Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Reis door de nacht door Anne de Vries

Beoordeling 8
Foto van een scholier
Boekcover Reis door de nacht
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 2708 woorden
  • 28 juli 2004
  • 60 keer beoordeeld
Cijfer 8
60 keer beoordeeld

Boekcover Reis door de nacht
Shadow
Reis door de nacht door Anne de Vries
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inhoud: Een verhaal over een familie die de gevolgen van een bezetting moeten zien te doorstaan. Het begint allemaal in Drenthe, waar Jan net met zijn familie is gaan wonen. Jan wordt wakker het is een vrijdagmorgen in mei. Hij loopt naar beneden, maakt een ontbijt en brengt dat naar zijn vader en moeder. Samen met zijn vader gaat hij na het ontbijt even een wandeling maken. Onder het lopen komen ze oude bekenden tegen van vader, deze vertellen aan vader dat Duitsland het land (Nederland) binnen is gevallen. Jan en zijn vader rennen naar huis en zetten de radio aan, op de radio wordt omgeroepen dat Duitsland vannacht is binnengevallen, maar dat Nederland zich niet zomaar overgeeft!! Vader zet de radio uit, ''Als alle kinderen maar hier waren''. Helaas, twee van de kinderen zitten bij tante Annie in Scheveningen, Frits van twaalf en Greetje van drie. De zesjarige Hanneke zat in Hillegersberg bij tante Jo. Zij waren voor een paar dagen bij de tantes gaan logeren omdat ze bij de verhuizing toch maar voor de voeten zouden lopen. Vader stelt voor ze te gaan halen nu het nog kan, want als de Duitsers eenmaal het land in zijn, zullen ze de kinderen waarschijnlijk niet meer kunnen halen. Jan start de auto, ze stappen allemaal in en haasten zich naar Scheveningen. Onderweg zien ze allemaal dat de oorlog in volle gang was, overal neergestorte vliegtuigen, zenuwachtige soldaten, controles. 's Avonds komen ze in Scheveningen aan bij tante Annie. Op de radio horen ze dat Rotterdam gebombardeerd wordt, ze zijn allemaal verschrikkelijk bezorgd om Hanneke, en overleggen wat ze zullen doen. Ze zullen morgen doorrijden naar Rotterdam (Hillegersberg) om daar Hanneke op te halen. Als Jan, vader en Frits Rotterdam naderen, zien ze dat de stad overal brandt, alles is verwoest. Als ze langs Rotterdam rijden richting Hilligersberg zien ze overal ingestorte huizen, huilende en bloedende mensen. Ze rijden de straat in waar het huis van tante Jo staat. Het huis staat er nog, licht beschadigd, voor de ramen zijn planken gespijkerd, maar het huis staat er nog! Ze halen Hanneke op en rijden direct weer terug. Onderweg wordt de auto gevorderd, Jan moet terug rijden naar Rotterdam om daar gewonde mensen op te halen die naar ziekenhuizen in de omgeving moeten. Als Jan in Rotterdam aankomt rijdt hij naar een ziekenhuis waar gewonden zouden moeten liggen, die zijn er niet meer en hij wordt doorgewezen naar een ander ziekenhuis in de buurt. Er rijdt met hem een verpleegster mee om hem de weg te wijzen: Trijntje. Jan wordt verliefd op haar, en geeft zijn adres. Bij het andere ziekenhuis is ook niemand meer die geholpen kan worden, dus hij kan weer naar huis. Een paar dagen later rijden ze weer terug naar Drenthe, volgens vader is het daar het veiligst, want op het platteland wordt haast niet gevochten. Jan en zijn vader gaan bij het verzet werken en doen allerlei klusjes zoals: wapens opduiken, verboden foldertjes rondbrengen enz. Maar na een tijdje krijgt de familie de Boer ook onderduikers, de eerste is Wim. Deze werd achterna gezeten door de Duitsers, hij is een Amsterdamse student. Vader regelt een nieuw persoonsbewijs voor de jongen zodat hij wel gewoon de stad in kan gaan. In de hele streek weet inmiddels iedereen dat je altijd welkom bent bij de familie de Boer. Dus er komen ook steeds vaker mensen langs die soms voor een nacht blijven. Naast Wim komen er ook nog twee Engelse piloten die jan en zijn vader moeten helpen terug te komen naar Engeland. Het verzetswerk wordt steeds , en steeds gevaarlijker. Zo komt Trijntje een keer langs, en vraagt hen om te helpen een vriendin (Esther) uit Westerbork (concentratiekamp) te halen. Dit kunnen ze niet weigeren. Dit is een van de vele dingen die ze allemaal doen. Dan komt er nog een Engelse piloot die ze in huis nemen. Hij is er alleen slecht aan toen, heeft een gebroken been en moet verzorgd worden. Oom Gerrit (de tuinman tevens een goede vriend van de familie de Boer) bouwt een vluchtroute voor David zodat hij in tijd van nood kan ontsnappen. Op een dag is er een vergadering bij het huis van Jan, helaas loopt het mis. Ze zijn ontdekt door de N.S.B.-ers, en die hebben gezorgd dat de Duitsers een inval doen. Iedereen ontkomt, behalve Oom Gerrit en David, die beginnen een vuurgevecht, en schieten zo wel een paar duitsers neer, maar ze staan tegenover een overmacht. David wordt neergeschoten, en Oom Gerrit kan nog net wegvluchten via de vluchtgang die hij gebouwd had. Het huis wordt in brand gestoken en de familie is van elkaar gescheiden. Jan slaapt nu bij oom Herman in Scheveningen, en moet zich daar rustig houden. Hij mag daar alleen blijven als hij zich niet meer bezig houdt met het verzetswerk. En dat gaat dan ook goed, totdat Wim op een dag langs komt, die zit inmiddels bij een verzetsgroep: ''de groep van oom Hein''. Wim haalt Jan over om mee te gaan. In de groep zitten maar een paar leden: oom Hein, tante Truus (die zorgt voor onderkomen en eten voor de groep), Leo Keizer, Joop: Josephus Maria van de Mortel, Piet Lagerhuis, Koos Brand, Wim en Jan. In het begin doet de groep alleen een paar kleine dingen, die niet heel gevaarlijk zijn. Maar na een tijdje gaan ze een distributiekantoor overvallen, om daar 7000 bonnen te stelen. Als ze ze hebben weten ze niet wat ze ermee moeten doen, dus gaan oom Hein en Jan naar Amsterdam om daar met de landelijke verzetsorganisatie te praten. In Amsterdam gaat oom Hein praten met de landelijke verzetsbond en mag Jan naar zijn vader. Jan blijft slapen op het onderduikadres van zijn vader. Midden in de nacht worden ze wakker gemaakt, er wordt luid op de deur gebonsd: Duitsers! Jan en zijn vader en nog een echtpaar gaan een schuilplaats in. De rest van de onderduikers gaat in een andere schuilplaats. De eigenaars van het huis worden gearresteerd, en de andere onderduikers worden gevonden. Na een paar dagen ondergedoken gezeten te hebben, horen ze dat het V-teken geklopt wordt op hun schuilplaats. Daar staat een Nederlandse politieman, en die haalt ze eruit. Hij helpt ze het huis uit, wat bezet is door de Duitsers. Dan keert Jan weer terug naar het huis van tante Truus. Er zijn twee nieuwe leden bij gekomen: Sylvia en Anje. De enige die die avond niet terug komt was Piet. Ze krijgen een brief van hem dat hij gevangen is genomen. Ze hebben toen meteen een actie op touw gezet om hem te bevrijden. Jan raakt echter gewond bij die bevrijding en moet een hele tijd rust houden. Tijdens zijn rustperiode hoort hij dat zijn vader is gearresteerd. Dit komt als een harde klap aan, in een keer wil hij alles opgeven. En als hij dan ook nog hoort dat de groep van oom Hein is verraden door Sylvia, wil hij er helemaal mee stoppen. Alleen Jan en Koos lopen vrijuit, samen vermoorden ze Sylvia. Helaas worden ze bij die wraakactie ook opgepakt. Na een tijd in de gevangenis gezeten te hebben, wordt Jan opgehaald en in een auto gezet. Langzamerhand begint Jan door te krijgen dat hij gefusilleerd gaat worden. Hij springt uit de auto, en weet te ontsnappen. Na een nacht ronddwalen, vind een ''goede'' boer hem, en die verzorgt hem een tijdje. Nadat hij weer hersteld is, gaat hij naar oom Gerrit. Daar komt hij Frits weer tegen, die nu ook volop in het verzetswerk zit. Samen met Frits, oom Gerrit en nog een paar andere mensen, doet hij hier en daar nog wat kleine dingen. Terwijl langzaam het einde van de oorlog in zicht komt, begint hij informatie te zoeken over zijn vader of die nog leeft. Gelukkig blijkt dat deze nog leeft. Als de bevrijding dan eindelijk daar is, rijdt hij met Wim en Trijntje naar het kamp waar zijn vader zit. Ze halen hem daar weg, en rijden terug naar nederland! Hoofdpersonen: Jan de Boer

Evert-Jan de Boer (vader) Bijpersonen: Gre de Boer (moeder) Frits de Boer (broertje van Jan) Guusje de Boer (zusje van Jan) Oom Gerrit (tuinman van Familie de Boer) Wim (eerste onderduiker) Delen: 1. De duisternis in
2. De storm steekt op
3. Ochtendgloren
4. De nieuwe dag
Fragment: Het leek alsof hij nog maar even geslapen had, toen vaders hand hem wakker schudde. Ergens werd hard gebonsd, een rauwe stem schreeuwde onverstaanbare woorden en de schel klonk schril en zonder ophouden daardoorheen. 'Een inval!' zei vader. 'De Duitsers zijn er! Kom er dan toch uit jongen! Vlug!' Hij klapte het bed op en trok het gordijn ervoor. Toen deed hij iets aan een revolver en stak die in zijn pyjamazak. 'Pak je tas en je kleren en kom mee!' Op de overloop was het een gedraaf van mensen door elkaar. De meisjes, wankelend van de slaap, voortgetrokken door Roel en tante Fie; het echtpaar arm in arm, de vrouw zacht kermend; opa, die in zijn kamerjas naar beneden ging. Tante Stien strompelde in haar nachtpon de kamer door. 'Bid en u zal gegeven worden,'zei ze. De kast stond al open, het luik omhoog. Maar hoe kregen ze nou die oude vrouw door het luik? Ze zat er al half in, maar durfde zich niet te laten zakken, omdat ze geen grond voelde. Vader moest haar handen met geweld losmaken van de rand; ze gilde het uit van angst. Met de oude heer ging het gemakkelijker. Jan wierp zijn kleren en zijn tas naar beneden en dook er ook in, vader viel boven op hem, sprong weer op en sloot het luik. Als tante Stien nu de kast maar dichtdeed. Jan voelde een matras, een blik, de benen van de vrouw. Ze kermde nog steeds. 'Druk haar de hand op de mond,' fluisterde vader. 'Ik blijf hier, bij het luik...' Maar de man wasl al bij haar. 'Hou je mond!' zei hij zacht. 'Hou je mond...! O, Here Zeobath...' Jan duwde hem opzij en legde de vrouw languit op de matras. Hij voelde een kussen en hield het gereed om het op haar hoofd te drukken. Maar ze zweeg nu. Ze hoorde zeker ook dat de Duitsers al binnen waren...Zware laarzen stampte door het huis. Er klonk een bons en geluid van brekend glas. ´Sie lugen, Sie lugen!´schreeuwde een rauwe stem. Het klonk als een gehuil. Deuren sloegen open en dicht, een paar kerels vlogen de trap op, Jan voelde de planken onder zich trillen. Hij was niet bang. Zijn enige angst was dat de vrouw weer zou gaan kermen. Hij hield het kussen al klaar boven haar hoofd... Nu waren ze op de kamer, ze stonden misschien op geen twee meter afstand. Ze bonsden met hun geweren op de vloer en tegen de wanden. ´Wer sind Sie?' schreeuwde er een. Van tante Stiens zachte antwoord was alleen het woord 'krank' te verstaan, ze stampten de laarzen op de kamers rond. En daar kraakte de kastdeur, handen tastten langs de planken, een vreselijke bons boven hun hoofd deed hen ineenkrimpen, toen werd het stil. Hoe was het mogelijk, ze waren niet ontdekt! De voetstappen verwijderden zich, tante Stien werd de kamer af gesleurd en naar beneden gebracht. Maar er waren nog soldaten boven, Jan hoorde ze praten op een andere kamer. 'Hier hat einer geschlafen, das Bett ist warm!' En een andere stem: 'Wacht maar, wij zullen ze wel vinden, die schurken!' Een Nederlander, een verrader, die naar zijn eigen landgenoten liep te zoeken om ze uit te leveren aan de vijand... En hij vond ze, in de andere schuilplaats, hij snauwde ze toe, om voor de dag te komen. Luid klonk zijn smerige lach, toen hij de jammerende meisjes naar beneden dreef. Toen vloekte hij luid, er was een hevig lawaai. Roel verzette zich, maar werd geslagen en geschopt en de trap af gesmeten. Het was alles duidelijk aan de gevolgen te volgen en Jan beet zijn tanden op elkaar om zich te beheersen. Ze konden niets doen, met één revolver tegen al die kerels waren ze machteloos. Het zou gekkenwerk zijn om voor de dag te komen en de anderen te helpen. Stil zijn en afwachten dat was het enige. Het ergste gevaar was misschien voorbij. Dat er nóg een schuilplaats kon zijn, scheen niet in de hoofden van de kerels op te komen. Lachen en schreeuwend stampten ze de trap af naaar beneden. Jan zweette over zijn hele lichaam, zijn haar zelfs was nat. Angst? Hij had geen angst gevoeld, alleen een rauwe pijn in zijn borst, alsof daar iets op springen stond. Van beneden drongen nu minder duidelijk de geluiden door, een schreeuw, een bons, een daverend gelach. Toen een stem, die hoog opkermde: 'Hou op, hou op, ik weet het immers niet!' 'De schoften!' zei vader halfluid. En de vrouw begon plotseling weer zacht te jammeren, maar het geluid werd door het kussen gesmoord. Toch was het een hele poos stil beneden. In de straat gromde de zware motor van een auto, die stopte voor het huis. UIt de geluiden was op te merken dat de slachtoffers werden ingeladen en weggevoerd. Die arme zieke tante Stien ook...? Ze hoorden een deur dichtslaan en de motor aanzetten. Waren de moffen weg? Konden ze te voorschijn komen...? Ze zaten met ingehouden adem te luisteren. Er waren nog geliuden in huis: een stoel die verschoven werd, het gekraak van een kastdeur. Iemand haalde luid zijn neus op. Met ontstellende zekerheid drong het tot hen door dat ze nog niet veilig waren dat het hius bezet gebleven was. Hoelang kon dat duren? Het was benauwd warm in de kleine ruimte en de lucht begon al onfris te worden. De luchtkoker zat misschien verstopt. Jan tastte de wand langs om die te zoeken. Hij vond hem bij zijn vader, die stond er met de rug tegenaan. Het was maar een nauwe opening, een kachelpijp leek het wel. Er zat een prop papier in, zeker tegen de regen. Hij trok die eruit en ademde even diep de koele nachtlucht in met zijn mond voor het gat. Toen tastte hij naar zijn kleren, trok zacht zijn broek aan over zijn pyjama en zette zich aan de voeten van de vrouw op de matras. Zij was nu heel stil, misschien sliep zij. De oude man naast haar murmelde zacht een joods gebed... Ik heb dit fragment gekozen omdat je in dit stukje kan zien wat voor angst die mensen hadden. Steeds die angst of dat ze gevonden konden worden, niet goed kunnen bewegen omdat je bang bent dat je teveel lawaai maakt. Dit soort fragmenten maken dit verhaal spannend! De Auteur­: Zelf dacht ik dat Anne de Vries een vrouw was, dus voor de mensen die hetzelfde dachten, heb ik het even opgezocht. Anne de vries werd geboren in Assen op 22 mei 1904. Hij was een onderwijzer in Exloermond. Ook heeft hij gewerkt voor het Blindeninstituut Bartiméus in Zeist. Zijn eerste boek heeft hij geschreven voor de lagere school: Evert in Turfland. Na zijn boek Bartje (zijn bekendste boek) heeft hij zijn baan als onderwijzer gedag gezegd, en werd hij (fulltime)schrijver. Enkele andere boeken die hij heeft geschreven zijn: Evert in Turfland, 1930

Jongens van de straat, 1934
Bartje, 1935
De stroper, 1935
Op de grote heide, 1937
De grote veenbrand, 1937
Groot vertelboek voor de Bijbelse geschiedenis, 1939
Verhalen voor Kersttijd, 1948
Honderd vertellingen uit de bijbel, 1949
Het boek van Jan Willem, 1950
Reis door de nacht, 1951-1958 4 delen
Jaap en Gerdientje, 1955
Kinderkleurbijbel, 1961 Commentaar: Dit boek is een spannend, leuk, goed verhaal. Jammer is dat het niet zo goed geschreven is. Dat is iets waar ik mij ongeloofelijk aan ergerde. Ik had na een tijdje willen stoppen, ben blij dat ik door heb gelezen. Dus voor de mensen die dit willen gaan lezen (wat ze zeker moeten doen), het eerste stuk moet je door heen zien te komen! De titel vind ik een beetje onduidelijk, hij had misschien een kreet moeten gebruiken, een woord dat hij veel gebruikt heeft in het boek, zoals: 'O zo!' Voor mensen die zich interesseren voor oorlogsverhalen is dit zeker een aanrader! conclusie: goed verhaal, spannend,slecht geschreven.

REACTIES

T.

T.

er staat dat de hoofdpersonen evert-jan de boer en Jan de boer zijn. maar dat is niet zo. het boek gaat over jan en over zijn verhaal en niet dat over zijn vader.

15 jaar geleden

J.

J.

Goed verslag, maar ik heb een aantal vragen:
1 Welke globale spanning bevat het boek?
2.Wat is de cliffhanger?

Wat zijn de problemen die de hoofdpersonen te maken krijgen, en door wie worden ze opgelost

Groetjen Jelmer

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Reis door de nacht door Anne de Vries"