Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Want dit is mijn lichaam door Renate Dorrestein

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Want dit is mijn lichaam
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4838 woorden
  • 29 oktober 2008
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
5 keer beoordeeld

Boekcover Want dit is mijn lichaam
Shadow
Want dit is mijn lichaam door Renate Dorrestein
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Want dit is mijn lichaam
Auteur: Renate Dorrestein
Jaar van uitgave: 1997
Druk: Eerste druk
Gelezen druk: eerste druk, uitgegeven in 1997
Uitgeverij: Uitgeverij Contact
Plaats van uitgave: Amsterdam
Aantal bladzijden: 96 bladzijden
Bijzonderheden: Dit boek is het boekenweekgeschenk van 1997

Samenvatting
In het gehucht Oude Brug, dat ligt aan de vaart die de Noord-Hollandse polder omsluit, woont de norse, 70-jarige schilder Job Olson samen met zijn kreupele dochter Maria Olson van middelbare leeftijd. Job is erg beroemd geworden door de portretten die hij van Maria heeft gemaakt. Hij is nu bezig met, wat volgens hem de beste schilderij van Maria ooit moet worden, het schilderij heeft als titel Maria`s wereld. De moeder van Maria, Claudia, is gestorven toen Maria nog erg jong was, Job heeft zijn vrouw begraven in hun tuin.
Job heeft geen medelijden met zijn dochter en houdt er geen rekening mee dat zij invalide is. Zelf vindt Maria het verschrikkelijk dat zij kreupel is. Maria doet het hele huishouden en poseert zonder protest voor haar vader, als hij haar dat opdraagt.

Job heeft ook een vriendin, de 30-jarige Felicity (Fee), een fitnesslerares, die er alles voor doet om gezond te leven, ze eet bijvoorbeeld alleen maar biodynamische groenten. Maria mag Felicity niet zo, ondanks dat Felicity het vaak voor haar opneemt. Job vraagt Felicity ten huwelijk en als ze later getrouwd zijn, neemt Felicity alle taken over van Maria.
Maar Job krijgt last van incontinentie en zondert zich een beetje af van Felicity, omdat hij er onzeker van wordt.
Felicity voelt zich hierdoor erg achtergesteld.
Ondertussen laten de zoon van Maria, Casper (Cas), en zijn vrouw Xandra niks aan het toeval over, Xandra is zwanger en een genderkliniek heeft hen al gegarandeerd dat het een jongen zal zijn. Dit echtpaar is erg op alert op hun uiterlijk. Voordat Xandra zwanger werd deden ze voortdurend aan de lijn en sportten ze allebei heel erg veel, om er maar zo goed mogelijk uit te zien. Maar doordat Xandra steeds dikker wordt door haar zwangerschap, wordt zij heel erg onzeker. En Casper brengt ook heel erg veel tijd door mer Felicity.
Tot overmaat van ramp wordt het lijk van Claudia toevallig in zijn tuin gevonden, en er komt een onderzoek.
Door al deze ontwikkelingen schiet het werk van Job er helemaal bij in, en Maria vreest dat als hij niet snel de draad weer op pakt dat dan al zijn schilderijen in hun lijst zullen verbleken. Job stopt met het schilderen van het schilderij Maria`s wereld, omdat er iets mis mee is, maar hij kan maar niet ontdekken wat.
Felicity probeert ondertussen Maria het huis uit te krijgen, omdat zij denkt dat Job dan minder aan zijn overleden vrouw zal denken, omdat Maria hun gezamenlijke dochter is. Ook heeft ze dan pas door dat Job de schilderijen van Maria als een soort eerbetoon aan zijn overleden vrouw schildert. En Felicity hoopt dat Job haar dan meer aandacht zal geven, als hij Maria niet meer elke dag zal zien.
Omdat Job is gestopt met Maria`s wereld, heeft zij het gevoel dat zij zich moet bewijzen en neemt zij autorijlessen.
Maar dan krijgt Maria een auto-ongeluk en zij heeft veel ribben gebroken en gekneusd. Zij moet nu de hele dag in bed liggen en Job verzorgt haar.
Casper heeft ondertussen door dat hij alleen met Xandra is getrouwd, omdat zij qua karakter erg op zijn moeder lijkt.
Het wordt gelukkig duidelijk dat er geen proces komt vanwege het lijk van Claudia en Claudia wordt gecremeerd en Job strooit het as van Claudia uit over de tuin.
En op een dag als Xandra en Casper een keer komen eten bij Job en Felicity, krijgen Casper en Xandra ruzie en gaat Xandra alleen naar huis. Ook Job en Felicity krijgen ruzie, maar zij krijgen ruzie over Maria, Felicity vindt dat Job te veel tijd aan Maria besteedt. Job draait helemaal door en wil het schilderij Maria`s wereld dan vernielen, om zo Felicity een plezier te doen, maar Felicity houdt hem tegen. En als hij dan naar het schilderij kijkt ziet hij op eens wat er mis is met het schilderij. Dan loopt Job weg om Maria wat te drinken te brengen. En Maria kijkt ondertussen uit het raam en ziet dat als Job weg loopt uit zijn atelier en dat daarna Casper het atelier binnen komt. Hij begint Felicity te troosten. Dan komt Job de kamer van Maria binnen, om haar op te dragen te poseren voor het schilderij Maria`s wereld. Maar Maria wil niet, ze heeft eindelijk besloten dat zij de eigenaar van haar eigen lichaam is. En dat Job daar niets over te zeggen heeft. Dan kijkt Job uit het raam en ziet dat zijn vrouw vreemd gaat met zijn kleinzoon. Op dat moment besluit Maria dat zij haar vader niet zal verlaten, als hij haar vraagt om te blijven.

En dan hebben alle hoofdpersonen de opvatting dat de mens zijn eigen maker is.

Recensie 1
Bron: De Groene Amsterdammer
Publicatiedatum: 12-03-1997
Recensent: Xandra Schutte
Recensietitel: Het nieuwe lichaam

Het lijkt zo'n mooie, eervolle opdracht, het boekenweekgeschenk schrijven. Er zijn zoveel schrijvers die uitgenodigd kunnen worden en jij bent de uitverkorene, je krijgt er een bom duiten voor en een lekker warm bad van aandacht en je boek komt in onweerstaanbare stapels bij de kassa van elke boekhandel te liggen. De mega-oplage van het geschenk haal je anders nooit. Maar hoe weldadig een en ander ook is, het boekenweekgeschenk is en blijft een gelegenheidsboekje met een gelegenheidsomvang - plusminus negentig bladzijden - uitgegeven in een week met een gelegenheidsthema. En dat is te merken ook. Tessa de Loo, Cees Nootenboom, W.F. Hermans, Leon de Winter, Hugo Claus en Adriaan van Dis, de geschenkschrijvers die ik me herinner, ze schreven allemaal een boek dat, om het schoolmeesterachtig te zeggen, ruim onder hun gebruikelijke kunnen lag. Alleen A.F.Th. van der Heijden wist zich met zijn prachtige Weerborstels aan het kwakkelige gelegenheidsniveau te ontworstelen, maar hij presenteerde dan ook een episode uit zijn nog immer uitdijende romanlichaam De tandeloze tijd.

Dit jaar was de beurt aan Renate Dorrestein en ook zij, het moet helaas gezegd, heeft een geschenk geschreven dat nergens de geestkracht, grilligheid, woede en ontroering van haar andere romans haalt. Hoewel het niet de opdracht is, sluit Want dit is mijn lichaam, de nieuwtestamentische titel zegt het al, aan bij 'Mijn God', het zo modieuze thema van de boekenweek. Maar aan het thema ligt het niet, want Dorrestein geeft het een wending die haar op het lijf is geschreven. In Want dit is mijn lichaam is het geloof in God verdrongen door het geloof in de eigen maakbaarheid. De personages zijn hun eigen schepper en dan vooral die van hun eigen volmaakte lichaam.


De zeventigjarige schilder Job Olson heeft zijn keuken volgestouwd met voorwerpen die hij bij postorderbedrijven heeft besteld: een apparaat met pulserende hamertjes dat comfort voor de hele schedel belooft, een bloeddrukmeter, een trainingsapparaat waar je veertig rek-, strek- en krachtoefeningen op kan doen. Zijn minnares, Felicity, die zijn kleindochter kan zijn, is lerares in een fitnesscentrum en getroost zich dagelijks offers op hometrainers, roeimachines en steps, zoals je vroeger in de kerk offers bracht aan God. Daarnaast draagt ze zorg voor een verantwoord dieet voor haar en Job, dat voornamelijk uit tiengranenbrood, zeewier, tofoeburgers en linzensticks bestaat. 'Ze was immers', verklaart Dorrestein nogal expliciet, 'niet zomaar een verzameling spieren en botten, ze was haar eigen creatie, haar lichaam was haar eigen prestatie; meedogenloos, taai en geduldig had ze het aan haar wilskracht weten te onderwerpen en het naar haar ideaal herschapen'.

Casper, de kleinzoon van de schilder en zijn vrouw Xandra laten ook niets aan het toeval over. Xandra krijgt voor haar tweeëntwintigste verjaardag een nieuwe neus, een fractie langer en smaller dan de huidige. In de genderkliniek hebben ze gezorgd dat haar aanstaande kind gegarandeerd een jongen wordt; een meisje is daarna pas geprogrammeerd, net als nieuwe borsten voor Xandra. Ze dwingt hem, met joggen en calorieën tellen, de eeuwige strijd aan te gaan tegen zijn vetzucht. Hij is niet boos over die bemoeizucht, nee, hij bewondert haar erom: 'Ze was fan-fucking-tastic doelgericht. Hij had van haar geleerd dat je kon zijn wie en wat je maar wilde.'

Alleen het lichaam van Maria, de door polio mank geworden dochter van Job, is niet volmaakt. Het heeft voor haar ook geen zin om naar perfectie te streven - al doet ze dat wel een beetje als ze 06-nummers draait en haar gebrekkige lichaam met zwoele stem in een mooi en willig lijf omtovert - want een manke poot en gênante klompschoenen houdt ze toch. Willoos schikt ze zich naar de bevelen van haar vader die haar van kind af aan als zijn model heeft gebruikt. Haar lichaam doet ze af als 'een toevallige hoop ledematen, naar zijn willekeur gerangschikt', als een bouwplaat met stippellijntjes en pijltjes bij haar knieën en polsen: 'Hier omvouwen'. Zoals gezegd, met het thema van Want dit is mijn lichaam is niets mis, het is actueel en zorgwekkend genoeg. In potentie bevat het boek ook nog een schrijnend conflict: de manier waarop de oude schilder zijn lichtelijk invalide dochter haar leven lang heeft uitgebuit is natuurlijk gruwelijk. Haar imperfectie was voor hem een uitgelezen vrijbrief om haar als een paspop te gebruiken.

Natuurlijk is ook al die andere lichamelijke perfectie niet vol te houden: schilder Job blijkt op zijn oude dag geplaagd te worden door incontinentie en moet bejaardenpampers dragen; zijn dertigjarige minnares merkt dat de tijd aan haar lichaam begint te knagen; Caspers vetzucht wint ondanks Xandra's strijdplan steeds meer terrein; en Xandra voelt dat de zwangerschap haar tandvlees sponzig maakt en voor spataderen, aambeien, vaginale afscheiding, chronische verstoppingen, pijn en nog veel meer zorgt.

Maar het is allemaal een beetje too much. Dorrestein vertelt met veel, misschien te veel vaart; haar boekje is grappig, misschien te grappig. Vijf personages geeft ze hun eigen geschiedenis en ontwikkeling en dat in maar negentig pagina's. Daarbij schrijft ze niet alleen ironisch over de pijnlijke gevolgen van het onvoorwaardelijke geloof in de maakbaarheid van het lichaam; ook haalt ze uit naar de orenmaffia, de kosmische betekenis die New Age aan het bestaan geeft, het oeverloze 'uitpraten' in moderne relaties, cyberspace als overtreffende trap van Gods schepping en dan heb ik nog niet alles genoemd. Je zou willen dat ze gekozen had, voor het uitwerken van maar twee personages bijvoorbeeld, zodat ze je ook ontroeren. Of werkelijk met scherp schoot met haar woede, zodat het boek beklemmend was geworden. Nu zakt ze door het ijs van haar eigen ironie.

Misschien wordt het tijd dat het CPNB zich op het boekenweekgeschenk bezint. Want wie heeft er baat bij die jaarlijks verschijnende gelegenheidsboekjes? De lezer die gewend is literatuur te lezen kan beter grijpen naar een 'gewone' roman van Dorrestein, Hermans, Nooteboom of Van Dis. Bovendien ziet het geschenk er zo goedkoop en spuuglelijk uit dat het alleen al qua uiterlijk nauwelijks een sieraad voor de boekenkast is. De schrijver kan allicht beter bedanken voor het warme bad en de roman schrijven die geschreven moet worden. In het geval van Dorresteins Want dit is mijn lichaam was die beslist drie keer zo dik geworden.

Uitgeschreven mening
Het boek dat geschreven is door Renate Dorrestein bevat nergens de geestkracht, grilligheid, woede en ontroering van haar andere romans. Het thema van het boek is goed gekozen. Het is namelijk een actueel en zorgwekkend thema. De manier waarop de oude schilder zijn lichtelijk invalide dochter haar hele leven uitbuit is natuurlijk gruwelijk. Maar alles is een beetje too much. Dorrestein vertelt met veel, misschien te veel vaart. Het boek is grappig, misschien te grappig. In het boek wordt er te veel ingegaan op de geschiedenis en ontwikkeling van wel vijf mensen. Ze had beter kunnen kiezen voor het uitwerken van maar twee personages, zodat ze je ook ontroeren. Of dat ze meer woede in het boek zou verwerken, zodat het boek beklemmend was geworden. Nu zakt ze door het ijs van haar eigen ironie. Het boek ziet er ook lelijk en goedkoop uit. Het is qua uiterlijk nauwelijks een sieraad voor de boekenkast.

Eigen mening
Ik ben het deels eens, en deels oneens met de mening van deze recensent. Ik heb geen van haar andere romans gelezen, maar ik vind dat dit boek zeker veel geestkracht, grilligheid, woede en ontroering bevat. Vooral de ontroering van Maria, over haar handicap, is meerdere malen te vinden in dit boek. Ook was ik ontroerd door de zwangerschap van Xandra. Ze voelt zich heel lelijk door haar zwangerschap. Dit komt door alle klachten die ze heeft. Ik vond het erg ontroerend hoe iemand zo over zich gaat denken door een zwangerschap, dat een van de mooiste momenten in je leven is. Ook de geestkracht van Xandra, om het perfecte leven te krijgen, vind je zeker terug in het boek. Ze doet er alles aan om mooi te blijven en ze heeft haar hele leven al uitgestippeld.


Het thema van het boek vind ik ook erg goed. Ze heeft duidelijk het boekenweekthema: mijn God, in haar verhaal verwerkt. Ik vind ook het thema erg zorgwekkend. Dat iemand zijn leven laat beïnvloeden, alleen omdat hij of zij invalide is. Ook het conflict vind ik gruwelijk. Hoe kun je je eigen kind zo uitbuiten, terwijl je weet hoe moeilijk hij of zij het heeft met haar handicap.

Ik vind ook dat dit boek too much is. Erg gebeurt te veel in dit boek. Je hebt de invalide Maria, het controlfreak stelletje dat alles wilt regelen, het leeftijdsverschil tussen Job en Felicity, de overleden Claudia enz. Dit zijn te veel dingen om te verwerken in een boekje van slecht 96 bladzijdes. Vandaar dat er in dit boek te veel vaart zit. Als deze vaart er niet in zat pasten al deze dingen niet in het boek. In het boek gebeurt het een na het ander. Er zit hierdoor geen rust in het verhaal. En of al deze gebeurtenissen nog niet genoeg zijn geeft ze ook nog een uitgebreide beschrijving van alle vijf de hoofdpersonen. Ik ben het eens met de recensent dat ze minder personages uitgebreid moest beschrijven. Ik zou zelf kiezen om alleen Maria als hoofdpersoon te kiezen en het verhaal om haar laten draaien.

Er gebeurt te veel in het boek. Hierdoor komt het boek ook ongeloofwaardiger over. Dit kan de reden zijn dat de recensent in dit verhaal de woede en ontroering mist. Deze mis ik overigens niet. Het uiterlijk van het boek is inderdaad een minpunt en zegt niet zo veel over het verhaal. Het ziet er vooral goedkoop uit door de verschillende kleuren van de titel. Het is toch geen kinderboek.

Voorbeelden
Er zijn veel verschillende gebeurtenissen die er voor zorgen dat dit boek too much wordt. Een aantal van deze momenten zijn:

Het overlijden van Claudia, moeder van Maria en vrouw van Job. Het mooiste citaat bij deze gebeurtenis staat op bladzijde 11: “In een verschoten, te krappe jurk had Maria ’s ochtends zonder een woord te zeggen bij het gat gestaan waarin haar moeder voor altijd zou verdwijnen” in dit citaat zit ook veel emotie en ontroering.
De relatie tussen Job Olsen en de dertig jaar jongere Felicity. Op bladzijde 25 verteld Job aan Maria dat hij en Felicity gaan trouwen. (blz. 25) “Ik ga met haar trouwen, zij haar vader. Ik wilde haar vanavond vragen. Dus misschien kun jij zo aardig zijn om… Hij maakte een gebaar van ophoepelen. Maar, begon Maria onthutst, hoe… Ha, daar is ze met de wijn.”

Job Olsen had als het ware macht over Maria. Een citaat waar dat heel duidelijk naar voren komt is: (blz. 35) “Maria zei hij zonder enige stemverheffing, ik vraag je niet om je opinies, ik vraag alleen maar om je aanwezigheid. Maar het klonk mat, alsof hij louter uit macht der gewoonte foeterde.” Ook in de poseersessies komt duidelijk naar boven dat hij de macht heeft.

Op bladzijde 43 en 44 worden allen problemen van Xandra vertelt en de moeite die ze daar mee had. Het volgende citaat laat je zien welke problemen ze allemaal had. (blz. 43 en 44) “Ze had last van pijnlijke borsten, van maagzuur en van een onrustige hartslag. J.O maakte haar tandvlees sponzig en haar nagels bros. Hij had haar spataderen en een chronische verstopping bezorgd, pijn in haar ribben en in haar rug, aambeien, een metalige smaak in haar mond, kramp in haar kuiten, druk op haar middenrif en vaginale jeuk en afscheiding, en volgens Cas’ boek zou het de komende maanden alleen maar erger worden.”

Recensie 2
Bron: NRC Handelsblad

Publicatiedatum: 07-03-1997
Recensent: Hans Goedkoop
Recensietitel: Lofzang op de onmacht : Boekenweekgeschenk Renate Dorrestein

Het schrijven van een Boekenweekgeschenk, met zijn verplichte vaste omvang (96 pagina's) blijkt voor de uitverkoren schrijver elk jaar weer een kleine hel te zijn. Cees Nooteboom kwam er niet uit en hamerde nog net de dagen voor de deadline Het volgende verhaal uit de machine. W.F. Hermans kwam er evenmin uit en leverde onder de titel In de mist van het schimmenrijk restanten in die hij nog in de la had liggen. Adriaan van Dis zag dat het werk onder zijn handen veel te groot werd en begon met Palmwijn opnieuw. En A.F.Th. van der Heijden, die door zijn vervolgroman De tandeloze Tijd al tien jaar groot werk onder handen had, knipte daar met Weerborstels ten slotte maar gewoon een nieuw fragment uit. Kennelijk is het een buitenmaat, die krappe honderd bladzijden, een maatje tussen tafellaken en servet. Hoe meer de schrijver op dreef raakt, hoe minder Boekenweekgeschenk hij schrijft.

Dit jaar is de uitverkorene Renate Dorrestein, in een al weken voorbesproken Week gewijd aan God - dat is te zeggen aan 'Mijn God', want ieder in dit land zijn eigen God. De combinatie was betrekkelijk toevallig, Dorrestein zat niet vast aan het thema, maar ze bleek zich graag te laten beïnvloeden. Het sprak haar aan, vertelde ze vorige week in deze krant, 'omdat ik in God geloof en omdat ik nooit uit mezelf op de gedachte was gekomen een roman te schrijven waarin ik iets doe met mijn godsbeeld.' Ze boorde voor haar werk een nieuwe ader aan, met andere woorden, en dat wekt de vrees dat ze op dreef is.

Want dit is mijn lichaam, een ironische verwijzing naar het evangelie van Mattheüs, werpt een blik op de moderne cultus die het lichaam van de mens aanbidt als was het dat van Christus. De beroemde kunstenaar Job Olson stort zich in de wereld van Power Walk Plus en Chien-Pu-Wan-pillen als hij op zijn zeventigste 'tot zijn verontwaardiging' merkt dat zijn spieren minder soepel worden. In één moeite door begint hij een verhouding met Felicity, een fitness-juf die zijn kleindochter had kunnen zijn. Zijn kleinzoon Casper zit intussen aan een manisch streng dieet om de straklijvige perfectie te bereiken die men van een up-and-coming man in het bedrijfsleven verwacht en Xandra, zijn al haast perfecte vrouw, hoopt voor haar verjaardag op een nieuwe neus. Ze zijn geen schepselen Gods, de Olsontjes, ze zijn hun eigen schepper.


De enige smet op het tableau is Marie, dochter van Job en moeder van Casper. Ze is kreupel geboren, draagt een klompschoen, woont nog altijd bij haar vader en verslijt haar dagen in zijn dienst. Ze zit model voor hem, dat is haar enige bestaansrecht. Door zijn schildersoog laat ze zich terugbrengen tot een 'toevallige hoop ledematen, naar zijn willekeur gerangschikt', en je zou dus kunnen zeggen dat het leven ook voor haar bepaald wordt door haar lichaam. Maar dat lichaam laat zich niet meer maken en volmaken, zoals bij de anderen, en daarom is ze niet zo erg geneigd zich met het ding te vereenzelvigen. Ze houdt zelfs afstand van het laatste wat ze heeft kortom, en daarmee blijft er weinig voor haar over. Ze is geen schepper, ze is nauwelijks een schepsel, ze is voorwerk voor een schilderij.

Zo zie je in de eerste hoofdstukken een typisch Dorresteinse tegenstelling groeien tussen zelfverachting van een vrouw en zelfvergoding van de mensen om haar heen. Een triest geheel, want als je goed kijkt, zie je dat de beide zijden aan precies hetzelfde euvel lijden - aan de waan dat je volmaakt zou moeten zijn. Het liefst lichamelijk, dat kun je laten zien, maar anders wel in virtual reality of in een babbelbox, de laatste redding voor Maria, die volslagen vreemden door de hoorn toelispelt wat een prachtlijf ze heeft. Volmaaktheid moet, zegt Dorrestein tussen de regels door, het is een eis van onze wereld, die het onvolmaakte niet meer wil aanvaarden.

Alleen haar toon al, nuchter en soms schamper, soms ironisch, kondigt aan dat zij die hoogmoed met genoegen voor de val zal brengen, en zo halverwege het verhaal besef je dat het uur geslagen heeft. Bij vader Olson in de tuin wordt door een toeval het stoffelijke overschot gevonden van zijn eerste vrouw, de moeder van Maria. Na haar veel te vroege dood heeft hij haar daar begraven, illegaal, om in haar buurt te kunnen blijven en geen afscheid te hoeven nemen. Ze verschijnt nu voor het eerst weer voor zijn ogen, ontbonden en wel, een krans van vale haren rond de schedel, en dan dringt het onherroepelijke van dat afscheid tot hem door. Niets is, of blijft, volmaakt.

Met die ontdekking, geen groot nieuws op zich, vervliegen de illusies van de oude Olson. Nee, hij kan de dood niet weren. Nee, hij kan de ouderdom niet keren. Nee, hij is zijn eigen schepper niet. De mens is nietig en vergankelijk, om kort te gaan, een treurige gedachte die de hinkende Maria even later echter in verrukking brengt. Want wat is er aan haar persoontje dan nog zo beschamend? Heeft niet iedereen zijn mankementen? 'Je hoefde maar een Libelle open te slaan en het eeuwige 'Waarom ik?' sprong je in het gezicht, het fundamentele, essentiële niet-begrijpen, de eenzaamheid, het kraken en kreunen, het tegenstribbelen en berusten, de hoop en de wanhoop, maar toch altijd het dappere doorgaan, al was het zonder te weten waarheen.'

Die draai in het verhaal, en dat is wel groot nieuws bij Dorrestein, maakt Want dit is mijn lichaam tot een lofzang op de menselijke onmacht. Wie erkent dat in zijn leven machten spelen die soms sterker zijn dan hij, die hoeft zichzelf niet op te zadelen met schuldgevoel en zelfverwijt als hij de teugels even niet meer in de hand heeft. Hij leeft vrijer en vergevender wanneer hij toegeeft dat er iets bestaat als toeval, of als noodlot - of als God, uiteindelijk, want iemand moet die machten toch besturen?

Dat, in de kern, is de God die door dit boekje waart, een Onbewogen Beweger die verantwoordelijkheid draagt voor de ellende die je in het leven zonder reden overkomt. Hij is een spiegelbeeld van menselijke onmacht, onbegrip, onwetendheid en al die on-woorden meer. Hij is de bouwer van een orde die je niet doorgrondt maar waar je je toch aan kunt uitleveren. De troost die je in staat stelt, heel traditioneel en katholiek, tot overgave aan het lijden.

Maar het blijft niet bij een godsbeeld, in deze 96 toegestane pagina's, er komt nog meer langs. Dorrestein is inderdaad beslist op dreef. Verledens worden opgerakeld, raadsels worden opgehelderd, zelfs de bijfiguren maken stevige ontwikkelingen door. De scènes zijn afwisselend grotesk, symbolisch en realistisch, en het is dus al met al een volgepakt geheel. Maar het merkwaardige is dat het allerminst zo leest. Niets klinkt gejaagd of geforceerd, de stroom gaat nooit uit het verhaal, en na een wrede psychologische tournure aan het slot die ik niet zal verraden is de uitkomst zelfs subtieler en ontroerender dan je bij Dorrestein gewend bent. Prachtig, zonder meer.

Daar sta je even van te kijken, bij een Boekenweekboekje, maar misschien is het wel juist de handicap van die beperkte omvang die haar vleugels geeft. Uit kennelijke angst de lezer te vervelen heeft ze anders nog weleens de neiging uit te pakken met tumultueuze wendingen, die weliswaar vermakelijk zijn maar de ontroering in de weg zitten. Voor dat soort vuurwerk heeft ze hier de ruimte niet. Ze houdt de plot wat kleiner, neemt haar stappen ondertussen groter en laat meer aan de suggestie over. Ze staat meer geheimzinnigheid toe en schept daarmee een orde die een heel klein beetje in de buurt komt van die geheimzinnige orde van haar God. Je levert je uit, als lezer, ook wanneer je niet meteen doorgrondt.

Uitgeschreven mening
Het is een triest boek. Zowel de onvolmaakte Maria en de “volmaakte” mensen om haar heen, lijden eigenlijk aan het zelfde. Ze willen allemaal volmaakt zijn. De toon van Dorrestein, die soms nuchter, soms schamper, soms ironisch, kondigt aan dat er iets gaat gebeuren. Dit boek geeft een duidelijk beeld van de menselijke onmacht. De dood is niet te weren. Het verhaal is een volgepakt geheel van scènes die afwisselend wonderlijk, symbolisch en realistisch zijn. Maar het boek leest niet als een volgepakt geheel. Niets klinkt gejaagt of geforceerd. De stroom gaat niet uit het verhaal. De uitkomst van het verhaal is subtieler en ontroerender dan je bij Dorrestein gewend bent. Prachtig. In dit verhaal zijn er erg veel wendingen die wel vermakelijk zijn, maar die de ontroering in de weg zitten. In het verhaal zit ook wat geheimzinnigheid die een orde schept, die in de buurt komt van haar God.


Eigen mening
Ik ben het voornamelijk oneens met deze recensent. Ik vind het ook een triest boek. In dit boek komt heel goed naar voren hoe ze proberen volmaakt te worden, en een volmaakt leven te hebben. Zo heb je de manke Maria, die poseren als haar enige doel ziet. Iedereen vindt de schilderijen mooi en daardoor voelt ze zich volmaakter dan ze eigenlijk is. Door de schilderijen. Ook Xandra doet er alles aan om volmaakt te worden. Ze laat haar tanden rechtzetten, laat haar neus doen en wil na de bevallingen ook haar borsten laten doen. Ook volgen bijna alle mensen uit het verhaal een biotisch dieet. Eigenlijk doet iedereen dingen om volmaakter te worden.

De toon in het boek zorgde er niet voor dat er iets werd aangekondigd. De gebeurtenissen in het verhaal waren onverwacht en ik kon ook niet voorspellen wanneer het verhaal een andere wending zou krijgen. Het boek geeft heel goed de menselijke onmacht weer. Ze proberen hun lichaam en leven te controleren maar dit lukt niet. Je kunt nooit op alles voorbereid zijn en dit geeft de menselijke onmacht weer.

Ook deze recensent vindt het een volgepakt geheel, maar hij vindt dat het boek niet jagend of geforceerd klinkt. Toch ben ik het meer eens met de andere recent. De vele gebeurtenissen zorgen ervoor dat er eigenlijk te veel vaart in het verhaal zit. Ik vind ook dat het wel een beetje geforceerd is. Het is net alsof ze alle gebeurtenissen in dit boekje moest proppen. Alle gebeurtenissen zitten namelijk allemaal zo dicht op elkaar. Maar toch gaat de stroom niet echt uit het verhaal. Ze vertelt de gebeurtenissen goed aan elkaar en het blijft een geheel.

Het einde van het boek is erg subtiel en ontroerend. Het einde is eigenlijk het beste gedeelte van het boek. Hieruit blijkt dat je leven niet te plannen is. En dat gevoelens en emoties voor grote veranderingen in je leven kunnen zorgen. De geheimzinnigheid in dit boek vind ik ver te zoeken. Eigenlijk is het een gesloten boek dat geen ruimte laat voor je eigen fantasie. Ik weet ook niet hoe de geheimzinnigheid in dit boek, die ik nergens kan vinden, kan zorgen voor orde.

Voorbeelden
De voorbeelden van de velen opeenvolgende gebeurtenissen zie je ook bij de eerste recensie staan.

De personen in het verhaal proberen volmaakt te worden. Een aantal citaten uit het verhaal die hierbij horen zijn:

Op bladzijde 27 staat hoe Cas en Xandra hun leven wilden plannen.
“Diep in de holten van haar warme lichaam waren cellen bezig zich te delen en te vermenigvuldigen: een beetje van Cas, een beetje van Xandra, wat van zijn talenten en wat van de hare, zijn ogen en haar mond, of andersom, dat moest je nu eenmaal afwachten. Maar honderd procent zeker een jongen, dat had de genderkliniek bij aanvang van de peperdure behandeling gegarandeerd. Daarna een meisje, was hun plan, en dan nieuwe borsten voor Xandra en voor de kinds een blonde labrador.”

Op bladzijde 36 staat hoe erg er op eten werd gelet.

“Je hoefde maar aan tafel te gaan zitten, en de maaltijden werden dampend en wel voor je neus gezet, terwijl Felicity kletserig uitleg gaf: tofoeburgers, seitanballetjes, linzensticks. Met elke dag drie soorten verse groenten erbij, in verschillende schalen. ”

Op bladzijde 53 gaat Job langs de dokter voor zijn ouderdom problemen. Dit geeft de menselijke onmacht weer van het ouder worden. Hij krijgt last van incontinentie.
“Al had hij zich net gewassen, de hele dag had zijn geslacht als een rottende mossel in zijn eigen vocht gelegen, als een verweekte teen in een lekkende laars, als een bruin uitgeslagen peuk die was gedoofd in een borrelglas met nog een bodempje erin.”

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Want dit is mijn lichaam door Renate Dorrestein"