Titel en schrijver:
Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan…, Louis Couperus
Titelverklaring:
De eerste deel van de titel verwijst naar drie zeer oude mensen, Ottilie Dercksz, opa Takma en dokter Roelofs, die eerder in hun leven betrokken waren bij de moord op Dercksz, de toenmalige echtgenoot van Ottelie Dercksz. Ook de kinderen van Ottilie Derksz die volop in het verhaal voorkomen, zijn inmiddels oude mensen: zestigers/zeventigers.
Het tweede deel van de titel verwijst naar de vergankelijkheid, naar de tijd, waardoor alles voorbij gaat in het leven. Dit tweede deel verwijst ook naar het DING, het spook, waar iedereen die met de moord te maken heeft gehad, door achtervolgd wordt en die maar niet voorbij wil gaan.
Thema:
Het thema van het boek is de tijd, de vergankelijkheid.
Het einde voor Oma Ottilie en meneer Takma is dichtbij. Zij wachten op de dood. Voor hun is het lange wachten op de dood een soort straf voor wat zestig jaar geleden is gebeurd. Ook Harold heeft het er moeilijk mee. Het DING achtervolgt Harold nog altijd. Harold was er namelijk bij zestig jaar geleden. Pas wanneer oma Ottilie en meneer Takma overlijden is het voor hem eindelijk voorbij. Lot heeft het juist moeilijk met de tijd die voorbij gaat. Hij is zeer angstig voor ouder worden. Het liefst zou hij vroeg willen overlijden.
Motieven:
Schuld die levenslang doorspeelt, angst voor ouderdom, liefdesrelaties die wel of niet veranderen in haat, hoe je leven te leven,: in de ban van het verleden, bang voor de toekomst of juist, genieten van elke dag.
Beknopte samenvatting:
Het boek gaat over een Haagse familie met een Indische achtergrond. Ottilie Dercksz (oma Ottilie, 97 jaar), haar voormalige minnaar (opa) Takma (95) lijden onder het geheim dat zij al zestig jaar met zich meedragen: de moord die zij indertijd in Indië pleegden op Ottilies man, die hen betrapte. De oude dokter Roelofs (88) was erbij en legde – omdat hij verliefd was op Ottilie - een valse verklaring af over de oorzaak van de dood van Derks.
Zij zien elkaar vrijwel elke dag in het huis van oma Ottilie en denken dat niemand van hun geheim afweet. Maar Ottilies zoon Harold heeft de moord als dertienjarige gezien en lijdt daar zwaar onder. Ook de andere familieleden komen langzaam maar zeker achter het geheim, dat als een spook, een Ding, regelmatig aan de getuigen verschijnt en hun leven overschaduwt. Ottilies dochter, die ook Ottilie heet (in de roman mama Ottilie, 60 jaar), is een van de weinigen die van niets weet. Zij is de dochter van opa Takma. Dat is een publiek geheim.
Lot (Charles), een van de zonen van mama Ottilie, kleinzoon van oma Ottilie, gaat trouwen met Elly, kleindochter van opa Takma. Zij hebben geruchten gehoord dat zij neef en nicht zijn. De geheimen uit het verleden zweven om hen heen. Ze gaan op huwelijksreis, bezoeken Lot’s vader in Brussel, zijn tante Therese in Parijs, zijn zuster Ottilie met haar geliefde Aldo in Nice en praten veel met hen over de familie, over de liefde, over de vergankelijkheid, over wat je met je leven moet doen. Lot is erg bang om oud te worden. In Italië bestuderen ze De Medici.
In Den Haag gaan de verschillende (klein)zonen en (klein)dochters van oma Ottilie inmiddels regelmatig bij haar op bezoek. Kleindochter Ina, behept met een enorme geldzucht, heeft iets opgevangen over de reden van de komst van oom Daan vanuit Indië naar Nederland en ze wil precies weten wat er aan de hand is. Zij hoort iedereen uit, maar niemand wil het geheim aan haar vertellen. Op een gegeven moment overlijdt opa Takma. Men wil het oma niet vertellen, maar als ook dokter Roelofs overlijdt, raadt oma het en al gauw overlijdt zij ook. Daarmee is het Ding voorbij. Lot en Elly gaan uit elkaar, Elly gaat naar St. Petersburg, gewonde soldaten verzorgen, Lot gaat terug naar Italië, artikelen schrijven over onder andere de Medici.
Hoofdpersonen:
Oma Ottilie is de hoofdpersoon. Het hele boek draait om de moord die zij samen met meneer Takma in Indië pleegden en over de invloed die dat heeft op hun eigen leven en op de levens van hun (klein)kinderen.
Positieve punten:
- Vroeger hele mooie vrouw
- Altijd omringd door familieleden
Negatieve punten:
- Bang wat er na de dood met haar gaat gebeuren
- Ziet Dercks in haar gedachten in de hoek van de kamer zitten
Vertelperspectief:
Het vertelperspectief is een alwetende verteller, die voortdurend wisselt van personage. Alle personages behalve dokter Roelofs komen wel aan bod. Je begrijpt daardoor vrij goed hoe ze in elkaar zitten, hoe ze denken en voelen en wat hen beweegt.
Tijd:
De roman beslaat een paar maanden, misschien een klein jaar, in het begin van de twintigste eeuw. Het verhaal is chronologisch geschreven.
Decor:
De roman speelt zich grotendeels in Den Haag af, in de huizen van de verschillende personages. Verder volgen we Lot en Elly naar Brussel, Parijs, Nice en Italië, maar behalve het uitzicht en de tuin in Nice speelt het landschap vrijwel nergens een grote rol.
Taalgebruik:
Het taalgebruik is ouderwets, maar nog heel goed te lezen. Af en toe staat er wat Frans in en er zijn veel dialogen in het boek. De schrijver herhaalt heel vaak varianten op het tweede deel van de titel: de dingen die voorbij gaan… Dat is soms wel wat te veel van het goede. Verder geeft hij ieder personage een eigen taalgebruik. De dokter bijvoorbeeld zegt voortdurend ‘ja-ja, zo zo’. De Indische tante Floor spreekt met veel Indische woorden en klanken. Hij beschrijft de verschillende mensen ook met de nodige humor.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden