Twee koffers vol door Carl Friedman

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover Twee koffers vol
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2613 woorden
  • 19 juni 2001
  • 92 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
92 keer beoordeeld

Boekcover Twee koffers vol
Shadow

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfe…

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter …

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfelschnitt, voert zij geestige gesprekken over de komst van de Messias, terwijl haar vader zelf op zoek is naar koffers die hij lang geleden heeft begraven.

Het boek werd in 1998 verfilmd door Jeroen Krabbé onder de titel left luggage. 

Carl Friedman debuteerde in 1991 met de novelle tralievader, waarin beschreven wordt hoe een kind tevergeefs probeert door te dringen in het kampverleden van haar vader. In 1996 verscheen de verhalenbundel de grauwe minnaar. 

Twee koffers vol door Carl Friedman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 §1
Titel: Twee Koffers Vol. Auteur: Carl Friedman. Jaar van uitgave: 1997. Jaar van eerste uitgave: 1993. §2
korte samenvatting: Chaja, een Antwerpse met een Joodse achtergrond vertelt over haar verleden, toen ze filosofie studeerde. Ze heeft verscheidene baantjes om haar studie te betalen: ze werkt bij een bloemenwinkel en wast borden in een restaurant. Dat laatste baantje zegt ze op, als ze voor de chassidische (streng Joodse) familie Kalman gaat werken. Ze moet voor de kinderen Avrom, Dov, Tzivja, Esja en Simcha zorgen. Al gauw merkt ze, dat ze Simcha het liefst vindt. Hij is een klein mannetje en hij is gek van eendjes. Op aanraden van meneer Apfelschnitt, een principiële Joodse man met een zacht karaker, gaat ze op bezoek bij haar ouders, die nog geen half uurtje lopen van haar af wonen. Het valt haar op dat haar moeder nooit over de Tweede Wereldoorlog praat, hoewel ze in een concentratiekamp heeft gezeten. Har moeder vertelt haar, dat haar vader twee koffers op wil graven met herinnering uit de Tweede Wereldoorlog. Moeder zelf is hier tegen: ze wil niet nog eens aan het verleden herinnerd worden. Als ze bij de familie Kalman gaat werken, hoort ze van een van de kinderen dat hun vader haar achter haar rug om Gomer noemt. Hij vindt haar dus een verraadster van het Jodendom. Al snel merkt de hoofdpersoon dat ze het niet met de conciërge kan vinden. Hij sluit haar buiten, als ze terugkeert van een wandeling met Simcha. Als ze dit tegen mevrouw Kalman vertelt, reageert ze heel berustend. Hier kan Chaja niet tegen. Pesach was op komst en dat was te merken aan de activiteit in de Joodse gemeenschap. De studente gaat met Simcha wandelen. Als ze op een bankje gaat zitten, ziet ze dat daar STINKJODEN opgekalkt is. Door al haar werk ziet Chaja haar medestudenten nog maar weinig. Een studente, genaamd Sophie, loopt vaak achter haar aan. Ze heeft veel discussies met haar over de ideeën van Friedrich Nietzsche, die vindt dat we onszelf meer moeten laten gaan. Volgens Sophie wordt de hoofdpersoon hierin gehinderd door haar katholieke achtergrond. Daarop vertelt de Chaja, dat ze Joodse is. Hiervan schrikt Sophie wel even. Meneer Apfelschnitt wordt ziek en Chaja gaat bij hem op bezoek. De twee hebben een gesprek over de oorlog en Jodenhaat etc. Bij de familie Kalman hoort ze aan, dat Simcha voorleest uit het “leerboek voor de jeugd”. Hierin wordt in gewichtig taalgebruik uiteengezet hoe een Jood zich dient te gedragen. Zelf verzint ze een “Bijbel voor de eendjes” en leest die voor. Meneer en mevrouw kalman moeten ‘s avonds weg en vragen Chaja of ze op wil passen. Ze kan bij de familie eten. Hier ziet ze niet zoveel in, omdat ze weet, dat meneer Kalman een hekel aan haar heeft. Er gebeurt bijna een ongeluk, als de Chaja met Simcha de lift in wil gaan. De conciërge is zo kwaad, dat iemand het hekje boven open heeft laten staan, dat hij de hand van Simcha pakt en deze met het hekje probeert te vermorzelen. Chaja weet dit te voorkomen, door een voet voor het hekje te steken en vervolgens, na een stoot gehad te hebben, aan de jas van de conciërge te gaan hangen, waardoor de jas scheurt. De conciërge wil hier vijftienhonderd Frank voor hebben, maar Chaja weigert dit principieel. Doordat zij voortdurend weigert, roept Chaja het over zich af, dat de conciërge haar insluit. Ze kan de flat niet uit. Mevrouw Kalman stelt voor het bedrag dan maar te betalen, maar zelfs dat weigert Chaja. Ze ontsnapt via het raam en de regenpijp. De familie Kalman besluit haar een week vrij te geven om de zaak af te laten koelen. Bij haar volgende bezoek aan haar ouders, op aanraden van meneer Apfelschnitt, wordt haar vader net door de politie thuisgebracht. Hij was aan het graven op particuliere grond. Chaja toont meer begrip tegenover haar vader als haar moeder. Net als ze zich mooi wil gaan maken en naar Simcha wil gaan, klopt meneer Apfelschnitt op haar deur. Hij heeft slecht nieuws: Simcha is dood. Chaja wil haar rouw delen met de chassiden en gaat naar de familie Kalman. Vader Kalman vertelt haar echter dat ze niet echt welkom is. De familie acht haar schuldig aan zijn dood. Voordat ze vertrekt, maakt moeder Kalman nog een rituele scheuring in haar jasje. De studente besluit van studie te veranderen. Tot vreugde van haar vader gaat ze nu natuurkunde studeren. §3 motivatie: Ik heb dit boek gekozen omdat ik me wel interesseer voor boeken over de tweede wereldoorlog. Ook wist ik dat dit boek verfilmt was in de film Left Luggage, en ik wilde weleens een boek lezen dat ook verfilmt was. Ook wilde ik graag een boek van Carl Friedman lezen, op aanraden van personen die al eens eerder boeken van haar hadden gelezen. Hoofdstuk 2 INFORMATIE SCHRIJFSTER: Carl (Carolina) Friedman werd op 29 april 1952 geboren in Eindhoven in een Joods gezin. Het gezinsleven stond sterk in het teken van de oorlogservaringen van haar vader, die in een concentratiekamp had gezeten. Hij was gearresteerd toen hij zich even buiten zijn onderduikadres waagde en keerde in juni 1945 moreel en fysiek gebroken terug in Nederland. Zijn vrouw, dochter en twee zoons werden vaak geconfronteerd met de verhalen over zijn ervaringen. De jonge Carl las dan ook veel boeken over de Tweede Wereldoorlog, met name egodocumenten. Carl Friedman groeide op in Eindhoven en Antwerpen en volgde na haar middelbare school een opleiding tot tolk-vertaalster die zij echter niet afmaakte. Ze vestigde zich in Breda en werkte enige tijd als journaliste. Na de geboorte van haar zoon in 1979 hield ze zich bezig met vertaalwerk. Hoewel haar tot dusver verschenen werk deels sterk autobiografisch getint is, is en aanzien van haar jeugdervaringen, heeft Friedman, die inmiddels met haar zoon in Amsterdam woont, een hekel aan publiciteit rond haar persoon. HOODLIJNEN VAN HAAR WERK: In 1980 maakte Carl Friedman een reis langs enkele voormalige concentratiekampen, waaronder het kamp waar haar vader gevangen had gezeten. De indrukken die zijn daar opdeed, verwerkte ze in een aantal sonnetten die ze “sonnetten voor een tralievader” noemde. Deze werden gepubliceerd in ‘De Gids’ en ‘Maatstaf’. De latere uitgever van haar werk stimuleerde haar echter om over haar zo sterk in het teken van de oorlog staande ervaringen te schrijven in de vorm van proza. In 1991 verscheen de novelle ‘Tralievader’, die bestaat uit veertig korte ‘hoofdstukken’, alle voorzien van een korte titel. In 1993 kwam het boek ‘Twee koffers vol’. Door kritiek en lezers werden beide boeken van Friedman goed ontvangen, zodat diverse herdrukken volgden. Met name ‘Tralievader’ kreeg veel aandacht en werd in het Engels (‘Nightfather’) en Duits (‘Vater’) vertaald. Naar de novelle werd in 1995 een korte speelfilm gemaakt. De Engelstalige verfilming van ‘Twee koffers vol’, geregisseerd door Jeroen Krabbé is onder de titel ‘Left Luggage’ in de bioscopen verschenen. De roman verscheen in 1996 in het Engels onder de titel ‘The shovel and the loom’. Met het eind 1996 verschenen ‘De grauwe minnaar’ waagde Friedman zich voor het eerst naar het genre van het (langere) verhaal. De drie verhalen uit deze bundel worden allen gethematiseerd door het Joodse milieu, net als de andere twee boeken van Carl Friedman. TITELVERKLARING: ‘Twee koffers vol’ heeft volgens mij twee betekenissen: - Twee koffers vol in de betekenis van twee begraven koffers van voor de Tweede Wereldoorlog vol met spullen en herinneringen die de vader van Chaja kwijt is en graag weer wil vinden. Hij heeft die nodig om verder te kunnen leven, of niet verder te kunnen leven, want als hij ze uiteindelijk gevonden heeft, hoeft hij nergens meer naar te zoeken en dan heeft hij ook geen ‘levensdoel’ meer voor ogen. En dan heeft hij niks meer te doen, behalve het verdrinken in zijn herinneringen. - Twee koffers vol in de betekenis van twee verschillende koffers, de ene met gelovige Joden en de andere met niet-gelovige Joden. De twee koffers konden botsen omdat ze beide Joods zijn, maar de een gelovig en de ander niet. THEMA: Het boek gaat over wat Joods zijn kan betekenen, voor verschillende mensen: voor Joden en niet-joden, voor Joden met een geloof en joden zonder een geloof. Iedereen reageert op zijn eigen manier op het Joods zijn en op de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Het chassidische geloof neemt een grote plaats in, in het boek en het lijkt voor Chaja, die niet orthodox gelovig is, alsof de gevoelens in de chassidische gemeenschap worden buitengesloten. Het boek gaat ook over de dood, over verliefdheid op een klein Joods jongetje en het verwerken van de Tweede Wereldoorlog. RECENCIES: Ik heb twee recencies gelezen over het boek. De ene kwam van het NRC Handelsblad en de schrijfster is redelijk positief over het boek, alleen vindt ze het vorige boek beter en hoopt ze dat ze verder gaat met poëzie omdat dat Friedman beter ligt, volgens haar. De ander kwam uit
Hoofdstuk 2A Verwerkingsopdracht 3. GEDICHT 1: EENZAAM
Eenzaam loop ik door de donkere gangen, de wind suist om me heen. Ik voel me zo gevangen, ik voel me zo alleen. Ik ben geen mens van deze aarde, onrecht scheurt mijn hart in twee. In paniek, met de handen in mijn haren. Je kan niet vluchten je kan nergens heen
Ik vond dit gedicht goed bij het verhaal passen omdat Chaja zich ook erg eenzaam voelt na de dood van Simcha, haar ‘lievelingetje’. Het ‘onrecht’ dat wordt Chaja wordt aangedaan is dat ze van meneer Kalman buitengesloten wordt en de schuld krijgt van de dood van Simcha. Chaja weet daarna ook niet meer wat ze moet en waar ze naartoe moet, ze weet niet waar ze naartoe moet vluchten. GEDICHT 2: In de hemel wonen de soldaten, gevallen in de slag bij 'Waarom'. Zullen wij het nimmer laten, dit af te doen met 'daarom'? Want de poort staat nog altijd open, voor soldaten in een lange rij. Kunnen wij alleen maar hopen
of gaat die laatste echt voorbij? In de hemel wonen de soldaten, waarvoor opa heel vaak bad. Want ze moesten hem verlaten, omdat opa doodgewoon meer mazzel had. Toch dit voordeel in z'n leven, bracht hem schuld en pijn. Hij wilde soms wel alles geven
om bij hen te mogen zijn. In de hemel wonen de soldaten, die we eens per jaar vereren. En als we dan even alles laten, dan hoor je ze marcheren. Maar het is waar wat opa zei: Het wordt luider, elk jaar weer, elke drie minuten op de vierde mei, loopt aldaar een leger meer. Dit tweede gedicht vind ik goed bij het verhaal passen omdat het over soldaten gaat in de hemel, en aangezien Simcha in de hemel is en het een boek is met een thema dat ook veel met oorlogen en soldaten te maken heeft. Hoofdstuk 3 Het onderwerp van ‘Twee koffers vol’, het Jodendom en alle vooroordelen die erover bestaan, vond ik best interessant. Normaal is het moeilijk inzicht te krijgen in de manier van leven in een andere cultuur. Dat het onderwerp buiten mijn belevingswereld ligt, maakt het dus voor mij alleen maar interessanter. Ik moet zeggen dat ik niet dagelijks over het Jodendom nadenk, maar ik vraag me wel eens af waarom Hitler nou juist de Joden moest vervolgen en waarom juist de Joden zo vaak in de geschiedenis al zondebok zijn geweest. ‘Twee koffers vol’ heeft het voor mij makkelijker gemaakt om door de ogen van een Jood naar deze zaken te kijken. Het Jodendom wordt in het boek heel diepgaand behandeld. Je ziet een erg strenge en principiële Jood (meneer Apfelschnitt), een doorsnee Jood (Chaja’s vader) en een Chassidisch gezin (de familie Kalman). De hoofdpersoon krijgt van alle kanten te maken met Jodenhaat. Zo verbrijzelt de conciërge bijna de hand van Simcha. “Twee koffers vol” is wat het verhaal betreft gemakkelijk te begrijpen. Het heeft een strakke, heldere verhaallijn en komt helemaal niet kunstmatig over. De gebeurtenissen lopen eigenlijk logisch in elkaar over. De gebeurtenissen in ‘Twee koffers vol’ roepen soms onmacht op, bijvoorbeeld als de “machtige” conciërge de hand van het ‘opdondertje’ Simcha probeert te pletten. Verder roept het boek vertedering op als Simcha bijvoorbeeld “kwak” zegt, of als Chaja de “eendenbijbel” voorleest. Aan het eind van het verhaal is er een gevoel van verdriet, omdat Simcha dood is en Chaja daar ook nog zo ongeveer de schuld van krijgt. Er zijn zeker gebeurtenissen die me aan het denken hebben gezet. Het beste voorbeeld is het al eerder genoemde voorval met de conciërge. Ik vroeg me echt af of het echt zo erg was met die Jodenhaat. Het boek loopt bijzonder slecht af, als Simcha verdrinkt. Het mannetje is in zijn leven alleen nog maar slachtoffer geweest. Slachtoffer van het geloof van zijn ouders, van zijn broertjes die hem vaak pesten. Daarbij is hij ook nog slachtoffer geweest van de conciërge. Nu moet juist die jongen sterven. Daar komt nog eens bij dat zijn vader geen enkel begrip toont voor
Chaja, die met de familie mee wil rouwen. Door deze slechte afloop blijft het boek echter wel tot het einde boeien. Een groot voordeel van dit boek vind ik, dat het zo concreet is. Ik zie alle gebeurtenissen zo voor me. Dit vormt misschien en tegenstelling tot de abstracte zaken als geloof, die in het verhaal worden beschreven. Ik denk dat het verhaal toch zo concreet is, omdat de schrijfster deze zaken aan de orde laat komen in gesprekken. In ‘Twee koffers vol’ komt het verhaal vrij snel op gang. Toch is er eerst wel een soort introductie, dat vond ik wel prettig, want dan is er meteen duidelijkheid waar en in wat voor situatie het verhaal speelt. Over het algemeen kun je zeggen dat het verhaal redelijk aan elkaar hangt, maar niet alles strookt precies met de hoofdlijn. Het boek bestaat uit vele aparte scènes. Toch maakt dit het verhaal niet echt moeilijk, omdat ze een bepaalde regelmaat hebben. Het verhaal is eigenlijk één grote herinnering. In het verhaal zelf komen ook herinneringen terug, vooral die van Chaja’s vader, die eigenlijk zijn herinneringen op wil gaan graven. Toch kan ik niet zeggen dat er veel flash backs in het verhaal zeggen. De personages in het boek komen goed tot hun recht. Hun karakters kwamen dan ook niet kunstmatig over, ze hebben veel kleine trekjes die hen herkenbaar maken. Toch was dit niet bij alle karakters het geval. Vooral meneer en mevrouw Kalman blijven in het hele verhaal op de achtergrond. Waarschijnlijk heeft de schrijfster dat expres gedaan, om deze mensen een beetje mysterieus over te laten komen. Vooral met de hoofdpersoon, Chaja, vanuit wiens perspectief het boek geschreven, kon ik goed meeleven. Voor een groot deel kwam dat ook, omdat het verhaal vanuit haar perspectief geschreven is, maar een andere reden is dat zij mijn leeftijd en belevingswereld het dichtst benadert. De personages gedragen zich haast allemaal behoorlijk, maar ik vond het onbegrijpelijk dat meneer Kalman Chaja de deur wees toen zij mee wilde rouwen met de familie Kalman. Het gedrag van de personages is helemaal niet voorspelbaar. Ik vind de meeste karakters wel sympathiek. De enige uitzondering is dan ook meneer Kalman. Uiteraard komt de lezer het meest te weten over Chaja, omdat het verhaal vanuit haar perspectief geschreven is. De taal is niet echt moeilijk en er staan niet echt moeilijke woorden in, alleen wat Joodse termen, maar die zijn aan het einde van het boek verklaard. Er is een plezierige balans tussen beschrijving, dialoog en weergave van gedachten en gevoelens. Bij mij kwam het nog wel eens voor dat ik door deze dingen door elkaar te halen, de draad van het verhaal kwijtraakte.

REACTIES

E.

E.

Niks aan gehad, ik kan me in ieder geval niet voorstellen dat dit een verslag is voor 4 vwo... Iets te simpel.

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Twee koffers vol door Carl Friedman"