Evaluatie Ik vond het boek redelijk saai. Er wordt uitgebreid verteld over de gesprekken tussen Daniël en Robinson. De gesprekken zijn meestal vrij inhoudloos, en ingewikkeld om te volgen. Vooral aan het boek zitten de gesprekken tussen Robinson en Daniël. Daarom vond ik het einde ook een stuk leuker. Daar komt alles ineens in een soort stroomversnelling. Haar vader komt thuis, haar vader ontmoet Johanna Freida, einde van het school jaar etc. Het begin van het boek is niet echt nodig, want waar het boek eigenlijk over gaat gebeurd pas de laatste twee hoofdstukken. Ook las het niet zo lekker omdat ik niet het gevoel kreeg dat ik echt midden in het verhaal zat, dat je echt mee kon leven. Ik vind het boek dus onpersoonlijk. Soms zitten er spannende stukken in, maar de langdradige stukken overheersen in dit boek. Het in verder wel een realistisch en origineel verhaal. Het is een leuk boek, maar je moet wel ff doorzetten in het begin. Verwerkingsopdracht 22: maak en toets voor het boek, bestaande uit tien waar/onwaar, vijf meerkeuzevragen en tien open vragen en geef ook alle antwoorden.
Waar/niet waar: 1- Robinson is zestien. (niet waar) 2- Robinson ontmoet Reinjan (niet waar) 3- Robinson woont al jaren in dezelfde stad. (niet waar) 4- Robinsons vader is kaptein op een schip. (waar) 5- Haar vader is pas ontslagen. (niet waar) 6- Haar moeder is bloemist. (niet waar) 7- Robinson vindt Daniël vaak irritant. (waar) 8- Daniël is de zoon van de directeur van de school. (niet waar) 9- Daniël is en vervelende jongen en loopt vaak de lessen uit. (waar) 10- Robinson kan goed met haar moeder overweg. (niet waar) Meerkeuze: 1- Robinson kent Daniël van? A) school
B) een vriendengroepje
C) het zwembad
2- Robinsons moeder is lid van
A) breiclub
B) oudercomité C) bridgeclub
3- Robinsons vader vaart op
A) zeeschepen
B) binnenvaartschepen
C) onderzeeërs
4- Ze gaan een dagje zeilen in het boek. Wie gaan er mee? A) haar vader, haar moeder, zijzelf
B) haar vader, Daniël, zijzelf
C) haar vader, Johanna Freida, Daniël, zijzelf
5- Werkt de moeder van Robinson? A) Ja, ze krijgt betaald om in het oudercomité te zitten. B) Nee, ze zit thuis terwijl haar man werkt. C) Ja, ze werkt parttime als huishoudster bij andere gezinnen. Open vragen: 1- Wie is Johanna Freida? Johanna Freida is een docent Duits bij Robinson op school

2- Wanneer ontmoet Robinsons vader Johanna Freida? Als Robinson gaat schaatsen met haar vader en Daniël. 3- Wat vind Robinsons moeder van Daniël? Haar moeder denkt dat Daniël haar vriendje is. Ze vindt hem een leuke en slimme jongen. 4- Wat vind Daniël van Robinsons vader? Daniël is een beetje bang van hem. Hij is altijd z snel mogelijk weg als hij thuis komt. Toch gaat Daniël me hem schaatsen en mee een dagje zeilen. 5- Wanneer verhuisde Robinson, en met wie? Ze verhuisde in de zomervakantie. Ze deed dat samen met haar moeder terwijl haar vader ergens op zee voer. 6- Waarom sloven Daniël en de vader van Robinson zich zo uit op de schaatsbaan? Ze willen allebei indruk maken op Johanna Freida. Daarom gaan ze erg hard rondjes schaatsen. 7- Wat gebeurde er precies op de zeilboot als Robinson aan het roer staat? Als Robinson stuurt steekt de wind ineens op en raakt ze de macht over het stuur kwijt. Daardoor kapseist de boot, maar haar vader zorgt ervoor dat alles weer goed kom. 8- Waarom wordt Daniël aan het eind van het schooljaar van school gestuurd? Hij zou voor teveel onrust zorgen in de klas en op school. Daarom heeft zijn oom, de rector, hem van school gestuurd en naar een andere school laten gaan. Dan nog wat vragen over de schrijfster en informatie over het boek: 9- Waar en wanneer werd zij geboren? Ze werd geboren in 1947 in Eindhoven. 10- Wanneer is dit voor het eerst uitgekomen? 1976