1. Waarom heb je dit boek gekozen? Dit boek gaat over de oorlog, en over de gevolgen van de oorlog. Ik vind het altijd interessant om daar dingen over te lezen. Ook had ik van mensen gehoord dat het een heel mooi boek was. 2.a. Beschrijf wat er op de voorkant van het boek staat. Er staat een plaatje op van een kuil met speelgoed (en de titel + schrijver). b. Wat heeft de voorkant van het boek met de inhoud van het boek te maken? De hoofdpersoon begraaft al haar speelgoed, want ze is bang dat dat de SS het zal afpakken en aan andere kinderen geven. De oorlog is al voorbij, maar hun vader heeft in een concentratiekamp gezeten. Hij vertelt zijn kinderen er elke dag over dus ze denken dat dat de werkelijkheid is. 3. Geef een titel verklaring. Het boek heet tralievader omdat de vader van de hoofdpersoon nog steeds achter de tralies van zijn verleden zit. Hij heeft vroeger in een concentratiekamp gezeten. Nu is hij wel vrij, maar emotionele tralies weerhouden hem ervan een normaal leven te leiden met zijn gezin. 4.Tot welk genre behoort het boek? Dit verhaal is een novelle. 5.a. Wat is het thema van het boek? Het thema is het concentratiekamp. b.Welke bedoeling heeft de schrijver van het boek? Om de lezer duidelijk te maken hoe verschrikkelijk de gevolgen zijn van een concentratiekamp. De vader van Carl Friedman heeft namelijk ook in een concentratiekamp gezeten. 6. Is het een interessant onderwerp? Het onderwerp oorlog spreekt mij altijd heel erg aan. Het is heel aangrijpend om daarover te lezen. De vader heeft een trauma overgehouden aan de ervaringen in het concentratiekamp. Maar niet alleen hijzelf, ook zijn kinderen lijden er onder. Voor hen is het verschil tussen het verleden en werkelijkheid niet duidelijk. Ze willen hun vader graag begrijpen, maar ondanks hun pogingen, blijft hij toch ver weg, achter de tralies van zijn verleden. 7. Wie waren de hoofdpersonen in dit boek? De ik-persoon: De ik-persoon is een dochter van de getraumatiseerde vader. Over haar kom je verder niet veel te weten. Ze is ongeveer tussen de 4-8 jaar. Omdat het vader altijd over het kamp praat, beschouwt ze kamp als een soort ziekte van haar vader. Bijvoorbeeld: een vriendin gaat met haar club op kamp. De ik-persoon vraagt ongelovig: ’kamp?’. De vader (Jochel): De vader is een jood. Hij heeft in een concentratiekamp gezeten. Hier is hij wel weer uitgekomen maar hij heeft wel een trauma opgelopen. Hij is niet in staat om een normaal leven te leiden met zijn gezin. Hij is altijd met zijn gedachten is het verleden. Hij is niet de hoofdpersoon maar door wat de hoofdpersoon over hem vertelt en denkt leer je hem kennen. 8. Vertel kort waar het boek over gaat. Dit boek gaat over een gezin na de tweede wereld oorlog. De oorlog is al afgelopen, maar is er nog steeds in dit gezin. Omdat de vader de kinderen altijd vertelt over zijn eigen verleden, leven de kinderen in een andere wereld als de andere kinderen van hun leeftijd. Ze weet het verschil tussen vroeger en nu niet te onderscheiden. Uit angst om door de SS gepakt te worden, wil ze later onzichtbaar worden. Omdat de vader in een concentratiekamp een trauma heeft opgelopen, moet hij altijd praten over zijn kampervaringen. Omdat niemand de ik-persoon begrijpt, kan ze niet normaal met andere kinderen omgaan. 9.Geef je beargumenteerde mening over het boek. Ik vind dit een heel aangrijpend boek. Doordat de vader getraumatiseerd is zijn de kinderen ook allemaal slachtoffer. Toch gaan ze er allemaal anders mee om. Het meisje verwart het verleden met de tijd waarin ze nu leeft. Ze is altijd bang voor de SS en ze kan niet normaal spelen met de kinderen van haar leeftijd, omdat ze in een heel andere wereld leeft. Ze begraaft bijvoorbeeld al haar speelgoed, omdat ze bang is dat de SS het zal afpakken. Dat verhaal is niet lang, maar toch heeft het veel inhoud. Door de kinderlijke verhalen van het meisje kom je erachter wie de vader is.