Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Wild vlees door Marita de Sterck

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Wild vlees
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 1e klas vwo | 1940 woorden
  • 11 augustus 2004
  • 247 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
247 keer beoordeeld

Boekcover Wild vlees
Shadow
Wild vlees door Marita de Sterck
Shadow
Boekgegevens Auteur: Marita de Sterck
Titel: Wild vlees
Titelverklaring: Max (de hoofdpersoon uit het boek) krijgt bij het bergbeklimmen een snee in zijn hand. Er groeit wild vlees omheen, dat zit in de familie. Ondertitel: geen Inhoud Het begin: het verhaal begint als Max bergen gaat beklimmen in Zwitserland met zijn vrienden. Als ze bij een berghut aankomen ligt er een briefje: Max Vereken, je wordt dringend verzocht naar huis te bellen. Max dacht dat zijn moeder gewoon bezorgd was en hij gooide het briefje in het haardvuur. Belangrijke gebeurtenissen: 1. Max’ opa overlijdt

2. Max’ opa wordt begraven
3. Opa’s huis wordt verkocht
4. Moeders levensboom wordt gekapt
5. Max wordt het eens met de beslissing dat opa is begraven en niet gecremeerd. Het centrale probleem: Max’ opa is dood en hij moet perse weten wie de schuldige is. Ook is Max het niet eens met de beslissing dat opa is begraven. Tegen Max had hij gezegd dat hij gecremeerd wilde worden. De afloop: Max ziet in dat het ongeluk per ongeluk was en hij krijgt verkering met Linde, zijn vriendin. Samenvatting: Max gaat bergbeklimmen in Zwitserland met zijn vrienden. Als ze bij een berghut aankomen ligt er een briefje: Max Vereken, je wordt dringend verzocht naar huis te bellen. Max dacht dat zijn moeder gewoon bezorgd was en hij gooide het briefje in het haardvuur. Als hij een week later thuis komt verteld zijn moeder hem dat zijn opa dood is. Max is erg geschokt. Hij kon het niet geloven. Hij ging iedereen die bij het ongeluk betrokken was ondervragen: de oude Lisa, de vrachtwagenchauffeur de opa aanreed, de politie agente, de dokter en de begrafenisondernemer. Zijn vriendin Linde vond dat hij vreselijk te werk ging, omdat alle mensen nu de herinneringen weer moesten ophalen. Als opa’s huis verkocht wordt gaan de nieuwe bewoners de appelbomen kappen, ook moeders levensboom die al bij haar geboorte geplant is. Moeder is erg verdrietig. Uiteindelijk overtuigen zij en Linde, Max dat er niets meer aan te doen is dat opa dood is en dat opa echt niet meer leeft in zijn grafkist. Tegelijkertijd speelt zich de geschiedenis van opa af. Maar ook die van oma, moeder en vader. Personen Hoofdpersonen: Max, Linde, Anne (Max’ moeder), Konstant (Max’ vader) en Julien (Opa) Belangrijke personen: oma, Jef Mosterd, Lisa, de begrafenisondernemer en zijn vrouw. Geschreven portret van de hoofdpersoon: zeventien jarige jongen die door de hedendaagse technologie in het ziekenhuis nog net gered is van de dood. Hij was in het begin van zijn leven erg klein en dun. Hij hield niet zo veel van zijn moeder, omdat hij bijna dag en nacht bij zijn opa en oma was. Dit kwam doordat zijn moeder en vader de hele dag werkten. Hoe de hoofdpersonen met elkaar omgaan: - Max is de vriend van Linde. - Linde is de vriendin van Max, maar ze vindt hem een beetje gemeen tekeer gaan tegen de betrokkenen bij het ongeluk van zijn opa. - Anne is de vrouw van Konstant en vindt Linde een leuke meid. - Konstant is de man van Anne, Alleen is hij vaak in het buitenland. - Opa was eerst boos op Anne, maar dat ging over. In het begin vond hij Max maar een klein scharminkel, maar ook dat ging over.
Over de auteur Marita de Sterck is geboren op 15 augustus 1955 te Antwerpen. Haar vader was kleermaken en haar moeder was natuurlijk ook goed met naald en draad. Haar vader kon urenlang boeiende verhalen vertellen en daar heeft Marita haar kunst van het van het vertellen van meegekregen. Ze studeerde talen en journalistiek aan de Gentse universiteit. Ze werkte daarna als redacteur bij een jongerentijdschrift waarbij ze het idee kreeg om jeugd- en kinderboeken te gaan schrijven. Nu bestaat haar dagelijkse leven uit schrijven, lezingen houden, werken in de bibliotheek en natuurlijk op de kinderen letten. Andere bekende boeken van Marita zijn Splinters, Wachten, Zoë zwijgt en Vlinders op het dak. Recensies Ria de Schepper in Lexikon van de jeugdliteratuur 2001: ‘Het verhaal is strak opgebouwd, met gedateerde hoofdstukken zodat de lezer in de tijd het verwerkingsproces van Max volgt. De relatie tussen Max en zijn grootvader is exemplarisch voor de band tussen generaties. Via een associatief procédé gaat de auteur terug naar de relaties tussen Max’ ouders, grootouders en betovergrootouders. Ten slotte, als de wonden letterlijk en figuurlijk geheeld zijn, kan Max een relatie met Linde aangaan. Diverse motieven doorkruisen het verhaal, waaronder dat van de tijd, van appels in al hun soorten en smaken en van wild vlees dat rond wonden ontstaat. De taal is soms analytisch en koel, dan weer beeldrijk en passievol.’ Jan van Coillie in Standaard der letteren, 28-9-2000: ‘De eenvoudige, sobere verwoording bedwingt zorgvuldig te sterke emoties. De aandachtige lezer ervaart geregeld hoe zorgvuldig de woorden gekozen zijn, van de smaak van de appels tot de geur van de liefde. Marita de Sterck slaagt erin om een moeilijk thema als het verwerken van de dood van een geliefde grootouder te verwoorden, zodanig dat de cyclus van leven en dood aanvaardbaar wordt. Dat het doorgeven van verhalen hierbij een cruciale rol speelt, illustreert de kracht van de literatuur.’ Interview met Marita de Sterck Vertel eens iets over je kindertijd? Mijn vader was een kleermaker, mijn moeder voorzag zowat half Congo van roze sokjes en het was iedereen een raadsel waarom ik toch zo’n kluns met naald en draad was en ben. Wat betreft het verhalen vertellen, viel de appel iets minder ver van de boom. Mijn vader kon urenlang vertellen over merkwaardige dorpsfiguren en over twee halvegare beren, Lili en Fifi, waarin ik later mijn tantes – zijn pesterige zussen – herkende. De ergste straf was zonder verhaal naar bed en dan moest ik, om mijn kleine broer te plezieren, mijn vaders taak overnemen. Trainingskansen genoeg dus. Al van toen ik kind was ben ik geboeid door mensen uit andere landen. Ik kon urenlang zoet zijn met fotoboeken over verre landen en met atlassen. In die tijd wou ik ontdekkingsreiziger worden. Ik luisterde ademloos naar de verhalen van mijn grootoom die in China bisschop was. Het leek me wel wat: reiziger én schrijver worden. Ik woonde in een huis vlakbij de Kalmthoutse hei, een immens natuurreservaat. Daar groeide mijn interesse voor beesten en planten. Ik zwierf urenlang met mijn honden of te paard over de hei. Ik was ook jarenlang bij enkele natuurverenigingen en aan de kampen in verschillende natuurgebieden bewaar ik mooie herinneringen. Wat heb je gestudeerd ? Aan de universiteit van Gent studeerde ik Germaanse talen en pers- en communicatiewetenschappen, maar eigenlijk wou ik graag antropologie studeren. Dat is er later van gekomen. Toen ik al werkte ben ik antropologie gaan studeren aan de universiteit van Leuven. Als antropoloog hou ik me vooral bezig met de inwijdingsrituelen en –verhalen waarmee niet-westerse groepen vieren dat jongeren volwassen worden. Wat doe je nu ? Mijn dagen zijn goed gevuld: ik geef les in literatuur, jeugdliteratuur en antropologie aan de bibliotheekschool van Gent. Daarnaast schrijf ik jeugdboeken en geef ik ook les in schrijven aan jonge mensen. Wat voor boeken schrijf je ? Toen ik antropologie studeerde begon ik te reizen, naar Marokko, Egypte, Mexico, Indonesië, Papoea Nieuw Guinea, Mali ... Ik vind niets zo interessant als kijken naar mensen die anders leven dan wij. Na mijn eerste reizen ging ik schrijven. Veel van mijn boeken gaan over andere culturen. Vlinders op het dak volgt een Vlaams meisje dat bij de familie van haar vriendin in Marokko op vakantie mag. Langzaam maar zeker leert ze de spelregels van deze cultuur begrijpen. Indianen Verhalen en Loop naar de zon zijn gebaseerd op een verblijf bij de Navajo-Indianen. Terwijk ik inwijdingsrituelen bestudeerde, begon ik plots een verhaal te schrijven over mijn eigen zomer 16, die één en al inwijding was. Het werd het boek Wachten. Die zomer van toen vond ik als puber de woorden voor mijn gevoelens niet, nu was er geen houden aan. Het verhaal moest geschreven worden, en wel aan een tempo dat ik schrijvend niet kon bijhouden. Uiteindelijk heb ik het verhaal ingesproken in een recorder. Dat boek maakte andere emoties los dan mijn vroegere verhalen. Ik kreeg het gevoel dat ik woorden bijeensprokkelde om het vanzelfzwijgende in mijn leven tot spreken te brengen. Dat, waar ik niet over wou, kon of durfde te spreken. Wachten is een kortverhaal over het begin van een relatie en Zoë zwijgt gaat dan weer over het einde van een relatie. Daarna kreeg ik zin om een langer verhaal ineen te steken. Ik wou het verloop van zo’n eerste grote liefdesrelatie – met alles erop en eraan – beschrijven. Dat werd de basis voor Splinters. Door de wijsheid en ouderdom van de grootmoeder uit Splinters groeit haar kleindochter Jutta en durft ze uiteindelijk ook stappen in de liefde te zetten. De verbondenheid van leven en dood is het hoofdthema van de jeugdroman Wild vlees. Een jongen gaat na de dood van zijn grootvader op zoek naar zijn eigen wortels en zijn plek in de wereld. Ook voor mij betekende het schrijven van dat boek een verkenningstocht langs mijn eigen roots. Wat zijn de hoofdthema's in je jeugdromans? Een belangrijk thema in mijn werk is hoe je kunt leren liefhebben zonder jezelf te veel te verliezen. Al die spelletjes die mensen hierbij spelen: verstoppertje, tikkertje, koele jongen, kat en muis, ijskoningin, stommetje ..., de gevoelens die ze verstoppen, hun onmacht om te echt te praten, dat vind ik boeiend om te verwoorden. Mijn personages verlangen naar het leven, maar ze barsten ook van de angst om te falen, om alleen achter te blijven. In zekere zin sluiten mijn jeugdromans aan bij mijn werk als antropoloog, vooral bij de inwijdingsrituelen en –verhalen van andere culturen. Hoe schrijf je? Schrijven loopt bij mij, zoals bij veel auteurs, in twee stappen. De eerste schrijfbeurt is altijd wild. Die ontsnapt aan elke controle. Schrijven is aan de ene kant vrijuit spreken, ongecontroleerd, maar aan de andere kant toch ook vorm en structuur zoeken. Dat eerste loopt vanzelf, maar die structuur zoeken, dat is wroeten, voor mij toch. Dan is kritiek welkom. Niet dat het makkelijk is. Keiharde kritiek roept bij mij een soort rouwproces op: ontkenning, opstand, berusting en aanvaarding. Hard nee roepen, nadenken en daarna moed en ook tijd verzamelen om door te gaan en die tekst te laten groeien. De eerste versie van Splinters was loodzwaar. De droefenis droop van de bladzijden, zo had ik het ook bedoeld. Maar je werd er als lezer door platgeslagen. Toen groeide de idee om met een soort pendel te werken, van licht naar zwaar en weer terug. Na de Jutta- hoofdstukken begon ik de Anton-hoofdstukken te schrijven. Met plezier. Of ik uit de donkerte van dat Jutta-moeras omhoog kroop. Spannend vond ik dat ook, proberen weer te geven hoe een jongen en een meisje zo anders tegen het verloop van eenzelfde relatie kunnen aankijken. Lastige passages lees ik meestal hardop voor aan mezelf. Dat blijf ik doen tot ik ze niet meer al te melig, sentimenteel of banaal vind. Waarom schrijf je? Soms hebben mensen verhalen harder nodig dan voedsel om te overleven. Dat is de reden waarom we blijven verhalen in elkaars geheugen stoppen. Op deze manier zorgen mensen voor elkaar. Deze woorden zijn niet van mij. Ik heb ze opgetekend tijdens een conferentie van inheemse volken in Genève waar ik Indiaanse leiders interviewde. Ik kan niet bewijzen dat ze waar zijn, maar ik geloof het wel. Misschien kun je met een verhaal voor mensen zorgen. Misschien kun je met een verhaal ook wel dingen uitdrukken die op geen enkele andere manier uit te drukken zijn, bv. de idee dat leven en dood verbonden zijn.

REACTIES

A.

A.

goed gedaan ik moet hem ook doen

13 jaar geleden

A.

A.

ik heb het gelezen en het is super

11 jaar geleden

M.

M.

goed verslag

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Wild vlees door Marita de Sterck"