Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Terug naar Oegstgeest door Jan Wolkers

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
Boekcover Terug naar Oegstgeest
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 1485 woorden
  • 18 maart 2002
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
36 keer beoordeeld

Boekcover Terug naar Oegstgeest
Shadow

Wat het boek uitzonderlijk maakt is de manier waarop Jan Wolkers de voorbije wereld van zijn jeugd probeert terug te halen in het heden van de jaren zestig. Herinneringen aan de vooroorlogse wereld van kroepketels, stoomtrams, de deftige kruidenierswinkel van zijn vader, zijn calvinistische ouders en de dood van zijn broer gaan gepaard met beschrijvingen van de ontlui…

Wat het boek uitzonderlijk maakt is de manier waarop Jan Wolkers de voorbije wereld van zijn jeugd probeert terug te halen in het heden van de jaren zestig. Herinneringen aan de vo…

Wat het boek uitzonderlijk maakt is de manier waarop Jan Wolkers de voorbije wereld van zijn jeugd probeert terug te halen in het heden van de jaren zestig. Herinneringen aan de vooroorlogse wereld van kroepketels, stoomtrams, de deftige kruidenierswinkel van zijn vader, zijn calvinistische ouders en de dood van zijn broer gaan gepaard met beschrijvingen van de ontluikende seksualiteit van de hoofdpersoon en het verlies van zijn geloof.

Terug naar Oegstgeest door Jan Wolkers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Soort boek: Roman Genre: Autobiografische roman Thema (zeg in het kort waar het boek over gaat): De verteller probeert zijn jeugd weer op te roepen, hij wil zichzelf beter leren begrijpen door zo dicht mogelijk bij zijn jeugd te komen. Tijd (in welke tijd speelt het verhaal?): In de jaren '60 Aanwijzingen: De schrijver probeert zijn herinneringen weer op te roepen uit zijn jeugd, waaronder de oorlog van 1940-1945
Als hij dit doet zijn de herinneringen + 20 jaar oud.
Vertelde tijd (hoe lang duurt het verhaal ?): Onbekend Verklaring: Het verhaal begint op de dag dat de ik-persoon wordt geboren. Het is onduidelijk waar het einde is, want er staat geen tijdsbepaling in het laatste hoofdstuk. Tijdverloop: Chronologisch met flash backs Ruimte (waar speelt het verhaal ?): Oegstgeest. Aanwijzingen: Oegstgeest is de plaats waar de verteller geboren en opgegroeid is en waar de jeugdherinneringen waar hij over vertelt zich afspelen. Hoofdfiguren: Jan
Kenmerken: Jan is de verteller die vertelt over zijn jeugdherinneringen. Bijfiguren: Ouders van Jan,oudere broer van Jan,oudste zus van Jan, vrienden en buren van de verteller. Relatie (wat hebben hoofd en bijfuguren met elkaar te maken): De bijfiguren komen allemaal voor in de jeugdherinneringen waar Jan over vertelt.
Perspectief: Ik-perspectief. Titelverklaring: In dit boek gaat de schrijver terug naar Oegstgeest, de plaats waar hij zijn jeugd doorbracht. Vandaar de titel 'Terug naar Oegstgeest' Eigen oordeel: Ik vind het een interessant boek, omdat de schrijver een goed beeld geeft van zijn jeugd in zijn geboorteplaats Oegstgeest Samenvatting: In dit boek vertelt de schrijver over zijn jeugd. De verteller wil zijn jeugd weer op roepen, hij wil zichzelf beter begrijpen door zo dicht mogelijk bij zijn jeugd te komen. De hoofdpersoon gaat terug naar zijn geboorteplaats Oegstgeest en bezoekt daar verschillende mensen en plekken uit zijn jeugd. In de zoektocht naar zijn jeugd staan er drie hoofdthema's centraal: De dood van zijn oudere broer, de steeds erger wordende armoede van het gezin, en zijn eigen artistieke en emotionele ontwikkeling. Het verhaal begint met een inleidend hoofdstuk. De verteller vertelt in dit hoofdstuk over zijn streng Calvinistische ouders. Deze ouders komen uit Amsterdam en hebben een tijdje in Leiden gewoond. Daarna zijn ze een exclusieve delicatessenwinkel begonnen in Oegstgeest. In het tweede hoofdstuk gaat de verteller naar het graf van zijn broer. Hij vertelt over zijn herinneringen aan zijn broer. Hij had een haat-liefde verhouding met zijn broer. Hij heeft een keer alle foto's van zijn broer verbrand, en nadat zijn broer was overleden was er geen enkele foto meer van hem overgebleven. Jan gaat vervolgens terug naar het huis van zijn ouders. Zijn vader is niet erg blij met hem, omdat hij vindt dat zijn zoon van het leven een troep maakt. Hoofdstuk 3 gaat over de geboorte van de verteller. Hij werd geboren op de 35e verjaardag van zijn vader. Na een tijdje kreeg hij de ziekte spruw,en zijn moeder deed washandejes om zijn handen zodat hij zichzelf niet kon krabben. Hij krijgt ook Bronchitus. Toen zijn ouders hem probeerden te genezen met een warme ketel stoom, gebeurde er een ongeluk waar hij een litteken aan overhield. In het volgende hoofdstuk gaat de schrijver terug naar de oude winkel die van zijn ouders is geweest, waar nu een middenstandsbank in zit. Hij gaat ook op bezoek bij zijn oude buren. In het volgende hoofdstuk vertelt hij over de lagere school. Hij vertelt dat hij in de eerste klas (groep 3 van de basisschool) bij juffrouw Vink in de klas zat,en dat hij bij haar in de klas goed zijn best deed en goede cijfers haalde. In de tweede klas kwam hij bij juffrouw Hakkenberg, en die mocht hij niet en hij haalde slechte cijfers. Twee maanden voor het einde van het schooljaar wordt hij door zijn ouders overgeplaats naar een nieuwe Gereformeerde school, omdat deze volgens zijn ouders meer aan de bijbel doet. Als de verteller net als vroeger van zijn oude huis naar de lagere school loopt, komt hij toevallig zijn vader tegen die op weg is naar de supermarkt Albert Heijn. Zijn vader vertelt hem dat zijn oude buurvrouw is overleden. Dan gaat het verhaal weer verder over zijn oude school. Toen hij op zijn nieuwe Gereformeerde school aankwam haalde hij al zijn onvoldoendes op,en ging over naar klas 3 (tegenwoordig groep 5). De meeste leraren kan hij zich niet meer herinneren,behalve de hoofdonderwijzer die zich Papegaai noemde. Hij vertelt ook over een opstel wat hij schreef,en wat hij terugkreeg met de opmerking: "Ik heb zitten rillen op mijn stoel. Een 9." Hij vertelt ook over gevechten met leerlingen van de Rooms-Katholieke school,seuksuele spelletjes,zijn verliefdheid en een optocht. De verteller haalt ook nog wat herinneringen op over zondagmiddagen in winter, over zijn vader die met een projectielantaarn plaatjes projecteerde op de muur. Hij gaat ook nog langs een museum waar hij vroeger veel heeft getekend. Hij vertelt ook over de dood van zijn oma, die pas na een paar maanden (!) door zijn vader en oom gevonden was. De insekten werden dood (!) op haar lichaam gevonden,omdat er voor die beestjes niets meer te eten was. In het volgende hoofdstuk vertelt hij over zijn gezin dat steeds armer werd. Zijn ouders moesten kamers gaan verhuren,omdat de winkel niet meer genoeg geld opleverde. Op advies van zijn hoofdonderwijzer gaat hij naar de Mulo in Leiden. Het kerstrapport is zo slecht dat hij door zijn vader van school wordt afgehaald en moet meewerken in de winkel. Een tijdje later wordt de winkel gesloten. Zijn vader krijgt een baan als beheerder van een militaire kantine. Vervolgens gaat de verteller naar het archief van de krant en zoekt daar of hij niets vergeten is. Hij bekijkt eerst de kranten van kerstmis 1939 en leest daarin een artikel over Hitler,en vervolgens bekijkt hij kranten uit 1925, het jaar waarin hij geboren is. Hij leest dat het weer op zijn geboortedag zwaarbewolkt was, met regenbuien en krachtige wind. Precies zoals hij zich dat had voorgesteld. Toen hij veertien jaar was kreeg hij een baantje als dierenverzorger in het Academisch Ziekenhuis. Omdat hij medelijden heeft met de dieren,die gebruikt worden voor vivisectie (dierenproeven), besluit hij ze voortijdig te doden. Samen met een andere jongen loopt dit uit de hand, ze gaan de dieren martelen en vervolgens afmaken. Als vervolgens de oorlog uitbreekt is hij bang dat zijn broer zal sneuvelen. Als hij weer wil beginnen met zijn werk wordt hij zonder excuus ontslagen. Waarschijnlijk zijn ze erachter gekomen wat hij met de dieren deed. In het volgende hoofdstuk gaat de verteller terug naar het labaratorium,en vergelijkt deze met concentratiekampen. sinds de twintig jaar dat hij weg is ziet alles er nog steeds netjes uit, net zoals de concentratiekampen er nu uit zien. Er komen ook beelden bij hem boven over geslachte konijnen voor feestmaaltijden. Vervolgens vertelt hij over zijn interesse voor beeldende kunst, en over de eerste tekenlessen die hij van zijn vader kreeg. Hij had ook een bijbaantje als tuinjongen bij een multimiljonair, gemaand Houtman. Hij werkt niet veel,maar zit meer te tekenen en in de pauze bestudeert hij de Franse en Engelse lesboeken van zijn zus. Na een jaar gaat hij werken voor groenbedrijf Broodster, waar hij twee keer zoveel betaald kreeg. Hij neemt 's avonds typelessen en tekenlessen. Op de typecursus ontmoet hij een meisje met rood haar, maar door zijn stuntelachtige gedrag wordt het niets tussen beiden. Nadat hij twee keer als tuinman heeft gewerkt gaat hij werken bij listenmakerij waar hij tubes verf steelt en ontslagen wordt. Hij krijgt vervolgens een baantje als bediende bij een distributiekantoor,waar hij gaat tekenen en verhalen schrijven. De verteller gaat vervolgens terug naar het landgoed van meneer Houtman,waar nu een belastingkantoor zit. Hij ontmoette daar een oude tuinknecht die er twintig jaar geleden ook al werkte, en hij hoort dat Houtman als vijf jaar dood is. Hij vertelt vervolgens weer over het overlijden van zijn broer. Hij vertelt dat hij zijn broer als laatste zag voordat hij sterfde.Zijn ouders kwamen te laat in het ziekenhuis, en de verpleegster zegt tegen zijn vader dat zijn broer als laatste een zin uit de bijbel noemde.Jan betwijfelt of dit waar is, want hij zag zijn broer als laatste. Hij heeft dit nooit aan zijn ouders verteld.Hij vertelt over zijn herinneringen aan gesprekken die had met zijn broer en hun strooptochten, waarbij een herinnering over een gigantische paling naar boven komt. Hij ziet dit als een voorteken van de dood van zijn broer, omdat deze stierft aan difterie. In het laatste hoofdstuk worden de gedachten aan zijn gestorven broer steeds sterker, omdat hun huis afgebroken wordt. Het laatste dat hij van zijn broer bezat was een regenjas gemaak van parachute. Dit is kapot gegaan toen hij een jonge reiger erin wilde wikkelen, de reiger pikte de jas helemaal kapot. De verteller ziet dit als een beeld van bevrijding, en hiermee is het verhaal afgelopen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Terug naar Oegstgeest door Jan Wolkers"