1. De titel van het boek is ……
Vind je de titel van het boek goed gekozen? Vertel waarom wel/niet! Weet je een betere titel?

De titel van het boek is Spijt.
Ik vind de titel goed gekozen, omdat David en z’n klasgenoten spijt hebben, omdat ze Jochem zo gepest hebben. En ze hebben ook spijt dat ze er niks aan gedaan hebben. Als ze Jochem niet gepest hadden, had Jochem nog geleefd.
De titel “Dood gepest” had ik ook wel een mooie titel voor het boek gevonden. Je kunt deze titel letterlijk en figuurlijk nemen. Letterlijk, omdat die door het pesten is dood gegaan. En figuurlijk, omdat hij heel erg gepest is.

2. Schrijver(s) of samenstellers(s)…….

Geef een beknopte levensbeschrijving van de auteur.
Heeft zij/hij een pseudoniem?
Geef een kleine bibliografie.

De schrijver van het boek is Carry Slee. Ze is geboren in 1949 in een volksbuurt in Amsterdam. Op de basisschool had ze een schrift waarin ze elke dag een verhaaltje schreef. Na de middelbare school ging ze naar de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht. Ze heeft daar haar einddiploma gehaald. Daarna heeft ze 10 jaar dramales gegeven. Carry Slee heeft 2 kinderen. Aan haar kinderen las ze haar eigen geschreven verhaaltjes voor. Later stuurde ze die verhaaltjes op naar de Bobo. In 1988 verschenen ze in de Bobo. Hierna begint ze ook boeken te schrijven. Carry Slee heeft wel een pseudoniem. Haar echte naam is Sophie Mileau. Andere boeken van haar zijn: Hieperdepiep (1990), Verdriet met mayonaise (1991), Kaatje Knal en de biefstukbende (1992), Confette Conflict (1993).

3. Is het een Nederlands boek of een vertaling?
Het is een Nederlands boek, dus geen vertaling.

4. Waar speelt het verhaal zich hoofdzakelijk af?
Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk gewoon in Nederland af , in Zantvoort. Het verhaal speelt vooral op school, maar ook bij Jochem en David thuis af. Het verhaal speelt zich ook af bij de vijver waarin Jochem om het leven is gekomen.

5. Wie zijn de hoofdpersonen? Omschrijf het karakter van de hoofdpersonen. Verandert het karakter in de loop van het verhaal? Hoe is de verhouding tot andere personen?

Er zijn 2 echte hoofdpersonen. Dat zijn Jochem en David. Verder zijn er ook nog wat belangrijke bijpersonen.


Jochem is 14. Hij is een jongen die dik is en daarom wordt gepest. Jochem heeft ook geen vrienden op school. Jochem heeft wel een vriendin uit zijn oude buurt. Jochem komt ook niet voor zichzelf op. Als hij namelijk weer gepest wordt dan lacht hij zelf ook mee. Hij vertelt ook niet tegen zijn ouders dat hij gepest wordt, want zijn moeder heeft al eerder een hartaanval gehad.
Jochems karakter verandert wel tijdens het boek, want hij wordt steeds onzekerder. En aan het einde van het boek pleegt hij zelfmoord. De verhouding tot andere personen is niet erg goed. Hij wil wel vrienden worden met iedereen, maar ze willen geen vrienden worden met hem.

David is ook ongeveer 14 jaar en zit bij Jochem in de klas. Hij heeft best wel een lief karakter. Hij vindt het best erg wat er allemaal met Jochem gebeurt, maar hij doet er niks aan, want hij is bang dat hij dan zelf ook gepest wordt. Als Vera bij hem in de buurt is, probeert hij stoer te doen, want hij is verliefd op Vera. Zijn karakter verandert niet echt in het verhaal.
Zijn verhouding tot andere personen is erg goed, want hij heeft heel veel vrienden en vriendinnen.

De belangrijke bijfiguren in het boek zijn Vera, Manon, Niels, Youssef, Tino van Dijk en Nienke de graaf. Vera is een heel lief meisje. Bijna iedereen wil ook wel verkering met haar. Ze is een goede vriendin van Manon. Ze zit in de redactie van de schoolkrant. Ze heeft een tijd verkering met Youssef, maar aan het einde van het boek gaat dat uit en krijgt ze verkering met David. Manon is een vriendin van Vera. Ze zit ook in de redactie van de schoolkrant. Niels is een goede vriend van David en ook een beetje van Youssef. Ook Niels zit in de redactie van de schoolkrant. Youssef is een echte computer freak. Hij heeft ook verkering gehad met Vera, maar dat gaat op een gegeven moment uit. Tino van Dijk is de mentor van de klas waarin David, Jochem, Vera, Manon, Niels en Youssef inzitten. Hij is ook hun gymleraar. Hij heeft ook een hekel aan Jochem, omdat hij vindt dat Jochem zich niet genoeg inzet tijdens de gymlessen. Hij maakt dan iedere gymles wel weer een rotopmerking over Jochem.
Nienke de Graaf is een goede vriendin van Jochem en ze kennen elkaar nog uit de oude buurt.

6. Zou het verhaal echt gebeurd kunnen zijn?
Vertel waarom wel/niet.
Ja, want alles wat er gebeurt in het boek kan ook echt gebeuren. Sommige kinderen worden echt heel erg gepest.

7. Staan er illustraties in het boek? Zo ja, wie heeft ze dan geillustreerd?
Vertel waarom je de illustraties mooi of niet mooi vindt.
Passen ze goed bij het verhaal?
Nee, er staan geen illustraties in het boek.

8. Hoe is het tijdsverloop binnen het verhaal? (chronologisch/ niet chronologisch). Wat is de verteltijd (hoeveel uren lees je erover)?
Wat is de vertelde tijd (periode, in tijd uitgedrukt, waarin het boek speelt).

Er zitten geen terugblikken in het verhaal, het is dus een chronologisch verhaal.
Ik heb er ongeveer 2 uur over gelezen.
Ik denk dat het begint in de lente/zomer, want in het verhaal hebben ze een T-shirt aan. Het eindigt in de herfst, want bij Jochems dood vallen de blaadjes van de bomen.
Het verhaal speelt zich denk ik af in deze tijd. Het speelt zich in ieder geval niet af in de oertijd of in de toekomst. Het kan natuurlijk wel een paar jaar geleden zijn.

9. Door wie wordt het verhaal verteld? (staat het verhaal in de ik-vorm of hij-vorm of is er een verteller die buiten het verhaal staat.
Het verhaal wordt verteld door een verteller die buiten het verhaal staat.

10. Thema. Wat is het onderwerp van het verhaal? Waar gaat het verhaal eigenlijk over? Probeer dit zo kort mogelijk te omschrijven.
Het onderwerp van het verhaal is Pesten. Het verhaal gaat over een jongen die gepest wordt. Hij wordt zo erg gepest dat hij zelfmoord pleegt.

11. Geef een korte samenvatting van het verhaal of het boek. Ga alleen in op de hoofdzaken.
Jochem is heel dik en hij wordt heel vaak gepest. David doet er niks aan, want hij is bang dat hij dan zelf ook wordt gepest. Op het klassenfeest wordt Jochem ook weer eens heel erg gepest. Hij loopt daarom weg van het feest. Maandag komt de directeur in de klas en zegt dat Jochem vermist is. David gaat samen met Nienke (een oude vriendin van Jochem) op zoek naar Jochem. Bij de vijver zien ze de rugzak van Jochem drijven in het water. De vijver wordt afgezocht door duikers, die vinden ook het lichaam van Jochem.

12. Geef een eigen mening over het boek of het verhaal.

Lengte : goed van lengte.
Inhoud : spannend en droevig
Taal : begrijpelijk
Soort : het is een levensverhaal

Ja, ik zou het boek wel zelf willen kopen. Omdat het een heel mooi boek is en het heeft veel indruk op me gemaakt.

13. Beschrijf 6 regels de emotie die het verhaal oproept.
Ik vind het een heel mooi verhaal. Ik vind het een heel droevig verhaal, omdat Jochem overlijdt.
Ik denk ook dat dit in het echt kan gebeuren, want sommige kinderen worden echt heel erg gepest.
Nadat ik dit boek had gelezen, besefte ik dat kinderen echt soms heel erg gepest worden.

14. Extra informatie
Het boek is uitgegeven door Van Holkema & Warendorf.
Het boek is bekroond door “de jonge jury” in 1998 en door “de Nederlands kinderjury” in 1997.