A. Samenvatting Het verhaal gaat over de familie Jansen: moeder Sonja, haar minnaar Jaap en haar kinderen Waldo, Christine en Tommie. De kinderen zijn allemaal van een verschillende vader waar ze geen contact meer mee hebben. Christine wordt misbruikt door Waldo ze denkt dat ze er zelf om vraagt en dat het haar schuld is, ze is Waldo dankbaar dat hij haar aandacht geeft. De familie gaat op vakantie naar Schotland maar geen van de kinderen heeft daar echt zin in. Waldo wil liever in zijn eentje gaan bergbeklimmen en Christine wil liever op ponykamp. Eenmaal in Schotland aangekomen regent het de hele tijd en Christine gedraagt zich vervelend. Omdat Waldo stiekem toch gaat bergbeklimmen gaan Christine en Tommie hem gedag zeggen bij de kade. Daar vliegt Christine hem zogenaamd vriendschappelijk om de hals maar Waldo valt en verdwijnt in het water. Christine en Tommie zijn vreselijk geschrokken en rennen snel weg. Sonja en Jaap staan al bij de veerboot naar Mull op hen te wachten. Chris en Tommie zijn nog steeds erg geschrokken en op de veerboot gaan ze in de auto van iemand anders zitten. Agnes Stam rijdt voor de zoveelste keer naar het familiehuis in Port na Bà. Voor het eerst in jaren heeft ze geen neefjes of nichtjes bij zich. Omdat haar laatste broer Robert overleden is wil ze zijn as uitstrooien bij het huis. Op weg naar het huis stopt ze bij de familie Flynt, dat zijn de buren die op het huis passen als het door niemand wordt bewoond. De familie Flynt condoleert haar en geeft haar de sleutel. Bij het afscheid vraagt mevrouw Flynt wijzend op de auto welk neefje en nichtje ze nu weer mee heeft genomen. En daar ziet Agnes een jongetje en een meisje op de achterbank van haar auto zitten. Ze rijdt met hen naar het huis en vraagt de kinderen om uitleg. Ze heeft medelijden met de kinderen en vraagt zich af wat voor ouders de kinderen wel niet moeten hebben als die kinderen echt willen weglopen. Ze besluit voorlopig even niets te zeggen. Dan merkt Agnes dat het huis te huur aangeboden wordt, ze gaat er van uit dat dit een misverstand is en probeert contact op te nemen met het verhuurbedrijf maar de telefoon doet het niet. Een paar dagen later komt Agnes er achter dat het helemaal geen misverstand is en dat Elise, de weduwe van Robert, het huis te huur aangeboden heeft. Ook de familie Flynt is boos op Agnes omdat ze denken dat zij wat van de verhuur afwist. Agnes is boos op Elise en besluit haar een brief te schrijven. Ondertussen probeert Agnes de kinderen wat meer te laten ontdooien en laat hen een bekend verkleed spel spelen. Uit jarenlange ervaring als onderwijzeres weet Agnes dat er wat mis is in het gezin van de familie Jansen, alleen weet ze nog niet wat er aan de hand is. Net als de kinderen helemaal geschminkt en verkleed zijn komt er een politieman aan deur. Hij vraagt of Agnes misschien twee Nederlandse kinderen die vermist zijn heeft gezien. Hij laat foto’s zien en Agnes herkent ze meteen. Maar omdat de kinderen net helemaal vermomt zijn ziet de politieman niet dat het de kinderen zijn die bij Agnes verblijven. Als de man weg is zoekt Agnes de krant op waar het artikel over de vermiste kinderen in staat, ze leest het voor aan Chris en Tommie, ook staat er in het artikel dat Waldo aan het bergbeklimmen is op Skye. Daardoor denkt Chris dat Waldo nog steeds leeft denkt ze erover terug te gaan naar haar ouders, want nu heeft ze niets meer om bang voor te zijn (de lezer weet ondertussen dat Waldo helemaal niet meer leeft, maar daar zijn de personages in het boek nog niet achter). Ze wil aan Agnes gaan vertellen dat ze terug wil maar Agnes slaapt en dan ziet Chris een luchtbuks onder haar bed. De volgende morgen staat er een inspecteur voor de deur, hij komt het huis controleren zodat het binnenkort verhuurd kan worden. Het is net op dat moment een troep in het huis en er zijn verschillende apparaten kapot. Maar de man wil graag een rondleiding door het hele huis zodat hij notities kan maken. Chris wil Agnes beschermen en pakt de luchtbuks onder het bed vandaan. Ze loopt naar buiten en schiet op de man, die valt neer. Door het gewicht van de man valt ook Agnes neer en ze is een paar minuten bewusteloos. Als Agnes steunend op de kinderen weer in de kamer zit zegt Agnes dat die man uit de tuin zo snel mogelijk weg moet. Als ze naar buiten gaan zien ze dat de man er niet meer ligt, gelukkig was hij niet dood denkt Agnes. Omdat Agnes denkt dat de politie elk moment aan de deur kan staan, moeten de kinderen zo snel mogelijk weg. Het wordt weer eens tijd dat ze terug gaan naar hun ouders. Daarom schrijft ze een briefje en geeft dat aan de kinderen. Op het briefje staat:”Please take us to the western isles hotel in Tobermory”. Ze zegt tegen de kinderen dat ze naar de weg moeten lopen en dat ze dan wel opgepikt zullen worden. De kinderen komen veilig bij het hotel aan en hun ouders zijn blij dat ze weer terug zijn. De kinderen vertellen wilde verhalen maar dat nemen de ouders maar met een korreltje zout, ze zijn in ieder geval blij dat ze de kinderen weer bij zich hebben. Maar als het boek eindigt weten de ouders nog niet dat Waldo gestorven is. B. Analyse 1. Titel: Verborgen gebreken

Auteur: Renate Dorrestein
Uitgeverij: Contact, Amsterdam. Eerste druk: 1996
Titel verklaring: de personen in dit verhaal hebben allemaal hun eigen gebreken waar ze niet over willen praten. Agnes heeft een glazen oog en is eenzaam, Christine wordt misbruikt door haar broer Waldo, Sonja heeft 3 kinderen van verschillende mannen enz. 2. Vermeld indien mogelijk binnen welke stroming het boek past en noem de kenmerken hiervan. Het boek valt onder Moderne Nederlandse Literatuur omdat het verhaal modern geschreven is. 3. Tot welk genre behoort het boek? Licht je antwoord toe. Het boek behoort tot de psychologische romans omdat het gaat over de omgang met problemen. 4. Wat is het thema van het boek? Beschrijf het onderwerp in enkele zinnen. Het thema van dit boek is relaties. Het gaat over Chris die misbruikt word door haar broer, en Agnes die verliefd is geweest op haar broer. Ook gaat het over de relatie tussen een ouder en een kind. En andere familierelaties zoals Agnes en haar schoonzus. 5. Beschrijf in weke volgorde de gebeurtenissen verteld worden. Noteer de
Belangrijkste gebeurtenissen puntsgewijs onder elkaar en stel dan vast hoe de opbouw is. - Christine wordt misbruikt door Waldo. - De familie gaat op vakantie maar de kinderen hebben er niet echt zin in. - Waldo gaat in zijn eentje bergbeklimmen. - Christine vermoordt Waldo per ongeluk. - Tommie en Christine gaan met Agnes mee. - Agnes’ huis staat te huur. - Politie inspecteur komt langs. - Man van het verhuurbedrijf komt het huis controleren. - Christine schiet de man neer. - Christine en Tommie liften naar het hotel. De opbouw van het boek is chronologisch maar er is wel sprake van flashbacks. De flashbacks kun je tegen komen bij de personage Agnes; zij denkt vaak terug aan vroeger hoe ze met haar broers het huis heeft gebouwd en aan hoeveel ze van haar broer Robert hield. Ook heeft Agnes het vaak over de neefjes en nichtjes die ze een keer mee heeft genomen naar Port na Bà. 6. Beschrijf de belangrijkste personen: hun probleem, hun karakter en hun ontwikkeling, indien aanwezig. Agnes Stam: is een oude vrouw van 70. Ze heeft zelf geen kinderen en geen man maar is altijd wel zorgzaam dat merk je omdat ze altijd heel veel neefjes en nichtjes mee heeft genomen naar Port na Bà. Ze heeft het huis samen met haar vier broers gebouwd, die nu allemaal zijn overleden. Ze was ooit verliefd op haar broer Robert en kan zijn weduwe om die reden niet uit staan. Ze voelt zich eenzaam omdat ze haar broers is verloren en zelf geen hechte familie meer heeft. Christine Jansen: is een meisje van 10 jaar. Ze krijgt niet veel waardering van haar moeder dus daarom is ze blij dat ze aandacht van haar broer Waldo krijgt. Waldo maakt daar juist misbruik van door haar te seksueel te misbruiken. Op een dag duwt Christine Waldo per ongeluk in het water zodat hij overlijdt. Christine bekommert zich erg veel om haar kleine broertje Tommie. Haar gedachten zijn heel kinderlijk en chaotisch en ze wil altijd goedkeuring van iemand. Tommie Jansen: is een klein jongetje van vier. Je komt niet veel over hem te weten, hij praat ook bijna niet. Waldo heeft hem waarschijnlijk ook een paar keer misbruikt maar toen heeft Christine hem beschermd en daarom is zijzelf nu altijd het slachtoffer. Waldo Jansen: is een jongen van 16 jaar. Je komt niet zo erg veel over hem te weten behalve dan dat hij Christine misbruikt en dat hij dat bij Tommie ook wel eens heeft gedaan. Hij overlijdt doordat hij in het water valt. Sonja en Jaap: Sonja heeft vele relaties met mannen gehad, dat is ook de reden dat haar kinderen van verschillende mannen zijn. Het enige kind waarin Sonja zichzelf een beetje herkend is Waldo, zij weet natuurlijk niet dat hij Christine misbruikt. Van Christine kan Sonja helemaal geen hoogte krijgen. Tijdens het verhaal hebben Sonja en Jaap een verhouding met elkaar en zij zijn te druk met zichzelf bezig om echt veel aandacht aan de kinderen te besteden. 7. Waar spelen de gebeurtenissen zich af? Waar merk je dat aan? De gebeurtenissen spelen zich af in Schotland, dat merk je omdat ze daarheen op vakantie gingen. En omdat Agnes Engels spreekt tegen de mensen die aan de deur komen. 8. Welk perspectief gebruikt de schrijver? Noteer en kort fragment waaraan
je dat duidelijk ziet. Het is een personaal verhaal: Chris hoorde het altijd meteen aan zijn stem, aan de
Manier waarop hij zei: ‘Zo, kleintje’. Haar knieën knikten en de lucht werd uit haar
Longen geperst. 9. Waar spelen de gebeurtenissen zich af? Indien dit meerdere plaatsen zijn noem dan de belangrijkste. Het verhaal speelt zich af in Schotland, dat komt duidelijk naar voren omdat ze daar op vakantie zijn. Het verhaal speelt zich in het begin in Nederland af, maar daarna bijna het hele verhaal in Schotland, in het huis van Agnes of in een plaatsje. C. Leeservaring 1. In hoeverre maken de gebeurtenissen indruk op je? De belangrijkste gebeurtenissen maken wel indruk op me maar niet zo heel veel omdat ik het me niet echt kan voorstellen hoe het is om weg te lopen of misbruikt te worden. 2. Vind je de opbouw van het boek ingewikkeld? Hoe komt dat? Nee, de opbouw van het boek vond ik niet zo ingewikkeld het was makkelijk te volgen. 3. Gaan de personen voor je leven? Zijn ze herkenbaar? Ik kan met niet met de personen associëren maar ik kan me onder het lezen wel een voorstelling van de personen maken dus ze gaan wel een beetje voor me leven. 4. Welke eigenaardigheden in taal en stijl zijn je opgevallen? Er is me eigenlijk niets opgevallen aan de taal en stijl, ik vond het boek makkelijk leesbaar. 5. Heeft het onderwerp je aan het denken gezet? Ben je door het lezen van
Mening veranderd? In welk opzicht? Ik vond het wel erg dat Chris door Waldo werd misbruikt maar het heeft me niet heel erg aan het denken gezet. Ik ben ook niet echt van mening veranderd of iets in die richting.