Inhoudsopgave
Pagina 1
Schrijfster
Titel
Uitgeverij
Jaar van uitgave
Pagina 2
Inhoudsopgave
Pagina 3
Samenvatting
Pagina 4
Hoofdpersoon
Gegevens over de auteur
Pagina 5
Gegevens over de auteur
Setting
Verhaallijn
Thema
Vertelinstantie
Pagina 6
Titelverklaring
Motto
Literatuurgeschiedenis
Eindoordeel
Pagina 7
Eindoordeel
Samenvatting
De familie Peskens is een armoedig gezin in Vlissingen. Ze werken zich diep in de schulden bij de kolenboer. Daalhuyzen, de kolenboer, staakt uiteindelijk de levering. De moeder besluit wraak te nemen door alle fruitbomen in de tuin om te zagen. Dit doet ze samen met de ik-figuur. Achteraf hingen ze het krantenartikel over dit vandalisme boven de open haard.
De familie staat niet alleen bij de kolenboer in het krijt, maar bij veel meer mensen. Wanneer de verhuurder de huurachterstand kwam ophalen, duwde moeder hem van de trap en zei achteraf tegen de politie dat ze hoopt dat hij dood is. Ze krijgt een maand gevangenisstraf en neemt achteraf wraak. Ze zet het huis in brand samen met de ik-verteller, die het paard in veiligheid moest brengen. Dit krantenartikel werd ook opgehangen.
De ik-verteller gaat naar de H.B.S., een rijkelui school. De gymleerkracht bleef commentaar geven op de spullen van de ik-persoon. Op een gegeven moment wordt moeder het zat en slaat hem in het bijzijn van de schoolkinderen in elkaar.
Bij de kazerne helpt de moeder twee dienstweigeraars, omdat ze tegen het leger is. Ze blijken haar eten niet nodig te hebben, want het leger deelt dagelijks eten uit aan de armen. De ik-persoon besluit erwtensoep te halen, wat moeder niet waardeert, waarna ze hem straf bezorgd.
Vader wordt ernstig ziek en krijgt goed eten geleverd door de burgermeester. Wanneer de burgermeester op bezoek komt stuurt moeder hem eruit, omdat ze niet houdt van de rijkelui. Na het herstel van vader brengt moeder de pan terug door hem door de gang te gooien en de burgermeester te bedreigen.
De kermis komt in de stad en men heeft daardoor weer geld, wat snel wordt uitgegeven. Ze vraagt een dwerg waarmee ze bevriend is om in Vlissingen bij hun te blijven maar weigert. Na een felle ruzie tussen vader en moeder blijft moeder een week bij de kermis zonder van zich te laten horen.
Zo’n 25 jaar later verteld vader over zijn vader. Deze was partijman en revolutionair in de politiek. Zijn vader werd toen herdacht. De koningin kwam ook op bezoek, als kennis van de vader van de ik-persoon zijn vader. Moeder was een briefwisseling gestart.
Op een nacht wordt moeder wakker. Ze zegt direct dat als ze dood is, vader de brieven die ze uitwisselt met de koningin te verbranden. Na haar dood verbrand vader, zonder van de inhoud te weten, de brieven.
Een aantal jaar later, toen vader tachtig werd, bezoekt de verteller zijn ouders. Er wordt verteld over een receptie. Zijn vader houdt er namelijk nog steeds van in het nieuws te komen.
De vader van de schrijver moet kort na het overlijden van een broer naar het ziekenhuis. Moeder is zeer dement en zit in het verpleeghuis. Vader overleeft dit geval, maar sterft kort daarna toch aan een andere oorzaak. Moeder komt korte tijd hierna ook tot sterven. Het laatste dat hij nog van voor het verval heeft is zijn moeders versleten ring.
Hoofdpersoon
De ik-verteller:
De naam van de ik-verteller is niet aangegeven in het boek. Het is alleen duidelijk wat zijn achternaam is: Peskens. In de eerste helft van het verhaal (In volle bloei) is hij een kind van een arm gezin in Vlissingen. Hij wordt niet altijd evengoed opgevoed: Hij moet bijvoorbeeld zijn moeder helpen bij het in brand steken van een huis. De jongen ziet zijn moeder als voorbeeld, terwijl hij tegelijkertijd ook heel bang voor haar is en altijd nadenkt of ze het er wel mee eens zal zijn
Later in het verhaal, bij het tweede deel (Het verval), is de ik-verteller volwassen. Zijn vader is een bekend politicus geweest en een kennis van de koningin. Hier blijkt dat hij een grote hoeveelheid broers en zussen heeft gehad.
Over de ik-verteller zijn uiterlijk is niks bekend.
Gegevens over de auteur
Gerardus Adriaan van Oorschot is geboren in Vlissingen op 15 augustus 1909. Hij is vooral bekend als uitgever. De naam van zijn uitgeverij is G.A. van Oorschot. Hij gaf hier boeken uit van bijvoorbeeld Multatuli, Leopold en Du Perron.
Van Oorschot zelf begon met het schrijven van gedichten na het werken als havenarbeider in Rotterdam. Hiervoor had hij een HBS-diploma gehaald.
Eenmaal begonnen met het schrijven van zijn socialistische, revolutionair getinte poëzie, bestede van Oorschot niet veel tijd meer aan zijn werk. Hij kwam hierdoor in de gevangenis van Scheveningen, waar hij tot de conclusie kwam dat hij geen goede dichter was. Hierna stopte hij dan ook met deze tijdbesteding.
Nadat van Oorschot in 1932 met Jantina Smit trouwde en twee zoons kreeg, ging hij werken bij de uitgever A.A.M. Stols. In 1939 ging hij echter bij een andere uitgever werken, Emanuel Querido. Wegens de Duitse inval werd de directeur gedwongen uit het bedrijf te stappen, waarna hij van Oorschot als directeur promoveerde. Dit bleef totdat het bedrijf in 1944 van de bezetters stopgezet moest worden.
In 1943 scheidde van Oorschot met zijn eerste vrouw en hertrouwde met Hillechiena Munneke, waarmee van Oorschot nog twee zoons kreeg.
Kort na de bevrijding verhuisden zie naar een huurpand aan de Amsterdamse Herengracht en begon van Oorschot zijn eigen uitgeverij.
Gerardus Adriaan van Oorschot is gestorven op 18 december 1987 en is 78 jaar geworden.
Boeken:
Titel
Jaar van uitgave
Uitgestelde vragen
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden