Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Verfhuid door Rascha Peper

Beoordeling 7.5
Foto van Cees
Boekcover Verfhuid
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 2541 woorden
  • 6 oktober 2005
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
88 keer beoordeeld

Boekcover Verfhuid
Shadow
Verfhuid door Rascha Peper
Shadow
Gebruikte editie Eind september 2005 verscheen de fraai gebonden uitgave van de novelle bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. De uitgave telt 144 bladzijden. Op de voorkant van de roman staat een schilderij van Caspar David Friedrich afgebeeld, nl.: “ Eichenbaum im Schnee (1829). Over een (gefingeerd?) schilderij van dezelfde schilder gaat de roman. Genre De uitgever heeft op de kaft de aanduiding novelle afgedrukt. Het verhaal gaat in feite alleen over de geschiedenis van een schilderij, een korte episode uit het leven van de hoofdfiguur Arnold Kee. Motto en opdracht Er is geen motto en geen opdracht.
Geschikt voor … Leerlingen van HAVO- en VWO-bovenbouw. Het boek is niet moeilijk te lezen, vrij dun en relatief spannend. Structuur en verhaalopbouw Er zijn dertien met Romeinse cijfers aangeduide hoofdstukken die geen titel meekrijgen. De vertelwijze is voor het belangrijkste gedeelte chronologisch. Alleen in hoofdstuk III komt een korte terugblik naar het verleden voor: de dood van de vader van Arnold Kee. Perspectief Het perspectief is personaal en berust bij de hoofdfiguur Arnold Kee. Hij is een vijftiger en kunsthandelaar. Hij is homofiel en heeft sinds enkele jaren een relatie met Pascal. Hij bekijkt de verzamelwoede van een kunstminnaar, de heer Terwindus. Hij vertelt in de ov.t. Titelverklaring “Verfhuid” komt twee keer letterlijk in de test voor. De heer Terwindus pleegt zelfmoord door met het schilderij waaraan hij zoveel waarde hechtte om het lichaam gebonden in het water te springen: de verfkant tegen zijn lichaam aan: huid tegen huid. En op de laatste pagina strijkt Arnold Kee zacht over de zijde van het gestolen schilderij waarop een herdersjongen staat afgebeeld (symbool van de homoseksualiteit) nl. de zijde waarop de verf is aangebracht. Het is duidelijk dat de verfhuid een belangrijke rol speelt in deze novelle over de passie voor schilderijen.
Tijd en decor Het decor van de novelle is gemakkelijk te traceren: het is het Amsterdamse kunstenaarsmilieu, waarin Kee zijn kunsthandel heeft. De gebeurtenissen spelen zich vrijwel geheel af in Amsterdam. De tijd waarin de gebeurtenissen zich afspelen, is waarschijnlijk het jaar 2003 of 2004. Er is sprake van bedragen in euro’s (invoering 2002) en twee keer wordt in de novelle het jaartal 2002 genoemd. Het gestolen schilderij is in 2002 ontvreemd en dat is reeds enige tijd geleden. Peper noemt als extra gegeven ook nog een woensdag eind november wanneer Ajax gespeeld zou hebben tegen Borussia Mönchengladbach, maar nog in 2002, 2003 of 2004 speelde Ajax op een woensdag tegen die Duitse Club. In het kader van de Champignons League werd in eind november 2004 wel tegen Bayern Munchen gevoetbald. Dat zou kunnen betekenen dat de roman in 2004 en 2005 speelt en dat Rascha Peper de Duitse clubs verwisseld heeft. Het kan ook gewoon een slordigheid zijn, omdat er een Duitse voetbalclub in het verhaal noodzakelijk was. Thematiek Er is een duidelijke thematiek in deze novelle: de passie die mensen kunnen hebben voor schilderijen (of bezittingen in het algemeen) noopt hen er soms toe om illegale praktijken te hanteren om het voorwerp in hun bezit te krijgen. De heer Terwindus blijkt regelmatig kunsthandelaren op te lichten, bovendien lijkt hij in het bezit van kostbare, gestolen doeken. Van diverse kanten wordt Arnold Kee voor de praktijken van de eigenaardige Terwindus gewaarschuwd. Maar wanneer Terwindus zelfmoord heeft gepleegd, grijpt ook Arnold Kee zijn kans. Hij misleidt de weduwe van Terwindus en biedt een laag bedrag voor de waardevolle schilderijen, terwijl hij daarnaast op de hoogte is van het feit dat één van de schilderijen gestolen is. Hij houdt het kostbare schilderij in eigen bezit. Hij koestert het op de laatste bladzijde heel liefdevol. Daaruit volgt het tweede thema: de passie voor een schilderij verhindert het ontstaan van een gewone relatie. Op het sterfbed heeft Arnolds vader van die eigenschap gewag gemaakt ( blz. 38). De heer Terwindus is van zijn echtgenote gescheiden; die kon het niet langer bolwerken in de strijd die ze moest voeren tegen zijn passie voor de schilderijen. Wanneer de Friedrich op een tentoonstelling wordt beschadigd, is Terwindus ten einde raad en hij pleegt zelfmoord door in het water te springen. Arnold Kee heeft een homofiele relatie met Pascal, die in de novelle dertig jaar wordt. Tussen hen is een groot leeftijdsverschil (Kee is en vijftiger) en er zijn nogal wat verschillen in opvatting over hun levensstijl. De manier waarop hij zijn schilderij “Hirtenknabe” op de laatste pagina koestert, zegt iets over de substitutie van de gewone liefde. Op het schilderij is een in het gras liggende herdersjongen afgebeeld. De erotische gevoelens die Kee voor het schilderij en de jongen daarop koestert, zijn duidelijk. Is de “Hirtenknabe” de vervulling van de kinderwens die Arnold koestert? Zijn vriend Pascal voelt er echter niets voor om een kind te adopteren. Het lijkt erop dat Arnold Kee dezelfde fout gaat maken met zijn lievelingsschilderij Hirtenknabe als Terwindus met het schilderij “In der Slucht” van Friedrich. En zijn vader had hem nog zo daarvoor gewaarschuwd. Motieven die de thema’s ondersteunen zijn: fraude, homoseksualiteit, jaloezie in een relatie, zelfmoord, de verzamelwoede (komt vaker voor bij Rascha Peper) en heel impliciet moeder-zoonrelatie. Aanbeveling Wanneer je als lezer een goede indruk wilt krijgen over de afbeeldingen uit de novelle kun je deze op een eenvoudige manier te zien krijgen via Google (afbeeldingen). Tik in “Hirtenknabe” en de afbeelding van Franz von Lenbach verschijnt direct op je scherm. Om een indruk te krijgen van de romantische schilderijen van Caspar David Friedrich tik je die naam in via Google (afbeeldingen) en dan verschijnen er enkele van zijn schilderijen.
Samenvatting van de inhoud Arnold Kee is kunsthandelaar in Amsterdam. In het eerste hoofdstuk komt een zonderlinge kunstverzamelaar Karl Terwindus in zijn zaak snuffelen. De man koopt regelmatig kunst bij hem en Kee wil hem graag te vriend houden. Hij heeft hem eens een beeld van Johannes de Doper verkocht voor 40.000 gulden. Op een bepaald moment komt het gesprek op een bijzonder schilderij (een Friedrich) dat Terwindus bezit. Kee wil het graag zien en krijgt tot zijn verrassing een uitnodiging om een keer langs te komen. Een week later gaat hij langs en hij ziet dat Terwindus een enorme verzameling schilderijen heeft. Hij is gespecialiseerd in schilderijen van Duitse schilders uit de Romantiek. De Friedrich is inderdaad prachtig. Als Terwindus even weg is, ziet Kee een schilderij van een herdersjongen (Hirtenknabe) dat uit de lijst is gesneden. Het komt hem ergens bekend voor. (In de novelle wordt vermeld dat het schilderij van Carl Gustav Carus is. Wie via Google (Afbeeldingen) onder Hirtenknabe zoekt, ziet een gelijknamig schilderij Hirtenknabe dat van Franz von Lenbach is. De beschrijving op bladzijde 26 in de novelle komt overeen met die afbeelding van Von Lenbach) Foutje van de schrijfster of een poging tot mystificatie?) De avond eindigt met kortsluiting: de vrouw die onder Terwindus woont, heeft die veroorzaakt. Later blijkt dat zij de ex-vrouw van Terwindus is, die op de etage onder hem is blijven wonen. In hoofdstuk drie wordt iets verteld over de vader van Kee, die de kunsthandel bezat. Op zijn sterfbed heeft zijn vader hem verteld dat er mensen zijn die meer van hun schilderijen houden dan van hun relatie. Voor hij namen had kunnen noemen, was hij echter gestorven. Kee zoekt bij thuiskomst het schilderij in zijn archief op: het blijkt in 2002 in Dillenburg gestolen te zijn. Daarna bezoekt hij zijn moeder. Die vertelt hem dat ze zijn vorige vriend Thijs onlangs nog voorbij zag lopen. Zijn moeder had meer op met Thijs dat met Arnolds huidige relatie Pascal. Arnold zou ook graag een kind willen adopteren, maar Pascal voelt er niets voor. Er zijn nogal wat verschillen in leefstijl tussen beide mannen: Pascal houdt zich graag op in het nichtencircuit en Arnold heeft daar weinig mee. Via een andere kunsthandelaar hoort Arnold dat de reputatie van Terwindus niet zo brandschoon is als hij altijd heeft gedacht. Hij heeft wel eens betaald met ongedekte cheques. Ook zijn er na bezoeken van hem aan kunsthandelaren doeken verdwenen. Arnold heeft aan Terwindus een positief advies uitgebracht om de onbekende Friedrich in bruikleen af te staan voor een expositie in Keulen over de Duitse Romantiek. Terwindus gaat er mee akkoord na een aantal strikte voorwaarden. De man voelt zich wat vervreemd wanneer het schilderij bij hem opgehaald is. Kee komt erachter dat de vrouw die hij ontmoette bij Terwindus de ex-vrouw van de man is. Ze leven gescheiden van elkaar in hetzelfde huis. Kee wil naar de opening van de tentoonstelling in Keulen en spreekt met Terwindus af dat die mee mag rijden, maar enkele dagen ervoor haakt Terwindus af met de mededeling dat hij “ongesteld” is. Hij is van oorsprong Duitser en zijn Nederlands blijft gebrekkig. Kee gaat toch naar Keulen met een andere homoseksueel Noud. Die vertelt hem tijdens de autorit een verhaal dat opnieuw de wenkbrauwen over Terwindus doet fronsen. Noud is lijstenmaker en Terwindus heeft al diverse keren vreemde opdrachten verstrekt die doen denken aan frauduleuze handelingen: de lijsten moeten de afbeeldingen duurder of juist goedkoper doen lijken. Arnolds argwaan is nu helemaal gewekt. In Keulen ziet hij dat de Friedrich heel fraai geëxposeerd wordt. Tot zijn verbazing hoort hij daar dat Terwindus mank loopt: hij heeft die ervaring niet. Doet de Duitser zich anders voor dan hij is? Pascal krijgt een aanrijding met een auto en heeft tegen Arnold gelogen over de straat waar dat is gebeurd, omdat hij bang is dat Arnold wat zal zeggen over de zg. “flikkerstraat” waar hij reed. En tijdens zijn afwezigheid in de zaak is er weer een prent gestolen. Zijn zus Ada weet niet wie het gedaan heeft, maar er was wel een man in de winkel die voldeed aan de beschrijving van Terwindus. Dan leest Kee in de krant dat in Keulen een psychopaat het schilderij van Friedrich met messteken heeft vernield. Het was echter de bedoeling om het schilderij dat er naast hing te beschadigen. Dat was een doek waarop een naaktmodel was afgebeeld, tot groot ergernis van de psychopatische vernieler. Kee hoort van de conservator dat Terwindus meteen naar Keulen is gereisd om het beschadigde schilderij mee te nemen. Kee neemt contact op met de Duitser, maar hij blijkt niet thuis te zijn en zijn ex-vrouw blijkt van niets te weten: ze weet ook niet waar hij verblijft. Enkele dagen later hoort hij dat Terwindus gevonden is: hij heeft zelfmoord gepleegd door in de Amstel te springen met het schilderij met de verfhuid om zijn lichaam (huid tegen huid) gebonden. Het vernielen van zijn lievelingsschilderij was een te grote klap voor de man. Kee denkt onmiddellijk aan de nalatenschap van de man. Hij krijgt echter geen uitnodiging voor de crematie en als hij daarna de ex-vrouw bezoekt, blijkt die al een groot deel van de mooie schilderijenverzameling voor 4000 euro aan een opkoper te hebben verkocht. Ze heeft echter nog zeven schilderijen apart gehouden en die laat ze aan Kee zien. Hij ziet dat zijn geliefde Hirtenknabe (het gestolen schilderij) erbij zit. Hij biedt 4000 euro en de vrouw gaat er op in. Een van de schilderijen weet hij later te slijten voor 70.000 euro. Hij is dus niet eerlijk bezig. Ook wil hij het beeld van Johannes de Doper terug hebben en met een smoes verleidt hij de vrouw tot de verkoop ervan. Hij vertelt dat hij recht op terugkoop had en biedt twaalfhonderd euro voor het beeldje dat hij zelf voor 40.000 gulden had verkocht. Het is al in handen van een neefje in een studentenflat. Kee haalt het terug en geeft de jongen 600 euro. Niet lang daarna wordt Arnold Kee 54 jaar en zijn vriendje Pascal verrast hem met een vrijpartij op bed. In de dagen tussen Kerst en Nieuwjaar bekijkt Arnold zijn liefste schilderij Hirtenknabe: het doek wordt opnieuw uitvoerig beschreven en zacht strijkt zijn hand langs de verfhuid van het lievelingsdoek. Wie deze beschrijving leest en op Google zoekt, krijgt de afbeelding van Franz von Lenbach , een romantisch Duits schilder uit de 19e eeuw te zien. Wie de afbeelding goed bekijkt, snapt de slotzin van de novelle heel goed: “terwijl het heet werd achter zijn ogen en de liggende jongen wazig en vervormd raakte.” Recensies en interview Op het moment dat dit verslag werd gemaakt (1 oktober 2005) was er een recensie in het NRC van 30 september 2005 door Pieter Steinz geschreven. De gedaanteverwisseling van Arnold Kee - van man in de marge tot iemand die `in Extase schwebt\' - wordt door Peper overtuigend beschreven, in een stijl die even elegant en rechttoe-rechtaan is als die van de negentiende-eeuwse schilders waar Kee in handelt. De enige uitspatting die Peper zich in haar proza permitteert is het Duits waarmee ze het taalgebruik van Terwindus kleurt; Verfhuid is dan ook niet het soort boek waaruit je eindeloos treffende of humoristische passages wil citeren. De novelle heeft veel te bieden, maar geen hartstocht - iets wat in het licht van Pepers grote thema des te meer opvalt. Kom op! zou je de schrijfster willen toevoegen. Niet zo verdammt anständig, sleep ons mee, schud ons wakker, kleur eens wild buiten de lijntjes, geef ons stilistische Sturm und Drang. Want alleen dán zal het lot van de Kees en Terwindussen van deze wereld ons langer bezighouden dan de tijd die het kost om hun verhalen te lezen”. In BOEK 5, jaargang 2, oktober /november 2005 wordt Rascha Peper geïnterviewd door Machteld Stilting. Het gaat over de thematiek van Peper. Vaak is verzamelwoede een motief in haar romans. Ook in “Verfhuid” Zoals zo vaak was een krantenartikel de aanleiding voor het schrijven van de roman. Twee jaar geleden las ze in een krant over een Duitse kunstdief , die later gepakt werd. Toen de politie naar zijn huis ging, waren de gestolen schilderijen al verkocht door zijn moeder die eigenlijk een soort wraak op hem nam omdat ze nooit behoorlijk zijn kamer kon opruimen.
Over de schrijfster Rascha Peper (pseudoniem van Jenneke Strijland) werd op 1 januari 1949 in Driebergen geboren. Ze studeerde Nederlands, met als hoofdvak Middelnederlandse literatuur, en werkte enige tijd als lerares. In 1983 verhuisde ze naar Wenen vanwege het werk van haar partner die in dienst was van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar begon ze, omdat ze zich nogal \'op zichzelf teruggeworpen\' voelde, ernst te maken met het schrijven. In die tijd ontstond de eerste versie van Oesters. Na publicatie van haar eerste verhalen in Hollands Maandblad en Tirade, zette ze zich aan het herschrijven van deze roman omdat ze \'in alle valkuilen van een beginnend schrijver was getuind\'. \"Ik heb een hekel aan romans die zo vreselijk bedacht en geconstrueerd in elkaar zitten, aan die netwerken waarin lezers pas op de helft in de gaten krijgen wat er aan de hand is.\" Rascha Peper streeft ernaar boeken te schrijven die vooral boeien door een meeslepend verhaal en zij hecht minder aan literaire vormexperimenten. Haar romans zijn heerlijke leesboeken met een sterke plot, boeiende karakters en sfeervolle details en geen hermetische, intellectuele, strak gestructureerde boeken. Haar thema\'s ontleent Peper vaak aan berichten uit de krant. Zoals de figuren in haar werk een gepassioneerde verzamelwoede hebben, zo verzamelt zij zelf krantenknipsels waarin ze een verhaal ziet. Deze werkwijze brengt met zich mee dat Peper geen autobiografisch schrijfster is wier werk voornamelijk te herleiden is tot zaken uit haar eigen leven. Het enige boek waarvoor dit niet zonder meer opgaat, is Oesters. In 1994 ontvangt Rascha Peper de AKO Literatuurprijs voor haar boek
Rico’s vleugels.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Verfhuid door Rascha Peper"

Ook geschreven door Cees