagers vanaf 1953 reclame maken voor een speciale gehaktdag. Aanvankelijk lag die dag nog niet vast en kon het er meer dan één zijn. Zo was bij slager Teekens in Leiden zowel de dinsdag als de woensdag gehaktdag, en bij slager Zoetelief in Soest was gehakt op donderdag in de reclame. Wegens enorm succes stelden steeds meer slagers een speciale gehaktdag in, en vanaf het eind van de jaren vijftig was woensdag de gedoodverfde gehaktdag.

De stijl van Klinkhamer

Klinkhamer schrijft als een “angry old man.” Daardoor cynisch en hard, maar toch ook met humor, zij het dat die zwart getint is. Dat vergt voor jonge lezers wel wat onderscheidingsvermogen.
Enkele voorbeelden van Klinkhamers stijl:
- (blz. 35) “Met mijn seksleven is het triest gesteld: de geslachtsdaad is herinnering geworden. Dat heeft niets met alcohol te maken –nog steeds ballen als een stier- maar er beweegt zich gewoon niets hier dat het predikaat ‘vrouw “ verdient.
- (blz. 36) Tussen de beide wereldoorlogen ging het er bijzonder levendig aan toe, daar in die Ommelanden. Vooral op zaterdagavonden. Geen schaap was veilig in de wei. Ook incest, eeuwenlang geen taboe in die contreien, werd – en wordt volgens mij nog steeds- gepraktiseerd. En dat is te zien aan de autochtonenkoppen: ze lijken als druppels water op elkaar. Ook onderling konden die eigenheimers zich nauwelijks van elkander onderscheiden.
- (blz. 37) “Toen Hannie er nog was, stond hij ’s avonds altijd door het raam te gluren. We fungeerden als peepshow, een gratis voorstelling valkbij huis. Dat was nog eens wat anders dan de pijpende en beffende acteurs van zijn gehuurde pornofilms. De videoshops doen goede zaken in deze buurten, want na de appeloogst slaat in het Oost-Groningse landschap de verveling toe. Om de tijd te doden beloeren de autochtonen hun buren, zitten ze elkaar dwars tot op het bot. Al eeuwen.
- (blz. 39) Het kanaal afdreggen! Hoe komen ze op het idee. Daar steekt vast en zeker een Sherlock Holmes uit het Oldambt achter. Koemest en schapenstront is de humus waarop hun politiegeest gedijt. Gezond verstand, belezenheid,gecombineerd met fantasie. Meneer de Smeris- daar komt het op aan als je een misdrijf wilt oplossen.

Wanneer je naar de bladzijden kijkt, zie je dat binnen een ruimtebestek van enkele pagina’s eenvoudig passages kunnen worden gevonden waarmee je de stijl van Klinkhamer kunt illustreren. Die humorrijke passages zijn ook aan te treffen in de hoofdstukken over de gevangenis en het Pieter Baan centrum. Ook hanteert Klinkhamer het middel van de zelfspot.

Tijd en decor

Op 30 januar1 1991 verdwijnt de vrouw van Klinkhamer Hannie. Dat is meteen het begin van de roman. In 2000 wordt haar lijkt opgegraven en verdwijnt Klinkhamer achter de tralies. Wanneer hij definitief vrijkomt, is de roman ten einde. (2004)

Het decor is het kleine Groningse plaatsje Ganzedijk bij Finsterwolde. Later verhuist Klinkhamer naar Amsterdam. Een deel van het decor is ook de gevangenis in Drente.

Samenvatting van de inhoud

Op woensdag 30 januari 1991 verdwijnt Hannie de vrouw van de hoofdfiguur. Al gauw wordt hij verdacht van moord, omdat zijn buren geschreeuw hebben gehoord. De media krijgen er lucht van en Klinkhamer wordt verhoord door twee halfzachte rechercheurs. Klinkhamer heeft vroeger in het Vreemdelingenlegioen gediend en daar gingen verhoren er heel wat grover aan toe. Hij moet inwendig lachen om de softheid van de politie en neemt ze dan ook in de maling. Zo is er de situatie met de conclusie van de rechercheurs dat Hannie in haar uniform moet zijn gestorven, want het uniform is zoek. Klinkhamer geeft daarna aan dat er nog minstens vier andere uniformen in het huis te vinden zijn. Ook nemen ze zijn slagersspullen van vroeger mee. Een van de signalen uit de buurt is, dat hij Hannie door de gehaktmolen heeft gehaald. Wel presenteert hij aan de lezer diverse versies hoe de moord op zijn vrouw gegaan zou kunnen zijn. Maar daarna ontkent hij die situaties weer of steekt hij de draak ermee. Ja, zo zou het gebeurd kunnen zijn.
Hij geeft ook af op zijn buren die praatjes rondstrooien over de moord op Hannie om zelf in het nieuws te komen. Maar hij is een harde kerel (nl. van het Vreemdelingenlegioen) en hem zullen ze niet zo snel klein krijgen. (Hoofdstukken Verdacht, Eerste Verhoor, Buren)

Intussen heeft Klinkhamer zich verhuurd als nachtportier in een klein hotel. Hij geeft daarin fraai commentaar op de clientèle van het hotel (de Arabische atleten die meedoen aan de Gehandicaptenspelen, de Oost- Duitsers die zich na de val van de Muur te goed doen aan het ontbijt in het vrije Westen, de vrouwen die wel seks met hem willen hebben, maar die veel te mager zijn, omdat hij nu eenmaal van wat mollige vrouwen houdt bij seks.) Tegelijkertijd neemt hij in dit deel ook wraak op zijn gekke buurman Oene Zwijnersma en diens vrouw Hetty. Die denkt dat ze twee vrienden van Klinkhamer die zich voordoen als homofielen van hun afwijking kan genezen door seks met hen beiden te bedrijven. Dat is een komisch stukje.
De mannen hebben op de terugweg zo’n lol om de naïeve vrouw dat ze hun auto total loss rijden.
Daarna vertelt de ikfiguur over de rijke Arabieren in het hotel en het moment waarop hij 20.000 gulden in kas heeft. Hij besluit een overval (door hemzelf geregisseerd) te laten plaatsvinden. Hij suggereert dat hij het geld zelf gestolen heeft. (hoofdstukken Nachtportier en Overval)

Daarna komen de hoofdstukken waarin Klinkhamer uit de doeken doet hoe het met de moord op Hannie is gegaan of liever zou hebben kunnen zijn gegaan, want hij relativeert steeds
zijn eigen verhaal. Hannie is zijn leven binnengekomen toen hij met een andere vrouw was getrouwd. Ze is veel jonger en een aantrekkelijke vrouw die bovendien nog goed in bed was ook. De problemen komen wanneer Klinkhamer die eerst veel geld verdiende op de beurs met het speculeren op aandelen na de beurscrash in de jaren tachtig in een paar weken tijd grote sommen geld verloor. Hun leuke huis in Portugal moest worden opgegeven. Hij ging daarna vreemd met vele vrouwen, maar het ergste was wel dat Hannie op een dag ontdekte dat hij was blijven gokken op aandelen toen hij ’s nachts naar de televisie en de aandelenkoersen keek. Ze roept dat hij maar beter bij het Leger des Heils kan gaan slapen en daardoor wordt Klinkhamer zo woedend dat hij haar een breekijzer doodslaat en het lijk onder het tuinhuisje begraaft. Zijn elektrische typmachine, een Brother, vertoont rare kuren en tikt zelfs woorden die hij nooit heeft ingetikt. (hoofdstukken: Ode aan Hannie, De beurs, Brother)

Na de dood van Hannie blijft Klinkhamer andere vrouwen zoeken: hij zet contactadvertenties en één ervan is de vreemde en rijke weduwe Belle, die nogal spiritueel is ingesteld. Wanneer Belle op seks aandringt, beseft Klinkhamer wat hij aan het doen is en hij laat haar boos en onbevredigd achter.
Ook met een andere rijke weduwe in Apeldoorn lijkt het aanvankelijk goed te gaan. Ze gaan zeer duur en luxe uit eten. Dat bevalt Klinkhamer eigenlijk niet (hij is een gewone jongen, maar door de drank krijgt hij er steeds meer lol in) Ook de weduwe krijgt steeds meer zin in seks door de drank en ze sleurt hem daarna mee naar huis om seks met hem te hebben. Maar dan knapt hij volkomen op haar af omdat ze het zakje van de condooms niet open krijgt. (hoofdstukken Belle, Apeldoorn)

In 2000 hebben de nieuwe bewoners van zijn huis opgravingen gedaan onder het tuinhuisje en daarbij de beenderen van een lijk gevonden. Het zijn die van Hannie en Klinkhamer bekent vrijwel meteen. Hij zit meteen in voorarrest, maar hij lacht om de bajesrituelen in Nederland. Hij is wel wat gewend in het vreemdelingenlegioen en hij vindt dat alles maar soft wordt aangepakt: een luxe hotel is de Nederlandse gevangenis. Je kunt er ook volop drugs krijgen.
Cynisch grappig beschrijft hij ook de tijd die hij in het Pieter Baan Centrum doorbrengt waarbij ze onderzoeken of hij psychische afwijkingen heeft. Hij ontmoet er in die tijd heel wat gekken en neuroten. Hij schrijft ook een parodie op het onderzoeksrapport, waarin allerlei clichés uit de psychiatrie belachelijk worden gemaakt. Verder wordt er gekankerd op het eten en is het gespreksonderwerp van de mannen vaak gewoon “kut” Daarna willen de mannen van de recherche hem nog een keer verhoren alvorens hij tot zeven jaar gevangenisstraf door de rechter wordt veroordeeld. (Hoofdstukken: Arrestatie, Pieter Baan centrum, Laatste verhoor, Hond van justitie)

In “Zeven jaar” vertelt hij over de gevangenisstraf die hij uitzit: het domme gedoe van sommige gevangenen, het eeuwige klaverjassen, het domme werk dat hij moet doen, het bezoek aan de kerkdiensten en zijn nieuwe liefde voor Theodora, de veel jongere Amsterdamse vrouw, die eerst met hem schrijft en hem ook bezoekt in de gevangenis. Ironisch is de manier waarop hij twee keer per maand seks met haar mag hebben in een gearrangeerd peeskamertje, wat dan BZT heet (Bezoek zonder toezicht) Tijdens één van die bezoeken vertelt Theodora hem dat ze is vreemd gegaan en hoewel zo ruimdenkend als hij is vindt Klinkhamer dat toch geen leuke mededeling. Hij verliest meteen zijn zin in seks. Hij viert in de gevangenis zijn 65e verjaardag wat ook nog een schransfeest met paling vreten inhoudt. Ze eten kilo’s paling weg ter ere van zijn verjaardag.
(hoofdstukken: Zeven jaar, Theodora, Bezoek Zonde Toezicht, Klaverjassen, Palingfeest)

In “Bijna Vrij”mag hij op weekendbezoek de gevangenis verlaten. Hij gaat natuurlijk naar Amsterdam waarheen hij verhuisd was , bezoekt een café waar hij genoeg alcohol drinkt en gaat dan op weg naar het huis van Theodora. Ze doet open in haar ochtendjas, heeft niet op zijn komst gerekend en uit alles is duidelijk dat ze er een andere vent op na houdt. Ze geeft eigenlijk aan dat ze uit elkaar zijn gegroeid en dat ze hier afscheid gaan nemen. Klinkhamer voelt zich vrij. Daarna volgen er nog twee hoofdstukken: één waarin hij flarden van brieven aan Theo beschrijft en één waarin hij in de epiloog aangeeft wat er met zijn manuscript gebeuren gaat.

In een nawoord geeft zijn biograaf Meijer aan wat er met het manuscript gebeurd is en wat er met Richard Klinkhamer is gebeurd, waarin vooral de media-aandacht centraal staat. De mededeling dat er geen uitgever voor zijn boek kon worden gevonden en het feit dat er uiteindelijk toch een uitgever bereid was Woensdag Gehaktdag uit te geven.
Daarna geeft Meijer nog een chronologisch overzicht met biografische gegevens van Richard Klinkhamer.

Thematiek

Alles draait in de roman om het plegen van een echte moord. De gevolgen daarvan voor de omgeving en de uiteindelijke arrestatie, de beschrijving van het gevangeniswezen komen uit het plegen van de moord voort. Het is geen moord uit passie, maar meer één uit opwelling. Omdat hij boos is, slaat Klinkhamer Hannie met een breekijzer. Er is dus in juridische termen meer sprake van “doodslag.” Er kan hem geen voorbedachten rade ten laste worden gelegd. Herhaaldelijk zegt hij dat hij van Hannie heeft gehouden. Misschien ook dat het verleden van Klinkhamer in het Vreemdelingenlegioen waar conflicten anders worden opgelost dan in het gewone leven, later in deze affaire een rol hebben gespeeld.

Enkele motieven in het werk: (o.a.Vreemdelingenlegioen )
- het verleden dat je meedraagt
- het vreemdgaan met andere vrouwen tijdens het huwelijk met Hannie
- de handel op de beurs en de beursval
- de alcoholverslaving
- seksualiteit
- het doden van je geliefde
- de media
- het luxe bajeswezen in Nederland (drugs en BzT)
- de psychiatrische onderzoeken in het Pieter Baan Centrum

Recensies

Op de dag van verschijning, 3 oktober 2007, schrijft Arjan Peters in De Volkskrant Als Klinkhamer een beest is, dán een dat een pen kan vasthouden. Karakteristiek is zijn vertaling van het klassieke aforisme ‘ars longa, vita brevis’: ‘het levensbrevet huist in aars en longen’. Overigens hebben de alcohol- en wietdampen deze verre nazaat van pessimist Emants niet altijd behoed voor pleonasmen: ‘Alleen al door de familieband was het onvermijdelijke falen van onze hopeloze liefde vastgelegd.’[….]
Opvallend is dat hij spijt betuigt, maar over zijn delict – een uitval tijdens een ruzie – telkens indirect schrijft: ‘Er sterft iemand van wie je houdt.’ Hij vervloekt zelfs zijn schrijfmachine, die hem drogbeelden voortovert. Zo blijft de precieze toedracht achterwege – om de sensatiebeluste lezer te treiteren, of omdat het de verteller te zeer aangrijpt? In dit ongepolijste egodocument wisselen provocatie en schuldbesef elkaar af. Niet iedereen zal Klinkhamers postume liefdesverklaring aan ‘Hannepan’ willen slikken, maar het feit dat de auteur zelf de moordenaar is, maakt zijn relaas niet bij voorbaat verwerpelijk. Dit boek is geen expliciete bekentenis, het is een literaire verwerking. Niet hoogstaand, wel intrigerend, of je het wilt of niet.

Eigenlijk is dat natuurlijk precies de kern waar alles om draait.

Op 19 oktober schrijft Joep van Ruiten in Het Parool een redelijk positieve recensie:
"Dat gaat gepaard met een bij vlagen geweldig gevoel voor wrange humor, de geilheid van de ouder wordende man, drank, geschooier en abject getier. Tussendoor schrijft hij ontroerend over het lot van de loser en zijn liefde voor Hannie. Dat laatste is het sterkste deel. Want als een uitgebalanceerde compositie is Woensdag gehaktdag minder geslaagd. Het is geen Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants, en ook geen American psycho van Bret Easton Ellis.

Voor wie de laatste twintig jaar zonder kranten, televisie en radio heeft geleefd, is Woensdag gehaktdag een niet altijd gemakkelijk te verteren kruising tussen een roman en literaire non-fictie, inclusief mindere en betere momenten. Maar voor wie zich al zestien jaar opwindt over 'die vreselijke moordenaar, die zich schrijver noemt', is dit een ronduit fascinerend boek."

Over de schrijver

Bron: Wikepedia Richard Klinkhamer (15 maart 1937) was de zoon van Maria Vogelauer, een Oostenrijkse die in Nederland als dienstmaagd was komen werken, en Gerrit Zeggelink, veldwachter te Purmerend. Hij is verwekt tijdens het huwelijk van zijn moeder met Jacob Klinkhamer. Gezien de grote gelijkenis van de jonge Klinkhamer met zijn verwekker, werd hij na de scheiding van zijn moeder in 1940 naar haar familie in Oostenrijk gestuurd, in plaats van bij zijn naamsvader en halfbroers te blijven. Hij verbleef in Oostenrijk bij zijn oom op een boerderij. In 1945 werd Oostenrijk bevrijd en was de jonge Klinkhamer getuige van het feit dat zijn tante werd verkracht en zijn oom aan de ketting gelegd, omdat hij Poolse dwangarbeiders in dienst had gehad. Vervolgens werd Klinkhamer, nu acht jaar oud, op de trein terug naar Holland gezet.
Zijn moeder had zich in de oorlog in leven weten te houden door voor de Duitsers te werken, en na mei 1945 heeft zij enige tijd in de gevangenis doorgebracht. De jonge Klinkhamer verbleef bij pleeggezinnen (en ook korte tijd bij de weduwe van zijn biologische vader, van wier dood hij getuige was) tot zijn moeder vrijkwam, en daarna zwierven zij samen door Nederland (afhankelijk van haar betrekkingen, onder andere in Zeist). Uiteindelijk ontmoette zij een rijke Zwitserse man, aan wie zij Richard voorstelde als haar neef. Niet gewenst in deze opbloeiende affaire, werd hij terug naar Amsterdam gestuurd, waar hij bij Jacob Klinkhamer en zijn halfbroers in huis kwam en het slagersvak leerde.
Klinkhamer belandde in het Amsterdamse criminele circuit als "katvanger" en vertrok in 1957, negentien jaar oud, naar het Franse Vreemdelingenlegioen, op zoek naar spanning en avontuur. Achteraf beschouwt hij zijn Legioenstijd als zijn opvoeding. Hij belandde in de burgeroorlog van Algerije, waar hij inderdaad actie zag, maar het grootste deel van de Legioenstijd bestond uit "wachtlopen en uitkijken naar de soldij". In 1959 deserteerde hij uit het Legioen, door een nachtelijke voettocht door de woestijn te maken. Via Italië kwam hij weer in Europa en uiteindelijk Amsterdam, waar hem weinig werk wachtte. In 1960 koos hij enkele maanden zee, als scheepskok. Al gauw zette hij voet aan wal en settelde hij zich weer in Amsterdam in de slagersbusiness, samen met zijn halfbroers.
In 1961 trouwde hij met Leontine van Emmerik, naar zijn zeggen "een moetje". Uit het huwelijk kwamen twee zoons en een dochter. Leontine was opgegroeid met Hannelore Godfrinon, wier moeder om het leven was gebracht door haar echtgenoot, een kennis van Leontine's vader, die daarop de kinderen in huis nam. Hannie Godfrinon was ongeveer dertien jaar toen zij Richard voor het eerst ontmoette, en op slag verliefd. Rond 1969 kregen zij een affaire.
Richard en Leontine kochten rond 1970 een pension in Bergen aan Zee en scheidden in 1977. Een jaar later trouwde Klinkhamer met Hannie Godfrinon. Zij vestigden zich in Ganzedijk in het Noordoosten van Groningen. Hij speculeerde op de beurs met het geld waarmee hij uit het pension was gekocht, zij werkte als verpleegster op de kinderafdeling van het ziekenhuis in Winschoten.
In 1983 publiceerde Richard Klinkhamer "Gehoorzaam als een hond", een succesvolle roman over zijn Legioenstijd, waarmee hij is vergeleken met de Franse schrijver Céline. De roman deed enig stof opwaaien, toen hij in een televisie-interview ruzie kreeg met Sonja Barends, die hem betichtte van racisme (omdat de hoofdpersoon in zijn boek vooroordelen jegens Joden uitte). Klinkhamer liep vervolgens weg uit de TV-studio. Dit debuut werd gevolgd door "De Hotelrat en andere verhalen".
In 1987 stortte de beurs in en Klinkhamer verloor niet alleen zijn huis in Portugal en zijn kapitaal, maar ook het vertrouwen van zijn vrouw, wier geld hij stiekem had gebruikt om te speculeren. Hierna verslechterde hun huwelijk. In januari 1991 leidde dit tot een fatale ruzie, waarbij naar zijn zeggen Hannie Richard de deur wees en zij naar een koevoet greep om haar woorden kracht bij te zetten. Na een worsteling had hij de koevoet in handen en sloeg hij zijn vrouw de hersens in. Vastberaden niet in de gevangenis te belanden, begroef hij haar lichaam onder een schuurtje in de tuin en dekte het af met een laag beton.
Klinkhamer werd als gauw als verdachte aangemerkt in de verdwijning van zijn vrouw. Haar fiets was ontdekt op het station in Winschoten, maar getuigen hadden gezien dat hij die daar had gebracht in de vroege ochtend na de fatale gebeurtenis, eind januari 1991. Van zijn ondervraging zei hij achteraf dat het was alsof "ze een brandkluis uit 1937 (zijn geboortejaar) met een koevoet probeerden te openen" - maar ook dat hij op een bepaald moment op het punt van bekennen stond, toen een meelevende recherheur hem te woord stond, maar door een telefoontje werd weggeroepen.
Nadat de commotie rond de "verdwijning" van zijn vrouw enigszins luwde, begon Klinkhamer weer te schrijven. Gedeelten hiervan zijn in de latere uitgave "Woensdag Gehaktdag" terecht gekomen. De eerste versie van dit manuscript werd door vele uitgevers afgewezen. In 1993 werd wel "Losgeld" gepubliceerd, een fictief verhaal over een juwelenroof.
In 1997 volgde "Kruis of Munt", waarbij Klinkhamer putte uit de nalatenschap van zijn andere oom, Viktor Vogelauer, die bij de SS had gediend. Het boek biedt een rauw-realistisch beeld van hoe mensen aan verschillende kanten van de Tweede Wereldoorlog probeerden te overleven.
In hetzelfde jaar verhuisde Klinkhamer naar Amsterdam.
In februari 2000 ontdekten de nieuwe bewoners van het huis in Ganzedijk, bij het omspitten van de omvangrijke tuin, het lichaam van Hannelore Klinkhamer-Godfrinon. Richard Klinkhamer werd opgepakt en bekende vrijwel onmiddellijk. In augustus 2000 werd hij veroordeeld tot zes jaar cel voor doodslag, na het hoger beroep in februari 2001 werd dat zeven jaar.
Sinds zijn vrijlating woont Richard Klinkhamer weer in Amsterdam. In oktober 2007 werd alsnog "Woensdag Gehaktdag" uitgegeven, het manuscript waarin Klinkhamer allerlei mogelijke scenario's beschrijft over hoe en waarom hij zijn vrouw zou hebben vermoord.

Bibliografie

1983 Gehoorzaam als een hond
1984 De hotelrat en andere verhalen
1993 Losgeld
1996 Kruis of munt
2004 Klinkhamer, een leven tussen woord en moord. Biografie door Martijn Meijer.
2007 Woensdag gehaktdag

Bijlage 1

Artikel over de opgeloste Moord in het NRC.(8 februari 2000)
Mysterie verdwenen vrouw opgelost
In Ganzedijk wilden de nieuwe bewoners ruim uitzicht hebben over het wijde Groninger land. Een schuurtje en hoge struiken moesten wijken. Dat is gelukt, maar er werden resten gevonden van een vermiste vrouw.
[Door onze redacteuren CEES BANNING
en PETRA DE KONING ]
GANZEDIJK, 8 FEBR. De klei is vet. Venema zet zijn graafmachine een ogenblik stil. Hij kon er nachten niet van slapen, en hij wil er liever niet over praten. "Je kent de geruchten, dus je houdt er een beetje rekening mee, maar het blijft verschrikkelijk", zegt Venema. Hij schudt zijn hoofd en start zijn graafmachine. "Ik heb haast. Ik loop achter."
Vorige week donderdag vond de man tijdens graafwerkzaamheden aan de G. Gernaatweg 21 in het buurtschap Ganzedijk, Noordoost-Groningen, de resten van een menselijk skelet. Een forensisch orthodontist onderzocht wat er over was van het gebit. De stoffelijke resten waren van de vroegere bewoonster, Hannelore Klinkhamer-Godfrion, zo wees het onderzoek uit.
Op 2 februari 1991 deed haar man, Richard Klinkhamer, aangifte van haar verdwijning. Gisteren bekende hij dat hij zijn vrouw heeft vermoord en in de tuin heeft begraven. Klinkhamer, tweeënzestig jaar, was schrijver en oud-strijder in het Franse vreemdelingenlegioen.
"De verdwijning liet onze gemeenschap niet met rust", zegt buurman Peter Prijt een paar uur na de bekentenis van Klinkhamer. "Eindelijk is de zaak opgelost." Ganzedijk is een gehucht in het Groningse Oldambt, vlakbij de dijk die het vlakke land beschermt tegen de Dollard. De inwoners werkten er in de landbouw en de agrarische industrie. Nu is de werkloosheid er hoog, meer dan de helft van alle huishoudens leeft van een uitkering. De bevolking vergrijst, goed opgeleide jongeren trekken weg. Aan de G. Gernaatweg staan de kleine huizen waar vroeger landarbeiders woonden, ze werkten bij de hereboeren. Veel huizen verkeren in vervallen staat. "Het verloop in de buurt is groot", zegt Prijt. "Veel mensen uit het westen kopen een huisje voor een ton. Hartstikke goedkoop als je dat vergelijkt met de prijzen in het westen. Ze wonen hier een paar jaar, maar dan slaat de heimwee toe. Vooral 's winters is het hier erg eenzaam, daar moet je tegen kunnen."
In het voorjaar van 1991, na de verdwijning van zijn vrouw, stond Richard Klinkhamer vaak met een verrekijker op de weg. "Hij maakte een radeloze en verwarde indruk", zegt buurman Nap. "Iedere week op de dag van haar vermissing draaide hij harde muziek", zegt Prijt. Later kwamen de grappen. Prijt: "Hij had eens woorden met de buurvrouw van nummer 23." Klinkhamer wees op een kuil in zijn tuin. "Die is voor jou, naast mijn vrouw." Houthandelaar Udema uit het nabije buurtschap Hongerige Wolf noemt die opmerking "karakteristiek voor zijn bijzondere gevoel voor humor". In het blad Doodgewoon, een tijdschrift over de dood, zei Klinkhamer in 1997 dat Hannelore zijn 'grote jeugdliefde' was. Hij was twaalfeneenhalf jaar 'gelukkig' met haar geweest. "Zes jaar geleden is ze verdwenen. Ze was opeens weg."
Hij werd gearresteerd en verdacht van moord, zei Klinkhamer in het interview, omdat hij zelf schapen slachtte, in het vreemdelingenlegioen had gezeten, en zich 'onconventioneel' gedroeg. "De buurt roddelde. Ik zou haar door de gehaktmolen hebben gedraaid. Steeds maar weer die gehaktmolen. Dat is zo'n dingetje. Ik wil er niet meer over praten. Het verhaal hangt me de strot uit. "
Over zijn arrestatie, het vermoeden van de buurt en de politie schreef Klinkhamer een boek, 'Woensdag gehaktdag', omdat hij het "zo'n interessant gegeven vond". Een uitgever vond hij er niet voor. Vic van de Reijt van uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, die in de jaren tachtig twee boeken van Klinkhamer publiceerde ('Gehoorzaam als een hond', 'De hotelrat en andere verhalen'), vond het "literair mislukt". "Het was een halve bekentenisroman, hij ging heel gedetailleerd in op die moord. Maar het was ook weer géén bekentenis."
Willem Donker van uitgeverij Ad Donker in Rotterdam vond het slecht geschreven en ook 'afschuwelijk': "Hij beschreef hoe de hoofdpersoon het gehakt van de vrouw aan de meeuwen voerde."
De buren in Ganzedijk vonden Klinkhamer een zonderling. Roemrucht is het verhaal dat hij op een warme dag door Ganzedijk fietste, hij was bloot, hij droeg alleen een hoed. "Voor alle vrouwen nam hij die hoed af", herinnert buurvrouw Nanninga zich.
In zijn huis hingen wervingsposters van de Waffen-SS. In de tuin stonden beelden die hij had gemaakt van botten van lammetjes en kippen. Klinkhamer at alleen maïskip en lam, vertelt uitgever Donker. "Hij dacht dat daar het minste gif in zat." En hij dronk bier, alleen maar Grolsch, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Drie weken lang, daarna dronk hij een week niks. Hij schreef Donker dat hij in die week "zeven dagen bezig was om geen Grolsch te drinken. Het is alleen maar thee en kwelling, en een ontregelde stoelgang". Donker kwam af en toe op bezoek bij Klinkhamer in Noordoost-Groningen. Hij beschrijft Klinkhamer als een man 'zonder moraal', met een 'duivelse kop': " Grote, borstelige wenkbrauwen, zwarte ogen zonder gevoel. Het merkwaardige was: hij had altijd vrouwen om zich heen, en dat waren geen domme blondjes." Donker was er, zegt hij nu, al jaren van overtuigd dat Klinkhamer zijn vrouw had vermoord. "Ik zei wel eens: 'Vertel het me nou, Klinkhamertje, heb je het gedaan of niet?' Dan zei hij: 'Dat kan ik je nu nog niet zeggen.' Het verbaasde me wel dat er botten werden gevonden in zijn tuin. Ik dacht dat hij slimmer was."
In het blad 'Doodgewoon' vertelde Klinkhamer dat hij een Oostenrijkse moeder had en een Nederlandse vader, ze scheidden in 1940. Zijn moeder werkte in Nederland voor de Wehrmacht, Richard Klinkhamer woonde bij een oom en tante in Oostenrijk. Zijn oom had zeven Poolse krijgsgevangenen in dienst die hij slecht behandelde. De gevangenen werden bevrijd door de Russen, de oom werd doodgeslagen. Klinkhamer was acht. Hij kwam naar Nederland, hij sprak alleen Duits. Zijn moeder was kaalgeschoren, ze zat in de gevangenis. Daarna trok ze door Europa, ze werkte in bordelen, Klinkhamer reisde met haar mee. "Na mijn turbulente jeugd", zei Klinkhamer in het interview, "ben ik een beetje losgeslagen."
Op aanraden van uitgever Donker gebruikte Klinkhamer twee hoofdstukken uit 'Woensdag gehaktdag', over zijn jeugd in Oostenrijk en over het vreemdelingenlegioen, voor een nieuw boek, 'Losgeld'. Dat werd bij Donker uitgegeven. Klinkhamer schreef ook een verhaal over twee officieren in het Duitse leger, 'Kruis of munt'. Volgens Donker was dat "geen prettig manuscript". "Het zal vol fascistische tendensen." Het werd in 1996 uitgegeven bij Bodoni, het werd ook in het Duits vertaald. Donker: "In Duitsland en Oostenrijk heeft het heel goed verkocht." De uitgever lacht hard. "Je kunt zien dat ze daar niet deugen."
In 1997, zes jaar na de verdwijning van zijn vrouw, verhuisde Klinkhamer naar Amsterdam. De nieuwe bewoners, uit Utrecht, lieten de tuin met hoge struiken grotendeels intact. Maar er kwamen nieuwe bewoners en die wilden de wijde blik herstellen, ze huurden het loon- en grondverzetbedrijf van Venema in. Buurman Prijt: "Toen ze begonnen zei ik nog tegen mijn vriendin 'het zou me niet verbazen als ze nu wel iets zouden vinden'." In maart 1991 heeft de politie ook al een keer in de tuin gewroet. "Ze namen messen, vleeshaken en een gehaktmolentje in beslag." Die voorwerpen wilde Klinkhamer laten afbeelden op de omslag van het boek 'Woensdag gehaktdag'.

Bijlage 2 Interview met Klinkhamer in NRC.
Schrijver Richard Klinkhamer staat terecht voor moord op zijn vrouw
'Ik ben mijn eigen god'

Negen jaar geleden verdween verpleegkundige Hannie Godfrinon. Februari dit jaar werden haar botten gevonden in de tuin van haar huis. Haar man, de schrijver Richard Klinkhamer, bekende de moord. 'Niets is zwaarder dan het lijk van iemand van wie je hebt gehouden.'
[Cees Banning Petra de Koning ]
In zijn cel luistert Richard Klinkhamer (63) naar 'Mon légionnaire' van Edith Piaf. Of naar de Cantates van Bach die zijn vriendin voor hem heeft gekocht bij het Kruidvat. Iedere maandag haalt hij zeven boeken uit de bibliotheek. Hij werkt halve dagen. Hij verdient, vertelt hij door de telefoon vanuit de gevangenis, achtentwintig gulden per week met het vouwen van inlegkruisjes.
De bewakers spreken hem aan met 'u'. Zijn medegevangenen tonen minder respect. Ze hebben sokken en ondergoed gestolen, en naaktfoto's van zijn vriendin. De foto's die hij nog had, heeft hij nu maar van de muur gehaald.
Kort na zijn arrestatie was hij somber, in zichzelf gekeerd. Nu niet meer. Hij sport veel, is zes kilo afgevallen omdat hij geen bier meer drinkt. En hij schrijft een boek. Over het leven in de gevangenis, over het psychiatrisch onderzoek in het Pieter Baancentrum, en over zijn vrouw Hannie Godfrinon - die hij in de winter van 1991 doodsloeg met een breekijzer. In februari dit jaar werden haar botten gevonden in de tuin van het huis waar ze samen hadden gewoond. Klinkhamer bekende.
Aanstaande donderdag, 24 augustus, begint zijn proces voor de rechtbank van Leeuwarden. Klinkhamer is opgelucht. Zijn negen jaren van zwijgen zitten erop. "Het is goed zo." En wat die moord betreft: Klinkhamer heeft 'zichzelf vergeven'.
In vraaggesprekken vertelde Richard Klinkhamer hoe gelukkig hij was geweest met Hannie Godfrinon. Ze was zijn 'grote jeugdliefde'. In 1978 kochten ze een huis in Ganzedijk, een buurtschap in Noordoost- Groningen. "Het was rozengeur en maneschijn tussen die twee", zegt Harry Weites, een vroegere buurman en vriend van Klinkhamer. "Hannie was helemaal geobsedeerd door die man. Ze had het alleen maar over Richard."
Eind jaren tachtig begonnen de ruzies. Klinkhamer sloeg zijn vrouw, zeggen inwoners van Ganzedijk. Ze hoorden dat er in het huis werd geschreeuwd. En Hannie had blauwe plekken. Soms vluchtte ze naar de buren. Hannie was verpleegkundige op de kinderafdeling van het ziekenhuis in Winschoten. Klinkhamer hield de tuin bij, hij dronk zijn flesjes bier - alleen maar Grolsch, vanaf 's ochtends vroeg - en hij begon te schrijven. Weites: "Hij kon boeiend vertellen, mooie verhalen. Over zijn jeugd, over zijn jaren in het vreemdelingenlegioen. Ik zei: dat moet je opschrijven. Daar had hij zelf ook al eens aan gedacht."
Weites, die journalist was bij de Winschoter Courant, zou hem helpen. "Maar ik denk dat ik nooit meer dan tien velletjes heb gelezen. Richard kon er niet tegen dat ik zoveel op te merken had. De zinsconstructies en de interpunctie die hij gebruikte, daar deugde niks van. Later zei hij: 'Mijn uitgever is niet zo kritisch als jij'."In 1983 verscheen zijn eerste roman, Gehoorzaam als een hond, een jaar later de bundel De hotelrat en andere verhalen.
Rotmof
Richard Klinkhamer had een Oostenrijkse moeder en een Nederlandse vader. In 1940 gingen ze uit elkaar. Zijn moeder werkte in Nederland voor de Wehrmacht, Klinkhamer bracht de Tweede Wereldoorlog door bij een oom en tante in Oostenrijk.Hij was acht toen hij terugkwam in Nederland, hij werd gepest en uitgescholden omdat hij Duits sprak. Tegen een verslaggever van het Utrechts Nieuwsblad zei hij in 1984: 'Na een week sloegen ze me niet meer. Als ze me te pakken hadden, hoefde ik alleen maar op mijn knieën te zakken en driemaal te zeggen Ich bin ein Rotmof. Dan waren ze tevreden.'Zijn moeder, kaalgeschoren, zat in de gevangenis, Klinkhamer woonde in kostgezinnen. Van zijn oudere broers, die na de scheiding bij hun vader waren gebleven, hoorde hij dat hij hun halfbroer was. De vader van Richard Klinkhamer zou een veldwachter zijn geweest, met wie hun moeder een verhouding had gehad.
Vanaf zijn vijftiende werkte hij bij slagerijen in Amsterdam - op de bakfiets bracht hij bestellingen rond.
Klinkhamer vertelde later dat hij zich op zijn negentiende had aangemeld bij het Franse vreemdelingenlegioen. "De grond werd hem te heet onder de voeten", zegt zijn halfbroer Dirk. "Hij werkte in een rouletteclub en is er met de kas vandoor gegaan. Toen meldde hij zich bij het legioen." Hij zou in Algerije hebben gevochten, hij zou zijn gedeserteerd, opgepakt, gestraft, en opnieuw gedeserteerd. Zo'n vier jaar zou hij huursoldaat zijn geweest. Hij had er mensen doodgeschoten - 'zeker wel drie', zei hij in 1997 in het tijdschrift Doodgewoon, 'het interesseert me niet meer, ik heb er nooit van wakker gelegen' - en hij had er geleerd hoe je lijken laat 'verdwijnen'. De Nederlandse vereniging van oud-legionairs accepteerde hem in de jaren zeventig niet als lid. Omdat hij - deserteur - geen soldatenboekje had. Hij kwam wel een paar keer op een reünie. Niemand kende hem, zegt de secretaris van de vereniging. De legionairs vonden zijn boeken 'ongeloofwaardig'. De secretaris: "Er is veel verzonnen. Ik vind Klinkhamer een praatjesmaker, hij schetst een sensatieachtig beeld van het legioen."
Klinkhamer heeft wel een getuigschrift uit Noord-Afrika (daarop heet hij 'Klinghammer') en een inschrijfnummer. De secretaris: "Dat zou een bewijs kunnen zijn dat hij echt bij het legioen heeft gezeten." Maar zeker is dat hij op zijn twintigste werk had in de keuken van het Nederlandse leger - een baantje dat hij in vraaggesprekken niet noemde. En op zijn tweeëntwintigste ging hij varen voor de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij. Aan boord was hij koksmaat-slager. Tegen journalisten zei hij: "Ik heb nog een hele poos gevaren: Zuid- Amerika, Azië, Middellandse-Zeegebied." In zijn monsterboekje uit die tijd, waaruit blijkt dat hij alleen op West-Indië voer en al na een jaar ontslag nam, staan de beoordelingen die hij aan boord kreeg. Gedrag, bekwaamheid en ijver - Richard Klinkhamer scoorde op ieder schip de 'g' van goed, of 'zg', zeer goed.
Vanaf 1960, Klinkhamer was drieëntwintig, had hij een café op de Zeedijk in Amsterdam. Hij zat, zou hij later zeggen, in het criminele circuit. Hij maakte een 'klapper' en kocht van dat geld een pension in Bergen aan Zee.
Viezeriken
In de zomer van 1957 sloeg de vijfenveertig jarige bankbediende J.L.G. Godfrinon zijn echtgenote de schedel in. In de slaapkamer van hun huis, in de Amsterdamse wijk de Watergraafsmeer, hadden ze ruzie gekregen. Godfrinon werd gearresteerd. Hun twee kinderen, een jongen van elf en een meisje van negen, Hannie, werden opgenomen in het gezin van zijn kaartvriend Johan van Emmerik. De twee Amsterdamse mannen, vertelt Klinkhamer nu vanuit de gevangenis, kenden elkaar uit de tijd dat ze in de Tweede Wereldoorlog dwangarbeider waren geweest in Duitsland. In het huis van de familie Van Emmerik leerde Hannie de man kennen die, vierendertig jaar na de dood van haar moeder, háár de schedel zou inslaan. Richard Klinkhamer trouwde in 1961 met Leontine van Emmerik. 'Een moetje', zou hij later zeggen. Ze kregen drie kinderen, in 1977 scheidden ze. Klinkhamer had toen al elf jaar in het geheim een verhouding met Hannie, die door Leontine werd beschouwd als een halfzusje.
Hannie en Richard Klinkhamer zochten een huis, ver weg van de familie in Amsterdam. In een weekend gingen ze op bezoek bij Harry Weites, in het noordoosten van Groningen. De vrouw van Weites en Hannie waren vriendinnen, ze hadden samen de opleiding tot verpleegkundige gedaan in Amsterdam. Weites: " Ze vonden het mooi bij ons, rustig." Ze kochten een huis aan dezelfde weg, een paar honderd meter verder.
In Ganzedijk slachtte Klinkhamer kippen en schapen voor zijn buren en hielp hen met het bouwen van kippenhokken. Hij plukte slakken uit de tuin, kookte ze en liet mensen proeven: "Dit heb je nog nooit gegeten."
Hij dronk bier met buren die hij interessant vond. Een kunstenaar die net als hij bijna de hele dag thuis was, en de journalist Harry Weites. Hij probeerde, zegt Weites, ook bevriend te raken met de huisarts en de tandarts uit de buurt. "Hij wilde graag omgaan met mannen die wat voorstelden in de maatschappij." Volgens Weites keek Klinkhamer neer op vrouwen. Die vond hij te emotioneel. Hij moest ook weinig hebben van mensen die religieus waren - "hij ergerde zich aan moslims, hij zei dat alle mohammedanen viezeriken waren" - en mensen met een lage opleiding. Weites: "De arbeiders in Noordoost-Groningen bijvoorbeeld, dat vond hij domme mensen."
Een paar keer per week kwam Klinkhamer bij Weites langs. "Je kon ontzettend met hem lachen. Maar als hij een avond was geweest, hoefde ik hem niet meteen de volgende dag weer te hebben. Hij kwam dan wel."
Weites kreeg vier kinderen in drie jaar, hij werd chef nieuwsdienst bij de krant. "Ik was doodmoe 's avonds, ik had geen zin om nog tot diep in de nacht met Richard te drinken en te ouwehoeren over wereldpolitiek en ethische kwesties. Dat begreep hij niet, hij werd er pissig om."
Hannie was volgens Weites een vrolijke, wat 'bazige' vrouw. "Ze was extreem netjes. Als je binnenkwam door de achterdeur moest je je schoenen uitdoen. Bij iedereen in de buurt was de achterdeur los, bij hen niet. Ze kwamen wel meteen als je ervoor stond, maar dan konden ze erop letten dat je je schoenen niet aanhield."
Klinkhamer en Hannie kregen er ook ruzie over. Weites: "Hij was begonnen met schrijven en zoop intensief. Als Hannie 's ochtends uit de nachtdienst kwam, ging ze met een natte vinger langs de kasten om te controleren of hij wel had schoongemaakt."
De ruzies werden heviger na de beurskrach van 1987. Klinkhamer had een paar ton belegd. Dat was geld van de erfenis van zijn moeder, en van het pension in Bergen aan Zee, zijn ex-vrouw had hem uitgekocht. De bedoeling was dat hij samen met Hannie zou gaan rentenieren aan de Portugese kust, ze hadden een huis in de Algarve. Van het geld bleef bijna niks over. Hannie was teleurgesteld, maar vooral ook erg kwaad. Klinkhamer had haar beloofd dat hij niet met het geld zou gokken, hij zou geen opties nemen.
Klinkhamer moest gaan werken. Hij werd nachtportier in kuurcentrum Fontana in Nieuweschans. Weites, die toen al niet meer met Klinkhamer bevriend was, kwam hem daar een keer tegen. "Hij deed heel schichtig, hij vroeg: 'Ken je mij nog? ' Dat vond ik vreemd. Ik denk dat hij het gevoel had dat mensen zich tegen hem keerden."
Fotograaf Peter Buiter die in de buurt woonde, kwam op een middag in de herfst langs met een egeltje dat hij had gevonden. Klinkhamer wist, had hij gehoord, alles van egeltjes. Buiter: "We stonden in de tuin te kletsen. Hannie en Richard kregen er binnen een kwartier slaande ruzie over. Ze stonden tegen elkaar te haaibaaien. Of het beestje wel of geen melk moest hebben. Of het zou overleven of niet."
Op een avond in januari, in 1991, raakte Klinkhamer Hannies hoofd met een breekijzer. Buurvrouwen die uit het buurthuis kwamen, zagen 's avonds fel licht branden in de tuin bij het huis van Klinkhamer. Het had de dagen ervoor hard gevroren, er werd geschaatst op het Beertsterdiep. Alleen in de grond onder het tuinhuis van Klinkhamer kon gegraven worden.
In het - nooit gepubliceerde - boek dat hij later schreef over de verdwijning van zijn vrouw, 'Woensdag Gehaktdag', staat: 'Niets is zwaarder dan het lijk van iemand van wie je hebt gehouden. Niets akeliger en lelijker, lastiger ook, als je je ervan moet ontdoen.'Klinkhamer maakte grappen over buurtbewoners die ervan overtuigd waren dat híj Hannie had vermoord. En over de politie die dacht dat hij het lijk door een gehaktmolentje had gedraaid. Vrienden en journalisten liet hij gaten zien die hij had gegraven in de tuin: een meter breed, twee meter lang, twee meter diep. Dan zei hij: "Mooi gat he? Daar kun je een lijk in leggen."
In het televisieprogramma Paradijsvogels van de AVRO, november 1994, zei hij: "Als ik zeg wat er is gebeurd, verklaar ik mij schuldig. Dat zou onverstandig zijn. En als ik zeg dat ik niet schuldig ben, ben ik ongeloofwaardig, want iedereen weet dat ik haar heb vermoord. Hier in de buurt zeker. Ze hebben een doodskreet gehoord. Ze hebben me met het lijk zien slepen. Ze hebben het kanaal afgedregd."
En: "Van gewetensproblemen heb ik nooit iets gemerkt. Daarvoor moet je in goden geloven of in een god. Ik ben mijn eigen god. Ik heb geen goden nodig. Mensen die in dat soort dingen geloven, ontbreekt het aan zelfvertrouwen. Ik geloof in mijzelf. De laatste dertig jaar heb ik niet meer aan mijzelf getwijfeld."
Ontheemd
In haar huis in Amsterdam-Oost zit Margreet de Heer (27), de vriendin van Klinkhamer. Sluik, roodgeverfd haar, een paarse bril, blauwe ogen. Ze draagt zwarte legerschoenen, een groene broek, groen T-shirt. Op haar schoot zitten Tijger en Toto, de katten van Klinkhamer.
Ze noemt Klinkhamer 'Klink', en hij haar 'Theo', omdat ze theologie heeft gestudeerd. Ze wilde geen predikant worden, ze werkt nu in een stripwinkel in Amsterdam. Ze tekent zelf ook, ze maakte strips over 'Klink & Theo' en 'Sex met een ouwe lul'.
Ze las drie jaar geleden een vraaggesprek met Klinkhamer in het Groninger Dagblad. Ze las zijn laatste boek, Kruis of munt (1996), en begon hem brieven te schrijven. Vooral de verhalen over het vreemdelingenlegioen vond ze 'fascinerend'. Ze vertelt hoe 'gekwetst' hij was toen bleek dat hij geen lid kon worden van de vereniging van oud-legionairs. "Het legioen heeft hem gevormd, zegt hij zelf." Op brieven die hij nu vanuit de gevangenis schrijft, plakt hij kopietjes van pasfoto's van hemzelf als legionair, en hij zet erbij: '1956'.
Margreet de Heer zegt nu dat het haar in de loop der tijd duidelijk werd dat hij Hannie had vermoord. "Op het moment dat ik erachter kwam, vond ik dat wel even angstig." Maar ze vond het vooral tragisch. "In mijn studie was ik veel bezig met schuld en boete. Iedereen kan iemand vermoorden, het zijn de omstandigheden die ertoe leiden dat het ook werkelijk gebeurt."
Klinkhamer heeft, zegt ze, een vreselijke jeugd gehad. "Ontheemd. Hij lijdt ook aan verlatingsangst, dat merk ik nog steeds. Hij wilde haar niet vermoorden, het was een ongeluk."
In het psychiatrisch rapport van het Pieter Baancentrum in Utrecht, dat volgende week in de rechtszaal wordt gepresenteerd, zal niet staan dat Klinkhamer tijdens de moord ontoerekeningsvatbaar was. Tbs wordt niet geadviseerd. Maar de rechter zal zeker uitgelegd krijgen wat Klinkhamer in zijn jeugd aan ouderlijke liefde en veiligheid tekort gekomen is.
Margreet de Heer helpt Klinkhamer nu met zijn nieuwe boek, een bewerking van Woensdag Gehaktdag, het manuscript over de moord waarvoor hij begin jaren negentig geen uitgever kon vinden. "Het wordt", zegt ze, "een ode aan Hannie."
Klinkhamer schrijft met potlood, zij tikt de teksten uit, redigeert, en stuurt hem een print. Klinkhamer corrigeert de stukken, daarna vertaalt Margreet de Heer ze in het Engels. Richard Klinkhamer is niet meer geïnteresseerd in het Nederlandse lezerspubliek. Door de telefoon vanuit de gevangenis zegt hij: "De verkoop van mijn boeken ligt hier stil. Mijn focus is nu gericht op de USA."
"Nederland slaan we over", zegt ook Margreet de Heer. Nederland is "te klein voor Richard". "Hij heeft vier goede boeken geschreven. Die zijn hier geen succes geworden. In Duitsland verschenen er negenendertig recensies van zijn laatste boek, achtendertig daarvan positief. De waardering voor Richard bestaat over de grenzen."
De Amerikaanse televisiezender NBC maakte een documentaire over Klinkhamers leven. Die werd dit voorjaar in twee delen, in het programma Dateline, uitgezonden op de Amerikaanse televisie - en niet, zoals eerder was aangekondigd, ook in Nederland. Het Amerikaanse tijdschrift People kreeg van Klinkhamer een primeur: een stukje uit zijn nieuwe boek. Volgens het blad 'the first written account' van de moord. 'She hurled her reproaches at me for the umpteenth time: everything had been destroyed by me, gambled away, lost. She did not want to live any longer with a man who was drinking himself to death. She tried to hit me. Maybe I laughed - she hated that when she was mad at me. Suddenly the wrench that had been lying on the washer was in her hand.' Drieëndertig bladzijden van het manuscript heeft Margreet de Heer al naar een Amerikaanse agent gestuurd. "We wachten af", zegt ze. Maar ze twijfelt niet. "Hij is een groot schrijver."
Ze laat op haar computer beelden zien die een fotograaf heeft gemaakt van haar en Klinkhamer. Klinkhamer is in het zwart gekleed, zijzelf hangt naakt om hem heen. Die foto's willen ze verkopen aan Playboy of Penthouse. Na de grote doorbraak.

REACTIES

H.

H.

waarom geen personages.. daar kom ik echt niet uit

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.