Supertex door Leon de Winter

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Supertex
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2729 woorden
  • 21 maart 2002
  • 65 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
65 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Leon de Winter
Genre
Psychologische roman
Coming of age
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1990
Pagina's
253
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Godsdienst,
Coming of age,
Vader-zoonrelatie,
Zakenwereld

Boekcover Supertex
Shadow
Supertex door Leon de Winter
Shadow

A:
Ik heb dit boek uitgezocht, omdat ten eerste de titel mij wel aansprak, deze stond op een lijst die we kregen met titels van boeken erop. Vervolgens heb ik geïnformeerd waar het boek over ging, en dat leek mij wel wat. Het boek is mij absoluut niet tegengevallen. Ik vond het een goed boek, en het las ook heel erg lekker door. Hoe verder je in het boek komt, hoe meer je te weten komt.

B:
Inhoud:

Het boek is het relaas, dat de hoofdpersoon Max op een zaterdag in oktober 1990 aan zijn psychiater doet.
Max Breslauer staat aan het hoofd van het SuperTex-imperium, een winkelketen in goedkope confectiekleding. Hij woont samen met Maria, de ex-minnares van zijn vader, in een penthouse aan de Amstel. Op een zaterdag rijdt hij in zijn Porsche 928 S met een snelheid van 120 km/u naar de zaak om Jimmy Tdjin in Thailand te bellen, nadat zijn secretaresse Yvonne haar plicht had ‘verzuimd’. Hij rijdt daarbij de jongste zoon uit een chassidische familie aan. Er ontstaat veel commotie. Max belt Maria en zijn advocaat. Vervolgens belt hij ook zijn psychiater, dr. Jansen, en eist een onmiddellijk consult. Tijdens dit consult vertelt hij haar zijn levensverhaal.
Zijn vader, Simon Breslauer, heeft het concentratiekamp overleefd en is van niets tot topman van ETI (Euro Textiel International) opgeklommen. Hij was een veeleisend man, die van Max verwachtte, dat hij meester in de rechten werd. Zijn minder begaafde zoon Boy gaf hij een baan op de boekhouding van zijn zaak. Max wordt weliswaar advocaat, maar treedt na enkele jaren toch bij zijn vader in dienst. Bovendien richt hij een eigen BV, Maximaal, op. In juni 1989 verdrinkt zijn vader, nadat hij met zijn auto in de Loosdrechtse plassen is beland. Een maand na de begrafenis wordt Max door Maria gebeld, die beweert de minnares van zijn vader te zijn geweest. Hij ontmoet haar in een hotel, en willigt haar eisen - behoud van auto, flat en maandelijkse toelage - in. Enige tijd later begint hij zelf een verhouding met haar. Max en Boy zijn orthodox-joods opgevoed. Er wordt van hen verwacht, dat ze een joodse vrouw zullen kiezen. Als Max’ moeder hem verschillende huwelijkspartners aanwijst, kiest Max er zelf één: Esther d’Oliviera, partner in de advocatenmaatschappij waar hij werkt. Deze Esther is na de zelfmoord van haar ex-man in een crisis geraakt. Ze heeft zich, om vrede te vinden, tot de orthodoxie bekeerd en is naar Israël gegaan. Max heeft haar enkele malen bezocht, maar wil zich niet in Israël vestigen. Esther trouwt daarop met een Amerikaanse Talmoedgeleerde. Max wordt korte tijd later tweede man bij ETI.
Als Max in het middaguur even naar huis rijdt, vertelt Maria hem, dat ze hem zal verlaten. Hij keert met een taxi terug naar de psychiater.
Boy is weliswaar minder begaafd dan Max, maar ook minder rusteloos en wat ingetogener. Hij heeft een korte relatie met de onaantrekkelijke Lea van Gelder, enige dochter uit een goedjoodse familie. Vlak voor het huwelijk stuurt Max Boy naar Casablanca om het contract met de broers Mohammed te verlengen. Boy laat zich echter beetnemen, en het contract wordt verbroken. Vervolgens leent hij een zgn. zakenman vierhonderd dollar om medicijnen te kopen. Als hij doorkrijgt dat hij naar zijn geld kan fluiten, volgt hij hem naar zijn huis. Hij ontdekt, dat deze man ook een jood is en David heet. Hij wordt door Davids familie gastvrij ontvangen. Hij ontmoet de beeldschone Sulamit en wordt hevig verliefd. Hij besluit zijn leven verder als orthodox-jood aan haar zijde in Casablanca te slijten en begint een zaak in chemische toiletten. Max en Lea worden ongerust en reizen naar Casablanca om Boy te zoeken. Als ze hem vinden, zegt hij dat hij niet naar Nederland wil terugkeren. Later schrijft hij Max brieven waarin hij het hele verhaal uitlegt.
Max wil geen verdere therapie. Ook dr. Jansen is van mening, dat hij haar niet nodig heeft. Aan het eind van de middag loopt hij naar huis terug. Onderweg ‘herkent’ hij zijn vader achter het stuur van een zwarte Mercedes. Hij voelt zich leeg nu hij alles wat hem dwars zat, aan de psychiater heeft verteld. Tegelijkertijd heeft hij ook een voldaan gevoel: zijn ‘biecht’ heeft hem duidelijk gemaakt hoe hij zijn leven voortaan moet inrichten om gelukkig te kunnen zijn.

Slotzin:

Az der tate sheinkt dem zun, lakn beide
Az der zun sheinkt nen tatn, weinen beide
(Als de vader de zoon iets schenkt, lachen beide; als de zoon de vader iets schenkt huilen beide).

Titelverklaring:

SuperTex is de naam van het succesvolle textielimperium, dat de hoofdpersoon leidt.

Tijd en tijdvolgorde:

Periode waarin het verhaal zich afspeelt
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is duidelijk het heden, dit is te lezen in details als 'Mercedes' en 'Porsche', en om preciezer te zijn de negentiger jaren. Zelfs een datum is gegeven een zaterdag in oktober 1990.

Vertelde tijd
De vertelde tijd van het verhaal beslaat niet alleen zijn eigen leven tot nu toe, maar ook het hele leven van zijn vader. De vertelde tijd is dus langer dan het in eerste instantie doet vermoeden.
Verteltijd
De verteltijd van het boek is relatief kort te noemen, in een niet al te dik boek worden de levens van Simon en Max beschreven.
Tijdsvolgorde
Het verhaal is bepaald niet chronologisch, het flitst continu tussen het heden (bij de psychiater) en het verleden (de gebeurtenissen uit Simon's en Max' leven)
Tijdsperspectief
Het is duidelijk een vision par derrière de schrijver beschrijft namelijk een geschiedenis, waar hij de afloop al van weet.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in de diagnosekamer van psychiater dr. Jansen. Daar vertelt Max Breslauer zijn levensverhaal. Zijn levensverhaal beslaat alle plekken en plaatsen die ik al eerder in de samenvatting heb gegeven.
Thematiek:
Centraal staat het gevoel van vervreemding en de tegenstelling tussen materialisme en idealisme. De hoofdpersoon is losgeslagen van zijn wortels, maar temidden van de ‘gojs’ voelt hij zich ook niet thuis. Ergens noemt hij zichzelf ‘verdwaald’. Het ongenoegen, dat hiervan het gevolg is, probeert hij op allerlei manieren te verdrijven. Dit doet hij door zich steeds meer luxe te veroorloven, nieuwe vrouwen, keihard koopmanschap en door lange tijd het verhaal van Boy te verzwijgen; Boy houdt hem namelijk in zijn brieven een spiegel voor.
De kernvraag, die De Winter stelt, is die naar de mogelijkheid van assimilatie: kan men als jood anno 1990 het moderne leven leven zonder het culturele erfgoed te verraden?
Stijl
De schrijver gebruikt vooral korte zinnen, en af en toe een lange zin tussendoor. Er zitten heel weinig bijvoeglijke naamwoorden in het boek, en de woorden zijn makkelijk. Behalve sommige Jiddische woorden, maar de betekenis ervan wordt door de rest van het verhaal snel duidelijk.
Er worden geen echte oude woorden gebruikt, af en toe een paar, en de Jiddische woorden zijn wat oudere woorden. Er staan veel levendige dialogen in het boek.
Er is niet echt veel ruimtebeschrijving in het boek, maar toch kon ik me het verhaal heel goed inbeelden, dit waarschijnlijk door de uitgebreide beschrijvingen van alle gebeurtenissen.
Plaats/ruimte:
Het grootste deel van de handeling speelt zich af in Amsterdam, hoofdzakelijk in de spreekkamer van de psychiater. In het vertelde verleden spelen ook andere plaatsen, o.a. Jeruzalem en Casablanca, een rol.
Perspectief:
De roman bevat twee niveaus. Op het 'hoogste' niveau is de ik-verteller in gesprek met zijn psychiater. Deze dialoog wordt vervolgens een aantal keren afgebroken om plaats te maken voor een tweede laag: de terugblik van de ik-figuur, bijvoorbeeld naar de geschiedenis van zijn vader. Ook die terugblikkende momenten zijn in de ik-vorm geschreven. Het psychisch perspectief ligt dus bij de ik-figuur. Je leest dan ook nooit de gedachten van andere personages over de ik-persoon. Andersom krijgen we informatie over de andere personen uitsluitend via de gedachten van de ik-persoon, Max Breslauer.
Personages:
- Boy: Max’ jongere broer, is totaal anders dan Max. Boy heeft nooit echt kunnen leren, en stond altijd onder Max. het is Max’ non-communicatieve broer
- Simon B.: Max’ vader, eigenaar van Supertex. Max was opgelucht toen hij dood was. Was zeer asociaal.
- Maria: Ex-minnares van Max’ vader, nu zijn eigen geliefde
- Esther: Max’ eerdere vriendin, is na de dood van haar ex-man een vrome orthodoxe joodse geworden, en in Jeruzalem met een ander getrouwd, Max is hier nooit overheen gekomen.
- Lea:(Ex-)vriendin van Boy
- Sulimat: Boy’s nieuw geliefde
- Yvonne: Max’ secretaresse
- Robbie: Max’ advocaat
- Mw. Jansen: Max’ psychiater
Motieven
- Allereerst is dat de dood van zijn vader, met wie hij altijd een slechte band had. Heeft zich zijn leven lang tegen de man afgezet en heeft altijd een afkeer gehad van zijn vader's materialistische inslag. Eigenlijk verafschuwt hij het ook dat hij in feite net als zijn vader geworden is. Toch heeft hij dubbelzinnige gevoelens: had hij er niet voor moeten zorgen dat de vader-zoonrelatie aan het eind van zijn vaders leven beter was geweest?
- Daarnaast is er de frustratie over zijn grote liefde. Geen enkele vrouw is voor hem echt van betekenis geweest, behalve Esther. Tijdens zijn relatie met haar kwam de idealist in hem bovendrijven. Hij beseft dan ook dat deze band veel belangrijker is dan welke materiële verworvenheid dan ook. Maar als Esther door haar geloof van hem wegdrijft, terwijl hij in feite altijd tegenstrijdige gevoelens over de orthodoxe levenswijze heeft gehad, maakt dat hem erg onzeker. Misschien had hij er toch goed aan gedaan zich altijd aan de joodse tradities te houden. Had hij immers niet tijdens een relatie met een niet-joodse een schuldig gevoel gehad?
- Het vertrek van zijn broer Boy maakt vervolgens de onzekerheid compleet, zeker omdat hij om dezelfde reden als die van Esther uit Max' leven verdwijnt.
Toch zijn deze drie gebeurtenissen niet voldoende om hem volledig tot inkeer te doen komen. De laatste druppel, de harde mokerslag op het laatste restje materialistische lak, is de aanrijding op sabbatochtend. Had hij een willekeurige burger aangereden, dan was er misschien niets gebeurd, maar juist de optimale tegenstelling tussen een patserige, afgedwaalde jood in een Porsche en een groep vrome, orthodoxe joden op weg naar de synagoge breekt zijn verzet en hij gaat direct naar de psychiater in een ultime poging weer bij zinnen en in evenwicht te komen.
Of dat uiteindelijk lukt is niet geheel duidelijk. De laatste zinnen van het boek zijn enigszins cryptisch. Max besluit zich niet meer te verzetten, want 'hij is de enige erfgenaam'. Maar erfgenaam van wat? Van de joodse tradities? Dan besluit hij dus te gaan leven zoals zijn broer en Esther. Of enige erfgenaam van Supertex? Dan verzet hij zich dus niet meer tegen zijn maatschappelijke status. Dit laatste is logischer, aangezien hij zojuist een hallucinatie heeft gehad, waarin hij zijn overleden vader zag. Dit bracht hem tot lachen en huilen tegelijk en bracht hem uiteindelijk tot relativeren Dit wil voor mij zoiets zeggen als: zijn rijkdom neemt hij voor lief en probeert het beste er maar van te maken.
C: De kijk van Max op zijn Joodse geloof:

Allereerst moet ik vertellen, dat ik lang op het internet heb gezocht naar de leefregels en wijze van de Joden, maar ik heb niks geen echte bruikbare informatie gevonden.
Daarom heb ik punten uit het boek gehaald, om deze opdracht toch te kunnen doen.
In het boek stonden de volgende punten over het (orthodox) joodse leven:
Ze mogen geen varkensvlees, schelpdieren en Alcohol. Melk en vlees behoren gescheiden gehouden te worden.
Op zaterdag mag er niet gewerkt worden, dan is er sabbat. Ook mag er dan geen geld aangeraakt worden, en er mag niet gescheurd worden. Ook moet je naar de sjoel, de joodse kerk.
Mannen dragen een zwarte hoed, en hebben een zwarte baard. Jongens hebben meisjesachtige lokken.
Joden moeten de natuur respecteren, bij een begrafenis hebben ze daarom ook geen bloemen, maar leggen ze stenen bij het graf. Verder worden de lijken in een linnendoek gewikkeld, en in een onafgewerkte houten kist gelegd. Tijdens een begrafenis wordt het kaddisj opgelezen, en er volgen 7 dagen van rouw.
Vele Joden gaan in hun leven naar de klaagmuur, sommige joden stoppen een briefje tussen een richel.
Vrouwen horen ook een soort hoofddoekje te dragen.
Als je ongesteld bent ben je onrein, en na je periode, moet je naar een mikwe, waar je een ritueel bad moet nemen om te reinigen. Als je seks hebt tijdens de menstruatie, word je afgesneden van het joodse volk.
De naam God mag niet uitgesproken of voluit opgeschreven worden.
Max Leefde totaal niet volgens deze regels. Hij sprak weliswaar de naam God niet uit, en hield hij zich bij begrafenissen aan de regels, voor de rest deed hij nergens aan. Hij vond het onzin, en was ook niet bereid om zo te gaan leven. En op zaterdag niet werken zou ook niet kunnen, want dat kon niet voor het bedrijf. Hij vond wel dat de moeder van zijn kinderen Joodse moest zijn.

D:
Het boek gaat over een onzekere rijke jood die niet kan leven (psychisch) met zijn verleden. Het onderwerp is een niet alledaagse kwestie en boeit daarom enorm. Hoewel het verhaal pure fictie is kun je je goed indenken, dat er mensen zijn die dat soort problemen werkelijk hebben. Denk maar eens aan al die asielzoek-jongeren die een combinatie van de Nederlandse en hun eigen cultuur in hun achterhoofd hebben en daar problemen mee krijgen.
Het boek wil een verhaal kwijt, zeker geen mening, en de schrijver wil de lezer dus niet tot daden aanzetten. In het verhaal zijn wel beschouwende elementen, maar deze komen uit de gedachten, of mond, van Max Breslauer. Door dit continu doorgevoerde element vind ik het boek zeer origineel en krijgt het verhaal veel meer diepgang.
Het verhaal is een combinatie van feiten en de gedachten en gevoelens die Max daarover heeft. Deze gebeurtenissen staan in direct verband met het plot van het verhaal. Omdat ze van zo'n groot belang zijn voor de verhaallijn worden de gebeurtenissen met grote diepgang en met oog voor het kleinste detail verteld.
Je waant je in het exclusieve wereldje van Max en begint de wereld door zijn ogen te zien. Het verhaal is eigenlijk in en in triest, de teleurstellingen stapelen zich op. Hoewel je voor Max op een goede afloop hoopt, sta je er steeds weer van versteld dat de misère alsmaar groter wordt. Je gaat je afvragen waar de manisch-depressieve Max zal eindigen. Dit houdt het verhaal tot het einde zeer boeiend en spannend.
Het verhaal is duidelijk met heldere taal, namelijk die van de harde zakenman Max Breslauer. Het verhaal is opgebouwd in twee duidelijke lijnen en is niet moeilijk te volgen. De opbouw is dan ook begrijpelijk te noemen.
Het verhaal wordt soms wat traag door de soms te duidelijke beschrijvingen van het verleden, maar wordt nooit saai. Dit komt mede door het agressieve taalgebruik en gedrag van de hoofdpersoon, nu en in het verleden.
Als het boek is afgelopen, blijf je met veel vragen zitten. Om te beginnen is de vraag: "Is Max nu wel of niet in harmonie met zichzelf?". Een belangrijke. Maar ook de vragen omtrent de verdere geschiedenis van het bedrijf, Boy en Esther kwamen bij mij op.
Max Breslauer is waarschijnlijk de sleutel tot het succes van dit boek. De zakenman met zijn vele facetten dat het verhaal zo ingewikkeld, spannend en boeiend maakt. Iedereen die dit boek leest zal zich met één of meerdere kanten van dit personage kunnen identificeren.
Als je je eenmaal overgegeven hebt aan de geslepen karaktertrekjes van Max, ben je verloren. Je wordt als het ware meegenomen in de problemen en de gedachten van hem. Soms gaat het zo ver dat je je een eigen mening gaat vormen over Max' belevenissen, die je dan in zijn gedachten tot uitwerking ziet komen.
Omdat het verhaal zo veel gevoelselementen bevat, raken de directe dialogen een beetje in de vergeetput. Toch doet dit niets af aan de kwaliteit van het verhaal dat verteld wordt. Dit komt merendeels door de prachtige beschrijvingen tot in de kleinste details, die voor de kleur van het verhaal garant staan.
Ik vond het kortgezegd een bijzonder goed boek, met een origineel verhaal. Het blijft tot het einde toe een spannend en boeiend verhaal, en ik kan het iedereen aanraden.

REACTIES

W.

W.

De Jiddische uitdrukking onder het kopje "Slotzin" is fout overgeschreven. Dit moet zijn:
"Az der tate sheinkt dem zun, lakn beide - az der zun scheinkt den tatn, weinen beide.

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.