Samenvatting
Op een dag komen alle dieren aan het hof bij elkaar, op verzoek van de koning Nobel, een leeuw. Daar beginnen ze allemaal te klagen over de gemene streken die vos Reinaert heeft uitgehaald: Wolf Isegrim, de hond Courtois, kater Tibert, Panser de bever en Cuwaert de haas. Alleen Grimbaert de das zei niks. Hij is een neef van Reinaert en probeert hem een beetje te verdedigen. Eerst lukt dat, maar dan komt Cantecleer de haan, samen met een hele begrafenisstoet naar het hof toe. Hij vertelt dat Reinaert alwéér een kind van hem heeft dood gebeten. Koning Nobel belooft Cantecleer dat hij de doder van zijn kinderen zal straffen.
Nobel besluit Reinaert te laten halen door een eerste afgezant: Bruun de beer. Die gaat vrolijk op pad naar Reinaerts burcht: Malpertuis. Hij vertelt hem dat hij onmiddellijk bij de koning moet komen. Maar Reinaert lokt hem in de val, door te zeggen dat hij een plek weet met genoeg honing voor tien beren. Bruun gaat natuurlijk onmiddellijk mee. De vos zorgt dat Bruun met zijn poten en snuit vast komt te zitten in een boomstam. Dan schreeuwt de beer zo, dat de dorpelingen eraan komen. Het hele dorp, ook de pastoor komt Bruun in elkaar slaan. Bruun ontsnapt als hij al half dood is, maar verliest het vel van zijn kop en poten. Hij springt in de rivier en drijft zo terug naar het hof.
Koning Nobel is hierom natuurlijk boos om en stuurt nog een afgezant: kater Tibert. Als die bij Reinaert aankomt, onder etenstijd, nodigt Reinaert hem uit voor het eten. In de schuur van de pastoor zijn er volgens hem heel veel muizen. Tibert gaat daar dus naar binnen, maar komt daar in een valstrik terecht. Hij schreeuwt zo, dat de pastoor met zijn vrouw en zoon eraan komen. Die slaan hem heel vaak. Tibert kan nog net ontsnappen, maar mist wel een oog. Hij gaat dan weer terug naar het hof.
Als Nobel dit ziet, besluit hij dat hij Reinaert moet straffen. Alleen Grimbaert de das vindt dat Reinaert, zoals het hoort, drie keer moet worden gedagvaard. Hij gaat zelf, als derde afgezant naar Reinaert toe. En Reinaert begrijpt dat hij maar beter mee kan gaan. Onderweg vertelt hij aan Grimbaert over al zijn streken tegen Isegrim en hoeveel spijt hij wel niet heeft. Als ze bij Nobel aankomen, beginnen er nog meer dieren te klagen. En dan geeft de koning de opdracht aan Bruun, Tibert en Isegrim om een galg klaar te zetten. Ondertussen praat hij nog even met Reinaert.
Reinaert begint de koning en koningin te vleien en vertelt dat hij wel erg slecht is geweest, maar altijd trouw aan de koning is gebleven. Hij zegt dat hij hem zelfs gered heeft. Daar wil Nobel natuurlijk meer van weten. Reinaert beschuldigt zijn eigen vader, Tibert, Bruun, Isegrim en de vrouw van Isegrim Hersinde van een complot tegen de koning. Hij zegt dat zijn vader een grote schat had. Met dat geld had hij twaalfhonderd soldaten ingehuurd om Nobel van zijn troon te stoten en Bruun koning te maken. Reinaert had dit verhinderd door de schat te stelen en ergens anders te verstoppen.
Koning Nobel begint te twijfelen of hij Reinaert wel moet doden. Ze maken een afspraak: in ruil voor de schat krijgt Reinaert zijn vrijheid terug. Dat vindt Reinaert natuurlijk geweldig, want dat was zijn plan en nu is het gelukt. Hij zegt tegen Nobel dat hij een kruistocht naar Rome gaat maken. De koning heeft Bruun en Isegrim gevangen laten zetten, en maakt van een stuk van Bruun zijn huid een pelgrimstas voor Reinaert. En hij geeft hem ook een paar schoenen van Isegrim. Dan gaat Reinaert weg en vraagt of haas Cuwaert en ram Belijn hem mogen begeleiden uit het hof. Dat doen ze, maar ze gaan eerst even langs Reinaerts burcht, om zijn vrouw en kinderen gedag te zeggen.
Als ze bij burcht Malpertuis aankomen, vraagt Reinaert of Cuwaert even mee naar binnen wil komen, om zijn vrouw te troosten. Binnen bijt hij Cuwaert dood. Hij stopt zijn hoofd in de tas van Bruuns huid, en geeft de tas aan Belijn mee. Hij zegt dat het een brief aan koning Nobel is, en dat Belijn maar moet zeggen dat hij de brief zelf heeft geschreven. Dat vindt Belijn goed, en hij gaat meteen naar de koning. Ondertussen gaat Reinaert met zijn vrouw en tien kinderen weg.
Als koning Nobel de tas krijgt, snapt hij dat hij in de val gelopen is. En hij wordt verschrikkelijk boos. Dan komt Firapeel de luipaard met een oplossing: Ze moeten Bruun en Isegrim vrijlaten, excuses aanbieden en als geschenk Belijn geven. Daar mogen ze dan mee doen wat ze willen. Daarna zouden ze dan achter Reinaert aan. Firapeel ging Bruun en Isegrim halen, en ze maakten overal vrede van.
Mening
Het boek vond ik wel grappig geschreven maar ik zou het zelf denk ik niet uitzoeken als ik een boek zocht. Dat komt omdat ik meer van realistische verhalen houd dan van fantasie verhalen. Dit boek was zeker fantasie omdat in het echt dit nooit zou kunnen gebeuren omdat dieren niet zo kunnen communiceren en ze ook niet door een rechtssysteem bestuurd worden. Ik vond het wel leuk om te lezen hoe Reinaert de dieren elke keer weer weet te bedriegen en dat de dieren ook niet (kunnen) bedenken dat iets ook wel eens niet waar zou kunnen zijn! De rest van de gebeurtenissen konden me niet echt boeien, maar ik kwam toch wel snel door het boek heen. Dat er tussen de teksten samenvattingen van verzen stonden vond ik fijn, want dat las lekker snel door en ik kreeg meteen een duidelijk beeld van wat er precies gebeurde. De personages vind ik heel goed omschreven worden, zeker van de dieren die een grote en belangrijke rol in het verhaal spelen. Dat vond ik wel fijn want dan weet je hoe iemand reageert op dingen. Bijvoorbeeld bij de honing van Bruun zie je dat hij alles doet voor eten. In het verhaal staan geen flashbacks, dat vond ik wel fijn want bij flashbacks heb ik soms dat ik niet zo goed meer weet wat er zich nu afspeelt en wat al eerder is gebeurd. Ik heb het boekje voornamelijk in het vertaalde deel gelezen maar wel af en toe geprobeerd om het in het Oudnederlands te lezen maar dat ging heel moeilijk en dan begreep ik het niet helemaal meer en dus ging ik vaak weer snel verder in het gewone Nederlandse stuk.
Verdiepingsopdracht
In het boek Reinaert de vos staan geen dingen die te maken hebben met de politieke achtergrond van die tijd. De standentheorie is wel duidelijk merkbaar in dit verhaal. Koning Nobel staat boven iedereen. Zelfs Reinaert zegt soms dat je je niet aan de macht van de koning kan ontrekken (hoewel híj dit wel doet). Ook staat de koning boven de geestelijken, want op een gegeven moment wordt Nobel erg boos op Belijn, de bisschop. Er zijn geen voorbeelden die wijzen op het feodale stelsel.
De eercultuur is dan weer wel te vinden. De koning wil namelijk dat zijn aanzien op elk punt verbeterd wordt. Hij organiseert daarom bijvoorbeeld ook de hofdag. En hij is bang dat hij zijn eer verliest als hij blijkt dat hij in de maling is genomen door Reinaert.
De symboliek die in dit verhaal wordt gebruikt is vooral dat de dieren voor mensen staan. En dus zou je zou dit hele verhaal kunnen omzetten naar mensen.
Hoofs gedrag vertoont Reinaert duidelijk niet want; hij verkracht zijn tante, hij liet zijn neven Bruun en Tibert in de val lopen als deze hem tot de orde roepen, hij eet Cuwaert op, terwijl hij hem zelf meelokte en hij haalt nog veel meer streken uit. Maar niet alleen de vos is onhoofs; Koning Nobel denkt dat hij door zijn gulzigheid (naar de zogenaamde schat) een oplossing weet op het probleem ‘Reinaert’. Dit hoort allemaal niet tot de hoofsheid. De dieren in het bos die Reinaert willen laten hangen, vertonen wel hoofs gedrag. Een goed voorbeeld is dat zij in opdracht van de koning gevaarlijke opdrachten uitvoeren.
Ik denk dat het boek Reinaert de vos Karelepiek is. Omdat het verhaal van Reinaert zich niet af speelt in Engeland, waar Arthur regeerde. (ALS JE MOET KIEZEN IS HET KARELEPIEK MAAR IEGENLIJK EEN DIEREN EPOS!!!!) Ook is in deze tekst het thema ‘spanningen binnen het feodale stelsel’ merkbaar, en dat is vaker zo in Karelepiek. De vos Reinaert, die niet van adel is, gaat namelijk tegen het hogere gezag in (dat van de koning).
Ook de standentheorie in het boek is heel erg aanwezig. Elk dier in het bos kent duidelijk zijn eigen plaats en wat hij wel of niet kan doen. De koning staat bovenaan en daaronder het overige volk. Reinaert gaat hier heel duidelijk tegenin.
Van annexatie of adaptie is niet veel te vinden.
Deze tekst is een schelmenverhaal. In een schelmenverhaal is het van belang dat de hoofdpersoon door middel van handigheid en individuele slimheid zich kan handhaven in de maatschappij. Reinaert kan dit duidelijk wel, want hij is iedereen te slim af, zoals op het einde blijkt, want dan ontsnapt hij door een heel slimme truc. Ook laat hij andere dieren in de val lopen (zoals Bruun en Grimbaert) door zijn handigheden.
Deze tekst is in verband te brengen met de rederijkerscultuur, omdat er aan het einde van de tekst een naamdicht is te vinden, wat kenmerkend was voor de rederijkerscultuur.
Deze tekst is een satire, waarbij de schrijver grappen maakt met de samenleving van zijn tijd en over het hof(leven).
Er wordt beweerd dat de hoofsheid niets voorstelt. De koning zelf is hebzuchtig en zelfs Reinaert weet hem nog te slim af te zijn. De belangrijke les is dus: de hoofsheid is niet wat het lijkt, probeer niet te hebzuchtig te zijn, beheers je dus.
Evaluatie
Mijn eindoordeel is zeker niet veranderd na de verdiepingsopdracht, mijn mening is dan ook nog steeds hetzelfde. Mijn eindoordeel over het boe is positief, omdat het niet te langzaam geschreven is en er ook veel details worden verteld terwijl het een heel dun boekje is. De beschrijving van het verhaal vind ik goed gelukt om dat er zo’n beetje alles in wordt verteld en niet heel erg lang is. De verdiepingsopdracht vind ik zeker goed gelukt omdat die heel erg lastig was en je precies moest uitzoeken wat alle termen betekenden, maar het is uiteindelijk wel goed gelukt vind ik. Het boek lezen was niet zo lastig omdat de Nederlandse vertaling er naast stond. Tijdens het maken van de verdiepingsopdracht kwam ik er wel achter dat ik nog lang niet alle termen ken van het hoofdstuk, dat is na het maken van de opdracht wel beter maar nog steeds niet helemaal.
REACTIES
1 seconde geleden