Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vingers van marsepein door Rascha Peper

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Vingers van marsepein
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3992 woorden
  • 18 oktober 2008
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
32 keer beoordeeld

Boekcover Vingers van marsepein
Shadow
Vingers van marsepein door Rascha Peper
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Vingers van marsepein
Auteur: Rascha Peper
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam uitgevers
Jaar van eerste uitgave: 2008

“En zie, in het gele water steef een belletje omhoog. Caspar had ‘Misercordium’ uitgesproken. “

In welk jaar / welke jaren speelt het verhaal zich af?
De eerste verhaallijn speelt zich af in 1704, dit is het verhaal van Bregtje.
De tweede verhaallijn speelt zich af in de 21ste eeuw, dit is het verhaal van Benjamin.

Bewijs dit met behulp van gegevens uit het verhaal.
“Op de twintigste mei van het jaar 1704,…”

“Mijn overbuurman van driehonderd jaar geleden”

Binnen welk tijdsbestek speelt het verhaal zich af?
Het verhaal van Bregtje speelt zich af in een paar maanden, het verhaal van Benjamin in 10 dagen, zijn vakantie.

Is het verhaal chronologisch verteld?
Ja, beide verhaallijnen zijn chronologisch verteld.

Geef een overzicht van de ruimte-elementen die in het verhaal van belang zijn.
• Het huis van de familie, Parallel en Contrast: Parallel, omdat dit het huis is waar zij als gezinslid wordt opgenomen. Zij voelt zich hier thuis. Contrast, omdat zij hier seksueel geïntimideerd wordt.
• De hotelkamer van Ben, Parallel: Omdat hij het in die kamer naar zijn zin heeft, hij kan daar lekker lezen, en zijn band met Sylvia, de vriendin van zijn vader, wordt hier versterkt.
• De Koperen Hoorn, Parallel: omdat dit een café is waar er gedronken wordt, gehoereerd, en dit is de plek waar de man Bregtje bedriegt.

Formuleer in maximaal 50 woorden de fabel.
Bregtje is een meisje, die in huis genomen is door haar oom, Hij nam haar in huis, omdat hij familie was overleden. Zij denkt echter dat haar broer Rense nog leeft, en daarom steelt ze proefjes van preparaten voor een man, die zegt dat hij Rense naar haar toe zal brengen.
Benjamin, is een jongen die samen met zijn vader, en de vriendin van zijn vader, naar Rusland gaat. Hij raakt dan in de ban van de preparaten van de oom van Bregtje. Ook hij heeft een zusje verloren.


Uit hoeveel hoofdstukken/delen/afdelingen bestaat het boek?
Het boek bestaat uit 1 deel, de oneven hoofdstukken (1 t/m 19) zijn vanuit Bregtje. En de even hoofdstukken (2 t/m 20) zijn vanuit Benjamin.

Beschrijf uit de spanningsopbouw van het verhaal de beginsituatie en de climax.
Beginpunt: Bregtje is ziek, en haar familie zorgt voor haar. Benjamin vertrekt met zijn vader naar Rusland.
Climax: Beide personen verrichten een heldendaad.

Geef tenminste 3 van de belangrijkste motieven uit het verhaal.
De dood, het meemaken van de dood, verraad, inwijding in de seksualiteit.

Leg uit welke betekenis ze hebben of welke rol ze spelen in het verhaal.
1. Benjamin en Bregtje, verliezen beide een 1 of meer familie leden. En de preparaten waar zij beide zo geïnteresseerd in zijn, zijn van doden wezens gemaakt.
2. Benjamin voelt alsof hij zijn moeder verraad door de vriendin van zijn vader aardig te vinden. Bregtje voelt alsof zij haar oom verraad, doordat zij zijn preparaten doorspeelt. Om haar broer te zien.
3. Omdat Bregtje en Benjamin allebei op een of andere manier gedwongen worden seksueel te handelen. Of iets seksueels meemaken. Bregtje, thuis, en Benjamin wordt door een vriendinnetje van zijn vriendinnetje gedwongen seksuele handelingen te doen.


Citeer van ieder motief 3 belangrijke passages waarin het motief voorkomt.
1. -“De hete koorst, die haar gespaard had en hem niet, eiste alsnog het volle pond: dat deel van haar ziel dat haar broer illegaal in leven gehouden had. Voor de tweede maal sinds ze wees geworden was, voelde ze zich gehalveerd, aangetast, niet langer compleet, en daarbij waren ditmaal al haar illusies in rook opgegaan. “
- Zijn moeder han een kind gehad waarmee iets mis was. Hoe normaal zijn zusje er oo uitgezien had, ze had een verborgen gebrek met zich meegedragen: ze was plotseling geknapt als een ballon, als een gloeilamp die toch nog nieuw was. En met haar was er ook iets in zijn moeder geknapt.”
- “je bent al dood, dus je hoeft nergens bang voor te zijn. Je kunt bij niemand beter wezen dan bij ons. Eigenlijk word je van de dood gered. Dat hebben de andere rinocerossen niet, moet je maar denken: iemand die zorgt dat ze eeuwig blijven bestaan”

2. -“Maar anders dan in de Hermitage, toen hij een beetje in paniek was geweest, was hij nu niet van plan dit misverstand over zijn kant te laten gaan. Hij had eenmaal zijn moeder verloochend en dat mocht geen tweede keer gebeuren. “
-“Ze had niet geweten dat zulke judassen in het echt bestonden, maar nu wist ze het voor eens en altijd. Wie jaagt zo gezwind door nacht en door wind? Ridder Naamloos, schrik van al, wiens bitt’re hart geen rust meer vindt. Misercordium. Zo stikt dan in uw verradersbloed, fielt! Straf, boete, vergelding… dat waren de enige woorden die de pijn wat konden verzachten. “
- “Tijdens het gadeslaan van deze gang van zaken viel Bregtje opnieuw ten prooi aan een diepe schaamte over haar rol als spion. Als deze gewetensvolle, vriendelijke man eens wist wat voor adder hij met haar aan zijn borst koesterde.”

3. -“Maar dat Gradus zijn handen helemaal tot in haar liezen liet glijden vond ze vervelend, dus ze sprong van zijn schoot en liep de spoelkeuken in.’”
-“Daar luisterde hij niet naar, maar Klaskes lijf begon onder hem te golven, zodat hij vanzelf op en neer ging en hij wist dat dit het opwindendste was wat hij ooit meegemaakt had. “
-“Je moet naar je eigen bed. Laat me los!’
‘Ja, kalm maar, dat doe ik ook. Maar een beetje vogelen kan geen kwaad, hoor, da’s alleen maar een spelletje. Je raakt heus je bloemetje niet kwijt en ik doe je geen pijn. Grad doet jou toch nooit pijn.

Wat is het thema van het boek?
Als je ergens mee zit, moet je zelf handelen om het weer goed te maken.


Leg je keuze uit.
Zowel Benjamin als Bregtje, hebben een probleem. Bregtje is bedrogen, en heeft hij familie verraden. En Benjamin voelt zichzelf een loser. En beide lossen zij dat op door een soort van “heldendaad” uit te voeren. Bregtje laat de man die haar bedroog boete van wat hij gedaan heeft. En ben helpt een jongen in de dierentuin, door in het territorium van een Neushoorn te springen, en zo bijna vermorzeld wordt door dit beest. En daarna vindt hij zichzelf geen sukkel meer. Dus, als je iets moet doen, los het dan zelf op.

Welk vertelperspectief wordt in het verhaal overwegend gebruikt? Licht je antwoord toe.
In de eerste verhaallijn komt de meeste informatie via Bregtje dus de personale vertelster, het 10-jarige weeskind dat opgenomen is in het gezin van Frederik Ruysch. Door haar ogen zien we de ontwikkelingen m.b.t. het prepareren van lichaamsdelen en dieren.

De tweede verhaallijn wordt gezien vanuit de 10-jarige Benjamin. Hij is met zijn vader en diens nieuwe vriendin in St. Petersburg en raakt in vervoering wanneer hij de resultaten van Ruysch in een museum mag aanschouwen. Ook hij is een personale verteller.

Schrijf een zo volledig mogelijke karakterschets van de belangrijkste verhaalfiguren.
Bregtje:
Bregtje is een meisje, dat haar ouders, en zusje verloren heeft. Zij denkt dat hij broer, waar zij zo tegenop kijkt nog leeft. Zij ziet haar oom Frederik Ruysch als haar vader, hij nam haar in huis. Ze is denk ik een heel slim meisje, die vrij naïef is. Zij vertrouwt de mens, als die iets zegt. Maar dit wordt helaas verstoord als iemand haar bedriegt. Ze is heel zorgzaam. En ze heeft een groot talent voor tekenen en schilderen. Ze is heel bewust van haar omgeving, en is er veel met de dood bezig. Ik kreeg soms het gevoel alsof ze niet goed begrepen werd. En dat alleen de dode neushoorn haar verdriet weg kon nemen.

Benjamin:
Benjamin is een jongen, waarvan de ouders gescheiden zijn, en zijn zusje overleden. Omdat zijn moeder dit niet goed kan verwerken, neemt hij de rol op zich om voor haar te zorgen. Hij is erg zorgzaam, maar vind het wel fijn, als hij bij zijn vader is, gewoon alleen maar kind te zijn. Hij voelt alsof hij zijn moeder verraad, door de vriendin van zijn vader aardig te vinden. Hij is heel slim, en ook naïef. Bijvoorbeeld met Klaske. (zie motieven). Ondanks dit alles, wil hij er gewoon graag bijhoren.


Titelverklaring
De titel van de roman wordt enkele keren in de roman aangegeven. Het gaat om de lichaamsdelen die door Frederick Ruysch zijn geprepareerd en die eruit zien alsof ze van marsepein zijn. Bij de eerste aanblik van Ben in het museum, staat er :
“Maar de preparaten waarvoor ze nu stonden, waren zo roze alsof het kindje zojuist nog levens in de wieg gelegen had. Het was of de armpjes en beentjes waren gemaakt van roze Sinterklaasmarsepein; griezeliger, want echter , dan de witte preparaten.”
Wanneer Ben thuiskomt en hij zijn moeder verslag doet en zijn moeder hem vraagt wat hij het mooiste heeft gevonden, denkt Ben:
“Voorhistorische astronautjes in een glazen universum. Dikke wangen en rozenmondjes van driehonderd jaar oud. Marsepeinen armpjes met kuiltjes in kanten mouwtjes.”

Mijn mening
Ik vind het boek, Vingers van Marsepein, een mooi boek. Het las vlot weg. Ik vond de karakters goed uitgewerkt, maar ik kreeg het gevoel dat er meer over het karakter van Brechtje was nagedacht dan over Ben. Dit komt omdat alles wat er met Ben gebeurt vluchtig geschreven lijkt te zijn, vooral op het begin. Op het leven van Brechtje wordt veel meer ingegaan. En die hoofdstukken zijn dus langer, en voor mijn gevoel belangrijker. Ik vond de spanningsopbouw heel goed. Omdat je op het begin niet weet waar het verhaal heen gaat. Bijvoorbeeld bij Brechtje. Je weet dat zij voor iemand iets steelt, maar je weet niet waarom en voor wie. Later kom je hier wel achter, en zo ontstaat het gevoel dat je zelf boos wordt op deze persoon. De spiegelingen in het verhaal liggen er wel heel dik bovenop, wat op het begin niet zo heel vervelend is, maar later krijg je het gevoel van; “dat weet ik nou wel”.
Het taalgebruik is gemakkelijk te begrijpen. Het is met “normale” zinnen geschreven, en je weet vanaf het begin waar ze het overheeft. Daardoor leest het verhaal snel, en hoef je niet steeds na te denken wat er nou precies gezegd is.
De gebeurtenissen zijn vrij realistisch, waardoor je je beter in kunt leven in het verhaal. Sommige dingen vind ik wel een beetje vergezocht, bijvoorbeeld dat Benjamin in de dierentuin bij de neushoorn terecht komt. Dit is vrij onlogisch, en dat hij op het laatste moment gered wordt, is meer sensatie dan werkelijkheid.

Extra
Spiegelingen in de roman

In een roman met de structuur van “Vingers van Marsepein” waarin twee verhaallijnen door elkaar worden gepresenteerd, worden natuurlijk vaak spiegelingen gebruikt om de symboliek van de beide verhaallijnen aan te geven. Spiegelingen zijn situaties in een roman die gelijk of een klein beetje anders zijn aan eerdere situaties. Ze hebben een symbolische betekenis en hebben de functie om te laten zien dat passages samen hangen.

Het is niet zo moeilijk om een aantal spiegelingen in de roman aan te wijzen.
a. Beide hoofdfiguren (Bregtje en Rens ) zijn tien jaar oud.
b. Beiden hebben een broertje (Bregtje) en een zusje (Benjamin) dat overleden is, maar voor wie nog veel aandacht is en die beiden als het ware nog voortleven in de herinneringen van de personages. (het kamertje van het zusje van Ben wordt door zijn moeder in ere gehouden)
c. Beiden hebben een soort pleegmoeder of stiefmoeder gekregen: Bregtjes moeder is gestorven en Bens moeder is gescheiden. De beide stiefmoeders zijn heel zorgzaam en vriendelijk voor hun pleeg/stiefkind.
d. Beiden krijgen te maken met het motief van de rinoceros. Het geprepareerde dier ziet Ben in het museum 300 jaar later terug. Maar ook in de dierentuin en in het vliegtuig (het speelgoedkompasje) speelt de rinoceros een rol.
e. Bovendien heeft de neushoorn in beide verhaallijnen zijn grote hoorn verloren.
f. Beiden plegen een soort verraad tegenover hun naasten. Bregtje verraadt informatie over het prepareren aan de concurrent van Ruysch in de hoop dat ze haar broertje terugkrijgt. Ben gaat met Sylvia mee naar St. Petersburg, belooft aan zijn moeder dat hij links zal laten liggen, maar vindt haar eigenlijk heel erg aardig. Hij doet dan juist vriendelijk tegen haar en vindt dat een soort verraad tegenover zijn moeder.
g. Beiden hebben hun eerste seksuele ervaringen die ze niet prettig vinden: Bregtje wordt min of meer aangerand (niet verkracht!) door Gradius die zich seksueel aan haar bevredigt. Ben wordt in een spel met twee klasgenootjes aangezet tot ´droogneuken”, maar wanneer ze aan “piemel likken” willen beginnen, vlucht hij.
h. Beiden verrichten een heldhaftige daad. Bregtje gooit een bijtende vloeistof in het gezicht van de man die haar bedrogen heeft. Ben durft het aan op te komen voor een gepest Russisch jongetje en stort zich dapper in het territorium van de neushoorn. Beide avonturen lopen goed af.
i. Beiden krijgen te maken met een nieuwe zwangerschap. Bregtje wordt zelfs de petemoei van het kind van Rachel (de dochter van Frederik Ruysch) en enkele keren wordt gesuggereerd dat er een nieuw broertje/zusje voor Benjamin op komst is (zijn vader en zijn vriendin zijn gestopt met roken en er zijn toespelingen op een zwangerschap)

j. Beide personages hebben een fictieve (ridder)figuur met wie ze zich kunnen identificeren. Ben leest op zijn reis naar Rusland de roman van Tonke Dragt “De brief van de koning.” Hij is een soort Tiuri, de hoofdfiguur uit deze roman. Bregtje heeft met haar broertje Rens ook zo’n fictieve figuur afgesproken met wie ze verwantschap voelen, en die ze kennen uit het boek van de doorluchtige heer Steltebeen (ook al een ridderfiguur: Ridder Naamloos) Deze is van mening dat hij nobele daden moet verrichten evenals het personage in de roman van Tonke Dragt. Wellicht leidt hun fictieve voorbeeld tot het gedrag van Bregtje en Ben zoals dat beschreven is onder punt g. van deze opsomming.
k. In de laatste even hoofdstukken waarin Ben vertelt, lijkt het erop alsof Bregtje in de persoon van het Russische meisje met de blauwe shawl gereïncarneerd is. Hij ziet haar in de dierentuin een bijzondere belangstelling aan de dag leggen voor de neushoorn, bovendien redt ze hem min of meer met haar shawl. Maar terug in Amsterdam lijkt het alsof ze verder boven zijn leven zweeft wanneer hij een ommegang maakt over de Bloemgracht. Wellicht is Ben voor deze magisch-realistische Bregtje de substitutie voor haar broertje Rens.
l. Wat minder duidelijk voor de lezer, maar Bregtje speelt met het “overleven van de tijd” door interesse te tonen in de prepareerkunst van haar oom en ook Ben houdt zich in het heden bezig met het verschijnsel van de tijd. Voor hem is het tijdsverschil van twee uur tussen St. Petersburg en Amsterdam al een interessant verschijnsel.

De vele spiegelingen in de roman hebben als functie de overeenkomsten tussen de twee verhaallijnen aan te geven. Het is dan ook in verhaaltechnisch opzicht vrij logisch dat in de laatste hoofdstukken Ben en Bregtje elkaar in spiritueel opzicht elkaar ontmoeten.

Samenvatting
Eerste lijn (de oneven hoofdstukken)
Bregtje, een 9-jarig weesmeisje, heeft in het eerste hoofdstuk hoge koorts. Ze hoort stemmen schreeuwen en Gradius, een knecht, gaat een ruimte binnen om de opgezette wezens (onder wie een jongetje) zogenaamd het zwijgen op te leggen. Gelukkig is Bregtje de volgende dag wat opgeknapt en bezoekt ze de ruimte waarin haar oom (Frederik Ruysch, anatoom van beroep) bezig is met het prepareren van ledematen. Bregtje lijkt erg geïnteresseerd in zijn werk. Ze ziet weer de kist met de dode jongen die op haar broertje Rens lijkt. Wanneer haar oom even niet oplet, neemt ze een lichaamsdeel mee naar boven op zolder. Wanneer ze het uitpakt, ziet ze dat het een fors mannelijk geslachtsdeel is. Ruysch krijgt de lichaamsdelen vaak vanuit de gevangenis, omdat gehangenen vaak hun lichaamsdelen voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar moesten stellen.

De volgende dag wordt er een rinoceros binnengebracht: dit dier dat in Europa rondtrok is gestorven en het kost nogal moeite om het in stukken op de binnenplaats te krijgen. Niet iedereen is hier even gelukkig mee. Bregtje wordt meegelokt door een man met een zwarte cape en deze vraagt haar informatie te verstrekken over datgene wat Ruysch aan het uitspoken is. Ze is dus als het ware een spionne voor hem. Bregtje wil dat wel doen, omdat hij ,zoals later5 blijkt, belooft dat hij haar verdwenen broertje Rens zal terugbrengen. Bregtje is namelijk het kind van de overleden baljuw van Diemen. Haar beide ouders en jongere zusje zijn aan de “hete koorts” gestorven en haar broertje Rens is op een dag verdwenen. Bregtje kwijt zich goed van haar taak want ze stelt allerlei vragen over de gebruikte middelen en methoden en brengt deze informatie naar een kroeg waarin de jonker met de zwarte cape op haar wacht. Ook bezorgt ze hem de grote mannenpenis die ze heeft weggenomen. Ze voelt een bijzonder contact met de rinoceros, die ze Casper (een heilige naam) noemt.

Ze moet daarna steeds weer een nieuwe opdracht vervullen: o.a. te bekijken met welke vloeistof anatoom Ruysch werkt. Ze krijgt dan een brief van Rens mee, maar hij is wel heel netjes geschreven en fraai verwoord. Bregtje krijgt toch wel enige argwaan, want haar broertje Rens had op school niet zo veel aandacht voor dit soort dingen. Toch vraagt ze aan de anatoom of ze bij een preparatie mag zijn. (Hierna komt dan een flashback in de vertelling over de dood van haar zusje en de verdwijning van Rens)

Ruysch gaat de arm van een gehangene prepareren en hij doet dat zeer deskundig: hij heeft al een idee hoe de bloedsomloop en de melkvaten werken. Bregtje lakt de nageltjes van de foetus die de arm in zijn hand houdt. Maar tegelijkertijd bespioneert ze eigenlijk haar oom bij wat hij doet. De informatie brengt ze weer over aan de jonker.

Niet lang daarna wordt ze 10 jaar en ze krijgt van haar oom een gouden ketting met een parel. Daarna test ze de familie uit over Rens en zijn bestaan. Ze krijgt te horen dat die helaas ook gestorven is. Haar argwaan tegenover de jonker wordt daarmee steeds groter. Ze krijgt door dat ze bedrogen wordt en gaat de gangen van de jonker na. Ze komt achter de naam voor wie hij werkt en dat is een louche concurrent van Ruysch. Ze voelt zich bedrogen. Wanneer ze thuiskomt, doet zich ook een vreemde situatie voor. Ze mag in bad met Gradius en Nelie en daarna komt de man ook in bed bij haar. De volwassen Gradius wrijft met zijn onderlichaam tegen haar lichaam en hij komt ook seksueel aan zijn gerief. Bregtje vindt het niet prettig dat ze zijn “plakkerige” spul op haar eigen lichaam voelt.

Niet lang daarna praat ze met de zoon van Ruysch over prepareren. Deze vertelt haar de nodige informatie over de charlatan Bidloo. Dat is een bedrieger en Bregtje snapt dat ze eigenlijk een verrader is ten opzichte van de familie die haar zo mooi opgenomen heeft na de dood van haar ouders. Ze wil wraak nemen ten opzichte van de man in de zwarte cape en neemt uit een fles de Geest van het Zout mee (een bijtende vloeistof) Ze zoekt de jonker op en gooit de vloeistof in diens gezicht. Ze verwacht nu elk moment als moordenares te worden opgepakt, maar bij thuiskomst is er juist een goed bericht. Rachel, de dochter van Ruysch, heeft een baby gekregen en Bregtje wordt als petemoei gevraagd. De jongen krijgt de naam Rense. In het laatste hoofdstuk mag ze het jongetje ten doop houden. Wanneer ze weer naar huis loopt, komt ze de jonker tegen. Ze is eerst erg bang, maar het is juist de jonker die zich wegsteekt voor haar. Ze blijft nog even op de brug over de Bloemgracht staan. Daarna stapt ze het Huis van de Roos binnen.

Tweede lijn (even hoofdstukken)
Ben is een 10-jarig jongetje dat op de Bloemgracht in Amsterdam woont. Hij heeft een aantal vriendjes Raoul en Jimmy die met hem spelen. Zijn vader en moeder zijn gescheiden. Zijn vader Jasper heeft een nieuwe vriendin Sylvia en zijn moeder kan het niet goed hebben dat deze Sylvia de taken van haar overneemt. Enkele jaren geleden is een zusje van Ben overleden en moeder is vaak depressief. Het is niet onmogelijk dat dit de reden van de scheiding is geweest. In de herfstvakantie wil vader Jasper naar St. Petersburg. Sylvia gaat ook mee. Ben speelt met Jimmy o.a. schrijven ze een onzichtbare brief met pis. Hij wordt ook bedreigd door een ander mannetje uit zijn buurt Humpfrey. Ook dat pesten is seksueel getint. Wanneer hij weer thuiskomt, ziet hij dat zijn moeder er weer slecht aan toe is. Hij vraagt zijn vader om zijn moeder te bellen en haar op te beuren.

In de herfstvakantie vliegt hij naar St. Petersburg. Van de stewardess krijgt hij een kompas met een afbeelding van een rinoceros(!) In de Russische stad kijkt hij zijn ogen uit. Hij gaat o.a. met een beer op de foto. Hij bezoekt met Sylvia (want zijn vader bezoekt een congres) de Hermitage en bekijkt de schilderijen. Hij is haar even kwijt en raakt een beetje in paniek. Dan vindt hij haar gelukkig weer: hij vindt haar erg aardig. Ze helpt hem met het versturen van kaarten naar zijn klasgenootjes. Een daarvan is het meisje Klaske. Op een verjaardagsfeestje waren zij en vriendinnetje hem aan het plagen op seksueel gebied. Hij moest Klaske zoenen en met haar droogneuken, maar aan zijn piemel laten likken ging hem net wat te ver. Dan rent hij weg.

Sylvia zegt dat zij en haar vader gestopt zijn met roken. Er wordt ook verder in de verhandeling gesuggereerd dat ze zwanger is. Zijn moeder belt hem om en hij laat merken dat hij het erg gezellig heeft met vader en Sylvia. Met hen praat hij ook over het verstrijken van tijd (een aardig symbolisch element in een boek waarin het prepareren en dus het doorstaan van tijd) een belangrijk motief is. Hij brengt daarna weer een bezoek aan de Hermitage en staat ineens voor de preparaten van Frederik Ruysch. De tsaar Peter de Grote heeft namelijk diens collectie opgekocht. Hij staat voor de afbeelding van de rinoceros(uit de eerste verhaallijn) en de fles waarin de arm van de gehangene zit. Omdat hij zo geïnteresseerd is, krijgt hij extra uitleg van een Nederlander over de anatoom Ruysch uit de 18e eeuw. De situatie dat die ook aan de Bloemgracht woonde, is natuurlijk wel bijzonder.

Ben bezoekt met zijn vader en Sylvia de dierentuin. Hij kijkt ook bij de neushoorns. Dan komt er een Russische groep leerlingen voorbij. Een jongen wordt gepest (zoals Ben dat ook vaak wordt) De rugzak van de jongen wordt op het terrein van de neushoorn gegooid en Ben treedt nu dapper op (vergelijkbaar met Bregtje in deel 1 ten aanzien van de zwarte jonker)
Hij springt op het terrein van de neushoorn maar kan niet goed terugkomen. Ternauwernood ontsnapt hij (o.a dankzij een blauwe sjaal van een Russisch meisje dat hem al indringend had aangekeken) De neushoorn breekt bij een actie zijn hoorn af. [De rinoceros van Bregtje miste ook al een hoorn]
Zijn vader is laaiend, maar Sylvia noemt hem ook dapper. Ben belt met zijn moeder en vertelt het een en ander door. Ben denkt verder aan het meisje met de blauwe shawl en hij voelt een soort lotsverbondenheid. Wanneer hij weer thuis is, vertelt hij zijn moeder (die weer wat beter in haar vel zit) over zijn reis. Ook over het avontuur met de neushoorn. Daarna gaat Ben naar buiten en bestudeert de situatie aan de Bloemgracht. Zo bekijkt hij o.a. het Huis van de Roos waar Ruysch had gewoond en gewerkt. Hij blijft even op een brug staan. Hij ziet het meisje uit Rusland in zijn gedachten terug: ze zweeft boven zijn toekomst.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Vingers van marsepein door Rascha Peper"