1. Samenvatting Het verhaal wordt verteld en gaat over Chaja, zij is een twintigjarige filosofiestudente uit Antwerpen. Ze werkt ’s ochtends bij een bloemist en in de middag past ze op bij de familie Kalman, op aanraden van meneer Apfelschnitt een goede vriend van haar en de buurman van haar ouders, om de huur van haar appartement te betalen. Ze past op een tweeling van een paar maanden en een vierjarig jongetje, Simcha. Chaja gaat vak met hun wandelen in het park. Daar zag Simcha vaak eendjes, hij vindt eendjes leuk. Haar ouders kan ze niet goed mee praten. Haar moeder probeert de oorlog te vergeten en haar vader zoekt aar 2 koffers die hij tijdens de oorlog had begraven. Ze kwam ook niet vaak bij haar ouders. Toen ze een keer met Simcha terugkwam vanaf het park probeerde de conciërge Simcha’s hand tussen de liftdeur te doen omdat die nooit werd dichtgedaan. Chaja word dan boos en trekt de conciërge zijn jas kapot toen ze hem van Simcha af wilde halen. De conciërge flipt totaal en blokkeert de voordeur en eist geld voor zijn jas. Chaja betaalt niet en klimt door het raam naar buiten. Ze mag van mevrouw Kalman een week niet meer komen werken, toen ze weer mocht werken vertelde meneer Apfelschnitt dat Simcha was verdronken en de vijver in het park. Chaja is erg verdrietig en stopt met haar studie filosofie en gaat verder met natuurkunde. 2. Titelverklaring De titel is: “Twee koffers vol”. Het boek heet zo omdat het in het verhaal gaat over Chaja wiens vader op zoek is naar 2 koffers die hij tijdens de tweede wereldoorlog had begraven in Antwerpen. Hij hoopt ze te vinden om dingen van vroeger terug te halen. Hij vindt ze nooit en houd erover op.
3. Thema en motieven Thema Het thema gaat over de Tweede Wereldoorlog, en over hoe de overlevenden daarmee omgingen. Is er een ander thema mogelijk. Zo ja, welk(e)? Ja, het zou ook kunnen gaan over het leven van een student Motieven Chaja besloot om de baan als kinderjuf aan te nemen omdat ze het geld nodig had. Haar vader zocht naar de koffers die hij had begraven bij een huis omdat er herinneringen aan zijn zus in zitten. De moeder van Chaja begraaft de herinneringen aan Auswitz omdat ze er nooit meer aan wil denken. Leg per motief uit wat de relatie is met het thema: A) het heeft geen verband met het thema
B) hij probeert vast te houden aan vroeger, toen alles nog goed was. C) ze probeert Auswitz te begraven met roddels en andere verhalen. 4. Perspectief Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief. Een duidelijk voorbeeld hier van is. “Één foto uit die tijd bezit ik slechts. Veel wijzer word ik daar niet van.” Ik denk omdat je je dan veel beter zou kunnen inleven in het personage. 5. Tijd Wat op het eerste gezicht niet echt opvalt, is dat het verhaal niet-chronologisch is. Dit komt doordat de ik-persoon Chaja een herinnering ophaalt. De lezer gaat dan mee met de herinnering die chronologisch is, deze tijd die je meemaakt is ongeveer 1 jaar. Dit weet je doordat Chaja begint met dat ze toen nog net begonnen was met haar 1 jaar filosofie en eindigt dat ze wel was geslaagd voor het eerste jaar, maar dat ze zich had ingeschreven voor de studie natuurkunde. Een stukje waarin voor mij duidelijk werd dat het niet-chronologisch is, is het volgende stukje, met name door het woordje toen; Ik was toen twintig jaar en ik studeerde filosofie. Zodra ik me op de universiteit had laten inschrijven wilde ik niet langer bij mijn ouders blijven wonen. Filosofen, vond ik, konden alleen maar gedijen in eenzame afzondering. Ik denk dat de functie van deze tijdbreuk daar is zodat het verhaal toch even anders loopt en het voor de lezer makkelijker te begrijpen is. Verder speelt het verhaal zich waarschijnlijk af in de jaren 60 en 70. Chaja’s ouders hebben namelijk de tweede wereldoorlog mee gemaakt en in de tijd dat het verhaal zich afspeelt is zij 20 jaar. Het wordt niet letterlijk verteld.
6. Ruimte en sfeer Het park en het huis van de familie Kalman. Zijn belangrijke stukken in het verhaal Het park: Mijn indruk van het park is dat het een vrij vredig park is, met bankjes, bomen en eendjes in de vijver. Op de bankjes staan grove teksten over joden. De ikpersoon gaat vaak met Simcha naar het park. Het huis van de familie Kalman: Bevindt zich in een flat met een trappengat en een conciërge die erg racistisch is. Binnen in het huis heeft de vader een eigen kamer, waar verder niemand mag komen. De ikpersoon werkt hier voor de familie Kalman. 7.Genre Het een roman omdat het een klein beetje romantiek in zit en dat er daardoor meer romantiek ontstaat. Het is een historische roman maar ook een beetje een romantische want er wordt wel liefde gespeeld.