Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vechten voor overmorgen door Evert Hartman

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover Vechten voor overmorgen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vmbo | 3784 woorden
  • 14 mei 2003
  • 52 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
52 keer beoordeeld

Boekcover Vechten voor overmorgen
Shadow
Vechten voor overmorgen door Evert Hartman
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Samenvatting: Augustus 1992
Op een avond in augustus werd meneer Van Rhenen, inspecteur van politie, opgeroepen door zijn baas: zojuist was de vierde bomaanslag in veertien dagen gepleegd. Nu bij Tiham Chemicals, een fabriek waar insekticiden werden gemaakt. Maarten, zoon van Van Rhenen, vond het allemaal maar best, die 'chemische rotzooi' mocht van hem voor goed verdwijnen. Die avond liet hij Astor, de hond, uit. Plotseling hoorde hij gekreun uit de struiken. Iemand riep om hulp, zijn naam was André. Maarten aarzelde even, toen haalde hij de jongen uit de berm en ondersteunde hem. Hij was gewond en op de vlucht. Dan had hij vast en zeker iets met die bomaanslag te maken! Doordat Maarten zijn mond voorbij praatte, kwam André erachter wat hij wist en moest Maarten bekennen dat zijn vader inspecteur van politie was. Maarten's broer, Eddy, vertelde hem dat hij er via een geheim computerprogramma van zijn vader achter kon komen, hoe de twee van gepakte daders heetten: Gerard Huberts en Claus Lankhorst. Maar van de derde, André, wist hij niets. Toen Maarten de volgende dag boodschappen ging doen, kreeg hij het plotseling erg benauwd. Die André wist nu dat hij te veel wist, daar zouden ze het natuurlijk niet bij laten zitten. Misschien volgden ze hem nu wel! Hij keek achterom, maar kon niets verdachts ontdekken. Thuis meldde zijn moeder dat er een zekere Joke had opgebeld voor hem, ze zou nog wel terugbellen. En toen Maarten haar aan de lijn had, werd alles nog vreemder, of... verdachter. Maarten kende haar niet, zij hem blijkbaar wel. Ze wilde hem spreken, maar dat kon niet door de telefoon. Ze kon ook niet zeggen waarom. Ze spraken af voor die avond, in een bar. Maarten was bang dat het wat met die bomaanslag, of met André, te maken had en daarom schakelde hij zijn vriend Joost in. Joost zou ook naar die bar komen, maar een eindje van hen af blijven zitten. Zo gezegd, zo gedaan, maar het bleek nergens voor nodig te zijn. Joke was de zus van André en een fanatieke aanhanger van de ASP, Alternatieve Samenlevings Partij. Ze wilde aan Maarten vragen of hij er niet via zijn vader achter kon komen waar Lankhorst en Huberts zaten. In de krant stond dat ze beiden gewond naar het ziekenhuis waren gebracht, maar in geen enkel ziekenhuis waren ze, volgens Joke, te vinden. Maarten wist niet goed wat hij moest doen. Uiteindelijk zei hij toch "Ja", waarschijnlijk door die betoverende blik in Joke'r ogen... Maarten haalde Joost naar hun tafeltje en met z'n drieën bleven ze nog wat nakletsen. Opeens kwam er een man naar hen toe, hij greep Maarten vast en riep: "Laat dat meisje met rust, ja?!" Wat Maarten ook probeerde, de man liet niet los. Toen zei Joke plotseling: "Laat los! Of wou je Michel tegenkomen?" Het was een schot in de roos: de man liet Maarten los en verdween. Over Michel deed Joke wat geheimzinnig. "Jullie zullen hem nog wel tegenkomen, misschien," zei ze tegen Maarten en Joost. Het was een moeilijke opdracht, vooral omdat eigenlijk niemand ervan af mocht weten. Toch moest Maarten Eddy inschakelen, want hij was, behalve zijn vader, de enige die de code van het geheime computerprogramma wist. Maarten deed net of hij gewoon nieuwsgierig was naar wat er stond. Zo lukte het dan ook dat hij erachter kwam, dat Huberts en Lankhorst op het oude politie bureau zaten, zonder dat Eddy achterdochtig werd. De volgende dag ging hij naar Joke en vertelde haar wat hij wist, mits ze beloofde geen misbruik van de gegevens te maken. Toen hij haar flat uitliep, zag hij dat er iets mis was: om zijn fiets stonden vijf jongens, sommigen met een wapen. Ze kwamen op hem af en stelde hem voor de keuze: zijn fiets afstaan of dertig piek betalen. Maarten kreeg het benauwd, maar opeens kwam er een kleine, beetje magere man op hen af. Hij vroeg de jongens om Maarten los te laten. Toen ze niet reageerde pakte hij het anders aan. En even later waren alle vijf de straatvechters verdwenen, niet zonder blauwe plekken. Maarten bedankte de man nog en zag toen dat hij bij Joke'r flat naar binnen ging. De volgende dag ging de telefoon bij Maarten. Het was Joke. Ze vroeg of hij zin had om mee te gaan naar een vergadering van de ASP. Hij zou het wel interessant vinden, zei ze. Maarten stemde toe en vroeg Joke over de man, die hem gisteren had 'gered'. Dat bleek nou Michel te zijn, precies wat Maarten al dacht. Hij zou vast en zeker ook met die bomaanslag te maken hebben. De vergadering van de ASP vond Maarten inderdaad erg interessant. Hij was er samen met Joke heen gegaan an tot zijn ergernis was Eddy ook verschenen. Er kwamen niet alleen ASP-aanhangers, maar ook verscheidene fascisten van de Nationale Volks Partij. Ze deelden pamfletten uit met daarop 'ASP-weg ermee' en dat soort leuzen. Tijdens de toespraak van Roskam, de leider van de ASP, brak er plotseling paniek uit in de zaal. Uit eén van de bovenste rijen stak rook op: een rookbom! Veel mensen renden al naar de uitgang, toen Eddy plotseling de bom oppakte en ermee naar de uitgang liep. Hij stond weer in het middelpunt van belangstelling en dat kon Maarten niet goed verdragen. Toen hij thuis kwam vertelde zijn vader dat die kerels van de bomaanslag ontsnapt waren, met hulp van buitenaf. Hij snapte niet, hoe ze wisten waar die zaten. En Maarten voelde zich schuldig, hij was immers medeplichtig... Die maandag, het was de eerste schooldag van het nieuwe jaar, werden Joost en Maarten eruit gestuurd bij Engels, door Jager. Het was heel onrechtvaardig, maar tegen Jager konden ze niet op. Ruim een week later bereidde Eddy zich voor op zijn les bij Jager. Het was pauze en Eddy wilde vuurwerk en een stinkbom aan het bord maken, zodat, als Jager het bord naar beneden deed, er een enorm spektakel ontstond. En dat gebeurde inderdaad, alleen was Jager meteen de klas weer uit. Na een tijdje kwam meneer Donkersloot Eddy halen. Hij vertelde dat Jager last had van zijn hart, maar dat het toch nog goed af scheen te lopen. Eddy werd van school gestuurd voor een paar dagen. Voor hij naar huis ging, bracht hij even een bezoekje aan opa en oma Tollens. Met meneer Tollens kon hij altijd goed praten. Ze hadden het over de ASP, meneer Tollens vond het maar niets. De ideeën van de ASP waren milieubewust. Ze wilden het roken verbieden en er zou niet hoger dan zeventien graden gestookt mogen worden. Dat vond hij belachelijk. Ook Eddy was het er niet helemaal mee eens. Een aantal weken later gingen Maarten en Joost weer naar de schouwburg voor een bijeenkomst van de ASP. Joke was verhinderd die dag. Uit veiligheidsoverwegingen moesten de bezoekers buiten wachten tot Roskam kwam. Het was al ontzettend druk op het plein toen hij er eindelijk was, met zijn twee lijfwachten. Maar plotseling kwam er nog een voertuig het plein oprijden. Eén van de berijders had een machinepistool en begon te schieten, de ander gooide een handgranaat in het publiek en toen verdween de motor. Er heerste grote angst en paniek op het plein. Er bleken vier doden te zijn en veertien gewonden, waaronder Roskam zelf. Een kogel had hem in het hoofd getroffen, nu was hij in levensgevaar. Joost had een lichte hersenschudding en Maarten had wat schrammen opgelopen. Weken vol spanning gingen voorbij. Zou Roskam het halen? Toen kwam het verlossende bericht op de radio, dat hij buiten levensgevaar was en waarschijnlijk weinig nadelige gevolgen aan zijn verwondingen zou ondervinden. Voor Maarten, Joke en Joost was dit als een wonder. Die winter gingen Maarten en Joke met Mariska (Maarten's kleine zus) en Eddy naar Joke'r ouders. Op de terugweg begon het te sneeuwen en het duurde niet lang, of de auto zat vast in de sneeuw. Van een medeslachtoffer hoorden ze dat de gasleidingen op vier plaatsen waren ontploft, waarschijnlijk werk van de NVP. Er zat niets anders op dan lopen naar het dichtstbijzijnde benzinestation. Met een speciaal ingezette bus kwamen ze uiteindelijk thuis. Daar werd het er niet beter op: in huis was het ook ijskoud. November 1997
Er was veel veranderd in deze vijf jaar. De ASP haalde een meerderheid in het parlement en had veel nieuwe wetten ingevoerd. Niemand mocht warmer stoken dan zeventien graden, behalve mensen boven de vijfenzestig, zij mochten niet hoger dan achttien graden. Nu was Eddy bij zijn grootouders. Hij was inmiddels energietechnicus en kwam bij meneer en mevrouw Tollens de verwarming tot een hoger maximum installeren. Dat moest hij wel slim aanpakken, want als zijn grootouders tijdens een controle gesnapt werden, moesten ze een week lang terug naar twaalf of veertien graden. Doordat mevrouw Tollens zich die middag versprak, kwam Eddy erachter dat meneer Tollens een voorraadje sigaretten had, zo'n vijftienhonderd pakjes. Roken was in die tijd ook verboden geworden en toen dat bekend werd, had meneer Tollens dus een vrachtje sigaretten ingekocht. Eddy kreeg een pakje mee, maar omdat hij niet rookte gaf hij het aan Mariska. Bij Mariska in de klas ontbrak Joop Simons, hij was voor de derde keer zijn persoonsplaatje vergeten en zat nu bij de schoolcontroleur, ook wel 'chipvreter' genoemd. Iedereen boven de zes jaar was verplicht een persoonsplaatje, dat al je persoonlijke gegevens droeg, om te hebben. Bij openbare gebouwen werd door middel van computers geregistreerd wie er binnen kwam en buiten liepen 'chipvreters' rond om te controleren of iedereen zijn persoonsplaatje bij zich had. Mariska en haar vriendin Lianne liepen de kamer van de schoolcontroleur binnen om hem om te praten, zodat Joop niet een week naar het internaat moest. Gelukkig lukte dat. Meneer Van Rhenen leed ook onder de macht van de ASP. Omdat hij niet fanatiek genoeg was, werd hem zijn functie bij de politie (nu AOD, Algemene Opsporings Dienst, genoemd) ontnomen, maar hij mocht een administratieve functie aanvragen. Nu moest hij ook zijn auto inleveren, omdat hij niet die niet meer per se voor zijn werk nodig heeft. Een tijdje later, toen Mariska en Lianne met een sigaret in het plantsoen zaten, kwam Lianne met vervelend nieuws. Haar moeder was zwanger en dat terwijl ze al drie kinderen had. Ieder vierde kind werd bij de ouders weggehaald en in een Gemeenschappelijk Adoptie Centrum geplaatst. Als de ouder een boete betaalden van vijfentwintigduizend gulden, mochten ze het kind tot het vijfde jaar bij zich houden. Mariska moest het haar moeder vertellen, misschien wist die een oplossing. En bij toeval hoorde Eddy het. Hij kwam naar Mariska'r kamer en vertelde dat hij aan geld kon komen. Hij zei niet dat hij sigaretten aan meneer Tollens zou vragen en die zou verkopen op de zwarte markt. Ze waren nu al zo'n zes gulden per stuk waard en de prijs steeg nog steeds. Ook Mariska was op het idee gekomen om de paar sigaretten die ze nog had te verkopen. Dat had ze niet moeten doen, want dezelfde dag nog, werd ze voor de schoolcontroleur geroepen. Mariska werd gefouilleerd en hij ontdekte eén sigaret. Ze kwam ervan af met iedere dag van deze week een werkstuk in te moeten leveren. In die tijd werd meneer Tollens ziek. Toen het niet beter werd, is hij naar het ziekenhuis gegaan voor een onderzoek. Na een aantal dagen kreeg hij een brief waarin stond dat hij, gezien zijn omstandigheden, het advies kreeg zich te wenden tot het Algemeen Centrum voor Euthanasie. Mensen boven de vijfenzeventig jaar (meneer Tollens was zevenenzeventig jaar) werden immers niet meer in een ziekenhuis opgenomen. Meneer Tollens mocht dan wel ongeneeslijk ziek zijn, maar naar dat Algemeen Centrum voor Euthanasie ging hij niet. Dan bleef hij maar thuis, wachtend op de dood. Eddy besloot eens langs te gaan bij Maarten en Joke, die inmiddels samenwoonden. Maarten was er niet en Joke wilde net boodschappen gaan doen. Ondertussen kon Eddy wel even naar de verstopte gootsteen kijken, vond ze. Terwijl hij daar mee bezig was, ontdekte hij echter iets belangrijks. Het was een bundeltje papier waarin werktekeningen, foto's en een landkaart met cijfercodes zaten. Er stond op de landkaart: 'COORD MD' en 'PUNT 13.3.93' en 'GH2, CL3, WB3 en AH2'. Eddy dacht diep na. Toen wist hij het: de plannen voor de ontploffingen van de gasleiding, nu bijna vijf jaar geleden! Het was dus toch de ASP geweest! Maarten zou naar een PMO-cursus gaan. Die cursus was alleen voor ASP-leden en er werd uiterst geheimzinnig over gedaan. Toch had meneer van Rhenen opgevangen dat er met die cursus iets mis was, dat er daar met je werd geknoeid. Maarten wilde die onzin niet geloven en familie van Rhenen kon niet voorkomen dat hij er toch heenging. Er was inderdaad iets mis met die cursus, iets waar ook Maarten niets van af wist. Bij iedere cursist werd 'vrijwillig' bloed afgenomen en ondertussen een PHI in de hersenen geplaatst. Een PHI was een stof waarmee de AVD, de Algemene Veiligheids Dienst, de voormalige cursisten kon lokken. Als er bij de AOD op een bepaalde knop gedrukt werd, reageerde de stof in de hersenen daarop, door naar het hoofdkantoor van de AVD te gaan. De persoon in kwestie kon zich er naderhand niets van herinneren. Ook bij Maarten was dit gebeurd. Een aantal dagen later stierf meneer Tollens, hij had bijna geen pijn geleden. Tijdens zijn begrafenis liep Maarten weg. Waarom? De PHI was in werking getreden. Eddy en Mariska, die nu ook was ingelicht, kwamen er niet uit wat de codes op de landkaart betekenden. Van Harm, Eddy's vriend, kregen ze het adres van Borgstein, een professor, misschien dat die iets wist. De professor liet hen een apparaat zien, dat computer storingen kon opwekken. De computer zou dan een week niet te programmeren zijn. Dat was, net als de plannen voor die bomaanslag, een ideaal wapen tegen Roskam! De volgende dag, toen Eddy gecontroleerd werd en zijn persoonsplaatje negatief aangaf, werd hij meegenomen naar het hoofdkantoor van de AOD. Daar hoorde hij dat van de PHI, van een andere opgepakte. Later moest hij naar de AVD, waar ze rare vragen stelden. Opeens wist hij het: zijn persoonsplaatje was negatief door het apparaat van Borgstein, maar daarom was hij hier niet. Ze wisten dat hij de plannen had! Eddy ontsnapte uit het hoofdkantoor en wist maar eén vluchtadres: meneer Borgstein. Vandaar kon hij Mariska waarschuwen, haar persoonsplaatje was ook kapot. En ze moesten de plannen hebben. Lianne wilde die wel gaan halen. Maar toen ze terug kwam, bleek dat de AVD de plannen al gevonden had. Meneer Borgstein vond dat Eddy en Mariska moesten vluchten naar het buitenland. Maar eerst wilde Mariska naar Joke en Maarten, ze moest ze waarschuwen voor de PHI! Joke vond dat het beter was als Maarten en zij ook zouden vluchten, ze waren niet veilig meer. Meneer Borgstein zorgde voor een vluchtauto en ze mochten zijn apparaat mee, om de grenspost 'uit te schakelen'. Na een paar dagen was het zover. Alles was klaar om te vluchten. Het apparaat van Borgstein kwam goed van pas; onderweg kwamen ze een controle post van de AOD tegen en ook bij de grens deed het apparaat zijn dienst. Alles leek goed te gaan, totdat Maarten niet meer verder wilde. Zijn PHI begon weer te werken. Eddy deed zijn best hem tegen te houden en uiteindelijk moest hij hem bewusteloos slaan om mee te krijgen. Daar stonden ze dan. Weg uit dat nare land met al zijn regels en controles.
Titelverklaring: Eddy en zijn zusje Mariska strijden naar een bepaalde onafhankelijkheid, omdat de staat hun hele leven regelt. Eddy en Mariska kregen er genoeg van dat de staat telkens hun hele leven
regelde en daarom kwamen ze in opstand, dus: Ze Vechten Voor Overmorgen. Soort verhaal: Dit verhaal speelt zich af in de toekomst. Het boek is een politieke roman. Gebeurtenissen: Probleem en Hoofdlijn: In het eerste deel is het probleem dat er telkens bomaanslagen komen op chemische fabrieken door de ASP maar dat willen ze niet toegeven. En in het tweede deel is het probleem dat ASP aan de macht is gekomen en je haast niks mag. Zoals, roken werd verboden en de verwarming moet op 17 graden en niet hoger en je moest altijd een chip bij je hebben. Dus willen ze het weer net zo als vroeger, toen alles mocht. En in het verhaal wordt Eddy op gepakt en ontsnapt hij weer en later zocht de politie hem. Het loopt af dat Joke, Maarten, Eddy en Mariska naar het buitenland vluchten om daar de ASP tegen te gaan strijden. Verder vind ik het einde een beetje saai, want bij een leuk boek hoort een mooi einde maar dat is er helaas niet. Het boek heeft een open einde, want ze vluchten naar het buitenland en verder kan er daarna nog veel meer gebeuren, vind ik. Ja, want alles wat beschreven of vertelt wordt zou best wel waar kunnen zijn. A f k o r t i n g e n: ASP.: Alternatieve Samenleving Partij
NVP.: Nationale Volks Partij
AVD.: Algemene Veiligheid Dienst
AOD: Algemene Opsporing Dienst
PMO: Progressieve Mentale Ontwikkeling (cursus) PHI: Post Hypnotische Impulsen
ABTB: de groep die bloed afneemt en PHI inspuit Personen: Hoofdpersonen: Maarten van Rhenen : Een aardig en rustige jongen die een fanatiek aanhanger is van de ASP. Eddy van Rhenen : Eddy is het broertje van Maarten en heeft een grote mond, hij is behoorlijk strijdlustig en strijdt tegen de ASP in zijn land. Mariska van Rhenen : Zij is het zusje van Eddy en Maarten En het is een aardig en leuk meisje en is net zoals Eddy, tegen de ASP. Joke Hameling : De vriendin van Maarten die samen met haar broer betrokken raakt bij de aanslagen en is ook een aanhanger van de ASP. Voor de rest is ze een leuk aardig meisje die veel van sterrenkunde afweet. Bijpersonen: Mevrouw Van Rhenen : Moeder van het gezin Van Rhenen, ze is een rustige vrouw die zich wel eens te druk maakt over haar kinderen. Meneer Van Rhenen : De vader van het gezin Van Rhenen, hij werkte eerst als inspecteur, maar later als een administratief medewerker. Lianne Mulder : Een goede vriendin van Mariska die bij veel zaken betrokken raakt. Voor de rest is ze een leuk, aardig meisje. Opa van Rhenen : Een aardige man die verslaafd is aan roken. En via hem kwam Eddy aan al die sigaretten waarmee Eddy aan het dat geld kon komen. Oma van Rhenen : Een aardige oma, maar komt niet echt veel voor in het verhaal. Andre Hameling : De broer van Joke. En hij was een van de drie bomenleggers. Harm : Aardige jongen en hij is de vriend van Eddy. Michel Dupont : Hij is een klein jongeman rond de 20 en is een soort vriend van Joke.
Tijd: Het eerste deel speelde zich af in 1992 en het tweede deel in 1997. Het boek is geschreven in 1980. Voor de schrijver was het dus een toekomst verhaal. Er ligt 5 jaar vanaf het begin tot het eind. Het verhaal is in chronologische volgorde verteld. Het verhaal bevat wel terugblikken bijv. hoe het vroeger allemaal ging enzo. Er zijn ook tijdsprongen in het verhaal, want dan is het net 1993 en dan gaan ze in een keer naar 1997. Plaats: Het speelt zich in Nederland af. Het speelt zich af in het huis van de familie van Rhenen, in het huis van hun opa en oma, in een bibliotheek, in de school van Mariska, in de flatwoning van Joke, in een café, in een gemeente gebouw, in de auto, bij een tankstation en gewoon op straat. De omgeving heeft geen invloed op de gebeurtenissen. Met wie kijk je mee: Je kijkt met met niemand mee, want je ziet gewoon overal de namen er bij staan die iets heeft gezegd. Dat heeft dan dus ook geen gevolg. Onderwerp: In dit boek draait alles om politiek, dat is overduidelijk beschreven in het verhaal en er zit veel avontuur in het verhaal. Dus, daarom denk ik dat het thema politieke avonturenroman het beste bij dit boek past. Bedoeling / Boodschap: De schrijver geeft hier een visie op de toekomst die heel dichtbij lijkt. Hij wil hier waarschijnlijk aantonen dat het niet verder kan zo als het nu (1980) is, met al die vervuiling; maar dat men ook niet het milieu op de eerste plaats moet zetten en dan pas onze persoonlijke gezondheid. Men moet dus iets daartussen vinden. Taalgebruik: De schrijver heeft niet makkelijk maar ook niet moeilijk geschreven. Er staan wel veel beschrijvingen in het boek bijv. wat al die afkortingen betekenen. Er staan best wel veel dialogen in vooral in het gezin van Rhenen.
Mening: Ik vond het boek wel leuk, spannend, redelijk leesbaar en het was wel een goed boek. Toen ik het verhaal las, zat ik helemaal in het verhaal. En ik vond het ook wel een realistisch verhaal. Voor de rest zit er een goede opbouw in het verhaal, want je wordt overal goed over ingelicht op het begin. Het verhaal is goed leesbaar en er staan geen gekke of kromme zinnen in. Alleen het eind was niet echt geweldig het eindigt namelijk dat ze over de grens zijn, maar verder wordt er niet verteld hoe het verder gaat. Informatie over de schrijver: Evert Hartman werd op 12 juli 1937 geboren te Dedemsvaart in Nederland. Hij kwam uit een gereformeerd gezin en vond dat de regels in verband met godsdienst veel te streng waren, maar hij is zijn hele leven zeer gelovig gebleven. Na zijn eindexamen middelbaar onderwijs, moest Evert Hartman in militaire dienst. Daarna ging hij in Utrecht sociale geografie studeren. Al tijdens zijn studie werd hij leraar aardrijkskunde in Hoogeveen. Lange tijd bleef hij schrijven en les geven combineren, maar sinds 1992 wijdde hij zich volledig aan het schrijven. Hij is in 1965 getrouwd en heeft later 2 zonen gekregen. Over de jeugd van tegenwoordig zei hij dat ze gelukkig veel vrijer is dan die uit zijn tijd; daardoor zijn de jongeren moeilijker te hanteren, maar ook een stuk eerlijker. Hij vindt het goed dat de ouders van nu hun kinderen in veel opzichten vrijlaten en hij probeert zijn eigen kinderen zo op te voeden dat ze zelf hun eigen maatschappijvisie ontwikkelen. Zijn hobby's waren pianospelen, tekenen, lezen, tennissen, fotograferen en filmen. Op 7 april 1994 is hij op 56-jarige leeftijd overleden. Deze boeken heeft hij is zijn jaren allemaal gemaakt: · 1973 Signalen in de nacht. (Gottmer) · 1975 Machinist op dood spoor. (Gottmer) · 1977 De laatste stuw. (Gottmer) · 1979 Oorlog zonder vrienden. (Lemniscaat) · 1980 Vechten voor overmorgen. (Lemniscaat) · 1982 Het onzichtbare licht. (Lemniscaat) · 1984 Gegijzeld. (Lemniscaat) · 1986 Buitenspel. (Lemniscaat) · 1987 Morgen ben ik beter. (Lemniscaat) · 1988 Het bedreigde land. (Lemniscaat) · 1991 Niemand houdt me tegen. (Lemniscaat) · 1993 De voorspelling. (Lemniscaat) · 1994 De vloek van Polyfemos. (Lemniscaat)

REACTIES

N.

N.

bedankt voor je samenvatting!!!!!!!!!!!!!!!!!!!11

19 jaar geleden

T.

T.

bedankt voor de hulp ik heb er erg veel aan gehad voor mijn boekverslag dus thanks :-)

11 jaar geleden

H.

H.

Bedankt voor deze samenvatting !!!
Heb ik veel aan gehad !! ^_^

10 jaar geleden

H.

H.

hoe weet ik dat het in Nederland afspeelt?

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Vechten voor overmorgen door Evert Hartman"