Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vaders van betekenis door Marion Bloem

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
Boekcover Vaders van betekenis
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3196 woorden
  • 17 november 2003
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
19 keer beoordeeld

Boekcover Vaders van betekenis
Shadow
Vaders van betekenis door Marion Bloem
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1) Beschrijving Marion Bloem, vaders van betekenis, Uitgeverijen Singel 262, Amsterdam, eerste druk 1989, achtste druk 1995. Aangespoord door mijn thema “Nederlands Indië” ben ik gaan zoeken naar schrijvers die boeken hebben geschreven over dit thema. Ik ben toen de schrijfster Marion Bloem tegengekomen. In de bibliotheek waren echter verschillende boeken van haar zodat ik de titels en de achterkanten van de boeken ben gaan lezen en het boek “vaders van betekenis”sprak mij het meeste aan. De korte weergave van de inhoud van het boek is als volgt: Babs is de hoofdpersoon van deze roman. Ze groeit op in Nederland, maar heeft Indische ouders. Al heel vroeg staat voor Babs' vader (Mek) vast dat zij schrijfster zal worden. Als haar oom Tjok op bezoek komt, zegt haar vader dat ze goed naar diens verhalen moet luisteren. Dan kan ze later een boek over hem schrijven, want oom Tjok en Bab’s vader hadden vroeger samen veel meegemaakt. Babs wordt inderdaad schrijfster. Op het moment dat “Vaders van betekenis” begint, heeft Babs al twee romans geschreven. De eerste ging over een problematische moeder-dochterrelatie, de tweede over liefde, relaties en passies. Babs is 37 jaar, getrouwd, en heeft twee zonen. Haar vader dringt er bij haar op aan nu toch spoedig een roman over oom Tjok te schrijven, anders zal die hem zelf niet meer kunnen lezen. Ze probeert hem steeds maar weer af te wimpelen. Totdat Oom Tjok overleidt en Bab’s vader bij de crematie haar weer opnieuw aandring om een boek te schrijven over hun verleden. Maar Babs is de verhalen van oom Tjok vergeten. Een paar dagen na de crematie krijgt Babs van haar vader een plastic tasje vol brieven, foto's en volgeschreven schriftjes. 'Spullen van mijn overleden broer', zegt hij erbij, en: 'als je klaar bent met het boek wil ik de spullen weer terug hoor'. Babs besluit nu toch aan het boek te beginnen. Ze vertrekt naar Bali; daar hoopt ze de rust te vinden om te schrijven. Ze logeert er in het vakantiehuis van een Japanner die ze een paar jaar eerder heeft leren kennen. Babs bedenkt dat haar hoofdpersoon Boudewijn (Buddy) van Smeir zal heten. Buddy is de zoon van een Hollander en een Javaanse prostituee. Hij wordt opgevoed door Chinese pleegouders en een Indonesische baboe. Op een dag bezoekt Buddy een doekoen (soort tovenaar). Buddy vraagt de doekoen om eeuwige jeugd. De doekoen antwoordt hem dat hij met zijn jeugdigheid ook de onbezonnenheid, de pijn, de intolerantie, de agressie, de roekeloosheid, de wispelturigheid en de ontevredenheid die bij de jeugd horen, zal behouden. Babs geeft Boudewijn van Smeir ook een dochter, Desiree, een adembenemende schoonheid. Achter het verhaal dat Babs verzint rond de vader van Desiree, Boudewijn van Smeir, gaat een dieper thema schuil: 'Ik wil een vader beschrijven met het uiterlijk van mijn eigen vader, en ook zijn creativiteit, bescheidenheid, en innemendheid, maar met de onverschrokken moed, en de fysieke kracht van mijn oom Tjok, en het mysterieuze van mijn vaders oudste broer, oom Broer. Zo dacht ik, als ik deze drie samenvoeg, en daarbij ook de geheel andere, veel Hollandsere kant van bijvoorbeeld mijn moeders vader, heb ik de Indische man en zijn geschiedenis beschreven' Naast Broer en Tjok is er echter nog een broer: Didi. Babs heeft hem nooit ontmoet, en op alle familiefoto's is het hoofd van Didi eruitgeknipt of weggekrast. De familie praat niet over hem. Didi was muzikaal, en speelde al op jeugdige leeftijd de viool in huiskamerorkesten van volwassenen. Hij was arrogant en populair bij de dames. Zijn moeder trok hem voor. Maar aan de muzikale carrière van Didi kwam een einde door de Tweede Wereldoorlog. Net als zijn broers werd hij gevangengezet in het jappenkamp. Na de bevrijding sloot hij zich aan bij de Nederlandse militairen en vertrok na het onafhankelijk worden van Indonesië naar Nederland. Tijdens de bruiloft van zus Vicky ontstak Didi in woede en ging op de vuist met zijn broers. Vlak daarna emigreerde hij naar de Verenigde Staten en hoorde niemand ooit meer iets van hem. Babs besluit dat ze ook Didi moet meenemen in haar portret van de Indische man. Als Babs grasduint door de plastic tas, ontdekt ze dat haar vader op zoek is geweest naar Didi. Ze vindt allerlei brieven die aan haar vader zijn gericht. De brieven verwijzen naar een brief van haar vader waarin hij blijkbaar heeft gevraagd of er iets bekend is over zijn broer Didi. De briefschrijvers zijn allen Indische mannen die in de jaren veertig naar de Verenigde Staten zijn geëmigreerd omdat het leven in Nederland tegenviel. Ze reageren allemaal enthousiast op haar vaders brief; blijkbaar vinden ze het leuk weer eens met een andere Indo te communiceren. Uitgebreid vertellen ze over hun ervaringen in de Verenigde Staten. Die zijn niet allemaal even positief. Het was moeilijk om werk te vinden, ondanks hun opleidingen en diploma's hebben ze vaak jaren in de fabriek gewerkt. Nu zijn ze gepensioneerd en redelijk tevreden. Geen van allen kennen ze Didi. Een van de briefschrijvers heeft zijn adres weten te achterhalen en hem benaderd, maar Didi heeft een koel briefje teruggeschreven met de mededeling dat hij met rust gelaten wil worden. Naar aanleiding van de brieven denkt Babs terug aan haar eigen jeugd, speciaal aan het contact met haar vader. Haar ouders hebben het ook niet gemakkelijk gehad na hun emigratie naar Nederland. De militaire ervaring en opleiding van haar vader werden niet serieus genomen in Nederland. Hij moest onderaan beginnen, en volgde een interne dienstcursus. Babs en haar moeder zagen hem af en toe in het weekend. Later bouwt Babs een goede band op met haar vader. Hij leert haar tekenen en verhalen schrijven. Toch is ze zich er al jong van bewust dat haar ouders geen goed huwelijk hebben. Haar vader is vaak onbehouwen tegen haar moeder, haar moeder ergert zich aan de jeugdigheid van haar vader. Herinnering, fantasie en de inhoud van de plastic tas beginnen één geheel in Babs' hoofd te vormen. In het plastic tasje vindt ze allerlei documenten uit de periode dat haar vader en zijn broers in het jappenkamp zaten. Ze besluit dat ook Boudewijn van Smeir in het jappenkamp moet hebben gezeten. In het werkelijke leven, het heden op Bali, heeft ook Babs een ontmoeting met een Japanner. Hij is de zoon van haar gastheer, en komt kijken of Babs het wel naar haar zin heeft. In zijn aanwezigheid beluistert Babs de cassettebandjes waarop Tjok en haar vader over de wreedheden van de Japanners in het kamp vertellen. Babs en de Japanse jongen praten over de Tweede Wereldoorlog. Hij weet er weinig van. Babs voelt zich onweerstaanbaar aangetrokken tot de jongen en uiteindelijk vrijen met elkaar. In de plastic tas vindt Babs het kampdagboek van haar tante Zus, de latere vrouw van oom Tjok. 'Over onze moeders' heet het hoofdstuk in deze roman waarin Babs stukken uit het dagboek leest, en nadenkt over wat Indische vrouwen in de kampen en later in Nederland hebben meegemaakt. Met behulp van de foto's uit de plastic tas fantaseert Babs verder over haar romanpersonage. Omdat Buddy eeuwige jeugdigheid bezit, heeft hij de hele Indische geschiedenis meegemaakt. Alle foto's en passages uit geschiedenisboeken zijn op zijn levensverhaal van toepassing. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog raakt hij bevriend met de broers Broer, Didi, Tjok en Mek. Zo verweeft Babs haar herinnering en haar fantasie. De verhalen van Buddy en haar vader en zijn broers lopen in elkaar over. Buddy kan zelf het tijdstip van zijn dood bepalen. In Desiree heeft hij eindelijk de dochter gevonden die de Indische traditie kan voortzetten. 'Ze moet kinderen baren die de kern van haar vader met zich meedragen zodat Buddy zelf nu met alle nodige rituelen zijn persoonlijke leven tot geschiedenis kan maken' (p. 126). Die nodige rituelen bestaan eruit dat Buddy zijn dochter moet doden. Ook hijzelf is gedood door de doekoen, zodat hij eeuwig jong kan blijven. Hetzelfde zal hij met zijn dochter doen, zodat hijzelf geschiedenis kan worden. Maar het ritueel slaagt niet, omdat Buddy zonder dat hij het zelf weet, nog een dochter heeft. Liberata is op dezelfde dag geboren als Desiree, ergens in een Indonesische kampong. Zo komt er geen einde aan het verhaal van Buddy; hij moet verder leven. In de plastic tas vindt Babs een toneelstuk dat haar vader geschreven heeft. Het is niet afgemaakt, midden in een dialoog houdt het abrupt op. Babs krijgt het bericht dat ook haar oom Didi gestorven is. Ze besluit weer naar Nederland terug te keren. Haar verhouding met de Japanse jongen houdt ze geheim. Ze kan zelf niet beoordelen of haar roman af is. Ze vraagt zich zelfs af of er een einde mogelijk is aan deze geschiedenis. De uitgewerkte persoonlijke reactie: Het onderwerp van het boek is “Nederlands-Indie” en de periode na de bezetting. Dus het gaat vooral om de uitwerkingen op de personen die deze periode hebben meegemaakt. Dit vind ik een heel interessant onderwerp. Wat ik erg leuk vind van boeken met zo’n thema is dat ik de Indonesische woorden, die soms erin worden verwerkt, kan lezen. Dit komt omdat ik 6 jaar in Indonesië heb gewoont. Het onderwerp ligt dus wel in mijn belevingswereld. Ik heb ook al 2 andere boeken met dit onderwerp gelezen namelijk “Max Havelaar” en “Indische Duinen”. Dit boek vind ik even goed als de vorige 2. Wat ik wel leuk vind is dat Marion Bloem dit boek heeft geschreven naar aanleiding van Max Havelaar. Want het plastic tasje dat Babs krijgt van haar vader is vergelijkbaar met het “pak van Sjaalman” Het belangrijkste stuk van het boek is het deel dat Babs dus het boek schrijft. Hier komen voor Babs uiteindelijk werkelijkheid, fantasie en verleden door elkaar heen te lopen. Ik vind deze gebeurtenissen wel goed geschreven. Ik vind dat deze gebeurtenissen logisch uit elkaar voortvloeien en veel samenhang vertonen. Want verhalen van haar vader en oom vinden plaats in de roman van Babs, en Babs identificeert zich steeds sterker met haar romanpersonage Desiree. Tegelijkertijd zetten de documenten uit het tasje Babs aan het denken over zichzelf, haar familie en het heden waarin ze leeft. De hoofdpersoon is totaal geen heldin. Ze heeft het schrijven van het boek heel lang uitgesteld, wat ik heel zwak vind. Ook vind ik dat ze zich te makkelijk laat verleiden door die Jappanner die haar komt bezoeken. Dit vind ik totaal geen “helden actie”, want ze is nota bene getrouwd en heeft kinderen. Hoe verder je komt in het boek des te beter je Babs leert kennen. Voor de rest krijg je van andere personages niet veel te weten. Ik vind Babs niet sympathiek en ik keur haar gedrag niet goed. Ten eerste had ik al veel eerder dus dat boek geschreven en was ik niet met zo’n Jappanner vreemd gegaan. Ik vind de opbouw van het boek nogal ingewikkeld. De ene keer verteld ze over vroeger, dan weer over haar boek en dan weer over haar fantasieën. Hierdoor moet je goed blijven opletten bij het lezen. In het boek zitten redelijk veel flashbacks. Deze gaan dan vooral over haar eigen jeugd en de jeugd van haar vader en ooms. Ik vind deze flashbacks wel erg goed passen bij het onderwerp. Wat ik wel jammer vind is dat je aan het einde nog met vragen blijft zitten. Je krijgt niet te weten hoe de roman die zij schrijft eindigt en ook weet je niet hoe het nou zit met die Jappanner. Het taalgebruik is nogal verwarrend in heb boek. De roman bestaat uit veel korte fragmenten die zijn opgebouwd met korte zinnen. Ook gebruikt ze vaak Indonesische woorden en vergeet ze bij de zinnen soms de werkwoorden en medeklinkers als bijv haar vader aan het woord is. Aan de ene kant is dit wel irritant maar zo kom je wel in de sfeer van het boek. 2) Verdieping · Fabel en sujet

In dit boek is het sujet erg belangrijk en karakteristiek voor het boek, want doordat de hoofdpersoon pas later is geboren dam de rest van zijn familie en de lezer als het ware met hem meekijkt, zou het niet leuk geweest zijn als alles op chronologische wijze zou worden verteld. Als het wel op chonologische volgorde was geschreven dat zou het boek dus beginnen met het levensverhaal van Mek (bab’s vader) en zou je na het levensverhaal lezen dat ze een boek erover gaat schrijven. Dit is dan natuurlijk veel minder leuk dan hoe het nu is geschreven, want anders weet je al waar het boek over gaat. Het boek bevat daarom vele flashbacks zodat aan het einde van het boek de lezer alle gebeurtenissen in hun logische chronologische volgorde weet (fabel). Het sujet maakt de lezer ook veel meer aan het denken te zetten in het boek, want de lezer wilt het antwoord weten op vragen die naar het verleden terug verwijzen en daardoor ga je als lezer doorlezen. Het sujet maakt het boek dus spannender en aantrekkelijker om door te lezen. Het boek blijft door het sujet ook langer in je geheugen zitten, dan dat je het snel en zonder moeilijkheden en enig denkwerk kan lezen omdat het toch chronologisch gebeurt. · Tijd
Het boek is niet chronologisch verteld. Er komen veel flashbacks in voor. In het begin verteld ze over de tijd toen ze (Babs) nog klein was, daarna springt het verhaal naar het heden, in de tijd dat ze dus dat boek gaat schrijven. Onder het schrijven van het boek kijkt ze ook vaak terug naar het verleden en het boek zelf gaat eigenlijk ook over het verleden. Het boek is niet-continu geschreven. Er zijn nogal wat stukken tijd overgeslagen, zoals de tijd vanaf toen Babs een klein meisje was tot dus het moment dat ze het boek gaat schrijven (ze is dan 37 jaar). De belangrijkste flashback is de flashback naar het leven van haar vader en ooms. Hier gaat ook het hele boek, wat Babs dus schrijft, over. Ze kijkt dan terug op de tijd voor de kampen, tijdens de kampen en na de kampen. Door deze flashbacks krijg je dus een idee van het boek dat Babs schrijft. Het boek beschrijft de geschiedenis van Indische Nederlanders, kort voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Dit is heel duidelijk merkbaar als je het boek leest. De verteltijd van het boek is 316 pagina’s, dus voor het gemak 316 dagen. Dit is nog niet eens een jaar. De vertelde tijd is veel groter: Kort voor de oorlog tot aan na de tweede wereldoorlog. Dit is dus veel langer dan een jaar. · Personages
Babs: Zij is de hoofdpersoon van de roman. Ze is van Indische afkomst, is 37 jaar oud, is getrouwd en heeft twee kinderen. Ze heeft al 2 romans geschreven voordat ze dus het boek over haar vader, oom Tjok en andere ooms gaat schrijven. Ze woont in Nederland en is opgegroeid met de verhalen van oom Tjok over de oorlog. Zij bereikt haar doel wel, want uiteindelijk heeft ze toch nog een boek geschreven. Babs is een karakter, want aan het einde van het boek kan ik me een redelijk beeld voorstellen hoe deze vrouw eruit ziet. Boudewijn (Buddy) van Smeir: de hoofdpersoon van het boek dat Babs schrijft. Buddy is de zoon van een Hollander een een Javaanse prostituee. Hij werd opgevoed door Chinese pleegouders. Buddy heeft de eeuwige jeugd georven van een tovenaar. In Buddy zitten verschillende personages verwerkt: de vader van Babs, oom Tjok, oom broer en oom Didi. Boudewijn is ook een karakter, want van de vader van Babs, oom Tjok, oom broer en Didi krijg je allemaa wel een beetje te weten en als je dit dus als het ware “in een persoon giet” krijg je een persoon waar je veel van weet. Ouders van Babs: Zij hebben het na hun emigratie naar Nederland niet gemakkelijk gehad. Haar vader kreeg geen goed werk, omdat zijn militaire ervaring en opleiding niet serieus werd genomen. Daarom volgde hij curussen waardoor hij niet vaak thuis was. De ouders van Babs hebben geen goed huwelijk. De vader is vaak onbehouwen tegen Babs moeder en babs moeder ergert zich aan de jeugdigheid van haar vader. De vader en moeder van Babs zijn beiden typen. Je krijgt weinig van ze te weten. De personages in het boek zijn allemaal met elkaar verbonden, omdat ze allemaal voorkomen in het boek van Babs en/of het schrijfproces van Babs beinvloeden. Vooral haar vader en de ooms Tjok, broer en Didi vormen de belangrijkste inspiratiebron. Van haar vader heeft Babs ook het talent om verhalen te vertellen geërfd. Met geen van de personages kan ik me indentificeren. Elk persoon heeft weer een kant die mij totaal niet uitspreekt. Babs gaat bijvoorbeeld vreemt in Bali, Didi heeft ruzie met zijn familie enz. · Opbouw
Het boek bestaat uit 11 hoofdstukken. Het boek wordt ingeleidt door een stukje uit de tijd dat Babs nog een kind was. Daarna komt er een hoofdstuk met de titel “Het begin” en het boek eindigt met het hoofdstuk genaamd “Het einde” Tussen deze twee hoofdstukken wordt dus beschreven hoe Babs het boek maakt en waar het boek over gaat. Tussen deze stukken door zitten vele alinea’s en witregels Hierdoor wordt het boek veel overzichtelijker gemaakt en is het onderscheidt tussen het heden en verleden in het boek makkelijker te bepalen.De overgangen van heden naar verleden zijn vrij logisch: er gebeurt iets, dat doet de ik-persoon aan iets anders denken en dus verteld hij ons dat ook, wanneer je opnieuw op een witregel stuit, betekent dat dat er terug een sprong naar het heden wordt gemaakt. Er zitten verschillende verhaalliijnen in het boek. Deze volgen elkaar goed op en er zit veel samenhang tussen. De verhaallijnen hebben allemaal wat te maken met het boek dat Babs aan het schrijven is. Het boek heeft een open einde. Je weet niet hoe het boek dat ze heeft geschreven precies afloopt en ook niet wat Babs nou eigenlijk met die Jappanner doet en hoe haar man erop reageert. Ik vind dit heel verrassend, want het hele boek vond ik een beetje saai en sloom, maar door dit einde ga je er toch meer over nadenken. · Vertelsituatie
Het boek heeft een meervoudige vertelsituatie. De enige wordt het vertelt in de ikvertelsituatie en de andere keer weer in de personale vertelsituatie. Ik vind dat het door deze afwisseling best wel een betrouwbare vertelsituatie wordt. Zo kan ik informatie die de ik-persoon achterwege laat toch nog te horen krijgen door de personale verteller. Andersom krijg ik van Babs zelf ook meer te weten dan als het boek alleen maar in de personale vertelsituatie was geschreven. Door deze twee dingen vind ik de tekst behoorlijk betrouwbaar. · Taalgebruik
Het boek is net als andere romans van Marion Bloem fragmentarisch geschreven. De roman bestaat uit vele korte fragmenten met korte zinnen. Door dit taalgebruik krijg je wel een beter beeld hoe de Indische Nederlanders ongeveer spreken. Zij laten namelijk zo veel mogelijk werkwoorden weg. Dit zie je in het boek ook beter als de indische “mannen” aan het woordt zijn, zoals Babs vader en oom Tjok. Ook worden in het boek veel Maleise woorden gebruikt in de dialogen. Enkele voorbeelden hiervan heb ik gekopieërd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.