Primaire gegevens
Arthur Japin, Vaslav, Uitgeverij De Arbeidspers, Amsterdam - Antwerpen, 2011
Titelverklaring
De titel van dit boek is Vaslav. De schrijver heeft het boek waarschijnlijk Vaslav genoemd, omdat het over de legendarische danser Vaslav Nijinski gaat. Arthur Japin heeft dus gekozen voor een duidelijke titel die weergeeft over wie de roman gaat. De titel vind dus ik bij het boek passen.
Mottoverklaring
Er staan een aantal motto’s in dit boek, namelijk een voor in het boek, een achter in het boek en er staat een motto na elk deel dat geschreven is vanuit een bepaald perspectief.
Het motto voorin het boek luidt: ‘Wil je gelukkig zijn, wees dan gelukkig!’ Lev Tolstoj Dit motto zou te maken kunnen hebben met de kijk op de wereld van Vaslav. Hij wilde iedereen bekeren tot de liefde en wilde dat iedereen gelukkig is. Deze zin geeft aan dat Vaslav zo over het leven dacht. Het motto slaat ook op het in het boek verkondigde idee dat mensen toch vooral moeten doen waarvan ze dromen.
Bij het deel van Peter hoort het motto ‘Je moet worden wie je bent!’ Friedrich Nietzsche Dit motto zou gekozen kunnen zijn door Arthur Japin omdat Peter Nietzsche heeft gekend en deze man veel indruk op Peter heeft gemaakt. Ook geeft de diepgaande betekenis van het motto een idee van waar Nietzsche over filosofeerde en wat Peter zo bijzonder aan deze man vond.
Het motto dat bij het deel van Sergej Pavlovitsj hoort is: ‘Ik ben God in een lichaam. Iedereen heeft dat gevoel, maar niemand maakt er gebruik van.’ Vaslav Nijinski Ik denk dat Japin dit motto heeft gekozen , omdat dit een idee geeft van hoe Vaslav was en je leert Vaslav ook kennen vanwege deze uitspraak. Ook blijkt hieruit dat Sergej Pavlovitsj iets te maken had met het legendarische dansen van Vaslav.
Het motto bij het deel van Romola is: ‘Al het mogelijke doen is onbelangrijk, het enige wat telt is dat je het ónmogelijke voor elkaar krijgt.’ Sergej Pavlovitsj Diaghilev Dit motto geeft weer hoe Sergej Pavlovitsj in het leven stond en hoe hij tegen lastige dingen aan kijkt. Dit heeft met Romola te maken vanwege haar liefde voor Vaslav en de manier waarop zij Vaslav voor haar heeft weten te winnen.
Het tweede deel dat geschreven is vanuit het perspectief van Peter heeft als motto ‘Ik zou alleen kunnen geloven in een God die danst.’ Friedrich Nietzche Arthur Japin zou dit motto gekozen kunnen hebben vanwege Vaslav, die wordt beschouwd als een god die danst. Hij zou met zijn dansen zalen kunnen overtuigen van bepaalde gevoelens, die hij als een god over weet te brengen op zijn publiek. Hij zou juist voor een uitspraak van Nietzsche gekozen kunnen hebben omdat hij veel indruk heeft gemaakt op Peter vroeger, dat blijkt uit zijn verhalen over de trektochten met Nietzsche. Peter vertelt: ‘Ik weet waar ik het over heb, want ik heb er wel degelijk één gekend, een algemeen erkend genie, en geloof me, onnozel ben je beter af.’
Aan het einde van het boek staat nog een citaat uit het dagboek van Vaslav Nijinski. De Nederlandse vertaling luidt:
‘Ik wil je zeggen dan ik hou van jou jou
Ik wil je zeggen dat ik hou van jou jou
Ik wil je zeggen dat ik liefheb liefheb liefheb
Ik wil je zeggen dat ik liefheb liefheb liefheb’
Dit geeft weer dat Vaslav iedereen wilde overtuigen van de liefde, dat hij de mensen als het ware wilde bekeren.
Ik vind dat de motto’s voor veel diepgang in het boek zorgen, wat waarschijnlijk ook een reden is geweest voor Arthur Japin om ze toe te voegen aan de roman.
Biografie van de schrijver
Arthur Japin (1956) bezocht het Gymnasium in Haarlem en studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam om daar vervolgens de theaterschool te doorlopen. Hij speelde diverse rollen voor radio en televisie en op toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. Hij stopte met acteren en begon te schrijven. Ondertussen schreef hij diverse korte verhalen, hoorspelen, toneelstukken en televisiefilms en debuteerde hij in 1996 met een verhalenbundel. Zijn debuut werd veelgeprezen in de literaire kritiek, maar hij brak pas bij een groot publiek door met zijn tweede boek, De zwarte met het witte hart. Na De zwarte met het witte hart publiceerde Japin in 1998 een tweede verhalenbundel, De vierde wand. In het voorjaar van 2002 verscheen zijn tweede roman, De droom van de leeuw. Anderhalf jaar later verscheen de derde roman van Japin, Een schitterend gebrek, die het succes van De zwarte met het witte hart in de Lage Landen nog overtrof. Het boek werd bekroond met de Libris Literatuurprijs en vond al honderdduizenden lezers. In 2006 schreef Arthur Japin het Boekenweekgeschenk.
September 2007 verscheen De overgave. In augustus 2008 verscheen Zoals dat gaat met wonderen. In september 2010 verscheen Vaslav, een wervelende, historische roman over passie, roem, oorlog en nietsontziende liefde. Binnen enkele maanden tijd werden van dit boek bijna 100.000 exemplaren verkocht. Vaslav was genomineerd voor de NS Publieksprijs 2011.
Verwachtingen
Voor ik begon met lezen verwachtte ik een erg moeilijk boek, want veel mensen die het boek ook hebben gelezen vonden het een lastig, maar toch erg mooi boek. Ook verwachtte ik een boek dat erg veel over de oorlog gaat en waar duidelijk wordt hoe het was om tijdens de oorlog te leven. De flaptekst beschrijft dit doek als een ‘historische roman over passie, roem, oorlog en nietsontziende liefde.’ Dit was waarop ik mijn verwachtingen baseerde. Ook baseerde ik mijn verwachtingen op de recensies. Die waren allemaal erg positief, dus verwachtte ik ook dat het een erg goed boek was.
Toen ik begon met lezen vond ik het boek niet heel erg moeilijk om te volgen. Het was geschreven in zinnen die redelijk poëtisch waren, maar het verhaal was duidelijk. Ook merkte ik in het begin tijdens het lezen vrij weinig van de oorlogstijd, waarin het verhaal zich afspeelt.
Samenvatting
Peter is in dienst bij de familie Nijinski, die in Sankt Moritz woont. Hij werkt daar als stoker, samen met zijn jeugdvriendin Lise. De familie bestaat uit Vaslav Nijinski, die met zijn vrouw Romola, zijn schoonmoeder en zijn vierjarige dochtertje Kyra. Vaslav heeft op dat moment geen baan, omdat hij danste voor de Ballets Russes van Sergej Pavlovitsj, waar hij geen relatie meer mee heeft nadat Romola hem van Sergej heeft afgepakt.
Het is 19 januari 1919, een hele belangrijke dag. Er heerst een gespannen sfeer in huis, vanwege het optreden dat Vaslav gaat geven die avond. Peter, die Vaslav beter kent dan de andere meesters voor wie hij in dienst was, heeft de laatste tijd al wat opgemerkt aan het gedrag van Vaslav. Hij heeft Romola daar over ingelicht, maar zij wilde Peter niet geloven. Ze denkt dat het de zenuwen voor zijn comeback zijn die zijn gedrag verklaren, maar Peter vergelijkt zijn gedrag met dat van Nietzsche. Peter ging toen hij jong was met zijn broer Noldo met Nietzsche mee op tochten door de bergen, maar nu komt dat gedrag van Nietzsche erg overeen met het gedrag van Vaslav.
Om 8 uur krijgt Peter een brief van patisserie-eigenaar Hanselmann. Deze moet hij aan Vaslav geven. Ondanks de spanning die zijn comeback met zich mee brengt, geeft hij de brief aan Vaslav, want hij wil zijn dienaar trouw zijn. In de brief nodigt Sergej Pavlovitsj Vaslav uit om hem te ontmoeten. Vaslav besluit om niet naar de blokhut van Hanselmann te gaan voor de ontmoeting en stuurt Peter erheen. Sergej Pavlovitsj is erg teleurgesteld om niet zijn jeugdliefde te zien, maar zijn knecht.
In de blokhut vertelt Peter aan Sergej Pavlovitsj dat Vaslav Nijinski aan een ernstige ziekte lijdt en hij hoopt dat de komst van Pavlovitsj misschien kan helpen bij de genezing.
Ook vertelt Peter dat hij bezorgd is over het steeds aparter wordende gedrag van Vaslav en dat hij het ziektebeeld van Vaslav herkent in het gedrag van Nietzsche.
Als Peter en Sergej buiten staan komt er ineens een auto aan scheuren. Hierin zitten mevrouw Nijinski en Lise. Romola krijgt ruzie met Sergej over Vaslav en ook hebben Lise en Peter een kleine ruzie.
Romola is boos op Sergej, omdat hij juist op deze dag naar Sankt Moritz is gekomen voor een ontmoeting met Vaslav. Sergej vertelt dat hij is uitgenodigd, en dit blijkt te kloppen. De moeder van Romola blijkt een uitnodiging te hebben verstuurd, om haar dochter te redden uit de handen van die rare Vaslav.
De avond breekt aan en Vaslav wordt naar de danszaal gebracht. Voor zijn optreden echt begint gaat hij 23 minuten op het podium zitten zonder te dansen, en als het publiek en zijn pianiste ongeduldig worden danst hij. Het is een woest en lelijk ballet. Hij beeldt een scene uit waarin hij zichzelf kruisigt. Na zijn optreden zegt hij: ‘en nu is het paardje moe’. Met deze legendarische woorden sluit hij zijn laatste optreden af en beslist hij om nooit meer te dansen.
Ook heeft hij besloten om nooit meer te praten. Dit is een hele schok voor Romola, die niet geloofde dat er wat raars aan de hand was met haar man. Ze besluit echter wel om bij Vaslav te blijven, en hem te verzorgen. Ze wil niet dat hij in een inrichting wordt gestopt, ook vanwege hun dochtertje. De moeder van Romola doet er echter alles aan om Romola en Vaslav uit elkaar te drijven. Dit lukt haar niet, ondanks de uitnodiging naar Sergej Pavlovitsj. Vaslav beland uiteindelijk wel in een inrichting. Hij vindt het er verschrikkelijk en wil er weg. Romola weet Vaslav uit de inrichting te krijgen en ze verzorgt hem zelf.
Peter is inmiddels overtuigd door Vaslav dat hij zijn dromen moet laten uitkomen, hij laat Lise achter en verlaat zijn geboorteplaats om zijn dromen waar te maken.
Thema en motieven
Het boek gaat vooral over liefde. Dit is ook gelijk het belangrijkste thema. In het boek gaat het bijvoorbeeld over de liefde tussen Vaslav en Romola. Romola heeft Vaslav als het ware afgepakt van Sergej Pavlovitsj en dit boek beschrijft hoe dit is gegaan. Romola hield vanaf het eerste moment dat ze Vaslav zag al van hem en haar liefde voor hem werd eerst niet geloofd door de rest van de wereld. Later, wanneer ze Vaslav wil verzorgen en bij hem blijft terwijl hij niet meer danst en spreekt, blijkt dat zij wel echt heel erg veel van hem houdt en dus niet alleen met Vaslav is getrouwd voor zijn bekendheid. Sergej, waar Vaslav een relatie mee had toen hij nog op mannen viel, geloofde ook niet in de liefde van Romola voor Vaslav. Hij wantrouwt haar en is diep gekwetst dat Vaslav bij hem weg is gegaan.
Ook gaat het om de liefde tussen Lise en Peter. Die lijkt heel vanzelfsprekend, omdat ze samen zijn opgegroeid en elkaar erg lang en erg goed kennen. Ze houden heel veel van elkaar, maar toch besluit Peter haar te verlaten en zijn dromen waar te maken. Dit geeft aan dat die nog belangrijker voor hem waren dan zij was. Arthur Japin schrijft diverse keren over de relatie tussen Lise en Peter, over de relatie tussen Romola en Vaslav en over hoe de relatie tussen Vaslav en Sergej was.
In het boek wordt vaak over de liefde geschreven, vanuit verschillende perspectieven, zo kom je erachter hoe de verschillende personages over de liefde denken.
Een ander belangrijk thema in het boek is het waarmaken van je dromen. Vaslav vindt dit erg belangrijk, wat waarschijnlijk ook de reden is dat Arthur Japin erover schrijft. In het boek wordt beschreven hoe je je dromen waar moet maken: ‘Het is een kwestie van durven, meer niet.’ Vaslav spoort Peter aan zijn droom om het dorp te verlaten en de wereld te verkennen waar te maken, wat hij uiteindelijk ook doet. Maar het gaat niet alleen over de droom van Peter, het gaat ook over de droom van Romola om de vrouw van Vaslav te worden. Haar droom beschrijft ze als volgt: ‘En ik wist het, ik wist het meteen, terwijl het maar door en door bleef klinken, dat applaus, dat die man daar, die door de wereld werd aanbeden, dat die op een dag van mij zou zijn.’ Deze droom van haar is uitgekomen. Ook droomde Sergej ervan om ondanks zijn talentloosheid toch deel van de danswereld uit te maken. Ook komt zijn droom uit.
Ik denk dat Arthur Japin voor deze thema’s heeft gekozen, omdat dit boek een verhaal is over het leven van Vaslav Nijinski, die echt heeft bestaan. Hij vond liefde en het waarmaken van je dromen erg belangrijk, waardoor Japin daarover heeft kunnen schrijven in het verhaal over zijn leven.
In het boek is een duidelijk patroon te ontdekken. Zo bestaat het uit verschillende delen. Elk deel is verteld vanuit een ander perspectief. Het eerste deel heet Peter en is vanuit Peter verteld (blz. 13-121). Deel twee is Sergej Pavlovitsj, dit deel is ook vanuit zijn perspectief geschreven (blz. 125-214). Het volgende deel is Romola, vanuit haar perspectief verteld (blz. 217- 295). Het boek eindigt weer vanuit het perspectief van Peter, dit deel heet net als het eerste deel, Peter (blz. 299-366).
Het deel van Peter is opgebouwd uit tijden. Het deel bestaat niet uit hoofdstukken, maar het is opgedeeld in de tijd waarin de gebeurtenis zich afspeelt op de dag van zijn benefietvoorstelling. Zo begint het 5:40 en eindigt het 11:14. De verdeling door het noemen van de tijden is ook gekozen in het laatste delen van het boek, waar het verhaal weer vanuit het perspectief van Peter wordt verteld.
De delen van Sergej Pavlovitsj en Romola zijn gewoon in hoofdstukken opgedeeld.
Personages
De persoon over wie het hele boek gaat is de legendarische danser Vaslav Nijinski. Het is een getrainde, jonge danser van ongeveer 30 jaar. Hij wordt neergezet als een karakter, dat van iedereen houdt. Later in het boek blijkt hij geestelijk ziek te zijn en aan schizofrenie te lijden. Hij wil de hele wereld bekeren tot de liefde en wil mensen ervan overtuigen dat ze hun dromen waar moeten maken. Hij heeft een relatie met Romola, nadat hij op mannen viel en hij nog een relatie had met Sergej Pavlovitsj. Hij is erg open tegen Peter de knecht en vertelt hem over zijn verleden. Hij besluit later nooit meer te dansen en te praten, waardoor hij voor gek wordt verklaard en uiteindelijk in een inrichting belandt. Hier voelt hij zich zeker niet thuis en haalt hij energie uit de bezoeken van zijn dochter Kyra. Je leert hem vooral kennen door de beschrijvingen van anderen over hem, bijvoorbeeld door de beschrijvingen van Peter. Niet alleen beschrijven de andere personages het innerlijk van Vaslav, ook wordt zijn uiterlijk beschreven. Zo zegt Pater over hem: ‘Het is geen gewoon lijf. Integendeel. Het is nogal kort, maar breed gespierd, de nek is lang en sterk, waardoor de schouders naar verhouding smal lijken.’
Peter is de bediende van de Nijinski’s. Hij stookt er onder andere het huis en is er vooral om de dagelijkse klussen te klaren. Zijn grootste droom is om zijn geboorteplaats te ontvluchten en de wereld te ontdekken. Vroeger maakte hij tochten met Noldo zijn broer. Hij ging als knecht mee met Nietzsche en leerde hem zo kennen. Deze man heeft veel indruk op hem gemaakt. Ook maakt Valav veel indruk op hem, hij volgt zelfs zijn advies op en laat zijn droom uitkomen: hij laat Lise, zijn vriendin achter om de wereld te ontdekken. Lise is de jeugdvriendin van Peter. Ze kennen elkaar al zo lang als ze zich herinneren en zijn samen opgegroeid. Hij is degene die iets eigenaardigs opmerkt aan het gedrag van Vaslav.
Romola is een ander belangrijk karakter. Zij is de vrouw van Vaslav, met wie ze uiteindelijk twee dochters heeft gekregen. Ze ontmoette Vaslav op de dansopleiding en gelijk vanaf dat moment heeft ze haar zinnen op hem gezet. Het lukt haar om hem te veroveren van de bekende Sergej Pavlovitsj, wat niet in de smaak valt bij veel mensen, onder andere haar eigen moeder. Ze trouwt uiteindelijk met Vaslav, terwijl Sergej Pavlovitsj nog steeds boos is op Romola, vanwege het inpikken van zijn vriend. Het blijk dat Romola wel echt van Vaslav hield, want ze blijft hem verzorgen, ook al praat en danst hij niet meer en is hij geestelijk niet helemaal meer in orde. Je komt hier achter in het deel dat vanuit haar perspectief is geschreven, zo leer je haar ook het beste kennen.
Ook een belangrijk karakter is Sergej Pavlovitsj Diaghilev. Dit is de ex-vriend van Vaslav. Zoals hierboven staat, heeft Romola Vaslav als het ware van hem afgepakt. Hij is hier zeer door gekwetst en vindt Romola niet zo aardig meer. Hij is daarom ook blij verrast als hij wordt uitgenodigd voor het benefietoptreden van Vaslav. Hij heeft Vaslav als danser in zijn voorstellingen gehad toen Vaslav nog bij zijn Ballets Russes danste. Hij danste zelf niet, hij had hier geen talent voor en was bovendien zwaarlijvig. Hij is creatief en bedenkt zelf dansvoorstellingen. Je leert hem kennen in het deel dat vanuit zijn perspectief is geschreven. Je kunt daar lezen hoe hij over zichzelf en over bijvoorbeeld dromen en liefde denkt. Een voorbeeld van waar hij over dromen en liefde denkt: ‘Wanneer je van je dromen leeft is dit de keerzijde, het is niet altijd meer duidelijk wanneer ze overgaan in waan en zelfbedrog. Wat dit betreft is het net liefde.’ Uit dit citaat blijkt dat Sergej op een hele andere manier naar dromen en liefde kijkt dan Vaslav. Sergej is veel minder positief ingesteld.
Er zijn nog een aantal andere personen die een belangrijk onderdeel van Vaslav’s leven uitmaken, zoals de moeder van Romola, zijn dochtertje Kyra en Lise, de vriendin van Peter. Deze personen zijn echter minder belangrijk voor het verhaal. Je weet minder over deze personen omdat er geen deel in het boek is dat vanuit het perspectief van een van deze personen is geschreven.
Perspectief en verteller
Zoals bij thema en motieven staat beschreven, is het verhaal vanuit verschillende vertellers verteld. Zo ligt in deel Peter het perspectief bij Peter. Dit deel is vanuit ik-perspectief verteld. Dat kun je zien aan het gebruik van ‘ik …’ in het boek. Een voorbeeld hiervan is: ’Intussen brandt in mijn zak nog steeds de brief van Hanselmann. Ik zou er vast beter aan doen die te vergeten en hem morgen met zijn tien francs aan de confiseur terug te geven.’ Je herkent hier het ik-perspectief aan het gebruiken van mijn en ik. Je leert Peter door dit perspectief goed kennen, je ontdekt wat hij denkt en hoe hij zich voelt. Door het ik-perspectief kun je je meer in zijn positie verplaatsen.
Het tweede deel, het deel van Sergej Pavlovitsj, is verteld door Sergej Pavlovitsj zelf. Het is echter geschreven vanuit een hij/zij-perspectief en een onzichtbare verteller. Je kijkt hier als het ware mee over de schouders van Sergej. Een citaat uit dit tweede deel is: Waar Sergej Pavlovitsj op de bouwplaats zijn hoofd ook om de hoek stak, overal was alles stof en zweet. Hij struikelde er over de losse moppen en het aangekoekte gietcement.’ Je herkent het hij/zij-perspectief en de onzichtbare verteller aan het gebruiken van hij. Met hij wordt hier Sergej Pavlovitsj bedoeld. Ook wordt de naam Sergej Pavlovitsj vaak gebruikt.
Doordat het verhaal in dit deel als het ware door Sergej Pavlovitsj is verteld, leer je hem goed kennen, doordat je erachter komt wat hij denkt en voelt. Ook leer je Romola en Vaslav beter kennen, omdat Sergej hun verleden beschrijft en je er zo achter komt hoe hij over hen dacht.
Het derde deel is verteld vanuit Romola. Dit deel is, net als het deel van Peter, vanuit het ik-perspectief verteld. Maar deze keer is de ik in het verhaal niet Peter maar Romola. Dat het verhaal vanuit een ik-perspectief is verteld blijkt weer uit het gebruik van ik, in plaats van hij/zij zoals in het deel van Sergej Pavlovitsj. Dat hier ook vanuit de ik-persoon wordt verteld blijkt uit bijvoorbeeld deze zinnen: ‘‘Wat is er?’ Ik werd ongerust. ‘Iets wat ik moet weten?’ Mijn moeder en die meid waren vier handen op één buik, altijd geweest.’
In dit geval zorgt het gebruik van de verschillende perspectieven niet per se voor spanning, dit boek is namelijk geen spannend boek. Wel zorgt het er denk ik voor dat je graag verder wil lezen, omdat het verhaal interessant wordt gehouden doordat je het van verschillende personen te horen krijgt. Als het hele verhaal bijvoorbeeld vanuit Sergej werd verteld, zou je van Romola denken dat zij een verschrikkelijke persoonlijkheid heeft. Uiteindelijk blijkt dit als het verhaal vanuit haar perspectief wordt verteld wel mee te vallen, omdat je nu ook de positiever kant van het verhaal hoort. Zo ga je haar beter begrijpen. Zo begrijp je bijvoorbeeld in haar deel pas waarom ze Valsav als het ware heeft afgepakt van Sergej, dit was omdat ze echt van hem hield, wat je niet uit het deel van Sergej kon opmaken. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom Arthur Japin voor de verschillende perspectieven heeft gekozen.
Tijd
Het verhaal is vanuit twee tijdlagen verteld. De twee delen van Peter en het deel van Sergej Pavlovitsj worden verteld alsof het 19 januari 1919 is. Vooral in de delen van Peter is dit duidelijk vanwege de opdeling in tijdstippen. Het deel van Sergej Pavlovitsj speelt zich ook af op 19 januari 1919, al is dit deel niet verdeeld in tijdstippen, zoals de delen van Peter.
Het deel van Romola speelt zich echter in een andere tijd af. Het verhaal dat zij vertelt, vertelt zij 30 jaar later. Ze vertelt zo wat er vanaf 19 januari 1919 is gebeurd met haar leven en dat van haar man. Ze kijkt als het ware terug op vroeger.
Het verhaal is niet chronologisch verteld, zo is er sprake van verschillende flashbacks. Zo zijn er een aantal in het deel van Peter, bijvoorbeeld als hij vertelt over zijn avonturen met Noldo en Nietzsche. Ook zijn er een aantal flashbacks in het deel van Sergej Pavlovitsj, bijvoorbeeld wanneer hij terugdenkt aan zijn reis naar Venetië. Deze flashbacks zijn allemaal een redelijk aantal pagina’s lang, waardoor je even moet omschakelen, als het verhaal weer verder gaat in het ‘heden’.
Ook zorgen de flashbacks ervoor dat je het levensverhaal van Vaslav begrijpt en je leert de personages beter kennen, door wat ze in het verleden hebben gedaan. Zo leer je bijvoorbeeld Sergej Pavlovitsj beter kennen door de flashback waarin hij in Venetië was met Vaslav en zijn eerdere vriend. Ik denk dat Arthur Japin voor de flashbacks in het verhaal heeft gekozen om de lezer nieuwsgierig te maken naar de rest van het verhaal van Vaslav en om er voor te zorgen dat je je beter in de verschillende personen kunt verplaatsen, doordat je ze zo beter leert kennen.
De verteltijd in het verhaal loopt in het begin ongeveer gelijk met de vertelde tijd. Je leest in het deel van Peter precies hoe zijn dag verloopt. De belangrijke dag waarop dit verhaal zich afspeelt wordt dus vrij uitgebreid beschreven, waardoor de verteltijd in het begin ongeveer gelijk loopt met de vertelde tijd. In het deel van Sergej Pavlovitsj is dit eigenlijk ook het geval, alleen bestaat dit deel veel meer uit flashbacks, waardoor er tijdens het deel van Sergej niet heel veel tijd verstrekt.
Na dit deel wordt er een enorme tijdsprong van wel 30 jaar gemaakt naar het deel van Romola, die 30 jaar later over die ene belangrijke dag vertelt alsof het gisteren gebeurd is. In feite speelt een groot deel van het verhaal zich dus af op één dag, terwijl het einde 30 jaar later plaats vindt.
Er zijn een aantal witregels in de roman, die in het deel van Peter wel een kleine tijdssprong aan geven. Er zijn in dit boek dus een aantal tijdssprongen, maar die zijn meestal, op de tijdssprong van 30 jaar na, niet erg groot.
Er is in een aantal stukken wel sprake van tijdverdichting, bijvoorbeeld als een locatie erg nauwkeurig wordt beschreven. Ook is er gebruik gemaakt van tijdverdichting om ervoor te zorgen dat de lezer nog meer mee krijgt van de sfeer van het deel van het verhaal. Dit is bijvoorbeeld gedaan wanneer Peter beschrijft dat Vaslav voor de eerste keer durfde te zeggen dat we iedereen moeten liefhebben: ‘Maar goed, toch heb ik mijnheer bij zijn arm gegrepen. Het was een impuls. Er kwam net een Frans echtpaar van de trappen van Hotel Waldhaus, wildvreemden, maar hij stapte eropaf om ze een hand te schudden. Ik hield hem tegen. Ik siste hem toe dat ik niet wist wat dit voor spelletje was maar dat hij ermee op moest houden. Hij keek me aan, helemaal verbaasd dat hem niet zijn gang liet gaan. Daar was het dan dat hij het voor het eerst hardop durfde te zeggen.’ ‘Wat zij hij dan?’ ‘Dat we iedereen moeten liefhebben.’
Dit had Arthur Japin veel korte kunnen opschrijven, maar om ons de sfeer te geven van de situatie zou hij het op deze manier op hebben kunnen schrijven. Ook heeft hij dit kunnen doen om de belangrijke onthulling uit te stellen en om zo toch een beetje spanning op te bouwen.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af rond het stadje Sankt Moritz. Hier wonen de Nijinski’s en de knechten vlakbij in een villa. De dag van de voorstelling speelt zich af in het een luxe hotel in Sankt Moritz. Ook speelt een gedeelte van die dag zich af in de hut van Hanselmann, die in de bergen staat.
Arthur Japin beschrijft de ruimte in het boek soms uitgebreid. Meestel is dit dan tussen dialogen van personen door, zodat het niet één lang dialoog is, maar het wordt opgedeeld. Ook kan dit zijn voor de opbouw van de spanning.
Als er wordt beschreven hoe een ruimte eruit ziet, is dit ook vaak tijdens een gedachte van iemand, of tijdens een flashback. Zo krijg je een idee van de sfeer van hetgene waar hij aan denkt. Een voorbeeld hiervan is het stuk waar Sergej Pavlovitsj denkt aan zijn geboorteplaats, die hij ziet als de wereld van het ballet: ‘Voortaan zou hij, wanneer ze hem naar zijn geboortegrond vroegen, de schuin aflopende speelvloer noemen, dat plankenrijk tussen coté cour en coté jardin, begrensd door trekwand en orkestbak, ergens tussen ‘aanvang beginners!’ en ‘brandschrem zakt!’.’
Het hotel, waar de voorbereidingen voor het diner na de voorstelling gehouden zou worden, wordt niet erg uitgebreid beschreven. Je weet bijvoorbeeld niet hoe het er nou eigenlijk uit ziet van de buiten- of binnenkant. Je weet wel dat er veel kamers zijn en dat in elke kamer een open haard staat, maar hier kom je achter door de klussen die Peter moet klaren. Zo moet hij vaak een open haard aansteken.
De berghut van Hanselmann wordt wel duidelijk beschreven, waardoor er spanning wordt opgebouwd. Peter beschrijft de hut als volgt: ‘Hanselmanns berghut is niet groot, twee vertrekken en een badruimte, van oorsprong niet meer dan een plek voor wandelaars om wat te schuilen bij slecht weer, maar hij heeft hem ingericht met brede ligbanken, oosterse tapijten en grote cederhouten meubels uit zijn Russische periode, de kussens overdekt met zware, kleurrijke stoffen. Muf ruiken ze, beschimmeld, er is in dit huis te lang niet gestookt.’ De beschrijving van de hut gaat nog wat langer door. Door deze vrij lange beschrijving krijg je het idee dat er iets erg spannends te wachten staat als Peter daadwerkelijk de hut binnen is.
Stijl
Arthur Japin heeft het boek op een mooie manier geschreven, vind ik. Hij heeft het boek geschreven in bijzondere, poëtische zinnen. De zinnen die hij gebruikt zou een andere schrijver misschien wel op een hele andere manier hebben verzonnen. De poëtische zinnen zorgen voor veel diepgang in het verhaal. Zo beschrijft Arthur Japin het misgunnen van de liefde van een ander als:
’De eerste tijd heb je het ook helemaal niet door. Omdat het in jou zo zingt ga je ervan uit dat iedereen mee neuriet. Dat ze meedeinen op jouw muziek. Dit is maar schijn. Door jouw roes lijkt het of ze tollen. In feite staan ze stil en ze zetten zich alvast schrap. Vroeger of later bots je in volle vaart tegen ze op.’ De betekenis van dit soort zinnen is niet letterlijk, want het gaat helemaal niet om dansen of zingen. Het is een vergelijking die Arthur Japin maakt met de liefde van een ander. Dit doet me denken aan vergelijkingen die een dichter ook kan maken. Zulke opvallende stijlfiguren als beeldspraak komen nog veel vaker voor in deze roman. Arthur Japin gebruikt vaak beeldspraak om dingen te beschrijven, vooral bij het beschrijven van liefde, zoals hierboven.
De zinnen die Arthur Japin maakt verschillen erg van lengte. Zo heb je bijvoorbeeld langere zinnen als: ‘Hoe dat met jou zit, beste vriend, weet ik niet, maar ik ben nog nooit aan iemand gelijk geweest en ik ben te oud om daar nu nog mee te beginnen.’
Maar er zijn ook korte zinnen als: ‘Te veel.’ Hiermee begint een nieuwe flashback, er is geen zin aan vooraf gegaan. Dit soort korte zinnen zijn in het verhaal meestal verwijzingen naar een eerder stuk van het verhaal.
Arthur Japin gebruikt vrij veel bijvoeglijke naamwoorden. Dit viel mij niet zo op terwijl ik het boek las, maar nu ik terug blader merk ik dat hij toch vrij vaak gebruik maakt van bijvoeglijke naamwoorden. Zo zijn er bijvoorbeeld zinnen als ‘De gelijkslachtige liefde bood ondergeschikten sinds jaar en dag een eenvoudige mogelijkheid om zich in de Russische standenmaatschappij wat op te werken.’ In deze zin zijn al drie bijvoeglijke naamwoorden gebruikt.
Opvallend aan de stijl waarin dit boek is geschreven, zijn de moeilijke woorden die zijn gebruikt. De schrijver gebruikt af en toe vaktaal, als het over het dansen gaat. Zo worden een aantal keren verschillende dansbewegingen genoemd, die een naam hebben. Tijdens het lezen ontdek je dat dit verschillende passen zijn, maar persoonlijk zou ik niet weten wat voor bewegingen Valsav maakt, als die worden beschreven in zulke termen.
Ook worden een aantal keren Franse woorden gebruikt. Deze zijn dan schuingedrukt. Bijvoorbeeld in zinsdelen als: ‘als double entendre sneed de opmering van Lvov geen hout’ en ‘zodat Romola en pointe altijd nog meer pijn zou moeten lijden dan de rest’.
Er worden geen neologismen gebruikt in dit boek. De schrijver heeft geen nieuwe, niet eerder gebruikte woorden bedacht. Er worden niet erg veel archaïsmen gebruikt, omdat het verhaal in hedendaagse stijl geschreven is.
Er is in het boek wel gebruikt gemaakt van veel dialogen. Constant praten twee personen tegen elkaar. Er vindt bijvoorbeeld een lang dialoog plaats in de hut van Hanselmann tussen Sergej Pavlovitsj en Peter. Tussendoor lees je wat Sergej Pavlovitsj op het zelfde moment denkt, of wordt er een ruimtebeschrijving gedaan. Een voorbeeld hiervan is: ‘‘Dus.’ Sergej Pavlovitsj schraapte zijn keel. Bij vlagen waaierde uit de schoorsteen wat rook de blokhut in. Hij aarzelde. Zijn blik gleed over de rug van Peter, die daar voor de haard gehurkt zat, druk in de weer een paar gloeiende blokken zo te herschikken dat het vuur beter zou trekken. Wat voor toon kon hij het beste tegen zo iemand aanslaan? ‘Ja, het is me wat hè’, sprak de ander.’
Voor zulke dialogen, gedachten en ruimtebeschrijvingen zou Arthur Japin gekozen kunnen hebben om duidelijk te maken dat de situatie een beetje ongemakkelijk was voor Sergej Pavlovitsj, omdat hij niet vaker zo met iemand uit een lagere positie een gesprek heeft gevoerd.
Waardering
Ik heb het boek gelezen en vond het erg mooi. Mijn verwachtingen kwamen voor een deel uit. Ik verwachtte namelijk dat het een mooi boek zou zijn vanwege de recensies, wat ook het geval was. Ik verwachtte wel een boek dat meer historisch was en dat veel meer over de oorlog ging. Dit was niet echt het geval, je merkte niet erg heel duidelijk dat het zich in de oorlog afspeelt. Dit vind ik juist positief, want ik houd persoonlijk niet zo van historische romans of oorlogsverhalen.
Ik verwachtte dat het boek erg moeilijk zou zijn. Het was ook wel lastig, door de poëtische zinnen, maar het was niet zo dat ik er niet door kwam. Ik vond de poëtische zinnen juist wel mooi, doordat het boek zo diepgang krijgt. Ik vond het boek hierdoor niet saai worden, maar het maakte het juist interessant.
Doordat de positieve verwachtingen over het boek uitkwamen, en de minder positieve verwachtingen niet, vond ik het een interessant en leuk boek.
Ook vind ik het boek erg mooi door de stijl waarin het is geschreven. Zoals bij ‘stijl’ al staat beschreven is er veel gebruik gemaakt van poëtische zinnen. Deze vond ik mooi. Arthur Japin had ook op een hele andere manier iets kunnen beschrijven. Bijvoorbeeld als Arthur Japin omschrijft hoe het voor Romola moet zijn geweest als Vaslav niet meer praat, doet hij dit op een bijzondere manier: ‘Als je er eenmaal aan gewend bent elkaar op deze andere, stille manier te begrijpen, merk je hoe vaak woorden je alleen maar van de kern afleiden. Hoe essentiëler de boodschap, hoe beter die in stilte over komt. Het zijn doorgaans juist de akkefietjes en onnozelheden die nadere uitleg vragen.’
Dit had hij ook op een hele andere, minder diepgaande, gewonere manier kunnen beschrijven. Maar ik denk juist dat het boek mooier en interessanter wordt door dit soort beschrijvingen.
Dus ondanks het niet heel erg spannende, historische verhaal vond ik het wel erg boeiend. Ik heb mezelf niet hoeven dwingen om het verder te gaan lezen. Ik vond de inhoud op zich niet heel erg interessant, want persoonlijk heb ik niets met oorlogsverhalen, historische romans of dansen. Maar de manier waarop het verhaal is gebracht maakte het interessant. Ook hielden de flashbacks en de dialogen het verhaal levendig. Ook de verschillende perspectieven zorgden ervoor dat je het verhaal van meerdere kanten beleefde, wat ervoor zorgde dat het toch interessant werd.
De recensie van De Morgen: ‘de radartjes van deze roman grijpen fraai in elkaar’
Hier ben ik het mee eens. De verschillende perspectieven zorgen hiervoor. Zo eindigt het deel van Peter met een auto die aan komt scheuren, wat later ook weer terug komt in het deel van Sergej Pavlovitsj.
Het komt er op neer dat ik het een mooi en levendig boek vond door de uitgekomen verwachtingen, de stijl waarin het is geschreven en de verschillende perspectieven. Ondanks dat ik me niet erg interesseerde voor de onderwerpen, wordt het dus toch een boeiend verhaal.
REACTIES
1 seconde geleden