Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 6 september 2010
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 368
Uitgeverij: De Arbeiderspers
Beschrijving van de cover
Op de cover staat de afbeelding van de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski
Hij zit/ligt op de grond in een karakteristieke houding voor een balletdanser..
Genre
De roman is een psychologische roman. Maar door de structuur heeft het verhaal ook kenmerken van een biografie over de beroemde Russische balletdanser. De gekozen structuur (het laatste optreden van Vaslav bekeken vanuit drie gezichtspunten) doet de balans doorslaan naar een historische psychologische roman.
De flaptekst
Op het hoogtepunt van zijn roem staakt de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski zijn optreden, richt zich tot zijn publiek en zegt: ‘Nu is het kleine paardje moe.'
De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken. De eerste echte superster die de wereld heeft gekend, een abrupt einde aan zijn carrière. Hij neemt afscheid van de werkelijkheid en leeft verder in zijn eigen fantasie.
Hoe komt iemand tot zo’n beslissing en wat betekent dit voor de mensen om hem heen, zijn voormalige geliefde, zijn vrouw en dochtertje, en hun bedienden?
Drie ooggetuigen vertellen – elk vanuit een volstrekt ander perspectief – wat er zich voor, tijdens en na die noodlottige dag, 19 januari 1919, heeft afgespeeld: zijn echtgenote Romola, die als een tijgerin heeft gevochten om hem, de ‘God van de dans’, te veroveren. De legendarische Sergej Diaghilev, die alles in het werk heeft gesteld om Vaslav te vernietigen nadat deze hem als minnaar had afgewezen. En Vaslavs bediende, die uit de dramatische beslissing van zijn meester de moed put om ook zijn eigen leven radicaal om te gooien.
Te midden van de puinhopen van de Eerste Wereldoorlog hoopte Nijinski de mensheid te kunnen bekeren tot de liefde. Als hij merkt dat hij niet gehoord wordt, zelfs niet door hen die van hem houden, sluit hij zich van de wereld af. Een daad van waanzin of van wijsheid?
Samenvatting van de inhoud
Peter
Peter is in dienst bij de familie Nijinski in het stadje Sankt Moritz. De familie is daar een jaar geleden komen wonen en via zijn jeugdvriendin Lise krijgt hij de baan aangeboden voor 25 francs per maand. Peter is min of meer de technische hulp in het huis: hij zorgt elke morgen voor warm water. Hij zit dicht op de huid van Vaslav Nijinski, de beroemde balletdanser, die met zijn vrouw Romola, zijn schoonmoeder en zijn dochtertje Kyra (vier jaar) in het huis woont. Op dat moment heeft hij geen werk, omdat Romola hem van zijn vroegere geliefde Sergei Pavlovitsj heeft “ afgesnoept.” Die was zo boos dat hij geen werk meer had in zijn Ballets Russes. Daarin was Vaslav Nijinski de grote wereldster. Een van de dingen waarom hij zo beroemd was, is de zweefspong. Vaslav is in staat om een sprong te maken, waardoor het net leek alsof hij in de lucht kon blijven zweven.
Het is 19 januari 1919. Op die dag staat er veel te gebeuren. Peter heeft al aan zijn mevrouw aangegeven dat Vaslav de laatste tijd steeds raardere dingen uithaalt. Hij voorvoelt dat er iets staat te gebeuren. Romola gelooft dat op dat moment niet. Maar het begint die morgen al met de verdwijning van Kyra uit haar bedje. Haar vader heeft haar meegenomen naar een plek waar hij met haar knuffelt. Peter kent die plek en gaat hem en Kyra ophalen. Hij belooft niets te zeggen tegen Romola. Daarna gaat hij aan zijn gewone huishoudelijke karweitjes beginnen. Hij heeft ook een jeugdvriendin Lise met wie hij nog niet getrouwd is, maar die hij beloofd heeft ooit een huis voor haar te bouwen en met wie hij wel seksueel contact in het huis van Nijinski heeft.
Peter is nooit verder gekomen dan zijn bergdorp maar hij blijft wel dromen om andere dingen van de wereld te zien en hij is al een keer met Vaslav naar Lausanne geweest om Kyra op te halen. Hij was toen in een theater terecht gekomen en hij had zijn ogen uitgekeken bij het zien van zijn eerste toneelstuk. Ook had hij beseft dat Vaslav een heel bijzondere man was die door veel mensen werd gekend.
Terwijl hij verder vertelt over zijn bezigheden voor de dag (het bad klaarmaken van Vaslav, hem scheren etc.) vertelt hij ook over zijn jeugd waarin zijn boer Noldo toeristen rondleidt in de bergen. Een daarvan was een bijzondere man, de filosoof Nietzsche die veel aandacht had besteed aan het begrip liefde en vooral Peter de liefde voor de natuur had bijgebracht. Toen hij wat geschenkjes kreeg (kiezels, een dood dier en een afbeelding van de natuur op rijstpapier) had hij die begraven. In deel IV graaft hij die weer op.
Om acht uur komt ene mijnheer Hanselmann,(patisserie-eigenaar die mediator wil zijn tussen Vaslav en Sergei) die een brief heeft voor Vaslav. Peter moet die geven. Het is een uitnodiging van Sergei Pavlovitsj om in een blokhut in de bergen bij elkaar te komen. Sergei Pavlovitsj is de oude homoseksuele geliefde van Vaslav en hij wil deze dag een ontmoeting met hem hebben. Dat gesprek zal om 11 uur plaatsvinden en Peter moet het contact leggen . Hij krijgt wat geld daarvoor in de plaats. Van Vaslav heeft Peter regelmatig verhalen gehoord over de seksuele uitspattingen van de mannen (sodomie) en die heeft hij verteld aan zijn vriendin Lise. Samen hebben ze er vaak om gelachen.
Peter ziet dat Vaslav oefeningen aan het doen is voor het benefietoptreden van die middag. Het is zijn comeback in een hotel in de stad en hij moet de voorstelling doen met hulp van een pianiste Asseo . Die komt ook naar het huis, omdat ze wil weten wat ze gaan spelen. Maar Vaslav stuurt haar gewoon weg. Hij weet nog niet wat hij zal dansen, beweert hij.
Daarna wordt ook zijn verleden verteld. Hij is van Pools-Russische afkomst. Zijn vader heeft zijn moeder in de steek gelaten en hij is opgenomen geweest in de balletschool van de tsaar in St. Petersburg. Sergei Pavlovitsj heeft hem daar vandaan gehaald en hem werk aangeboden. Deze Sergei Pavlovitsj is veel ouder en hij is de commercieel leider van een beroemd balletgezelschap “Ballets Russes.” Na de romance van Vaslav met Romola is er een breuk ontstaan en heeft Sergei Pavlovitsj ervoor gezorgd dat Vaslav Nijinski geen werk meer heeft. Het gezin hoopt nu op een comeback, maar daar is Sergei Pavlovitsj niet bij nodig. Peter geeft de brief om 10 uur en Vaslav stuurt hem naar de blokhut om Sergei Pavlovitsj te ontmoeten. Die vindt het erg teleurstellend, wanneer alleen de huisknecht komt en dat Vaslav besloten heeft hem niet te ontmoeten.
Sergei Pavlovitsj
Sergei is een personale verteller. Hij is 46 jaar ( Vaslav Nijinski is dertig) Hij is erg kunstzinnig aangelegd en heeft veel visie op de kunst door zijn opvoeding gekregen. Hij is de commercieel leider van het Ballets Russes. Enkele jaren geleden is Vaslav Nijinski bij hem weggegaan, omdat de minder begaafde danseres maar fanatieke volhoudster Romola vanaf het eerste moment verliefd op Vaslav Nijinski werd en zich voorgenomen had Vaslav Nijinski aan de haak te slaan. Na de afloop van de Eerste Wereldoorlog had hij beseft dat hij maar een ding wilde: Vaslav Nijinski terughalen.
Hij vertelt in een flashback hoe hij tien jaar geleden Vaslav Nijinski ontmoet heeft en wat ze allemaal uitgehaald hebben. Op seksueel gebied schijnt Vaslav Nijinski ook bijzondere capaciteiten gehad te hebben. Vaslav Nijinski was een mooie, jonge danser. Peter vertelt Sergei Pavlovitsj dat Vaslav Nijinski aan een ernstige ziekte lijdt en hij hoopt dat de komst van Sergei Pavlovitsj misschien kan helpen in het genezingsproces.
Sergei had definitief de hoop opgegeven toen hij een geboortekaartje van Kyra kreeg. Bovendien was de Eerste Wereldoorlog uitgebroken en was er minder belangstelling voor de balletten gekomen. Romola had zich binnengedrongen in het gezelschap, hoewel ze duidelijk mindere capaciteiten had. Populair werd ze daardoor nooit in het gezelschap van de balletdanseressen. Toen ze Vaslav Nijinski ingepalmd had, had ze ervoor gezorgd dat ze binnen enkele maanden waren getrouwd en dat ze een kind kreeg. Daardoor werd de verwijdering tussen de twee mannen compleet.
Peter vertelt op die morgen dat hij het ziektebeeld van Vaslav Nijinski herkent. De filosoof Nietzsche, die hij in zijn jeugd tijdens de wandelingen met zijn broer Noldo heeft ontmoet, begon ook altijd over liefde te praten. Sergei Pavlovitsj geeft aan dat Vaslav Nijinski in de seksuele relatie met hem ook geweldig was. Sodomie was in die tijd echter een groot taboe. Peter vertelt dat Vaslav Nijinski steeds gekkere dingen gaat doen en dat hij bezorgd is om zijn baas. Sergei Pavlovitsj wil graag nog een keer met Vaslav Nijinski naar Venetië waar ze een leuke tijd hebben gehad, maar in die stad waren ook al de eerste tekenen van verwijdering te constateren. Sergei Pavlovitsj was al eerder in die stad geweest met een andere liefde. Er was toen een toren naar beneden komen zetten.
Wanneer Peter vanwege de tijd die dringt, op zijn horloge kijkt, herkent Sergei Pavlovitsj het horloge dat hij ooit aan Vaslav Nijinski heeft gegeven. Het middaguur is al aangebroken en ineens komt er een auto hard aanrijden. Ze kunnen nog niet zien wie er achter het stuur zit, maar beiden schrikken wel
Romola
Romola vertelt eerst in een perspectief van dertig jaar wat er die dag (19 januari 1919) is gebeurd en dat haar leven met Vaslav Nijinski eigenlijk toen pas was begonnen.
Ze hoort op de negentiende januari van Lise dat Sergei Pavlovitsj in de blokhut op Vaslav Nijinski wacht en ze is woedend over het feit dat die ex-geliefde van haar man nu net op dit moment is komen opdagen. Ze kan hem er helemaal niet bij gebruiken. . Ze wil niet dat die haar dag komt verstieren en ze rijdt met Lise naar de hut. Het is de auto die aan het einde van het vorige deel kwam aanrijden. Ze is woedend op Sergei Pavlovitsj en vraagt waarom hij gekomen is. Hij zegt een uitnodiging te hebben gekregen en Romola herkent het handschrift van haar stiekeme moeder. Die had schoon genoeg van de relatie tussen haar dochter en schoonzoon.
Dan vertelt ze ook wat ze allemaal na 1919 heeft meegemaakt. Ze werd echt verliefd op Vaslav Nijinski en wilde hem graag hem hebben. Daar had ze een hele tijd voor gevochten. Haar moeder zag helemaal niets in hem. Na het mislukte benefietoptreden op 19 januari 1919 was een zwaar leven begonnen met Vaslav Nijinski die aan schizofrenie leed. Ze gaat met hem mee naar de psychiater Bleuler die hem een hopeloos geval vindt. Hij raadt haar aan te scheiden van Vaslav, maar dat advies negeert ze eigenwijs. Ze heeft haar man willen hebben en nu het tegenzit, vindt ze het niet juist om hem in de steek te laten. Haar stiefvader zorgt er echter voor dat Vaslav Nijinski wordt opgepakt en naar een inrichting gebracht, wanneer ze een keer niet thuis is.
In een flashback beweert ze dat Vaslav Nijinski walgde van zijn relatie met Sergei. De seksuele verkrachting in de eerste nacht moet verschrikkelijk voor hem geweest zijn.
Romola gelooft niet dat Vaslav Nijinski krankzinnig is en ze haalt hem weer uit de inrichting. Ze gaat hem thuis verzorgen en er komt zelfs nog een tweede dochtertje bij, Tamara. Ze doet alles om hem te laten genezen (artsen, psychiaters, het alternatieve circuit, een bezoek aan Lourdes) Vaslav Nijinski is namelijk gestopt met praten en slechts een enkele keer praat hij , zoals bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Dat wordt ook een heel moeilijke periode: krankzinnigen waren niet de geliefdste bevolkingscategorie van de Duitsers. De psychiatrische instellingen moeten de patiënten laten oppakken die vrijwel allemaal omgebracht werden in concentratiekampen. Gelukkig had de directeur hem net op tijd vrij gelaten, waardoor hij aan de vernietigingskampen was ontsnapt. Maar ze hadden heel Oost-Europa moeten doorkruisen om uit de handen van de bezetters te blijven. Aan het einde van de oorlog overleven ze ook nog een Amerikaans bombardement. Het leven van Vaslav Nijinski is dus niet over rozen gegaan.
In het laatste hoofdstuk vertelt Romola weer over het bezoek aan de blokhut met Sergei. Hij zegt dat hij Vaslav Nijinski weer een keer wil zien dansen. Ook geeft ze aan dat Peter de enige geweest is die haar verteld had dat Vaslav Nijinski zo’n vreemd gedrag was vertonen. Maar ze had het genegeerd. Ze smeekt Sergei Pavlovitsj om niet naar de benefietvoorstelling te komen kijken en Vaslav Nijinski los te laten. Maar Sergei zegt dat hij Vaslav niet kan loslaten.
Peter
Peter doet verslag van de laatste uren van 19 januari 1919. Hij doet dat weer in kleine hoofdstukken die een tijdsaanduiding hebben. Hij heeft immers het horloge van Vaslav gekregen.
Vaslav besluit aantekeningen te maken in een dagboek over wat hij elke dag doet. Het gaat hier nog om gewone dingen en Peter vraagt zich af waarom hij dat doet. Hij gaat met Vaslav het kostuum ophalen dat een naaister voor hem heeft gemaakt. Hij vertelt ook over de neiging die Vaslav ineens heeft om alles weg te geven en iedereen geschenkjes te geven. Hij doet dat onder invloed van Tolstoj, denkt Romola. Peter heeft ook een keer gevraagd aan Vaslav of hij de beroemde zweefsprong voor hem wil doen. Vaslav weigert, maar wanneer ze later met Kyra aan het nadelen zijn, doet hij die sprong wel in de vrije natuur. Peter is erg onder de indruk. Enkele dagen voor 19 januari 1919 heeft Vaslav Nijinski aan Peter zijn dure horloge gegeven. Dat had hij zelf van Sergei Pavlovitsj gekregen.
Peter denkt na over zijn liefde voor Lise: vanaf hun kindertijd zijn ze samen, maar mist hij daardoor toch misschien enige passie. Alles is vanaf het begin zo gewoon geweest. Hij heeft beloofd een huis voor haar te bouwen. Lise is de toestand in het huis van de Nijinski’s zat en wil weg met Peter. Ze voelt de dreiging aankomen. Peter zou wel eens wat anders willen. Het geval met Vaslav Nijinski doet hem terugdenken aan de ontmoetingen met Nietzsche. Ook Vaslav Nijinski begint de laatste tijd over de liefde te oreren.
Dan beschrijft hij de laatste voorstelling in het luxe hotel in het skioord. De zaal is uitverkocht. De voorbereiding van Vaslav Nijinski duurt wel 23 minuten, zonder dat hij danst. Het publiek wordt ongeduldig, de pianiste Asseo wanhopig. Romola komt het toneel oplopen en spoort Vaslav aan om te beginnen. Die reageert woedend. Daarna vertelt hij dat hij de oorlog gaat uitbeelding. Het is een woest en lelijk ballet. Daarna beeldt hij een scene uit waarin hij zichzelf kruisigt. Ziet hij zich als Jezus? Later zal hij in zijn dagboeken beweren dat hij God is, dus dat is heel goed mogelijk.
VN eindigt met de beroemde zweefsprong. En dan zegt hij d legendarische woorden “ En nu is het paardje moe Er komt veel commotie in de zaal. Peter neemt zijn meester in bescherming mee naar de kleedkamer van het hotel. Ineens staat Sergei Pavlovitsj voor hun neus. Hij komt afscheid nemen en hij wast de voeten van zijn grote ex-geliefde. (Jezus symboliek). Daarna brengt Peter zijn meester naar huis. Het geplande diner komt te vervallen en de huishoudster Marie heeft dus voor niets gekookt.
Peter heeft gehoord van Vaslav Nijinski dat je je dromen niet moet uitstellen. Hij denkt terug aan de situatie waarin hij de begraven schatten van Nietzsche weer opgraaft. Ze zijn min of meer verloren gegaan (o.a. de tekening op rijstpapier die hij toen zo mooi vond) Hij heeft beseft dat je je dromen moet waarmaken. Hij zal dat ter harte nemen en hij zal het dorp waarin hij sinds zijn geboorte woont, verlaten en de wereld intrekken om zijn dromen waar te maken.
Daarna is er nog een soort gedicht van Vaslav, waarin hij steeds herhaalt dat de liefde in de wereld zo belangrijk is.
Ik wil je zeggen dat ik hou van jou jou
Ik wil je zeggen dat ik hou van jou jou
Ik wil je zeggen dat ik liefheb, liefheb, liefheb
Ik wil je zeggen dat ik liefheb, liefheb,liefheb
Titelverklaring
De titel hoeft geen nadere uitleg.
Structuur en perspectief
De roman heeft vier delen. Deze worden genoemd naar de vier vertellers van deze delen.
Peter (blz. 13-121)
Sergei Diaghilev (blz. 125-214)
Romola (blz. 217- 295)
Peter (blz. 299-366)
Het boek eindigt met een aantekening uit het dagboek van Vaslav Nijinski. Daarna geeft Japin in een nawoord over de afloop van de levensgeschiedenis van de balletdanser. Ook vermeldt hij zijn bronnen waaraan hij de stof voor zijn roman heeft ontleend.
Vaslavs bediende Peter neemt twee delen (het eerste en het laatste) voor zijn rekening. Het tweede deel wordt verteld door de oude homoseksuele geliefde van Vaslav, Sergei en het derde deel wordt door Romola, de echtgenote van Vaslav verteld.
De vier delen spelen in principe op 19 januari 1919 in Sankt Moritz, waar de balletdanser Vaslav Nijinski voor het laatst voor de wereld optreedt. Hij besluit zijn dans met de legendarische woorden: “Nu is het paardje moe”, en neemt zich voor daarna nooit meer te spreken en te dansen.
Het derde deel wordt ongeveer 30 jaar later, zoals Romola in haar deel aangeeft, verteld. De maestro is krankzinnig geworden (schizofreen) en Romola vertelt aan de lezer wat ze allemaal heeft meegemaakt met hem tijdens dat ziekteproces.
In deel I wordt een soort onderverdeling gemaakt met hoofdstukjes die de tijd aangeven. In deel 1 is dat van ’s morgens vroeg (5.40-11.22) In deel 2 van 14.22 uur – 19.14. In het tweede deel van Peter wordt duidelijk waarom dat zo geschiedt. Peter krijgt enkele dagen voor de bewuste 19 januari het horloge van Vaslav. Daardoor wordt hij zich bewust van de tijd en is hij geneigd om steeds op zijn horloge te kijken. De schrijver gebruikt dit verhaalgegeven om zijn structuur daaraan aan te passen. Peter vertelt in de ik-vorm en doet dat afwisselend in de o.t.t. (als hij het over 19 januari 1919 heeft) en in de o.v.t. als hij over zijn verleden (vooral zijn jeugd waarin hij de filosoof Nietzsche heeft ontmoet, en de tijd waarin hij met Lise speelt)
Het tweede deel van Sergei wordt personaal verteld. Ook daarbij is de start de 19e januari, maar Sergei vertelt ook over de tijd dat hij tien jaar daarvoor Vaslav heeft leren kennen en een seksuele relatie met hem had. Romola is daar tussen gekomen.
Sergei maakt een onderverdeling in vier genummerde hoofdstukken.
De derde vertelster is Romola, de vrouw van Vaslav. Zij vertelt het verhaal vanuit een andere tijdlaag. Ze geeft aan dat wat er gebeurd is al dertig jaar achter haar ligt en dat betekent dat zij voornamelijk de periode van de krankzinnigheid van Vaslav beschrijft. (1949)
Maar ze vertelt ook over het verleden waarin ze de danser heeft leren kennen en vanaf het eerste moment verliefd op hem werd, en het besef kreeg dat ze hem voor zich moest winnen. Ze vertelt voornamelijk als achterafvertelster. Op zich is dat bijzonder, want de lezer weet formeel nog niet wat er met Vaslav is gebeurd op 19 januari 1919. Dat gebeurt immers pas in het vierde deel in de vertelling van Peter.
In een interview met Annette Embrechts in De Volkskrant van zaterdag 28 augustus 2010 vertelt Japin over zijn gekozen structuur. Japin: ‘Ik wil weten: wat richt iemand die waanzinnig wordt aan in zijn omgeving, bij zijn dierbaren? Ik heb zelf lang onderzocht hoe ik door mijn vaders situatie ben beïnvloed. Door zijn agressieve gekte ben ik altijd liefde tegenover geweld blijven stellen. Ook toen ik vreselijk werd gepest op school. Ik heb toen besloten mij niet aan te passen aan de grootste gemene deler, mijn passie te volgen en de wereld mooier te maken dan die is. Te ontsnappen met verbeeldingskracht.’
Hij wijst op een citaat achterin zijn boek uit de dagboeken van Nijinsky, dat gonst van mantra’s over liefhebben en houden van. ‘Dit is bijna een moderne rap over de opdracht lief te hebben. Ik kreeg Nijinsky’s dagboeken van mijn vriend Lex, toen ik 24 was en op de toneelschool zat. Toen heb ik een toneelstuk geschreven over de driehoeksverhouding tussen Nijinsky, Diaghilev en Romola. Ik heb het nog. Nee, het is nog nooit opgevoerd. Dat houd ik zo.’
De tijdlagen van het verhaal
Er zijn twee tijdlagen.
De belangrijkste tijdlaag is die waarin de bijzondere dag uit het leven van de wereldberoemde danser wordt geschetst. Na zijn benefietoptreden besluit Vaslav het verder voor gezien te houden en niet meer te spreken en te dansen. Dat gebeurt op 19 januari 1919. Deel 1,2 en 4 gaan voornamelijk over die dag.
De derde vertelster Romola vertelt over de periode daarna. Ze is dertig jaar verder (we moeten dus ongeveer 1949 zitten) en ze vertelt over de krankzinnigheid van haar echtgenote en de moeilijke oorlogsjaren. Vaslav lijdt aan schizofrenie en Romola vertelt over wat er allemaal is gebeurd, ook tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het decor van de handeling
Op 19 januari 1919 vindt de laatste voorstelling van Vaslav Nijinski plaats in een luxe hotel in Sankt Moritz. Twee jaar ervoor zijn de danser en zijn vrouw komen wonen in het dorp vlakbij, waar ze hulp hebben van Peter en Lise, die ook een relatie met elkaar hebben. Peter woont zijn leven lang in het beschermde dorp en droomt er al lang van om er weg te gaan, maar zijn verhouding met zijn jeugdvriendin Lise verhindert dat. Toch (door de omstandigheden van de 19e januari) besluit hij om een andere weg te gaan. Maar waar hij heen gaat, wordt in de roman niet verteld. Wel dat hij van plan is weg te gaan. Romola vertelt in haar deel dat ze nog een tijdje door Europa hebben gezworven, vooral in de oorlog, toen de Duitsers het minder goed voor hadden met psychiatrische patiënten
Motto
Het boek heeft een algemeen motto en ook alle delen beginnen met een citaat.
Het motto voor het gehele boek is een citaat van Tolstoj
Wil je gelukkig zijn, wees dan gelukkig”
Romola vertelt dat Vaslav gaandeweg zijn leven steeds meer de ideeën over de liefde van Tolstoj verkondigt. Ze ergert zich aan het altruïsme van haar man. Maar het motto slaat ook op de in het boek verkondigde idee dat mensen toch vooral moeten doen wat ze gedroomd hebben.
Deel 1 begint met een citaat van Nietzsche. Je moet worden wie je bent.!” In dit deel van Peter wordt beschreven hoe de kleine Peter de grote filosoof ontmoet.
Deel 2 begint met een citaat van Vaslav Nijinski Ik ben God in een lichaam. Iedereen heeft dat gevoel, maar niemand maakt er gebruik van.
Deel 3 begint met een uitspraak van Sergei Pavlovitsj Diaghilev : Al het mogelijke doen is onbelangrijk, het enige wat telt is dat je het onmogelijke voor elkaar krijgt. Dat is van toepassing op de moeilijke weg die Romola heeft te gaan. Eerst heeft ze alle moeite moeten doen om Vaslav voor haar te winnen en om hem los te weken van zijn homoseksuele mecenas Sergei. Daarna gaat ze de moeilijke weg om hem onder behandeling te krijgen.
Deel 4 heeft als motto een citaat van Nietzsche Ik zou alleen kunnen geloven in een god die danst. “ Een toepasselijk motto voor het deel waarin de laatste dans van Vaslav wordt beschreven. Hij brengt de boodschap van de ware liefde voor de mensen en er is in dat ballet een scene waarin hij zich als Jezus ziet gekruisigd.
Uitgewerkte thematiek
In het hierboven genoemde interview in De Volkskrant staat te lezen. Japin mag dan de waarheid verzinnen, hij heeft grondig research gedaan. Zo is hij naar het mondaine skioord Sankt Moritz afgereisd om te zien wat nog rest van de villa van de Nijinsky’s: ‘Niets. Afgebroken. En in het hotel waar Nijinsky zijn laatste voorstelling gaf herinnert nog geen gedenkteken aan de balletlegende.’ Natuurlijk wil Japin dat de lezer door Vaslav veel te weten komt over de curieuze biografie van deze Slavische danser. Maar ook over de schrijver zelf, en diens levenskunst – het boek grossiert in wijsheden. ‘Ik wil dat de lezer iets over mij ontdekt naar aanleiding van de geschiedenis die ik vertel. Mijn personages worstelen altijd met dezelfde vraag als ik: moet ik leven naar hoe de mensen mij zien of moet ik leven naar wat ik zelf voel, hoe onzeker ook? Nijinsky deed duidelijk het laatste. Die volledige afwezigheid van schaamte en angst bewonder ik enorm.’
In de nieuwe roman van Japin zijn een aantal thema’s te ontdekken.
- Allereerst is er natuurlijk de levensgeschiedenis van Vaslav Nijinski die Japin interessant heeft gevonden om te beschrijven. Waarom heeft Vaslav Nijinski na die bepaalde solovoorstelling nooit meer gesproken en gedanst. En daaraan vastgekoppeld is er de vraag van de schrijver wat dat voor de mensen in zijn omgeving heeft betekend. Het is een bekend historisch gegeven en van zo iets wil Japin vanwege zijn opvattingen over literatuur natuurlijk graag gebruik maken. Al eerder heeft hij aangetoond historisch gegevens in een roman te kunnen werken ( vgl. Een schitterend gebrek, De Overgave) ook in deze roman heeft hij zich uitvoerig gedocumenteerd op de feiten. Hij geeft daarvan aan het einde een verantwoorde bronvermelding. Hij wil geen biografie schrijven, maar laten zien wat de schizofrenie op het leven van bijvoorbeeld Romola heeft betekend. Ze heeft haar man zeker niet in de steek gelaten en hem dertig jaar lang verzorgd en mee naar artsen gesleept. Maar de schizofrenie van Vaslav was niet te genezen. In de oorlog hebben ze eveneens een moeilijke tijd meegemaakt. Door zijn perspectief (drie vertellers in de omgeving van Vaslav) gaat het verhaal natuurlijk meer leven dan dat het geval zou zijn geweest met de mogelijk wat droge gegevens in een biografie. Met fictie kan je altijd de waarheid in je voordeel/nadeel veranderen. In de roman krijg je bewondering voor de houding van Romola, terwijl zij in de bronnen over Vaslav Nijinski vaak gezien wordt als de kwade genius in zijn omgeving. Misschien wordt zij in die bronnen wel schuldig geacht aan zijn geestelijke terugval.
- Een ander belangrijk thema is het fenomeen van de liefde. De drie vertellers hebben het eigenlijk ook allen over de liefde. Peter heeft een jeugdliefde opgevat voor Lise. Ze zijn in elkaars nabijheid opgegroeid, speelden samen en toen hun lichaam wijzer werd, was het voor iedereen vanzelfsprekend dat ze op elkaar verliefd werden en seksueel contact kregen. Maar in deel 2 van zijn vertelling maakt Peter bekend dat hij toch wel het vuur mist dat andere geliefden wel lijken te hebben. Ze kunnen het heel goed met elkaar vinden, maar er ontbreekt wel enige passie. Hij kende haar lichaam immers al voordat hij seksueel contact met haar had. Misschien zorgt hij er mede daarom wel voor dat hij zijn plan om het dorp van zijn jeugd te verlaten, nakomt. In een dergelijke situatie zie je ook vaak dat kinderen die elkaar van de geboorte af kennen als een soort broer en zus met elkaar omgaan, omdat er een soort incestueuze situatie zou ontstaan wanneer ze elkaar zouden aanraken.
Sergei heeft een liefde voor Vaslav gekoesterd, waarvan Romola later beweert dat de danser daarvan heeft gewalgd, maar dat er sprake was van een gedwongen liefde vanwege de situatie dat Sergei Vaslav werk kon bezorgen. Hij kan het niet verkroppen dat hij aan de kant wordt geschoven door Romola en het geboortekaartje van Kyra is een extra klap in zijn gezicht. Eigenlijk wil hij Vaslav graag terug en hij komt dan ook naar zijn laatste voorstelling. Hij heeft een heel groot en lelijk lichaam en wordt toch in dat opzicht geplaagd door een minderwaardigheidscomplex. Vaslav heeft een prachtig gespierd lichaam en was een mooie man.
Romola werpt zich op als een ware strijdster voor de liefde. Ze is in een klap verliefd geraakt op de mooie danser en heeft alles in het werk gesteld om hem te krijgen. Soms ging dat met enige listen gepaard (het boeken van een cruise, waardoor ze enkele weken in de nabijheid van Vaslav was, het snel krijgen van een kind) Maar ze heeft Vaslav te pakken gekregen en laat hem niet meer los. Ook niet als hij krankzinnig is geworden en ze probeert hem door de moeilijkheden heen te trekken. Dat in weerwil van de opvattingen van haar moeder en stiefvader die alles proberen tegen te weken. Maar het adagium van Romola is “ in voor -en tegenspoed.”
Ook andere opvattingen over liefde worden in de roman geuit. Zowel Tolstoj, Nietzsche en Vaslav hebben het over een vorm van onbaatzuchtige liefde, waarin je alles zou kunnen weggeven. Nietzsche heeft het ook over de liefde voor de dieren. Je moet respect hebben voor het leven van dieren en dat toont hij aan de kleine Peter
Die zelfwegcijferende liefde ziet je ook terug in de figuur van Jezus en het zal geen toeval zijn dat Vaslav in zijn laatste voorstelling zichzelf kruisigt. Romola kan zich wel eens ergeren aan die weggeefbuien van Vaslav die geïnspireerd lijken te zijn door de ideeën van Tolstoj.
- Een derde thema is het realiseren van je dromen. Iedereen heeft dromen die hij wil waarmaken. Vaslav heeft die met zijn balletten. Peter droomt ervan de streek van zijn jeugd een keer te verlaten en meer van de wereld te zien. Romola heeft de droom dat ze haar grote geliefde wil binnenhalen. Sergei wil ondanks zijn lichamelijke lelijkheid de wereld van het ballet betreden.
In deel 1 van Peter staat: (blz. 101) Gek misschien, zegt hij zonder op te kijken, zachtjes alsof het een geheim is, “ maar sommige mensen zijn gewoon tevreden met wat ze hebben.
Eindeloos, de vormen van liefde. Ergens daartussen moet er toch een zijn, waarmee je kunt ontsnappen aan de wereld die bij je geboorte voor je wordt afgebakend.
Het realiseren van die droom lukt Vaslav, wanneer hij in de balletschool van de tsaar wordt opgenomen en later in de “ Ballets Russes” van Sergei Pavlovitsj kan optreden. Peter heeft van de toestand van Vaslav Nijinski geleerd dat ook hij zijn droom moet realiseren en de wijde wereld moet intrekken. Sergei heeft Vaslav gekregen, hoewel hij heel lelijk is en Vaslav heel mooi. Ook heeft hij door zijn leiderschap van het balletgezelschap zijn droom om in de balletwereld te kunnen rondstappen kunnen waarmaken. Zijn fysiek had hem daar nooit toe in staat kunnen stellen. Mensen hoeven daarvoor niet naar anderen te kijken. Het maakt eigenlijk niet uit hoe de ander naar jou kijkt. Je moet je eigen droom realiseren. Vaslav kon dat doen in zijn balletten.
Beoordeling scholieren.com
Ik vind “ Vaslav” een indrukwekkende roman die heel goed in het oeuvre van Arthur Japin past. Zijn liefde voor historische gegevens heeft hij in deze roman prima kunnen uitwerken. Er zijn veel bronnen over het leven van Vaslav bekend. Japin heeft zich goed gedocumenteerd. Hij heeft een goede keuze gemaakt in zijn structuur van de roman en het meervoudig perspectief dat hij heeft gekozen.
Het meest nieuwsgierig zou ik als lezer echter zijn geweest naar de visie van Vaslav zelf. Hoe zou hij de dag van zijn laatste optreden hebben beleefd? Dat zou ook een interessant gegeven geweest zijn. Misschien heeft Japin het perspectief van een krankzinnige niet aangedurfd.
De stijl van Japin is verder altijd de moeite waard: hij schrijft een beeldrijke, bijna poëtische roman. Voor scholieren is de roman niet zo eenvoudig te lezen. Maar voor scholieren die het C&M -profiel volgen en Kunst (algemeen) in hun profiel hebben, is het een interessant onderwerp. Vaslav Nijinski is een bekende en bizarre balletdanser geweest.
Zij zullen het verhaal waarschijnlijk met een ruime voldoende waarderen. Het onderwerp lijkt me overigens meer geschikt voor meisjes dan voor jongens.
De literaire waarde voor de lijst wil ik drie punten geven. Het is één van de betere boeken in de Nederlandse literatuur. Zeker ook van 2010.
Recensies
In De Volkskrant van zaterdag 4 september 2010 schrijft Danielle Serdijn haar mening over de roman: Japin baseerde zijn verhaal op een fiks aantal verslagen en biografieën (over Nijinski is een schat aan informatie toegankelijk), waarmee de schrijver zich op vertrouwd werkterrein begaf. Eerdere romans kwamen op vergelijkbare wijze tot stand.
Maar, hoe effectief goede research ook kan zijn, in het raadplegen en uitwerken van zoveel informatie over een sensationele figuur schuilt het risico dat bekende feiten sterker tot de verbeelding spreken dan de roman. Wat kan fictie toevoegen aan een geschiedenis die al zo bijzonder is?
Even lijkt het erop dat Japin een poëticaal verhaal wilde maken. Zijn opmerkingen over dans- en soms schilderkunst gelden evengoed voor de schrijfkunst. Bijvoorbeeld als Vaslav zegt dat toeschouwers alleen van een voltooid kunstwerk houden, en zich geen raad zouden weten met alle twijfel van de kunstenaar die aan dat voltooide stadium voorafgaat.
Maar dan houden zulke bespiegelingen plots op en wurmen de biografische feiten zich naar binnen. Dan wordt verteld wat verteld móét worden – maar wat we goeddeels al wisten.[…]
Het onvoorstelbare hadden we willen zien, de krochten van dit reusachtige talent. Het had voorbij de feiten mogen gaan. Vaslav blijft nu een te braaf eerbetoon, een aardige roman voor wie geen zin heeft in een biografie.
In het NRC van zaterdag 4 september 2010 bespreekt Arjen Fortuin de roman. Hij heeft nogal wat kritiek op de nieuwe roman van Japin.
Via nogal wat omwegen – het leven van het personeel, de interventies van Romola’s moeder – draait Vaslav uiteindelijk naar die laatste voorstelling, waarin Nijinski de verschrikkingen van de oorlog in dans wil omzetten. Het beslissende moment voor de personages, maar ook voor Arthur Japin. Want in de beschrijving van die fatale dans, van Nijinski’s lichaam op dat moment, daarin kan de literator uitstijgen boven de anekdotes in de biografieën. Daar slaagt hij echter niet in. Japin geeft de betekenis van de bewegingen van Nijinski: ‘En verder rent hij, ontwijkt een tank, gewond, stervend als hij is, adem brandend van het mosterdgas, rukt hij aan zijn kleren, onderhand niet meer dan vodden, alsof ze verkleefd zitten aan zijn vel.’ Maar wat hij nalaat, vreemd genoeg, is tonen hoe Nijinski dat doet: zijn armen, zijn benen, zijn rug en zijn billen – ze lijken niet te bestaan. Welke spieren spant hij aan, waar landt hij op de vloer, hoe laat hij het publiek voelen dat er een tank op het podium staat? Terwijl dans juist zo’n spannende en overdonderende kunstvorm is door de lichamelijkheid, de spierkracht en het zweet.
Japin laat het lichaam van Nijinski op het cruciale moment buiten beeld, waardoor Vaslav op een frustrerende manier onaf blijft, en je des te sterker terugdenkt aan de vele ruis die de ook aanwezige sterke passages omgeeft. Zo is de aanloop lang in deze roman, de afzet stevig, maar de uiteindelijke sprong niet imposant – van zweven of zeilen is het niet gekomen.
Op www.knack.be geeft Maarten Dessing zijn commentaar op de nieuwe roman. Al hun verhalen zijn in Vaslav hecht aaneengesmeed rond Nijinski's laatste optreden. Helaas niet hecht genoeg. Als Romola aan het woord komt, is het dertig jaar later. Ze vertelt uitgebreid wat er allemaal is gebeurd nadat de ziekte van haar man manifest is geworden: de opnames, de vlucht tijdens de Tweede Wereldoorlog, de schaarse oplevingen. Dat geeft het gevoel dat je een epiloog leest nog vóór je bij de climax van de roman komt: de laatste voorstelling zelf.
Toch is Vaslav een betere Japin dan zijn voorganger, De overgave. Waar Japin zich in die roman te buiten ging aan soms al te apodictisch geformuleerde aforismen die de betekenis van de gebeurtenissen kracht moesten bijzetten, heeft hij in dit boek een betere balans gevonden tussen verhaal en aforistische toelichting. De typische Japinuitspraken ontbreken niet: 'Vechtlust voelde ik, alsof het leven en ik die dag eindelijk open kaart speelden.' Maar hij vermengt ze op een natuurlijker wijze in het plot.
Er zijn de komende tijd nog wel meer recensies te verwachten. Wanneer ze van relevantie zijn voor dit boekverslag, zullen ze worden aangevuld. Dit boeksverslag is kort na het verschijnen van de roman op de site gezet.
Op de website van www.8weekly.nl bespreekt Noortje Kessels de roman positief. (6 september 2010)
"Deze opbouw van heden-verleden-toekomst-heden werkt ontzettend goed. Het is knap hoe Japin de spanning in het vierde en laatste deel (over het heden) weet vast te houden, terwijl in het derde deel de toekomst van Nijinski is beschreven. Via de prachtige vertelconstructie van Japin waan je je in de winterse bergen van Sankt-Moritz in het jaar 1919, en je leest met ingehouden adem het verloop van de dag waarvan je de afloop al kent, terwijl je ook nog wat leert over ballet, de tijd en de locatie.
Alliteraties
Is er dan niets aan te merken op Japins nieuwe roman? Jawel, wat stoort zijn de alliteraties. Over deze valt nog heen te lezen: 'zonder schaamte is er schijnbaar geen schandaal', maar bij de volgende blijf je steken:'van loopjes luchtig als een liedje tot keelklanken als een kleffe klodder'. Een alliteratie als deze smijt je uit de verhaalwereld en drukt je met je neus op het feit dat je niet in het Sankt Moritz van 1919 bent, met uitzicht op de bergtoppen, maar thuis op de bank, kijkend naar wat woorden. Het onnatuurlijke gebruik van deze stijlfiguur doet meer kwaad dan goed. De kunst van een goed boek schrijven is juist dat de lezer niet opmerkt hoeveel moeite erin is gestopt.
In de Twentse Courant Tubantia schrijft Maarten Moll de recensie op 9 september 2010
Het is een slimme en knappe constructietruc die Japin toepast. Het eerste deel, de ochtend, sluit hij af met een cliffhanger. De draad wordt, met de verhalen van Romola en Diaghilev in het geheugen, weer opgepikt vlak voor Nijinski's laatste voorstelling. De lezer is dan behoorlijk nieuwsgierig geworden naar de finale, omdat er een verontrustend beeld van Nijinski is geschapen. Hij is in de war, beginnend gek, begaan met de wereld en overmeesterd door het begrip liefde waarmee hij niet uit de voeten kan. Diaghilev duikt op, en Romola oefent grote druk uit op Vaslav om weer een groot danser van hem te maken. […]Japin wikkelt zijn schrijven om die gebeurtenissen. Dat heeft iets overbodigs. Hoe geconstrueerd, geestig, krullerig, bespiegelend en wijsheden strooiend Japin dat ook doet. 'Als iedereen elkaar beter zou aanvoelen hoefde geen mens ooit zoek te raken', is zo'n wijsheid, waar je wel tegen moet kunnen.
Het gekke is dat Japin de vrijheid neemt om Peter helemaal naar zijn hand te zetten, maar dat dit meest fictieve personage - al heeft hij echt bestaan - het minst gaat leven. Je blijft toch nieuwsgierig naar Vaslav.
Wat Japin wel heeft bewerkstelligd, is dat je Nijinski zou willen zien dansen. En dat je uiteindelijk nieuwsgierig bent naar een echte biografie, ontdaan van de franje van de fictieschrijver. Omdat je niet weet wat Japin precies heeft gefabuleerd, en omdat juist dat hinderlijk is met zo'n bekende persoon in de hoofdrol. Al zal dat niet de bedoeling van de schrijver zijn geweest.
Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website schrijver
Arthur Japin (1956) bezocht het Gymnasium in Haarlem en studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam om daar vervolgens de theaterschool te doorlopen, waar hij in 1982 afstudeerde. Hij speelde diverse rollen voor radio en televisie en op toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. Ook zong hij een kleine rol bij de Nederlandse Opera.
In 1987 ontdekte hij het historische, maar tot dan toe onbekende verhaal van twee Afrikaanse prinsjes die in het negentiende-eeuwse Nederland als Hollanders werden opgevoed. Hij stopte met acteren en begon te schrijven. Ondertussen schreef hij diverse korte verhalen, hoorspelen, toneelstukken en televisiefilms en debuteerde hij in 1996 met de verhalenbundel Magonische verhalen. Zijn debuut werd veelgeprezen in de literaire kritiek, maar hij brak pas bij een groot publiek door met zijn tweede boek, het verhaal van de twee prinsjes: de roman De zwarte met het witte hart, die wereldwijd vertaald werd en die hem internationale roem bezorgde. Japin publiceerde dit boek pas na tien jaar onderzoek in Afrika, Weimar en Indonesië.
Na De zwarte met het witte hart publiceerde Japin in 1998 een tweede verhalenbundel, De vierde wand. Het volgende boek had alles te maken met de verfilming door Ineke Smits van enkele van zijn magonische verhalen onder de titel Magonia. Onder diezelfde titel verscheen een reprise van de magonische verhalen, vermeerderd met het filmscenario en stills uit de film.
Voorjaar 2002 verscheen zijn tweede roman, De droom van de leeuw, een exuberante literaire verbeelding van de jaren die Japin zelf doorbracht in cinematografische kringen in Rome. Anderhalf jaar later verscheen de derde roman van Japin, Een schitterend gebrek, die het succes van De zwarte met het witte hart in de Lage Landen nog overtrof. Het boek werd bekroond met de Libris Literatuurprijs en vond al honderdduizenden lezers.
In 2006 schreef Arthur Japin het Boekenweekgeschenk, De grote wereld, over de liefde tussen Lemmy en Rosa, twee kleine mensen. Dit geschenk werd in een recordoplage door de boekhandel besteld om cadeau te kunnen geven aan de klanten.
September 2007 verscheen De overgave, het op historische feiten gebaseerde, aangrijpende verhaal van een pioniersvrouw die in het gevecht om haar kinderen en kleinkinderen uiteindelijk het machtigste wapen moet leren hanteren: vergeving. In acht maanden tijd werden er al 175.000 exemplaren verkocht van deze historische roman.
In augustus 2008 verscheen Zoals dat gaat met wonderen. Al vele jaren houdt Arthur Japin een dagboek bij waarin hij - aanvankelijk uitsluitend voor zichzelf - met grote regelmaat noteert wat hem bezielt. Zoals dat gaat met wonderen bevat een keuze uit de dagboeken geschreven tussen 2000 en 2007.
Bijlage over de levensgeschiedenis van Vaslav Nijinski
Bron internet: www.mijnstambomen.nl/ballet
Vaslav Nijinski werd in 1889 in Polen geboren. Zijn ouders waren allebei balletdansers en reisden met hun drie kleine kinderen Stanislav, Vaslav en Bronislava rond om aan de kost te komen.
Toen ze in Rusland waren aangekomen om daar hun geluk te beproeven verliet Nijinski's vader Thomas plotseling het gezin voor een andere vrouw. Zijn moeder moest stoppen met werken om voor de kinderen te zorgen. Ze had weinig geld en ze besloot haar kinderen op te geven voor de Keizerlijke Balletschool in St. Petersburg. Iedereen die voor de Keizerlijke Balletschool werkte, maakte deel uit van de hofhouding van de Russische tsaar. Het was de allerbeste dansopleiding die er bestond, de lessen waren gratis en de leerlingen kregen kost en inwoning. Ze sliepen op grote slaapzalen, maakten lange dagen en er heerste een ijzeren discipline. Meisjes en jongens kregen gescheiden les, woonden gescheiden en werden zelfs in aparte koetsen naar de theaters gereden. Ze mochten alleen samen dansen.
Vaslav was tien jaar bij zijn auditie. Hij was nogal klein en erg verlegen en viel in eerste instantie niet zo op, maar hij maakte zulke geweldige sprongen dat hij toch werd aangenomen. Bij een sprong kwam hij altijd later neer dan anderen. Er werd over hem gezegd dat het leek of hij kon vliegen. Na zijn eindexamen wilden de belangrijkste prima-ballerina's met hem werken en verkeerde hij al snel in de hoogste kringen van St. Petersburg. Daar kwam hij in contact met prins Lvov, met wie hij zijn eerste homoseksuele relatie begon.
Diaghilev
Deze bekende kunstliefhebber was twintig jaar ouder dan Nijinsky en beroemd door de succesvolle grote Russische exposities en concerten die hij in Parijs organiseerde. Hij was zelf geen kunstenaar maar bracht kunstenaars samen waardoor er totaal nieuwe en opzienbarende kunstwerken ontstonden. Diaghilev was een indrukwekkende en dominante man die een inspirerende en richtinggevende invloed had. Tegenwoordig zou men zo iemand een impresario noemen. Zijn stelregel was: "Etonne-moi" (verbaas mij). Altijd was hij op zoek naar jong (nog niet vastgeroest) talent om zijn vernieuwingsdrang te bevredigen Toen hij Nijinsky zag dansen was hij verkocht, in meerdere opzichten.
Diaghilev was op dat moment bezig een gezelschap te formeren met de beste balletdansers, choreografen en musici uit Moskou en St. Petersburg om in het Westen zijn Russische kunsten te vertonen. Nijinsky, een van de uitverkorenen (en tevens zijn minnaar) zorgde ervoor dat zijn zusje Bronislava ook een contract kreeg. In 1909 kwam het reusachtige gezelschap aan in Parijs. De theaters waar gewerkt werd moesten opgeknapt. Er werden nieuwe vloeren gelegd, alles werd opnieuw geschilderd en iedereen die rijk, belangrijk of beroemd was, werd uitgenodigd. De bekendste actrice van die tijd, Sarah Bernardt, schrijver Marcel Proust, de beeldhouwer Rodin, componist Ravel, de schilder Picasso, mode-ontwerpster Coco Chanel, schrijver Jean Cocteau, allemaal waren ze van de partij. Dankzij Diaghilev werden componisten als Moessorgsky, Prokofjev en Rimsky-Korsakov wereldberoemd. En nu waren balletdansers als Tamara Karsavina, Anna Pavlova en Vaslav Nijinsky aan de beurt.
Het ballet stond in die tijd niet bepaald in hoog aanzien. Het Europese dansniveau was onrustbarend laag, hoe meer rondborstige vrouwen op het toneel, hoe beter. Mannelijke dansers deden er totaal niet toe, de muziek was mierzoet en er werd wat gerommeld met kartonnen decorstukken. Vandaar dat de Ballets Russes met bijzonder goed getrainde dansers, verassende decors en kostuums en z'n hoogst originele muziek, insloegen als een bom. Nijinsky was op zijn eenentwintigste de ster van het gezelschap.
Na de overdonderende successen in Parijs was de rest van Europa aan de beurt. Amerika volgt spoedig. Nijinsky werd wereldberoemd met balletten als Le spectre de la rose en Sheherazade. Legendarisch was zijn rol als de marionet Petroesjka, die in de handen van een louche kermisklant zijn ondergang tegemoet ging. Maar privé ging het minder met hem; verlegen en met een groot minderwaardigheidscomplex klampte hij zich vast aan Diaghilev, terwijl hij tegelijkertijd graag zelfstandig wilde zijn. Hoewel hij als vakman volwassen was, kon hij met zijn kinderlijke driftbuien Diaghilev tot het uiterste drijven.
Eigen balletten
Diaghilev, altijd geneigd mensen zichzelf te laten overtreffen, spoorde Nijinsky aan zelf balletten te gaan maken. De vaste choreograaf van het gezelschap, Michel Fokine, was hierover zo boos, dat hij ontslag nam.
Nijinsky ging op zoek naar een totaal nieuwe bewegingstaal en maakte in 1911 L'après-midi d' un faune op muziek van Debussy. Het ballet werd zo tumultueus ontvangen dat Diaghilev besloot het in zijn geheel te herhalen. Een unieke beslissing. Het bijzondere aan het ballet was overigens dat de dans (waarvan sommige critici zeiden dat het geen dans was) een veel lossere relatie tot de muziek had dan ooit tevoren.
Hierna werkte Nijinsky aan Jeux (een spel tussen drie mannen op de tennisbaan, enigszins homoseksueel getint) en vervolgens aan Le sacre du printemps, op nieuwe muziek van Stravinsky. Die was op dat moment, ook dankzij Diaghilev, al wereldberoemd en werd beschouwd als de belangrijkste balletcomponist aller tijden. Le sacre du printemps was een vooruitstrevend project maar de wereld was er nog niet klaar voor. Tijdens de première moest de dirigent het orkest stilleggen en de zaal om rust vragen, zoveel werd er gefloten en gesist. Er gingen zelfs mensen met elkaar op de vuist. Tegenstanders vonden de driftige muziek ongehoord lelijk en de bewegingen barbaars en onbegrijpelijk. Voorstanders vonden het geniaal. Diaghilev Iedereen was het erover eens dat dit nog nooit vertoond was. De enige met wie Nijinski op dat moment zijn revolutionaire artistieke ideeën kon delen is zijn zusje Bronislava, die later zelf een belangrijk choreografe zou worden.
Op eigen benen
In 1913 vertrok het BALLET RUSSE met de boot naar Zuid-Amerika. Diaghilev bleef in Europa omdat hem ooit was voorspeld dat hij op de dood zal vinden op het water. Aan boord ontmoette Nijinsky de jonge Hongaarse Romola de Pulsky. Zij was in het theater verliefd geworden op Nijinsky en had zich daarom als een soort 'groupie' aangemeld als figurante voor de massascènes. Nu Diaghilev niet in de buurt was, zag ze haar kans schoon en versierde de danser, terwijl ze elkaars taal niet eens spraken Het hele gezelschap was verbijsterd toen het tweetal in . Rio de Janeiro besloot te trouwen. Collega Marie Rambert huilt bittere tranen, want ook zij was verliefd. Zodra Diaghilev het nieuws vernam, kreeg hij een enorme emotionele klap, om vervolgens een telegram te zenden waarin stond dat Nijinsky op staande voet was ontslagen. Nijinsky stond er plotseling alleen voor en dat viel allengs tegen; nu pas bleek hoeveel paden Diaghilev altijd voor de labiele jongeman had geëffend. Ook professioneel lukte het niet om op eigen benen te staan. Hij had gedanst op het hoogste niveau, was zeer kieskeurig en idealistisch en vond nergens aansluiting. Al snel zond hij Diaghilev een brief met het verzoek elkaar te zien, maar deze was nog te gekwetst om te reageren. Nijinsky begreep niets van deze reactie, hij schreef een brief naar Strawinsky met daarin de vraag: waarom gedraagt Sergei zich zo? Strawinsky vond dit ongelooflijk naïef.
Nijinsky richtte een eigen gezelschap op maar dat mislukte jammerlijk, hij was danser, geen manager. Nijinsky was oververmoeid en verlangde naar Rusland maar ze vertrokken eerst naar Hongarije. Romola was zwanger en wilde in haar vaderland bevallen. Dat lukte niet, dochter Kyra werd in Wenen geboren op 19 juni 1814. Vervolgens brak de Eerste Wereldoorlog uit. Omdat Nijinsky Russisch was, werd hij in Hongarije als staatsgevaarlijk beschouwd. Hij kreeg huisarrest en mocht het land niet uit. Het drama was compleet, hij zat gevangen en kon niet dansen, bovendien was de familie van Romola niet erg blij met hem.
Krankzinnig
Ook Diaghilev zat in de problemen en om zijn eigen tournee en het gezelschap van een financiële ondergang te redden stelde hij alles in het werk om Nijinsky vrij te krijgen zodat hij voor hem kan dansen. Bovendien had hij gehoord van de benarde situatie waarin zijn vroegere vriend verkeerde. Hij schakelde zelfs keizer Franz-Jozef en de Paus in, zodat Nijinsky en zijn gezin uiteindelijk toestemming kregen om naar Amerika te vertrekken.
Ook daar was de situatie niet probleemloos. Zijn collega's vonden dat hij zich vreemd gedroeg. Romola was constant op haar hoede, bang dat Nijinsky onrecht werd aangedaan en eiste steeds meer geld. Ze leidden een luxe leven , ontmoetten veel bekende mensen zoals de komiek Charlie Chaplin en de danseres Isadora Duncan en Nijinsky kreeg de opdracht om een nieuw ballet te maken in Amerika. Dat werd Tijl Uilenspiegel en Richard Strauss maakte de muziek. Iedereen vond het een succes maar Nijinsky was ontevreden. De tournee werd een ramp. Er waren financiële problemen. Dansers dreigden met stakingen. Er vonden veel 'ongelukjes' plaats; glasscherven op de dansvloer; zware decorstukken die vielen. Romola zag overal een complot in. Nijinsky liet het steeds vaker afweten. Hij weigerde op te treden, noemde de andere dansers zijn vijanden en verweet ze artistiek onvermogen.
Het onvermijdelijke gebeurde, hij raakte overspannen. Ze huurden in Zwitserland een villa om bij te komen maar het gaat steeds slechter met hem. Hij gaf nog één voorstelling in een groot chique hotel. Hij kwam op en beeldde de verschrikkingen van de oorlog uit, vallend, struikelend, huilend, vloekend en het publiek was zwaar geshockeerd. Het zou zijn laatste publieke optreden zijn.
Gek verklaard
Soms was hij dagenlang stil, dan plotseling weer ontzettend agressief. Hij was vaak alleen en maakt lange wandelingen door de sneeuw. Op straat viel hij mensen lastig als godsdienstwaanzinnige.
Op een dag sloot hij zich op in zijn kamer en begon te schrijven, tien dagen lang, vier schriften vol, in piepkleine, bijna onleesbare lettertjes. Het waren de aantekeningen van een krankzinnige, waarin hij zichzelf God noemde. (Dit dagboek werd later uitgegeven en is nog de inspiratie van een fraai ballet geworden) De bekende psychiater Bleuler verklaarde hem ongeneeslijk schizofreen en Romola's moeder laat Nijinsky opsluiten in een staatsinrichting, alwaar hij zeer slecht behandeld wordt. Inmiddels werd ook een tweede dochter geboren: Tamara.
Romola haalde haar man uit de inrichting en ging in Parijs wonen. Daar kwam Diaghilev langs om een wanhopige poging te doen zijn vriend uit zijn apathie te halen. Hij vroeg hem zelfs weer om te komen dansen, maar het antwoord was: "Dat kan niet, want ik ben gek."
Het werd er niet beter op. Romola, bezeten om haar man te genezen, reisde met Nijinsky stad en land af, van dokter naar dokter. In 1929 overleed Diaghilev in Venetië. Het Ballets Russes bestond niet meer maar dat werd verzwegen voor Nijinsky, evenals de dood van zijn geliefde moeder. Uiteindelijk kwam hij in een luxe kliniek terecht waar hij tien jaar zou blijven. Romola reisde intussen de wereld af om lezingen over haar man te geven en kreeg een relatie met een Nederlandse vrouw. Ze schreef een boek over hun leven, exposeerde zijn tekeningen en liet een zwaar gecensureerde versie van zijn dagboek publiceren, waar met name de vriendelijke opmerkingen over Diaghilev uit verdwenen waren. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en de Duitsers alle geestelijk gestoorden uit de weg wilden ruimen, vluchtten ze naar Boedapest.
Na de oorlog konden ze via invloedrijke vrienden aan Britse paspoorten komen en verhuisden ze naar Engeland. Nijinsky lag bijna alleen nog maar in bed. Hij snakte naar aandacht en liet zich het liefst als een klein kind verzorgen. Romola was altijd in de buurt maar verder kreeg hij zelden bezoek. In april 1950 schrok hij wakker, riep: 'Mamasha', (zijn koosnaam voor zijn moeder) en stierf. Hij was 61 jaar oud. Hij werd in Engeland begraven, maar later in 1953, deed de danser Serge Lifar, een ex-vriend van Diaghilev, er alles aan om Nijinsky in Parijs begraven te krijgen, de stad waar hij zijn gelukkigste en meest succesvolle jaren doorbracht. Nog steeds liggen er regelmatig verse bloemen op het graf op het kerkhof van Montmartre.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
Zowel de boekbespreking als de biografie van Vaslav heb ik met bewondering gelezen. Het lukt mij niet meer om zo'n groot boek in korte tijd uit te lezen, waardoor ik de structuur enigszins kwijtraak. Door een dergelijke heldere analyse krijg ik dat overzicht weer, hetgeen het doorlezen een extra dimensie geeft en het leesplezier vergroot. Dank jullie wel!.
14 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Goh, heel erg goed! Dit helpt geweldig om structuur te geven aan mijn ideeen voor mijn eigen boekverslag. Bedankt!
14 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Een hele goede samenvatting, om het boek op te halen en ook om een samenvatting te maken! Goed ondersteunend, natuurlijk is het handig als je eerst het boek gelezen hebt.
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Soms is het taalgebruik, vooral in de samenvatting, best wel vaag.
13 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Heel fijn, had geen idee hoe ik die samenvatting beetje normaal kon maken...
13 jaar geleden
Antwoorden