Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan door Louis Couperus

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3531 woorden
  • 16 juni 2008
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
38 keer beoordeeld

Boekcover Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan
Shadow

Een groot geheim verbindt de families Takma en Steyn de Weert. Lang geleden, toen zij nog in Indië woonden, is er een mysterieuze moord gepleegd, waar niemand over wil praten. Met zijn dagelijkse bezoeken aan de moeder van Ottilie bezegelt de stokoude heer Takma hun stilzwijgen. Ze hopen hun geheim in het graf mee te nemen, maar als de zoon van Ottilie wil trou…

Een groot geheim verbindt de families Takma en Steyn de Weert. Lang geleden, toen zij nog in Indië woonden, is er een mysterieuze moord gepleegd, waar niemand over wil prate…

Een groot geheim verbindt de families Takma en Steyn de Weert. Lang geleden, toen zij nog in Indië woonden, is er een mysterieuze moord gepleegd, waar niemand over wil praten. Met zijn dagelijkse bezoeken aan de moeder van Ottilie bezegelt de stokoude heer Takma hun stilzwijgen. Ze hopen hun geheim in het graf mee te nemen, maar als de zoon van Ottilie wil trouwen kan het niet langer verborgen blijven. Dan pas wordt duidelijk hoezeer de vreselijke gebeurtenis uit het verleden nog altijd mensen met elkaar verbindt en dat de dingen van vroeger nog niet voorbij zijn gegaan. 

Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan door Louis Couperus
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan
Auteur: Louis Couperus

Samenvatting
Zoals de titel van het boek al zegt, zijn de belangrijkste personen in dit verhaal oude mensen. Het verhaal volgt een grote groep mensen die op een of andere manier vanwege een familieband bij elkaar horen. In totaal zijn er niet minder dan vijf generaties die tegelijkertijd leven.
Bovenaan de stamboom staan de drie ‘écht’ oude mensen: Ottilie Dercksz, Emile Takma en Dokter Roelofsz. Zij zijn rond de negentig jaar oud. Officieel zijn het slechts vrienden, maar sommige familieleden vermoeden, of weten zeker, dat Takma en ‘grootmama Ottilie’ ooit samen een kind hebben gekregen.
Een treetje lager staan verschillende zoons en dochters, die vanwege de hoofdpersoon meestal ooms en tantes worden genoemd. Het vermelden waard is de gelijknamige dochter van grootmoeder Ottilie (en vermoedelijk Takma), Ottilie Steyn. Zij is getrouwd geweest met twee eerdere mannen en is daarom verantwoordelijk voor vijf kleinkinderen.

Één van Ottilies kinderen is min of meer de hoofdpersoon, Charles Pauws, beter bekend als Lot. Hij is verloofd met de kleindochter van Takma, Elly. Ze hebben een flauw vermoeden dat ze eigenlijk neef en nicht zijn.
Aan een andere kant van de stamboom zijn er nog twee diepere lagen: een zoon van een kleinkind trouwt en krijgt kinderen (hoewel iets later in het verhaal).
Veel, zo niet de meeste familieleden wonen in Den Haag, waar ze geregeld op bezoek gaan bij grootmoeder Ottilie. Zij komt nauwelijks haar kamer meer uit; de benedenverdieping van haar huis is meer toegerust op het ontvangen van familieleden. De voorkamer is een gezellige wachtkamer, waar de familie wacht totdat ze naar boven kunnen. Een vaste klant is Takma, die zelfs zijn eigen stoel heeft op de kamer van grootmoeder Ottilie. Ook Dokter Roelofsz, de derde generatiegenoot.
De drie oudjes verbergen een groot geheim, waarvan zij denken dat zij alleen het weten. Zestig jaar geleden waren zij alledrie in Nederlands-Indië. Op een bepaalde nacht (misschien wel de nacht waarin Ottilie nummer twee verwekt werd) ontdekte Ottilies toenmalige man, Dercksz, dat zij zich ophield met Takma. Tijdens het gevecht dat volgde, doodde Takma Dercksz met zijn eigen wapen. Samen met de Indische dienstmeid (de ‘baboe’) gooiden ze het lijk in de rivier. Ze hielden het erop dat de man er per ongeluk ingevallen was, en hun vriend Dokter Roelofsz, die het lijk onderzocht, bevestigde dat. Ze wisten alleen niet dat oom Harold, toen dertien jaar oud, alles gezien had.
Naast de verhaallijn die beschrijft, hoe de drie oude mensen hun dood af zitten te wachten en hoe steeds meer familieleden langzamerhand achter de waarheid omtrent de dood van de oude Derckz komen, is er nog een tweede verhaallijn. Deze beschrijft hoe Lot Pauws en Elly Takma zich verloven en daarna trouwen.
Lot woont bij zijn moeder (Ottilie Steyn, zoals gezegd) en hij houdt zich bezig met het schrijven van artikelen, essays (gespeld als ‘essai’), en (in het verleden) romans. Elly woont bij een tante en haar grootvader (Takma) en heeft zich met verschillende zaken bezig gehouden, niet meer dan één interesse tegelijk.
Na hun verloving bezoeken ze bijna alle familieleden die in Den Haag wonen. Na hun trouwen, alléén op het gemeentehuis, gaan ze op reis, waarbij ze hopen ook andere familie op te zoeken. Daarna kunnen ze eventueel bij mama Ottilie gaan wonen, maar omdat zij en haar huidige man niet erg goed met elkaar overweg kunnen, is dat niet voor iedereen even aanlokkelijk.
Allereerst gaan ze naar Lots vader, die nog wel in Nederland woont. Daarna reizen ze door naar Frankrijk, waar ze Tante Therèse ontmoeten, die als enige van de familie ‘Roomsch’ is geworden. Zij brengt haar tijd biddend door in een klooster.
In Italië zien ze dan eindelijk de zus van Lot: Ottilie nummer drie. Zij woont samen met een Italiaan en is dus niet getrouwd, iets wat vrij nieuw is voor de conservatievere leden van de familie.
Lot en Elly hebben een geweldige tijd in Frankrijk en Italië. In Italië wijden ze zich aan het schrijven van een historisch boek over de Medici’s. Dit is iets wat Lot erg leuk, maar ook moeilijk vindt: hij schrijft liever korte, maar originele artikelen dan dat hij een lang boek schrijft. Ze komen een heel eind, totdat ze teruggeroepen worden.

Dit is ongeveer waar het eerste deel van het boek eindigt, of eigenlijk ietsje eerder. Het tweede deel gaat terug naar Den Haag, om te kijken wat er ondertussen gebeurt.
Het tweede deel concentreert zich weer meer op het geheim van de drie oude mensen. Het geheim en de moord wordt (in eerste instantie door oom Harold, de ooggetuige) gepersonifieerd tot het Ding. Het Ding is een spookachtige verschijning, dat de mensen die ervan weten herhaaldelijk aan schijnt te staren. Maar, nog steeds volgens oom Harold, het Ding gaat voorbij, hoewel tergend langzaam, maar als de drie oudjes dood zijn zal het totaal voorbij zijn gegaan en in de afgrond vallen.
Steeds meer familieleden komen te weten van het Ding, of gaan het bestaan van het Ding vermoeden. Dit gebeurt op verschillende manieren: het ene (Indische) familielid hoort het van de oude dienstmeid, het andere door simpelweg ernaar te raden. Degene die het meest wil weten wat het is, is tante Ina, maar ze komt het steeds maar niet te weten.
Een ander onderwerp dan in het tweede deel naar voren komt, is geld, of eerder het gebrek daaraan. Sommige familieleden, zoals mama Ottilie, hebben geldgebrek, anderen hebben juist vrij veel. En het is nog maar de vraag wie wat zal erven, als de drie oudjes doodgaan.
Het verhaal loopt ten einde als Takma de eerste van de drie is, die sterft. Na zijn dood vind zijn dochter brieven in zijn bureau, die haar van het geheim op de hoogte stellen. Dit vertelt ze weer aan de man van mama Ottilie, Steyn: zo zijn er op dit moment een stuk of drie, vier groepen mensen die van het geheim weten, en denken dat zij de enige van de familie zijn die het weten.
De dood van Takma heeft allerlei gevolgen. Mama Ottilie erft een ton van hem, waardoor één van haar ‘Engelsche’ zonen gretig naar Nederland komt. Lot en Elly worden teruggetelegrafeerd uit Italië. De dood moet geheim gehouden worden voor grootmoeder Ottilie, want de schok zou haar te groot zijn; ze vertellen haar dat Takma alleen ziek is. Maar helaas komt Dokter Roelofsz het wel te weten, en helaas: ook hij sterft.
Nu móét iemand wel vertellen dat de beide heren dood zijn. Mama Ottilie neemt die taak op zich: ze wil eigenlijk alleen vertellen dat Roelofsz is gestorven, maar grootmoeder Ottilie snapt, dat ook de zogenaamd zieke Takma dan wel dood zal zijn. De schok is inderdaad te groot voor haar, en binnen korte tijd sterft ze, niet wetende dat bijna alle familieleden inmiddels op de hoogte zijn van de moord, hoewel ze dat niet van elkaar weten.
De dood van de drie oude mensen is voor veel familieleden een opluchting, en dat zal het voor henzelf ook wel geweest zijn. Mama Ottilie besluit naar Engeland te gaan, waar men volgens Lot haar erfenis voor haar zal opmaken. Lot en Elly wilden verder gaan met hun werk, verder reizen of zich ergens vestigen, maar nu vernemen we dat Elly naar St. Petersburg is gegaan om bij het Rode Kruis te werken.
In het laatste hoofdstuk is Lot weer alleen, in Italië. Daar heeft hij, misschien wel als laatste, van Steyn gehoord van de moord. Hij is banger voor de ouderdom dan ooit; hij wil het liefst jong sterven. Het komt in hem op om een nieuwe roman te schrijven, over twee zulke oude mensen als Takma en zijn grootmoeder… maar hij besluit het niet te doen.

In de laatste zin zien we, dat zijn haar erg grijs begint te worden aan de slapen.

Citaten
(Over Takma)
Vooral in hem trof die nerveuze, vlugge helderheid in zoo heel ouden man. Het was of hij door een vreemde capaciteit zijn zinnen had gescherpt, zoo dat zij vaardig gebleven waren, want hij las nog veel, met een bril; hij hoorde scherp; hij was moeilijk voor wijn; gevoelig voor luchten; hij kon in den donker iets vinden. Allen, soms, midden in een gesprek, was het of een onoverwinnelijke dommeling over hem nevelde, staarden plots zijn heldere oogen glazig, viel hij in slaap… Men liet hem, had de beleefdheid het hem niet te toonen: vijf minuten daarna ontwaakte hij, sprak verder, nieerde dat moment onbewustheid. De inwendige schok, waarmeê hij ontwaakt was, was voor niemand te speuren.
(pagina 28 – 29)

— Is dokter Roelofsz dood!! Mama weet nog niets?
— Neen, zei Daan Dercksz. Harold, jij moet het mama zeggen…
— Ik? schrikte Harold Dercksz. Ik? Ik kan niet… Het zoû zijn mijn moeder vermoorden… En ik kàn niet mijn moeder vermoorden…
En hij staarde…
Hij zag het Ding…
Het ging voorbij, spokende in sleepende sluiers van mist, die nevelden rondom zijn langzaam, langzaam voortbewegende gestalte: de bladeren ritselden… en achter de stille boomen dreigden schimmen te voorschijn te treden, om het Ding tegen te houden… Want, zijne moeder dòòd, zoû het Ding storten in den afgrond…
(pagina 209 – 210)


Ja, ze stierf, ze stierf rustig… Aan haar bed bad Therèse, Therèse, die NIET wist, meende Harold: niemand… niemand wist dan hijzelve en Daan… Het Ding… het Ding ging voorbij… Hoor, boven steunde zijn moeder haar laatste ademen weg en bij iederen adem ging het Ding, ging het verder, sleepte het zijn mistigen sluier; bladeren ritselden, dooi-tranen weenden neer, schimmen dreigden wel achter de stammen, maar het Ding, het Ding ging voorbij…!
O, jàren, zèstig jaren lang had hij het Ding voorbij zien slepen, zoo langzaam, zóó, dralende langzaam, als of het nooit voorbij zoû gaan, als of het eeuwig talmen zoû, te lang voor een naar het einde smachtende menscheleven. Zestig jaren lang, had hij het zoo gezien, het Ding, had het hem in de oogen gestaard… Hoor, mama steunde hooger op, heftiger een pooze: zij hoorden Ottilie heviger snikken…
(pagina 235 – 236)

Tachtiger kenmerken
Op verschillende punten is dit boek kenmerkend voor de literaire stroming van de tachtigers.

De hoofdpersoon heeft een zwak gestel
Dat is zeker waar. In andere naturalistische romans schijnt de hoofdpersoon vaak een vrouw te zijn; naar eigen zeggen lijkt Lot ook meer op een vrouw. Hij heeft veel trekjes van zijn moeder, Ottilie geërfd; haar beschouwt hij als een volwassen kind. Aan het eind van het verhaal wordt het nog duidelijker dat Lot in ieder geval zelf vindt dat hij een teer gestel heeft: als Ottilies zoon Hugh naar Nederland komt, is hij jaloers op zijn typisch mannelijke uiterlijk.

De hoofdpersoon wordt bepaald door race, milieu et moment
Hoewel dat nergens expliciet wordt beschreven, lijkt het er in ieder geval wel veel op. De factoren zelf zijn duidelijk aanwezig. Zie voor een gedetailleerdere uitweiding “Race, milieu et moment”.

Een geschiedenis van ontnuchtering
Dit element slaat vast en zeker op de langzame ontdekking van het geheim of het Ding. Deze geschiedenis hoort eigenlijk niet bij de hoofdpersoon – die wordt pas aan het eind van het verhaal ‘ontnuchterd’ – maar bij de familie als geheel gaat het inderdaad heel geleidelijk. Niemand zou trouwens van zulke oude en aardige mensen als grootmoeder Ottilie en Takma verwachten dat ze zo’n misdrijf begaan zouden kunnen hebben, dus de term ‘ontnuchtering’ is misschien wel op zijn plaats.

Belangstelling voor taboeonderwerpen
Omdat ik niet weet wat de taboeonderwerpen in die tijd precies waren, kan ik niet zeggen of er veel of weinig belangstelling is voor taboeonderwerpen. Er is in elk geval wel wát: een zekere oom blijkt achter zijn degelijke dikke boeken enige lectuur van wat minder respectabele aard te hebben verstopt. Verder wordt er hier en daar iets over de verschillende vormen van christelijk geloof gezegd: er lopen een paar godsdienstige types rond, die constant bidden of hel en verdoemenis preken. Gelukkig wordt er niet bepaald naar hen geluisterd, en worden ze eerder wat belachelijk gemaakt; misschien was dat in die tijd ook wel niet zo gewoon.


Speciaal taalgebruik
Er zijn inderdaad genoeg neologismen en synesthesieën aanwezig. Het valt alleen niet erg op; ik kan me niet herinneren dat een woord zó opmerkelijk was dat ik er even bij stil bleef staan. Dat kan er natuurlijk aan liggen dat het taalgebruik nu vooral ouderwets(ch) is, zodat bijna alle woorden er vreemd uitzien. In het derde citaat op de vorige bladzijde staat een voorbeeld van een neologisme: dooi-tranen.

Personele verteller
Het is soms moeilijk om het verschil te zien (als het er al is) tussen een auctoriaal perspectief en een personaal perspectief, als dat laatste perspectief wordt toegepast op erg veel personen. En dat is wat er gebeurt: we volgen vrij veel familieleden om beurten, allemaal in het personaal perspectief. Dit zorgt er helaas niet voor dat de familiestamboom wat inzichtelijker wordt, wat een auctoriaal perspectief misschien wel had gedaan.

De ontwikkeling van de hoofdpersoon
Er zijn erg veel personages in dit boek, die allemaal wel minstens een keer worden gevolgd. Degene die vrij duidelijk het meest wordt gevolgd is Lot, een van de weinige niet-vijftigplussers. Maar omdat hij er ook vaak níét is en de naspeuringen van andere familieleden even belangrijk zijn voor het verhaal, zou ik hem toch niet dé overduidelijke hoofdpersoon willen noemen.
Lot (Charles) is een man van vijfendertig jaar oud. Hij is een zoon van moeder Ottilie en haar eerste man, Pauws. Hij is een van de jongste leden van de in Den Haag wonende familie, en hij is wat bang om oud te worden. Hij ziet de drie heel oude mensen bijna dagelijks, en hij wil alles liever dan zo oud worden. Dan nog liever op een jonge leeftijd sterven.
Hij weet eigenlijk niet goed waarom hij met Elly Takma trouwt. Later in het boek lijkt dit te veranderen: hij zegt dan iets dat erop neerkomt dat hij Elly de liefste persoon op aarde vindt. Hoe dan ook, ze willen geen groot huwelijksfeest. Ze willen zelfs niet in de kerk trouwen; voor de wet is goed genoeg.
Omdat Ottilie en haar man op het moment bepaald niet op vriendschappelijke voet verkeren, wil Lot nog niet gelijk bij ze intrekken. Daarom komt de reis die ze gaan maken goed uit: ze kunnen daarna altijd nog zien.
Op reis in Frankrijk en Italië vindt hij het heerlijk om even buiten de familiesfeer in Den Haag te zijn. Ook leert hij op de reis toch weer meer over zijn familie, omdat hij de buitenlandse familie ontmoet. Hier krijgt hij dan ook het idee om weer eens een lang boek te schrijven, wat Elly ook zo graag wil. Zelf vindt hij dat hij beter is in artikelen schrijven, maar die vindt Elly te vluchtig.

Het nieuws dat Takma dood is, is natuurlijk een hele klap, maar Lot en Elly vinden het toch wat onnodig om dan maar hun reis af te breken. Achteraf gezien was dat een goed idee, omdat de twee andere oude menschen snel daarna het loodje leggen. Het is vreselijk voor Lot dat zijn oma dood is, temeer omdat hij nu nog banger wordt voor de ouderdom.
Tot overmaat van ramp wordt hij ook nog ziek, gaat Elly weg naar het Rode Kruis en neemt de Engelse zoon zijn moeder in beslag. Maar eigenlijk komt dit alles goed: hij geneest, hij vindt het niet erg dat Elly bij het Rode Kruis werkt en Ottilie krijgt door dat ze alleen maar op haar geld uit zijn.
Uiteindelijk, aan het eind van het verhaal, is hij banger voor de ouderdom dan ooit te voren. Dat ligt misschien wel aan het bericht van de moord uit het verleden, dat hij als laatste te horen heeft gekregen. Gelukkig weet hij nu wel wat hij gaat doen: waar hij goed in is, korte, maar prachtige artikelen schrijven.

“RACE, MILIEU ET MOMENT”
“Race, mileu et moment” zijn zeker aanwezig in dit boek. Ze gelden niet alleen voor de hoofdpersoon, maar ook in meerdere of mindere mate voor de andere personen. Omdat het familie is, hebben ze namelijk sommige factoren gemeen.
Omdat de familie weinig kennissen heeft en omdat ze allemaal in Den Haag wonen en bij elkaar op bezoek gaan, is de omgeving voor hen allemaal hetzelfde. Binnen deze groep mensen zijn er nog verschillende familienamen (zoals de Takma’s en de Derckzen), die allemaal een paar onderscheidende kenmerken hebben. De afkomst of de genen zijn dus ook vertegenwoordigd. Wat het meest verschilt, is het moment of de meegemaakte gebeurtenissen: die maken ieder familielid weer anders.
Voor Lot geldt dit ook allemaal. Hij heeft veel eigenschappen van zijn moeder geërfd: hij heeft wat je noemt een zacht karakter. Omdat hij zijn moeder als een volwassen kind beschouwd, wordt het duidelijk dat zijn opvoeding niet je van het geweest is, maar hij leeft wel in dezelfde omgeving als alle andere familieleden: in Den Haag, om de dag naar oma Ottilie, en verder een beetje werken en over andere familieleden denken en praten. De dingen die hij meegemaakt heeft en het moment beïnvloeden hem ook wel: hij heeft romans en artikelen geschreven, hij verlooft zich met Elly, en dat bepaalt voor een groot deel wat hij later gaat doen.
Ik vond het een wat minder idee om bijvoorbeeld bij elk ding dat Lot deed of elke beslissing die hij nam te gaan uitpluizen hoe “race, milieu et moment” hem daar precies toe gedwongen hebben: laten we het erop houden dat hij vaak aan die dingen denkt en vaak op basis daarvan handelt. (Leuke bijnaam trouwens, in naturalistische context.)

Genre
Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan is in de eerste plaats natuurlijk proza, en daarna duidelijk een familieroman. Het is een zeer grote familie, en het de stamboom is ook nog eens vier à vijf generaties hoog. Dit zorgt ervoor dat het verhaal af en toe erg lastig te volgen is. Omdat de familierelaties vrij ingewikkeld zijn, is het aan het eind van het verhaal hier en daar nog steeds niet helemaal duidelijk, wie nu precies wie is. (Na het maken van het boekverslag wordt het duidelijker, omdat je er steeds over na moet denken.)

Titelverklaring
Het gedeelte “Van oude menschen” lijkt me wel duidelijk: het verhaal gaat voornamelijk over oude mensen, nóg oudere mensen en de ouderdom in het algemeen.

Het tweede gedeelte, “de dingen, die voorbij gaan” (eigenlijk een soort ondertitel), kun je denk ik op drie manieren interpreteren. Maar ik weet niet zeker of dat wel de bedoeling was.
Ten eerste kun je zeggen dat het onderwerp niet verandert, en dat met ‘de dingen’ ‘de oude menschen’ bedoeld worden. Dan zou het betekenen dat oude mensen dingen zijn, die voorbijgaan, oftewel dood gaan.
Ten tweede is de meest voor de hand liggende betekenis van “de dingen, die voorbij gaan” natuurlijk, dat het ook gaat over dingen die voorbijgaan. Bijvoorbeeld zaken die niet meer belangrijk zijn als de mensen die ermee te maken hebben, dood zijn.
Ten derde kan het ook nog eens een keer slaan op de personificatie van de moord: dat is een ding, dat volgens sommige familieleden (in het bijzonder oom Harold) letterlijk voorbijgaat, dat wil zeggen voorbijloopt en in een afgrond valt.

Leeservaring
Van oude menschen was misschien wel het eerste boek dat ik las voor Nederlands waarvan ik niet wist of het me wel zou lukken om het uit te lezen (een zeker boek van ene Du Perron natuurlijk niet meegerekend). Dat lag vooral aan de ouderwetse spelling en het dito taalgebruik: in het begin viel er niet doorheen te komen. Het wende wel een beetje, de manier van spellen, maar het indommeleffect trad toch vaak op. (Het effect dat ervoor zorgt dat je na het lezen van één of meerdere alinea’s opeens beseft dat je niet begrepen hebt wat er in de desbetreffende alinea(’s) stond, waardoor je opnieuw moet beginnen.)
Een voordeel was dat het verhaal was opgedeeld in vrij behapbare relatief kleine hoofdstukken, zodat je makkelijk “er nog een hoofdstukje tegenaan kon gooien” en het boek af en toe kon afwisselen voor iets anders (wat lichtere kost zoals een Bommel, bijvoorbeeld).
Ik denk niet dat het naturalisme mijn favoriete soort van schrijven is. Synesthesie en ondoorzichtige neologismen vind ik niet bepaald bevorderlijk voor de duidelijkheid van het verhaal, wat het hier en daar nogal saai of oninteressant maakt.
Op het verhaal zelf heb ik niet zoveel aan te merken. Hoewel het erg lastig was om alle familieleden uit elkaar te houden, vond ik het toch wel leuk om over ze te lezen. Hoe ze langzaam doch gestadig één voor één ontdekken wat grootmoeder Ottilie en Takma verborgen houden, was ook amusant. De lotgevallen (of Lot-gevallen) van Lot en Elly vond ik dan weer minder interessant.
Om op één van de punten van de oorspronkelijke opdracht terug te komen: het onderwerp was wel redelijk interessant. Ik heb zelf natuurlijk ook oude familieleden (gehad), van wie ik hoop dat ze geen decennia-oud geheim hebben. Het lezen over de oude mensen was wel rustig, omdat ze eigenlijk niets meer te melden hebben en vooral bij elkaar zitten om hun dood af te wachten.

Kortom, ik vond Van oude menschen nou niet meteen een erg leuk boek, maar bijzonder vervelend was het ook weer niet.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan door Louis Couperus"