Weg uit het verleden door Anke de Vries

Weg uit het verleden door Anke de Vries 1. Zakelijke gegevens Geschreven door Anke de Vries
Uitgegeven door Lemniscaat (in Rotterdam) Het boek is voor het eerst uitgekomen in 1982. Ik heb het boek van de bibliotheek geleend. Dat boek was uit de zevende druk. Er staan geen plaatjes in, maar op de voorkant staat wel een plaatje. Die is gemaakt door Dirk van der Maat. 2. Inhoud Het verhaal Het boek speelt zich af in Frankrijk, maar soms wordt er even teruggeblikt. Ik vertel het niet op de plaats waar het in het boek voorkomt, maar in de volgorde hoe het verhaal is verlopen. Mark van Staatten, de hoofdpersoon, ontmoette toen hij jong was (ong. 6 jaar) Liesje. Ze zijn toen jaren met elkaar omgegaan en waren onafscheidelijk. Samen lachten ze veel en ze kenden elkaar van haver tot gort. Op een dag fietsten ze samen.(beide zestien jaar). Ze hadden getennist en waren op weg naar huis.. Op een gegeven moment gingen ze ieder een andere kant op. Toen hoorde Mark ineens piepende autoremmen en fietste naar de plaats waar het gebeurd was. Maar wat zag hij nou? Een witte tennisbal rolde naar hem toe. “Maar dat was de bal van Liesje,” dacht hij. Ja, daar zag hij haar liggen. Een man zei tegen hem dat het meisje dood was. Mark deed zijn ogen dicht en toen hij z’n ogen weer opendeed lag hij in bed. Z’n ouders zaten naast hem, samen met een psycholoog. Door de dood van Liesje was Mark ontroostbaar. Hij heeft een paar weken thuis gewoond, maar toen kon hij het niet meer aan. Hij kreeg veel angstaanvallen, waarbij hij moeilijk kon antwoorden. Gelukkig gaf de fysiotherapeut hem medicijnen en leerde hij hoe hij moest ademen in zo’n situatie. Maar toch was Mark niet gelukkig. Hij wou namelijk niks meer zien wat hem aan Liesje kon herinneren. Na een tijdje kreeg hij een klusopdracht aangeboden. Hij zou dan in Mull een huis gaan opknappen. Die opdracht heeft hij aangenomen. Al snel ging hij in Mull aan het werk. Daar aangekomen kwam hij erachter dat het huis van mevrouw Stefenson was geweest. Ze kwam uit Engeland, maar in de periode dat zij er woonde was het bijzonder dat er een buitenlander in het afgelegen dorpje Mull kwam. Mark werkte altijd hard. Zijn aanvallen had hij grotendeels onder controle. Maar op een dag zat hij bij Jean in de vrachtauto. Die werkte namelijk, net als hij, bij de opdrachtgever Morin. Toen sjanste Jean met een meisje. Ze draaide haar hoofd om en Mark zag dat ze erg op Liesje leek. Vervolgens kreeg hij een angstaanval. Jean raakte natuurlijk direct in paniek. Gelukkig kwam een vriendelijke pastoor hem helpen. Hij kon hem weer goed laten ademen d.m.v. een slok ouzo. De dag daarna was Mark druk bezig met het dak. Hij liep naar de keuken om drinken te pakken. Maar toen hij in de keuken aankwam zag hij een meisje dat iets jonger als hij was. Mark vroeg nors het eerste wat in hem opkwam, namelijk “Wat doe je?”. Het meisje, wat Juliette heette, vertelde hem heel eigenwijs dat ze koffie aan het zetten was. Ze hebben niet teveel gesproken, maar toch zaten ze een tijdje bij elkaar. Een uurtje later kwam de pastoor bij hem op bezoek. Gewoon uit nieuwsgierigheid. Samen hebben ze een ouzootje gedronken en wat gekletst. Juliette kwam de volgende dag weer even langs en ze nam een veldboeket mee. Ook vertelde de jongedame over haar bezoekjes aan het huis. Toen ze een jaar of zeven was ging ze al regelmatig naar het huis. Want in die tijd stond het al leeg. Elke keer dat ze er kwam nam ze haar knuffeltje mee. Maar op een dag was ze niet alleen. Een dronkelap kwam in de tuin en Juliette verstopte zich meteen. Maar per ongeluk had ze haar knuffeltje laten liggen en de dronkelap pakte hem op. Hij ging er mee zwaaien en hing het knuffelbeest aan de boom. Daar martelde hij het. Het gevolg hiervan was dat Juliette de eerst volgende tijd niet meer langskwam bij dat huis. Zelf woonde ze niet in de buurt maar in Toulouse. Omdat ze regelmatig bij haar oom in Vol logeerde (in de buurt van Mull), bracht Juliette vaak een bezoekje aan het huis. Mark ging soms naar de stad om spullen te kopen. Of hij ging in een café een beetje drinken. Maar telkens als hij de naam “Madame Stefenson” zei, kreeg iedereen een soort schokje. Ook vroeg iedereen gelijk of ze ook terugkwam. Zelfs meneer de pastoor had dezelfde vraag aan hem gesteld. Mark knapte het huis goed op en Morin was er erg tevreden over. Ook Juliette kwam regelmatig langs. Op een dag gingen ze samen fietsen. Na een tijdje te hebben gefietst rustten ze uit op een veldje. Toen besefte Mark dat hij verliefd op haar was. Samen fietsten ze verder en bij een restaurantje buiten Mull gingen ze wat drinken. Ze zaten samen aan een tafel toen een vriend van Juliette bij hen aan de tafel zitten. Hij begon haar te versieren. Toen kreeg Mark weer een aanval. Hij heeft wel een uur op de wc gezeten. Bij Juliette aangekomen verzon hij een smoesje over een man die hem lang zou hebben aanhouden. Maar Juliette keek daar doorheen. Ze fietsten samen naar huis, maar Mark was moe dus fietste een heel eind achter Juliette. Op een gegeven moment zag hij Juliette niet meer. Zij had zich verstopt in de bosjes. Hij fietste langs die bosjes en vervolgens stapte Juliette weer op haar fiets en fietste met losse handen naar hem toe. Mark werd hierdoor heel boos en kreeg een aanval. Hij begon Juliette te slaan. Ze fietste weg met veel wonden. De dag daarna voelde Mark zich schuldig en alleen. Hij is een paar keer rond het huis gelopen om te kijken of Juliette er was. Maar Mark kon haar niet vinden. Haar oom zei dat ze gisteravond in elkaar was geslagen door een stel grote jongens. Hierna ging hij terug naar huis en daar ontmoette hij Juliette. Hij vertelde over zijn ziekte en Juliette begreep hem. Beide wilden ze wat meer weten over mevrouw Stefenson (ze wordt in het boek altijd aangeduid met madame). Al snel kwamen ze meer te weten bij het leukste eetcafé van de stad. Het bleek dat de dorpsbewoners madame Stefenson en haar zoon William veel hadden lastiggevallen. Ze hadden dat nooit echt erg gevonden en ze trokken er zich weinig van aan. Maar op carnaval had een stel jongelui William dronken gevoerd. Toen hij met z’n auto naar huis toe reed kreeg hij een ongeluk. Hij overleefde het, maar hij heeft zichzelf vermoord. ’s Zondags in de kerk kwam madame Stefenson binnen stappen en zei: “In dit dorp wonen een stel laffe moordenaars”. Toen rende ze uit de kerk en niemand heeft haar ooit weer gezien. Niemand mocht de familie Stefenson, behalve de pastoor. Verder was er niks over bekend. Ook Mark en Juliette snapten nog niet alles. Het huis was klaar, maar z’n vlucht naar Holland ging pas over een paar dagen. Nu hij de geschiedenis van het huis wist wou hij liever niet in het huis slapen. Gelukkig mocht hij bij de oom van Juliette slapen en Morin vertelde hem dat madame Stevenson niet meer terug in Mull zou komen. Uiteindelijk ging Mark even terug naar Nederland, maar hij zal snel daarna weer naar Toulouse komen om bij Juliette te zijn. De personen Ø Mark is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is overstuur geraakt door de dood van zijn vriendin Liesje. Maar hij is daar overheen gekomen door Juliette. Mark kan goed alleen zijn en heeft niet altijd gezelligheid nodig. Hij is altijd in staat voor een praatje. Mark is lang en heeft zwart haar. Ø Juliette is de vriendin van Mark. Ze is eigenwijs en laat zich niet makkelijk wegjagen. Ook is ze nieuwsgierig en ze logeert veel bij haar oom. Juliette heeft sproeten. Ze is knap, want als Mark tegen Antonin (de eigenaar van het café) Juliette voorstelt zegt Antonin “Ik kan me indenken dat Mark niet zoveel in het centrum van het dorp komt met zo’n vriendin” Ø Liesje was het vriendinnetje van Mark. Ze was net als Juliette eigenwijs en liet zich niet makkelijk wegjagen. Liesje kende Mark al toen ze heel jong was. Ook zij was aantrekkelijk, want veel jongens streden om haar. Mark was soms bang dat hij haar kwijtraakte. Ø Madame Stevenson was een Engelse vrouw die in een groot huis net buiten het dorpje Mull woonde. Het huis had een prachtig uitzicht, waar ze erg dol op was. Ook hield ze veel van lezen en muziek. Over haar uiterlijk is niks bekend. Ø William is de zoon van madame Stevenson. Hij speelde erg goed dwarsfluit. Hij was, net als zijn moeder, niet geliefd in het dorp. Hij heeft na zijn ongeluk zelfmoord gepleegd. Ook over zijn uiterlijk is niks bekend. Ø Antonin is de baas van het dorpscafé. Hij kent iedereen in het dorp en is vrolijk tegen iedereen. De pastoor is z’n beste vriend. Ø De pastoor is een behulpzame man. Hij is erg oud, maar net als Antonin altijd in staat voor een praatje. Ook loopt de pastoor niet al te best. Hij is de enige die geen hekel heeft aan de familie Stefenson. Mull

Het verhaal speelt zich af in het dorpje Mull. Het huis staat net buiten het dorp. Om het dorp liggen bergen met mooie struiken en bomen. Er zijn veel fietspaden en weinig goede wegen. Ook rijden er weinig auto’s. Mull ligt in Zuid-Frankrijk. De kern van het dorp ligt in het midden. Het is daar oud en er zijn twee cafés. Bij de ene (die van Antonin) is het altijd druk en bij de andere is het altijd rustig. Terugblikken Het boek start bij de periode dat Mark die aan de opdracht begint. In hoofdstuk 2 wordt teruggeblikt op zijn verleden. Het moment dat hij Liesje voor het eerst zag, hoe de vriendschap een relatie werd, het ongeluk van Liesje, zijn zgn. ademhalingslessen én dat hij de opdracht heeft aangenomen worden in dat hoofdstuk omschreven. Ik denk dat de schrijver terugblikt, omdat hij anders te grote periodes overslaat. Het eerste wat je van Mark weet is dat hij Liesje ontmoette, het volgende verhaal is dan pas tien jaar later. En zo gaat dat wel door. Daardoor ontstaan er te veel grote gaten. Verhaalsoort “Weg uit het verleden” is een jeugdroman die tot vier categorieën behoort, namelijk dood, Frankrijk, dorpsleven en angst. 3. Eigen mening De eerste hoofdstukken vond ik niet zo leuk. Er zat toen namelijk nog geen echt verhaal in, maar alle personen kwamen voorbij. Ook vond ik dat er té veel gevoelens werden omschreven. Ook moest ik eraan wennen dat er heel vaak korte dingetjes worden teruggeblikt! Later werd het beter en kwam er een verhaal in te zitten. Ik kon me er toen ook beter in inleven. Gelukkig was het boek niet kinderachtig en geschikt voor mijn leeftijd. Langzamerhand raakte je steeds meer te weten over de familie Stefenson en werd je steeds nieuwsgieriger en had je steeds meer vragen over die familie. Toch viel mij uiteindelijk de uitslag een beetje tegen. Ik had namelijk verwacht dat er meer zou zijn dan dat de bewoners van het dorp ervoor hadden gezorgd dat William een ongeluk kreeg. Voor mij leek het namelijk alsof het einde is afgeraffeld. Er werd verteld dat hij terug zou komen, maar aan het begin en het midden van het boek werd alles veel nauwkeuriger beschreven. Naar mijn idee zelfs soms té nauwkeurig. Dat er geen plaatjes bijstonden vond ik niet zo erg, omdat de meeste dingen in het boek wel aan de orde kwamen en je zo een eigen beeld kon creëren. Want ik vind wel dat je dat bij dit boek heel goed kan doen. Ik leefde me dan ook echt in, in de hoofdpersoon en bijfiguren. 4. Over de schrijfster “Anke de Vries” Anke de Vries, de schrijfster van het boek “Weg uit het verleden”, is geboren op 5 december 1963. Dat was in Sellingen. Toen ze nog jong was verhuisde ze naar de Veluwe. Ze ging studeren in Ede en daarna ging ze reizen, vooral naar Griekenland en Frankrijk. Toen ze 20 jaar was trouwde ze met een Franse man. Ze hebben een tijdje in Pakistan gewoond, maar vanaf 1963 wonen ze in Den Haag. Samen kregen ze een zoon en twee dochters. Net als vele andere schrijvers was ze naast schrijfster ook nog eens lerares. Het eerste wat ze deed als schrijver was in de Taptoe en Jippo. Dat zijn twee bekende tijdschriften. Haar eerste boek kwam in 1972 uit. Het heette “De vleugels van Wouter Pannekoek”. Haar man had de tekeningen in dat boek gemaakt. Het boek ging over Wouter, een jongen die ’s nachts vleugels krijgt en kan vliegen. Ze is vooral bekend geworden door het schrijven over Bartje. Dat is een arme Drentse jongen die leefde in 1930. Toen Bartje zo’n succes was schreef ze ook een vervolg op dat boek. Het heette “Bartje zoekt het geluk” Het is niet gek dat dit boek zich in Frankrijk afspeelt. Veel van haar boeken spelen zich daar namelijk af. Zelf zegt ze dat ze houdt van de Franse sfeer. Anke de Vries heeft vier prijzen gekregen voor haar boeken. Het eerste was in 1976. Ze kreeg de Zilveren Griffel voor het boek “Het geheim van Mories Besjoer”. De tweede was 15 jaar later. Dat was een prijs van de Nederlandse Kinderjury (van 10-12 jaar) voor het boek “Klad werk”. Het jaar daarna viel ze ook weer in de prijzen voor het boek “Blauwe Plekken”. Voordat boek had ze twee prijzen van de Nederlandse Kinderjury in één jaar. Namelijk die van 13-16 jaar en die van 10-12 jaar. Het is dus een boek dat voor meerdere leeftijdscategorieën geschikt is. Ook heeft de Nederlandse kinderjury een “tip” gegeven in 1989 over het boek “Opstand” van Anke de Vries. Maar helaas heeft dit boek geen prijs gewonnen. 5. Keuze opdrachten voor bonuspunten Keuzeopdracht 3 Als je een boek hebt gelezen, dan kun je soms bij dat boek een gedicht schrijven. Schrijf bij jouw boek een gedicht (min 16 regels). Het gedicht is afgedrukt na het antwoordenblad van de toets
Keuzeopdracht 13 Maak een eindtoets bij het boek dat je gelezen hebt. Gebruik daarvoor verschillende vraagsoorten (5x waar/niet waar, 5x meerkeuzevragen, 5x openvragen, 5x enz.). De toets staat op de volgende bladzijde. Toets over het boek “Weg uit het verleden” Naam: _______________ ____,___
Toets gemaakt door Erik Pals
A: Zijn de volgende zinnen waar of niet waar? Vraag Wa Nw
1) Antonin was de eigenaar van het leukste O O
café van de stad. 2) Mark was kleiner dan Juliette O O
3) De zoon van madame Stevenson heet William O O
4) Magnan ligt in Frankrijk O O
5) De pastoor helpt Mark bij het opknappen O O
van het huis. B: Beantwoord deze vragen. Het zijn open vragen. 1) Hoeveel jaar is Liesje geworden? ___ jaar
2) Waardoor krijgt Mark aanvallen? __________________________
_____________________________________________________
3) Waar ontmoetten Mark en Liesje elkaar voor het eerst? _____________________________________________________
4) Wat is de achternaam van Mark? __________________________

5) Hoe heet de eigenaresse van de leukste winkel van de stad? _____________________________________________________
C: Meerkeuze vragen. 1) Wat is er zo bijzonder aan het huis in Magnan? O A: het spookt er O B: vanaf het balkon heb je een prachtig uitzicht
O C: Het ligt op een berg O D: al het voorgaande
2) Waardoor is William gestorven? O A: Hij kreeg een auto-ongeluk O B: Hij is dronken voor een auto gesprongen
O C: Hij is vermoord O D: Door zijn traumatische ervaringen
3) Wat is een kenmerk van Mark? O A: Hij houdt erg veel van elektronica O B: Zijn hobby is tennis
O C: Hij heeft een bril O D: Zijn hobby is basketbal 4) Wie is de schrijver van het boek? O A: Evert Hartman O B: Chris Vegter
O C: Lineke Dijkzeul O D: Anke de Vries
5) Wat doen Juliette en Mark vaak samen? O A: Winkelen O B: Wandelen
O C: Tennissen O D: Fietsen D: Maak de zinnen af
1) Mark werkt voor de opdrachtgever____________________________________
2) De pastoor drinkt graag __________________________________________
3) Het boek is voor het eerst uitgegeven in het jaar ______________________
4) William speelde op de (muziekinstrument) ___________________________
5) Antino is de eigenaar van een _____________________________________

E: Streep het foute antwoord door
1) Juliette is behoorlijk klein/groot
2) Het huis wat Mark moet opknappen staat in Mull/Toulouse
3) Toen Mark Jliette voor het eerst ontmoette vroeg zij of hij koffie/thee wou
4) De opdrachtgever was matig/zeer tevreden over Mark
5) Mark vindt het wel/niet erg om alleen te zijn. F: Vul de juiste letters in achter de zin. LET OP: ELKE LETTER KAN MAAR ÉÉN KEER GEBRUIKT WORDEN EN JE HOUDT LETTERS OVER. a) Mark
b) Juliette
c) Liesje
d) Morin
e) Jean
f) De oom van Juliette
g) Wit
h) Zwart
i) Groen
j) Blond
1) Wie is de vrachtwagen chauffeur die voor dezelfde uitgever werkt als Mark? _____
2) Wat voor kleur had de tennisbal die naar Mark toerolde toen Liesje net was verongelukt? ___
3) Wat voor kleur haar heeft Mark? ________
4) Wie woont er in Toulouse? ________
5) Wie is het laatst (datum) geboren van de personen die in het rijtje staan?* ___________________________________________________ * LET OP: HIER STAAT NIET DE JONGSTE, OMDAT LIESJE JONG IS GESTORVEN. DE VRAAG IS DUS ALS ZE ALLEMAAL AAN HET EIND VAN HET BOEK NOG LEEFDE WIE HET JONGSTE WAS GEWEEST! ANTWOORDENBLAD BIJ DE TOETS OVER HET BOEK “WEG UIT HET VERLEDEN” A
1) waar

2) niet waar
3) waar
4) waar
5) niet waar
B
1) 16
2) traumatische ervaring door Liesjes dood
3) in de boomhut
4) van Straaten
5) Louise Marcel
C
1) B
2) A
3) B
4) D
5) D
D
1) Mourin
2) Ouzo
3) 1982
4) saxofoon
5) (dorps)café E
Er moet overblijven (dus de andere moet doorgestreept zijn) 1) klein
2) Mull
3) Thee
4) Zeer
5) Niet
F
1) E 2) G 3) H Als u elke vraag één punt waart vindt kunt u het
4) F best de punten delen door 3 en dat als eindcijfer
5) B gebruiken. Liesje! De witte tennisbal, het teken van haar dood. De minuut dat Mark dat zag leek ontzettend groot. Hij wist Liesje is niet meer bij hem. Vanaf toen geen lach, geen lol, geen blije stem. Mark miste haar elke dag. Het leek wel gisteren dat hij die witte tennisbal zag. De zielenpoot raakte vaak in paniek. De dokters zeiden tegen hem: “Jij bent ziek.” De jongen wou weg uit dit koude gebied. Zodat hij geen herinneringen aan Liesje meer ziet. In Frankrijk ging hij werken. En langzamerhand aansterken. Juliette hielp hem daarbij. En maakte hem weer een beetje blij. Zo voelde Mark zich weer goed. En wist weer hoe hij ademhalen moet. Maar als hij iets over mevrouw Stevenson vroeg in het algemeen. Zwegen alle mensen meteen. Misschien had ze iets op haar geweten? Hij wou het gráág weten. Gelukkig zei Antonin wat over haar. Ze was namelijk een beetje raar. William was betrokken bij een auto-ongeluk. En daardoor was zijn leven “stuk”. Hij wou niet meer op aarde zijn
en vond het leven niet meer fijn. Toen maakte hij een eind aan zijn leven. Dat is zijn moeder altijd bijgebleven. Bij het huis van mevrouw Stevenson. Was achter een heel mooi balkon. Mark genoot daar dagelijks van het uitzicht, van de bloemen, de vogels en het zonlicht. Hij miste z’n ouders, meer en meer. En wilde tijdelijk terug naar het slechte weer. Maar hij gaat weer terug naar zijn vriendinnetje

en samen stichten ze een gezinnetje.